Besluit tot wijziging van het Mandaat- en volmachtstatuut

Het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe en de burgemeester van Olst-Wijhe; ieder voor zover bevoegd;

 

gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten:

  • A.

    De bevoegdheid tot het verlenen van eervol ontslag bij volledige arbeidsongeschiktheid (artikel 8:4 CAR-UWO) te mandateren aan Manager II. 

     

  • B.
    • a.

      De bevoegdheid te besluiten op een verzoek om inzage (artikel 15 Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), een verzoek om rectificatie (artikel 16 AVG), een verzoek om gegevenswissing (artikel 17 AVG) en verzoek om beperking van de verwerking (artikel 18 AVG) te mandateren aan Adviseur IV.

    • b.

      Volmacht te verlenen aan Manager II voor het aangaan van een verwerkersovereenkomst (niet zijnde verwerkersovereenkomsten die door DOWR-I dienen te worden afgesloten). Hieraan wordt de voorwaarde verbonden dat de verwerkersovereenkomst dient te worden getoetst door de privacy adviseur.

    • c.

      Het ondertekenen van de verwerkersovereenkomsten (niet zijnde verwerkersovereenkomsten die door DOWR-I dienen te worden afgesloten), op te dragen aan Manager II.

  • C.
    • a.

      De bevoegdheid tot het uitgeven en verlengen van algemene en eigen graven en het ondertekenen van bijbehorende grafakte en het geven van toestemming voor het uitstrooien van as tevens te mandateren aan Medewerker Publiek II.

    • b.

      De bevoegdheid tot het overschrijven van grafrechten tevens te mandateren aan Medewerker Publiek II.

  • D.

    De bevoegdheid tot het uitwerken van de bijlagen behorende bij het Beveiligingsplan reisdocumenten te mandateren aan Manager II.

     

  • E.
    • a.

      De bevoegdheid tot het corresponderen inzake uitvoering van de Wet op de lijkbezorging tevens te mandateren aan Medewerker Publiek II.

    • b.

      De bevoegdheid tot het afgeven van verklaringen inzake Wet op de lijkbezorging tevens te mandateren aan Medewerker Publiek II.

  • F.
    • a.

      De bevoegdheid tot het zorgdragen voor het bijhouden van de geografische gegevens in de BGT door het langs elektronische weg leveren aan het Kadaster van de gegevens, bedoeld in de artikelen 7, lid 2 en 3, en 8 Wet BGT, volgens de systeembeschrijving zoals bedoeld in artikelen 15, lid 2, enkel 20 Wet BGT, te mandateren aan de algemeen directeur van de gemeente Deventer.

    • b.

      De bevoegdheid tot het zorgdragen voor afstemming met andere in de Wet BGT genoemde bronhouders over de begrenzing en de onderlinge aansluiting van de geografische objecten, voor zover dat nodig is om overlap van die objecten te voorkomen en om een landsdekkend topografisch bestand te waarborgen, te mandateren aan de algemeen directeur van de gemeente Deventer.

    • c.

      De bevoegdheid tot het voldoen aan de kwaliteitseisen, gesteld in de catalogus als bedoeld in artikel 4 van de Wet BGT, bij het leveren van een geografisch gegeven als bedoeld in artikel 11 van de Wet BGT, te mandateren aan de algemeen directeur van de gemeente Deventer.

    • d.

      De bevoegdheid tot het zorgdragen dat een in de BGT weergegeven geografisch object in overeenstemming is met de fysieke werkelijkheid, binnen de regels ten aanzien van actualiteit die daarover in de catalogus als bedoeld in artikel 4 Wet BGT worden gesteld, te mandateren aan de algemeen directeur van de gemeente Deventer.

    • e.

      De bevoegdheid tot het na ontvangst van een melding als bedoeld in artikel 25, lid 1 Wet BGT in onderzoek zetten van een geografisch object waarop de melding betrekking heeft, het betreffende authentiek gegeven onderzoeken en zo spoedig mogelijk beslissen over de wijziging dan wel opneming van dat gegeven en het na opneming van het authentiek gegeven onverwijld leveren hiervan en het bericht dat het geografisch object waarop het authentiek gegeven betrekking heeft niet langer in onderzoek is aan het Kadaster, te mandateren aan de algemeen directeur van de gemeente Deventer.

    • f.

      De bevoegdheid tot het jaarlijks verrichten van een onderzoek naar de uitvoering van de krachtens de Wet BGT geldende verplichtingen en het zenden van een afschrift van de resultaten van dit onderzoek aan de Minister van BZK, te mandateren aan de algemeen directeur van de gemeente Deventer.

       

    • Aan de mandaten genoemd onder F de randvoorwaarde te verbinden dat de directeur ondermandaat kan verlenen.

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Aldus besloten op 22 januari 2019.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,

drs. D.L.W. (Dries) Zielhuis

de burgemeester,

A.G.J. (Ton) Strien

De burgemeester,

A.G.J. (Ton) Strien

Naar boven