Gemeenteblad van Waddinxveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddinxveen | Gemeenteblad 2019, 199698 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddinxveen | Gemeenteblad 2019, 199698 | Beleidsregels |
Beleidsregels melding uitweg Gemeente Waddinxveen
In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is in artikel 2:12 bepaald dat voorafgaande aan het maken of veranderen van een uitweg, een melding moet worden gedaan bij het college.
De uitweg kan in principe worden aangelegd of veranderd tenzij het college binnen vier weken heeft laten weten dat het verboden is om de uitweg aan te leggen of te veranderen. Voor de uitvoering van de aanleg of de verandering zijn kosten verschuldigd.
Het college verbiedt de aanleg of de verandering:
indien er sprake is van een uitweg van een perceel1 dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen.
Met deze beleidsregels geeft het college nader aan welke criteria in ieder geval gehanteerd worden.
Een melding wordt getoetst aan deze beleidsregels. Voldoet een aanvraag niet aan de toetsingscriteria, genoemd in deze beleidsregels, dan wordt de aanleg of de verandering van de uitweg verboden, tenzij dit wegens bijzondere omstandigheden onevenredig is (art. 4.84 Awb).
Sinds de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)2 is de gemeente ook verantwoordelijk voor toetsing van vergunningen voor uitwegen op provincialen. De provincie hanteert een vergunningensysteem in plaats van een meldingsysteem, zoals door de gemeente wordt gehanteerd. Indien sprake is van beoogde aanleg van een uitweg op een provinciale weg, dan gelden de beleidsregels ten aanzien van uitwegen die zijn opgesteld door de provincie Zuid-Holland (PZH), die als bijlage bij dit document zijn bijgevoegd. Indien nodig zal in overleg worden getreden met PZH om over te gaan vergunningverlening.
Uitwegen veroorzaken een verstoring voor het ‘doorgaande’ verkeer en zijn potentiële conflictpunten. De mate van verstoring is evenredig met de intensiteit, het gebruik van de uitweg en de ter plaatse van kracht zijnde maximumsnelheid. Van belang is ook om onderscheid te maken in de wijze van het gebruik. Dit betekent dat uitwegen die niet of nauwelijks worden gebruikt toch verstoring teweeg brengen. Vanwege de waarneembaarheid van de uitweg voor een weggebruiker vraagt dit aandacht en in principe anticipatie in het weggedrag. Deze anticipatie is, afhankelijk van de functie van de weg, al dan niet acceptabel.
Een ander argument om uitwegen niet zonder meer toe te staan is dat door aanwezigheid van veel uitwegen het attentieniveau van de weggebruiker, op plaatsen waar daadwerkelijk uitwisseling plaatsvindt, niet optimaal is.
Het Nederlandse wegennet, waaronder ook het wegennet in de gemeente Waddinxveen, is opgedeeld in een drietal wegcategorieën met elke een eigen karakteristieke functie en (gewenste) vormgeving. De onderverdeling bestaat uit stroomwegen, gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen. De enige stroomweg, die in de gemeente Waddinxveen wordt onderscheiden, is Rijksweg 12 (A12). Deze weg is in beheer bij en eigendom van de Staat der Nederlanden. De gemeente Waddinxveen maakt daarom beleidsmatig onderscheid in uitwegen op gebiedsontsluitingswegen en erftoegangswegen.
Ten aanzien van uitwisselpunten is het uitgangspunt dat geen uitwegen3 behoren te worden toegestaan. Indien mogelijk wordt gekozen voor alternatieve oplossingen, zoals ontsluiting via het wegennet van een lagere orde c.q. parallelvoorziening of een gemeenschappelijke uitweg.
De gebiedsontsluitingswegen, waarop in principe geen uitwegen worden toegestaan zijn: Beethovenlaan, Chopinlaan, Esdoornlaan, Dreef, Juliana van Stolberglaan, Kanaaldijk, Kanaalstraat, Kerkweg Oost, Kerkweg West, Noordeinde, Koningin Wilhelminasingel, Staringlaan tussen Station Waddinxveen Noord en Noordstaring, Willem de Zwijgerlaan, Zuidelijke Rondweg en Zuidplaslaan.
De erftoegangsweg4 ontsluit de afzonderlijke woningen, kantoren, bedrijven, boerderijen, (sport)terreinen, landbouwpercelen et cetera. Op de erftoegangsweg vindt op zowel wegvakken als op kruispunten uitwisseling van verkeer plaats. Een uitweg wordt, voor zover deze noodzakelijk is voor ontsluiting, op een erftoegangsweg in het algemeen toegestaan, tenzij het belang van de bruikbaarheid van de weg, de verkeersveiligheid of de bescherming van groenvoorzieningen wordt geschaad.
Op de behandeling van de melding is de APV van toepassing. Wanneer niet binnen vier weken op de melding is gereageerd, mag de uitweg in principe worden aangelegd of veranderd. Als de aanleg of verandering wordt verboden, is dat een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb. De procedure is globaal als volgt:
Een nieuwe uitweg ten behoeve van een woning mag worden gerealiseerd mits de uitweg niet breder wordt dan 3,50 meter gemeten langs de openbare weg5. Verbreding tot maximaal 5,50 meter is mogelijk in uitzonderlijke gevallen. Als er sprake is van een uitzonderlijk geval, dan moet dat in de melding beargumenteerd worden. Dit wordt per geval getoetst.
Een nieuwe uitweg op een bedrijventerrein en ten behoeve van landbouwpercelen mag, gemeten langs de openbare weg, niet breder zijn dan 12 meter.
In uitzonderlijke situaties, buiten de bebouwde kom waarbij de rijbaan niet breed genoeg is, kan tegenover de uitweg de berm plaatselijk worden verhard.
De uitweg moet voldoende herkenbaar zijn als eigen niet openbare oprit. In situaties waarbij het niet duidelijk is hoe de voorrang is geregeld, kan aanvullende bebording en markering in de openbare ruimte worden geëist.
Artikel 2:12 lid 3a van de APV (zie 1a op pagina 1)
Van gevaar voor het wegverkeer ter plaatse als bedoeld in artikel 2:12 lid 3 onder a is in ieder geval sprake als de uitweg is gesitueerd:
Op een plaats waar de ruimte voor het plaatsen van een personenauto op het eigen erf minder is dan 2,50 meter breed en 5 meter lang, zoals gedefinieerd in de Aanbevelingen Stedelijke Verkeersvoorzieningen (ASVV) van het CROW. Dit is een handboek met aanbevelingen voor de inrichting van wegen binnen de bebouwde kom.
B. Artikel 2:12 lid 3b van de APV (zie 1b op pagina 1)
Voor een woning kan een uitweg worden aangelegd mits er maximaal één openbare parkeerplaats komt te vervallen door de aanleg van die uitweg.
C. Artikel 2:12 lid 3c van de APV (zie 1c op pagina 1)
Er is sprake van onaanvaardbare aantasting van openbaar groen als:
E. Artikel 2:12 lid 3d van de APV (zie 1d op pagina 1)
Het uitgangspunt is dat ieder perceel ontsloten wordt op de openbare weg. Per perceel kan één uitweg worden aangelegd.
Voor een tweede uitweg gelden naast de criteria onder B de volgende aanvullende eisen:
Als de nieuwe uitweg wordt aangelegd ter vervanging van een oude uitweg (maar op een andere plaats) dient de oude uitweg te worden verwijderd, waarna de weg ter plaatse van de opgeheven uitweg in de oorspronkelijke staat wordt hersteld.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Waddinxveen,
de secretaris,
mr. A. Hoogendoorn
de burgemeester,
drs. H.P.L. Cremers
Beleidsregels omtrent uitwegen op wegen in beheer bij de provincie Zuid-Holland
(uitwerking van artikel 7 juncto artikel 11 van de Wegenverordening Zuid-Holland 2010);
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
Gelet op de in artikel 7, lid 2, van de Wegenverordening Zuid-Holland 2010 opgenomen mogelijkheid om nadere regels te stellen;
Gelet op de in artikel 4 van de Wegenverordening Zuid-Holland 2010 neergelegde verbodsbepalingen;
Gelet op de in de artikelen 6 en 8 van de Wegenverordening Zuid-Holland 2010 neergelegde mogelijkheid om vergunning te verlenen van voornoemde verbodsbepaling;
Overwegende dat de provincie Zuid-Holland eenduidig advies wenst uit te brengen over uitwegen op provinciale wegen, waarvoor een omgevingsvergunning is vereist,
Overwegende dat de vrijheid van het verkeer, de veiligheid op de weg en de instandhouding en bruikbaarheid van de weg bij de behandeling van de adviesaanvragen voorop dient te staan;
Overwegende dat het wenselijk is een vaste gedragslijn vast te stellen omtrent de afweging van belangen ten behoeve van de bevoegdheid tot advisering als bedoeld in de Wegenverordening Zuid-Holland 2010.
Besluiten vast te stellen de volgende regeling:
Regels inzake uitwegen op wegen in beheer bij de provincie Zuid-Holland
Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Een verzoek om een omgevingsvergunning voor uitwegen wordt getoetst aan het verkeersbelang en/of wegbelang en wordt in ieder geval geweigerd indien:
Artikel 3. Nadere voorschriften
In een advies met betrekking tot de omgevingsvergunning kunnen (nadere) voorschriften worden opgenomen die betrekking hebben op:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-199698.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.