Eerste wijzigingsverordening belastingen op de roerende woon- en bedrijfsruimten 2019

De raad van de gemeente Súdwest-Fryslân;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 december 2018;

 

gelet op de artikelen 221 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de

 

eerste wijzigingsverordening belastingen op de roerende woon- en bedrijfsruimten 2019

 

Artikel 1

Artikel 7 van de Verordening belastingen op de woon- en bedrijfsruimten 2019 wordt vervangen door:

 

Artikel 7 Belastingtarieven

  • 1.

    Het tarief van de belasting bedraagt een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage bedraagt voor:

    • a.

      de gebruikersbelasting 0,2487%;

    • b.

      de eigenarenbelasting

      • I.

        voor woonruimten 0,1406%;

      • II.

        voor bedrijfsruimten 0,3101%.

  • 2.

    Voor belastingbedragen tot € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende-zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

 

Artikel 2  

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Eerste wijzigingsverordening belastingen op roerende woon- en bedrijfsruimten 2019”.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 24 januari 2019,

mr. drs. J.A. de Vries, voorzitter

G.W. Stegenga, griffier

Naar boven