Groenstructuur en Groenbeleid Waddinxveen

Tekstplaatsing

 

Voorwoord

Een plan voor het groen in Waddinxveen. Met een veel mooiere zin gezegd: “Groenstructuur en Groenbeleid in Waddinxveen onder de titel Waddinxveen Hart voor Groen.” In het nu voorliggende plan is op hoofdlijnen beschreven wat Waddinxveen wil met het groen. Het vorige groenstructuurplan dateerde van 2004 en de looptijd daarvan is ruim verstreken. Mede omdat groen en vooral bomen iets is waar nagenoeg elke inwoner wel een mening over heeft, is het goed om duidelijk met elkaar af te spreken wat we belangrijk vinden en wat minder belangrijk is.

 

Met dit plan zetten we een stip op de horizon over wat we de komende jaren willen bereiken in onze groenbeleid en groenbeheer. Nieuw in dit plan is dat we willen testen of we objectief kunnen beoordelen of “overlastbomen” weg moeten of niet. Een lastig onderwerp, maar wel de moeite om te zien of een beoordelingskader haalbaar is.

 

Om te komen tot het plan dat er nu ligt hebben we de uitwerking van de vraag “hoe om te gaan met het groen?” opgepakt in nauw overleg met de inwoners en andere partners. Inzet was om tot een verbeterd, verder uitgewerkt en breed gedragen plan te komen. Met de input van iedereen die meegedacht heeft is de conceptversie gemaakt en ter inzage geweest. Ook de inzage heeft verbeteringen opgeleverd en het resultaat van dit proces ligt voor u.

 

Na vaststelling van dit Groenstructuur en Groenbeleid Waddinxveen kunnen we weer een aantal jaren vooruit met een duidelijke visie. De fase van het beleid maken kan dan worden omgezet in het concrete doen in de buitenruimte met als doel: meer groen in Waddinxveen want we hebben tenslotte “Hart voor Groen”!

 

Kees de Jong

Wethouder

Samenvatting

Structuren en kaders

In het voorliggende groenstructuur en groenbeleidsplan worden kaders vastgelegd voor de inrichting en beheer van het gemeentelijke openbare groen binnen de bebouwde omgeving. De oude hoofdgroenstructuur bleek te veel omvattend en daarmee niet meer praktisch werkbaar.

 

In dit groenstructuurplan en groenbeleidsplan worden de hoofd- en wijkstructuren van het gemeentelijke groen vastgelegd. Tevens worden praktische beleidskaders voor het openbaar groen (bomen, beplantingen, gras en oevers) verwoord. Dit biedt duidelijkheid, zowel voor bewoners, partners en andere belanghebbenden, als voor de gemeentelijke organisatie. Het plan is tot stand gekomen in een interactief proces, met een klankbordgroep en een brede consultatie van bewoners en de wijkplatforms.

 

Openbaar groen is van groot belang voor de beleving en waardering van onze woonwerk- en leefomgeving. Groen herbergt tal van maatschappelijke betekenissen en heeft grote sociale, ecologische en economische waarden. De aanwezigheid van groen heeft een positief effect op tal van beleidsvelden: van economie tot natuurbeleving en gezondheid. Het groen vertegenwoordigt een aanzienlijke vervangingswaarde. Soms ervaren mensen echter ook hinder of overlast van bomen of ander gemeentelijk groen. Een praktisch afwegingskader maakt het mogelijk om het algemeen belang gestructureerd af te wegen tegen de ervaren overlast van bomen in het openbaar gebied.

Groenstructuur

Waddinxveen is een groene gemeente aan de rand van het Groene Hart. De prioriteit ligt in het behoud en versterken van het groen in de hoofdgroenstructuur. Elke wijk heeft zijn eigen karakter. Dit wordt versterkt met het groen. Het belang van groen wordt evenredig meegenomen bij nieuwe ontwikkelingen. Op kaarten zijn de hoofd- en wijkgroenstructuur vastgelegd.

 

In de hoofdgroenstructuur staat behoud en versterken van het groen voorop, daar is weinig mogelijk. Voor de wijkgroenstructuur geldt een milder beschermingsregime. Voor het overige groen in de directe woon- en werkomgeving is meer mogelijk. In alle gevallen worden ingrepen in het groen gecompenseerd.

 

We willen de groene uitstraling van Waddinxveen behouden, het openbaar groen waar nodig versterken. Hoogwaardig groen waar het moet, standaard en robuust waar het past, natuurvriendelijk en ecologisch waar het kan. In accentgebieden zoals het centrum is een hoogwaardige inrichting op zijn plaats: siergroen van kwalitatief hoogstaand en robuust sortiment. Accentplekken als rotondes worden uitgegeven aan derden met een hoge kwaliteit. In de wijken kiezen we voor realistisch, functioneel en duurzaam groen. In de robuustere delen van de hoofdgroenstructuur binnen de bebouwde kom gaan we werken aan meer natuurlijk groen. We streven naar een duidelijke en herkenbare hoofdgroenstructuur, met eenduidige en samenhangende samenstelling van het groen. Elke wijk heeft zijn eigen sfeer en uitstraling van het groen en de openbare ruimte. Bij het onderhoud maken we geen verschil tussen de verschillende woonwijken, eenzelfde soort beplanting wordt in verschillende woonstraten op gelijke wijze onderhouden.

Ambities voor het groen

  • Waddinxveen is een groene gemeente en wil dit ook blijven. Behoud en vernieuwing van het groen is een speerpunt in het collegeprogramma. Het dorpse karakter en plezierig wonen in de wijken zijn belangrijk voor de inwoners. Ook de verbindingen vanuit de kern naar het Groene Hart zijn waardevol. We werken aan behoud van de groene uitstraling van het dorp. Waddinxveen als dorp aan de rand van het Groene Hart en met hart voor het groen.

  • De ambitie is dat eind van de collegeperiode 2014-2018 het onderhoud van perken, plantsoenen en parken in de buurt met een 7,0 gewaardeerd wordt door de Waddinxveense burger.

  • We borgen dat in het stedenbouwkundige proces het groen evenwichtig wordt meegenomen in de belangenafweging. De landelijke richtlijn van 75 m² per woning hanteren we als streefwaarde bij nieuwe projecten, waarbij per keer bezien wordt wat praktisch haalbaar is.

  • We werken aan meer mogelijkheden om in de directe woonomgeving een ommetje te kunnen maken; met groene wandelroutes in elke buurt/wijk. Dit groen draagt ook bij aan meer biodiversiteit in de woonomgeving.

  • We streven naar een meer natuurlijke en ecologische inrichting en beheer van ons groen waar mogelijk en zo veel mogelijk natuurvriendelijk ingerichte oevers.

  • Beheer en onderhoud vindt plaats volgens de kwaliteitskeuzes in de Visie Beheer Openbare Ruimte.

  • Waar mogelijk wordt kleinschalig (snipper)groen uitgegeven aan omwonenden of op termijn omgevormd naar groenvakken van meer robuuste omvang en samenstelling.

Adoptiegroen, zelfbeheer en participatie

  • De gemeente Waddinxveen hecht sterk aan het betrekken van bewoners bij de buitenruimte. De zorg voor een schone, veilige en hele leefomgeving kunnen we als gemeente niet alléén. Eigen inzet en betrokkenheid van bewoners biedt vele voordelen. We blijven -ook voor onderhoud van de openbare ruimte- een beroep doen op de verantwoordelijkheid en inzet van diverse betrokkenen, zoals individuele inwoners, partners, maatschappelijke organisaties, kerken en ondernemers. De Wijkplatforms zijn daarbij voor ons een belangrijke partner.

  • Op verschillende plekken zijn bewoners actief met adoptiegroen. Ook zijn een aantal vrijwilligers actief die zwerfafval opruimen. Daar zijn we blij mee: de leefomgeving wordt er kleuriger, schoner en aantrekkelijker van. Zelfbeheer is leuk om te doen, draag bij aan de sociale cohesie en het levert ook nog eens een fraaiere woonomgeving op.

  • De ambitie is om adoptie van groen komende jaren te vergroten via gerichte campagnes. We gaan uit van de eigen kracht van bewoners zelf. Als gemeente stimuleren en faciliteren we bewoners bijvoorbeeld met de wijkbudgetten.

Duurzaamheid, ecologie, natuur en water

  • Het openbaar groen en water in Waddinxveen leveren een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid in de stedelijke omgeving: people, planet en profit.

  • Als gemeente zetten we in op behoud en vernieuwing van het groen. We streven naar een duurzame instandhouding van ons groene kapitaal, dat de natuurlijke en cultuurhistorische waarden versterkt.

  • Water en groen kunnen elkaars functies versterken en vormen samen een geheel van ecologische verbindingen in het dorp en met het omliggende buitengebied. Als gemeente streven we er naar om de invulling van de groen aan te laten sluiten bij de van nature voorkomende plantensoorten in de regio.

  • Waar mogelijk vormen we harde beschoeiing om naar natuurvriendelijke oevers. Voor de ecologische en natuurlijk ingerichte gebieden leggen we het specifieke onderhoud vast.

Bomenbeleid

  • Waddinxveen wil zorgvuldig omgaan met het bomenbestand. Bomen zijn belangrijke dragers van de groenstructuur, dragen bij aan de ruimtelijke (groene) kwaliteit van ons dorp en zijn ook ecologisch van groot belang. Zeer belangrijke functies van bomen zijn de CO2 opslag en zuurstofproductie, evenals het filteren van fijnstof. Bomen worden geplant voor een lange termijn, de juiste boom op de juiste plaats.

  • We hechten aan behoud het bestaande bomenareaal, voor elke gekapte boom wordt een boom terug geplant. We zoeken naar mogelijkheden om het aantal bomen te laten groeien en de boomstructuur verder te versterken. We streven naar een toename van het aantal bomen met 5% in de collegeperiode 2015-18. De VTA inspectie 2015 fungeert daarbij als nulmeting. We kiezen voor kwaliteit boven kwantiteit in het bomenbestand.

  • Bomen brengen soms overlast met zich mee. We hanteren een praktisch afwegingskader om verzoeken met betrekking tot eventuele overlast aan te toetsen. Daarbij maken we een afweging tussen de waarde van de boom, de mate van overlast, de (soms tegenstrijdige) wensen/verzoeken van alle directe belanghebbenden en het algemeen belang. Bij de beoordeling van wensen of verzoeken van bewoners is behoud van het bestaande bomenbestand het uitgangspunt.

  • Bijzondere en waardevolle bomen op particulier terrein nemen we mee in de periodieke veiligheidsinspecties vanuit de gemeente. De eigenaren van deze bomen krijgen op basis daarvan een advies vanuit de gemeente over beheer en onderhoud van de betreffende bomen.

  • We streven naar een lange levensduur van de bomen. Bij ophogingen en reconstructies wordt de openbare ruimte integraal aangepakt en worden veelal de bomen ook vernieuwd. We houden rekening met het structureel en planmatig verjongen van bomen, ook in straten die niet voor ophoging of reconstructie in aanmerking komen.

Actierichtingen

Om het groene karakter van Waddinxveen verder te versterken worden in dit groenstructuur en groenbeleidsplan concrete acties en verbeteringen voorgesteld:

  • Versterken van de hoofdgroenstructuur met extra bomen;

  • Ontwikkeling van hoofdgroenstructuren op enkele plekken binnen de bebouwde kom;

  • Compensatie van groen nabij de Parallelstructuur A12 in overleg met RWS, Provincie en Gouda;

  • Versterken van de wijkgroenstructuur met groene wandelroutes / ‘ommetjes’ in elke wijk;

  • Verplanten van bomen op de Zuidplaslaan naar De Triangel;

  • Aanplant van ca. 400 bomen op diverse locaties in de gemeente;

  • Planmatig verjongen van bomen die het einde van hun levensduur naderen, maar niet via ophogingen of reconstructies aangepakt zouden worden;

  • Versterken van de ecologische structuur: onderzoek van mogelijkheden om het foerageergebied voor vleermuizen te versterken;

  • Aanleg van natuurvriendelijke oevers door ca. 1 km harde beschoeide oevers om te vormen naar natuurvriendelijke oevers tot 2019;

  • Bevorderen van kleinschalige biodiversiteit, door de gemeente en bewoners;

  • Actualisatie van de natuurwaardenkaart;

  • Stimuleren van bio-energie met snelgroeiende gewassen op braakliggende terreinen;

  • Zelfbeheer van bewoners verder stimuleren.

1 Inleiding

In het groenstructuur en groenbeleidsplan worden de kaders vastgelegd voor de inrichting en beheer van het gemeentelijke openbare groen binnen de bebouwde kom.

Waddinxveen ontwikkelt zich en de looptijd van groenbeleidsplan was verlopen. In dit groenstructuurplan en groenbeleidsplan worden de hoofd- en wijkstructuren van het gemeentelijke groen vastgelegd. Tevens worden praktische beleidskaders en richtlijnen voor het openbaar groen (bomen, beplantingen, gras en oevers) verwoord. Dit biedt duidelijkheid, zowel voor bewoners, partners en andere belanghebbenden, als voor de gemeentelijke organisatie.

1.1 Aanleiding

Het Waddinxveense gemeentebestuur zet zich in voor een Waddinxveen waar het aantrekkelijk en veilig wonen, werken en recreëren is. Voor jong en oud, nu en in de toekomst. Zorgvuldig omgaan met het groen past in dit streven. Het beleid voor het Waddinxveense groen was vastgelegd in het Groenstructuurplan, opgesteld in 2004. Dat plan is niet meer up-to-date om kaders te geven voor de wijze waarop we in de komende jaren met ons groen in Waddinxveen willen omgaan. Daarom is het Groenstructuurplan aan vernieuwing toe.

 

De Structuurvisie Waddinxveen 2030 en het Beheerplan Openbaar Groen 2011-2014 geven al aanwijzingen voor de actualisatie van het groenstructuurplan. Zo schrijft de Structuurvisie de ontwikkeling voor van een strategie om de ruimtelijke kwaliteit van de (groene) openbare ruimte te verbeteren, door de (groene) inrichting beter af te stemmen op ruimtelijke en/ of stedenbouwkundige functies.

 

1.2 Afbakening en doel

Focus op gemeentelijk groen binnen de kom

Dit plan focust zich op de onverharde buitenruimte -het groen, oevers en water (verder genoemd: groen)- binnen de bebouwde kom. Het gaat daarnaast globaal in op de relaties met het groen in het buitengebied. Het plan bevat een strategische visie die richting gevend is voor het gemeentelijke werk aan het groen. Het geeft de gemeentelijke koers ten aanzien van:

  • de ligging, kwantiteit en kwaliteit van het gemeentelijke openbaar groen: bomen, struiken, gazons, bermen, oevers en water;

  • de zorg voor inrichting en beheer van het groen door de gemeente, samen met haar partners. Ook bevat het plan een kernachtige uitvoeringsparagraaf van gewenste groene ontwikkelingen.

Eenduidige kaders

Het doel van de actualisatie is om tot eenduidige handvatten en kaders voor het groenbeleid te komen. Met houvast en duidelijkheid voor de gemeentelijke organisatie, om bewoners en andere actoren te kunnen informeren, om vragen te kunnen beantwoorden en om wensen en ontwikkelingen van bewoners en anderen te kunnen toetsen aan geactualiseerde beleidskaders.

 

Het resultaat is enerzijds een geactualiseerde groenstructuurkaart met toelichting van de hoofd- en nevenstructuur van het openbaar groen binnen de bebouwde kom van Waddinxveen. Dit is een belangrijke basis om richting te geven aan de ontwikkeling, instandhouding en verbetering van het openbaar groen (incl. bomen) binnen de bebouwde kom van Waddinxveen. Anderzijds praktische en handzame beleidskaders en afspraken over een aantal beleidsthema’s met betrekking tot het openbaar groen. Thema’s die in het gedeelte groenbeleid aan bod komen zijn: het boombeleid, herinrichting en reconstructies in het groen, gewenste inrichting en sortiment, ecologie en duurzaamheid, en zelfbeheer en adoptie van groen door derden, om bewoners en anderen nog meer te betrekken bij het groen binnen de bebouwde kom in Waddinxveen.

 

1.3 Evaluatie Groenstructuurplan 2004

De bestaande indeling van de groenstructuur voldoet niet (meer) aan de hedendaagse eisen: vrijwel al het groen is als ‘hoofdstructuur’ benoemd, wat in de praktijk belemmerend werkt. Onderscheid naar hoofd- en nevenstructuren van het groen is wenselijk. Welke groene structuren, gebieden en bomen worden beschermd, waar zijn ontwikkelingen in het groen mogelijk? Daarnaast is er behoefte aan actualisatie van de beleidskaders voor het groen, zowel naar de bewoners en andere partners, als voor de gemeentelijke organisatie.

 

In de praktijk bleek de oude hoofdgroenstructuur te veel omvattend. Vrijwel al het gemeentelijke groen werd tot de hoofdstructuur gerekend. Doordat al het groen even (on)belangrijk was bleek het lastig om extra aandacht te geven aan de kwaliteit en bescherming van het echt belangrijke groen in onze gemeente. Er bleek een noodzaak om de hoofdgroenstructuur te beperken en scherper te omlijnen tot de essentiële onderdelen.

 

Daarnaast ontbeerde het oude groenstructuurplan een eenduidige visie op de inrichting van het groen, in afstemming op de kosten voor aanleg en onderhoud, de kwaliteit en samenstelling van het groen, de functievervulling, het gebruik en de onderhoudstoestand. Er is behoefte aan een visie op de inrichting en samenstelling van het groen.

 

In de oude opzet van het groenstructuurplan waren heel veel bomen ‘beschermd’ middels de plicht om een kapvergunning aan te vragen. Er bestond onvoldoende duidelijkheid over de actualisatie van de bijzondere bomenlijst. Dit leidde in de praktijk tot teleurstelling over de procedure bij verlenen (of weigeren) van kapvergunningen. Ook was er onvoldoende grondslag om waardevolle bomen extra te beschermen. Met het geactualiseerde groenstructuurplan wordt de focus bij de kapaanvragen gelegd op bomen in de hoofdstructuur. Tevens worden daarbij de waardevolle bomen aangewezen en beschermd.

 

1.4 Interactieve werkwijze

Het voorliggende concept Groenstructuurplan is het resultaat van een interactief proces.

  • Medio 2014 heeft een eerste verkenning plaatsgevonden in een informatieavond met vertegenwoordigers van de Wijkplatforms en andere belangengroepen. Hierbij zijn diverse afgevaardigden geïnformeerd over het proces en de evaluatie van het oude groenstructuurplan en geraadpleegd over hun input voor eerste contouren voor een groenvisie.

  • Bij de inloopavonden voor het opstellen van de Wijkactieplannen 2015 is tevens input gevraagd over de ervaren wensen en eventuele knelpunten met betrekking tot groen.

  • Op basis van deze input is de ambtelijke organisatie aan de slag gegaan om de groenstructuren en beleidskaders in concept uit te werken. De redactieslag en uitwerking is verzorgd door Antea Group.

  • De tussenresultaten van de aldus opgestelde concept groenstructuurkaart en de aanzet voor de beleidskaders zijn eind in hoofdlijnen besproken met een speciaal ingestelde Klankbordgroep “Hart voor Groen”. Hiervoor zijn vertegenwoordigers van de Wijkplatforms uitgenodigd, evenals betrokken bewoners die zichzelf hebben aangemeld na een oproep in de lokale media.

  • Begin 2016 is heeft een brede consultatieperiode plaatsgevonden. Hiervoor is het conceptplan voor reactie aangeboden aan de deelnemers van de klankbordgroep, is het besproken op de wijkcontactavonden en via de website openbaar gemaakt.

  • Er zijn een dertigtal, vooral schriftelijke, reacties binnen gekomen. Dit heeft geleid tot diverse tekstuele en redactionele aanscherpingen en bijstellingen. Het belang van een afwegingskader (zie bijlage) voor de objectivering van de overlast die in sommige situaties wordt ervaren van bomen ten opzichte van het algemeen belang is door diverse reacties bekrachtigd. De reacties hebben geleid tot aanscherpingen van het concept afwegingskader (zo is bijvoorbeeld de weging voor het aantal bewoners dat overlast ervaart aangepast).

  • Dit proces heeft geleid tot nadere uitwerking, verfijning en verbetering van het plan. Resulterend in een Groenstructuur en Groenbeleidsplan, zoals dit nu voor u ligt.

Leeswijzer

Gekozen is om een pragmatische en thematische insteek te hanteren. Met relatief korte en staccatoteksten in de vorm van concrete checklists en aandachtspunten, in plaats van abstracte beleidsteksten. Daar was vanuit de ambtelijke organisatie de meeste behoefte aan. Hierdoor is een helder en bondig document ontstaan, wat leesbaar is voor iedereen.

 

Kadertjes voor korte samenvatting

De lichtgekleurde tekstkadertjes -zoals deze- aan het begin van elk hoofdstuk geven een korte samenvatting van de beleidskaders voor dat onderdeel.

2 Het belang van openbaar groen

Openbaar groen is van groot belang voor de beleving en waardering van onze woon- werk- en leefomgeving. Groen herbergt tal van maatschappelijke betekenissen en heeft grote sociale, ecologische en economische waarden.

De aanwezigheid van groen heeft een positief effect op tal van beleidsvelden: van economie tot natuurbeleving en gezondheid. Het groen vertegenwoordigt een aanzienlijke vervangingswaarde. Soms ervaren mensen ook hinder of overlast van het bomen of ander groen. Een praktisch afwegingskader maakt het mogelijk om het algemeen belang af te wegen tegen de ervaren overlast.

 

2.1 Functies en waarde van openbaar groen

Groen is waardevol: maatschappelijke betekenis van groen

  • Betrokkenheid: door gelegenheid te bieden tot ontmoeten in het groen en meedoen met bijvoorbeeld groenadoptie. Actieve participatie van bewoners draagt bij aan het zich samen (mede) verantwoordelijk voelen voor de openbare ruimte en voor elkaar.

  • Biodiversiteit: een natuurlijk sortiment van voornamelijk inheemse soorten draagt aanzienlijk meer bij aan de biodiversiteit dan exoten die hier van nature niet voorkomen. Een grotere biodiversiteit zorgt voor een grotere veerkracht van de natuur.

  • Cultuurhistorische waarden: komen in het groen tot uitdrukking, bijvoorbeeld in het polderlandschap, of oude linten en dijken.

  • Duurzaamheid, natuur & milieu: doordat bomen en beplanting beschutting bieden, (fijn) stof afvangen, CO2 vastleggen en leefgebied en voedingsbodem bieden voor allerlei dieren en organismen.

  • Ecologie: aanwezigheid van groen is belangrijk voor vogels, insecten en andere dieren. Bomen, groenstroken en parken dienen als leefgebied, broedplaats of als stapsteen voor trekkende dieren. Watergangen, oevers en bomenlanen kunnen als ecologische verbindingszones fungeren. Ook individuele bomen zijn waardevol als broedplaats en huisvesting van planten en dieren, van vogels tot korstmossen en paddenstoelen.

  • Economische waarde: groen in de omgeving leidt aantoonbaar tot hogere prijzen voor woningen. Groen draagt bij aan een positief vestigingsklimaat, aantrekkelijk om te komen wonen, te werken en om een bedrijf te vestigen.

  • Educatie en ontwikkeling: groen biedt belevingsmogelijkheden in de directe omgeving zoals het ervaren van natuur & landschap, beleven van de seizoenen, cultuurhistorie met dijken en polders, enzovoorts.

  • Gezondheid: groen in de omgeving komt de gezondheid ten goede. Groen filtert fijnstof en andere schadelijke stoffen. Groen heeft een positieve invloed op het stadsklimaat, het levert schaduw en verkoeling bij hitte en dempt de gevolgen van klimaatverandering. Groen geeft rust en nodigt uit tot bewegen. De aanwezigheid van groen heeft ook een preventieve bijdrage aan de gezondheid. Mensen in een groene omgeving hebben minder zorg nodig.

  • Ontspanning: groen biedt ruimte voor recreatie in de directe woonomgeving. Het gaat om ontspanning en inspanning zoals sporten, spelen, wandelen, fietsen, rusten, picknicken, etc.

  • Ruimtelijk: de groene structuren van bomen en beplantingen helpen om je te oriënteren in de gemeente en je weg te vinden. De identiteit en herkenbaarheid van wijken worden ondersteund door groenvoorzieningen.

  • Spelen: is voor kinderen een belangrijke gebruiksvorm van de openbare ruimte, waarin ze leren bewegen, samenwerken en zich lichamelijk ontwikkelen. Groene speelruimte helpt om onder andere obesitas tegen te gaan.

  • Social return: in het groen kunnen mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt relatief eenvoudig worden ingezet bij onderhoudswerkzaamheden, om zo arbeidservaring op te doen.

Vervangingswaarde

het groen heeft naast genoemde maatschappelijke betekenissen ook een financiële waarde. Het aanwezige groenareaal vertegenwoordigt een flink kapitaal aan investeringswaarde. In onze gemeente ligt voor vele miljoenen aan vervangingswaarde openbaar groen en bomen. De financiële vervangingswaarde is voor bomen te berekenen met het ‘rekenmodel boomwaarde’, zoals dat door boomtaxateurs algemeen wordt toegepast.

 

Kwaliteitsgroen verdient zichzelf daarmee terug in hogere huizenprijzen, lagere gezondheidskosten, minder vandalisme en afnemende (hitte)stress. Individuele beplantingen, grasvelden en bomen hebben ook hun specifieke functies. Hierbij kan men denken aan recreatie en speelgelegenheid, sport, afscherming, verkeersbegeleiding, honden uitlaten, broedgelegenheid, etc.

 

2.2 Beleving en waardering van het groen in Waddinxveen

 

Het college hecht veel belang aan de beleving van het openbaar groen door de inwoners.

De ambitie is dat eind van de collegeperiode 2014-2018 het onderhoud van perken, plantsoenen en parken in de buurt met een 7,0 gewaardeerd wordt door de Waddinxveense burger.

Prestatie indicator tevredenheid openbaar groen

Via het VNG onderzoek ‘Waarstaatjegemeente’ worden inwoners van diverse gemeenten gevraagd om hun waardering voor tal van onderdelen van de gemeentelijke dienstverlening. In de programmabegroting heeft het college een aantal meetbare prestatie indicatoren vastgesteld voor de waardering van de burger. Bijlage 1 geeft hiervan een overzicht. Met betrekking tot het openbaar groen is de ambitie dat de tevredenheid van bewoners over de kwaliteit van het openbaar groen stijgt van een 6,9 in 2014 (en 2016) naar en 7,0 in 2018. Bijlage 1 geeft een overzicht van de voor het openbaar groen relevante prestatie indicatoren, zoals opgenomen in de programmabegroting 2015-2018.

 

Uit de klankbordgroep “Hart voor groen” en gesprekken met bewoners komt naar voren dat men Waddinxveen niet als een hele groene gemeente ervaart. Men vindt het groen wat saai en heeft behoefte aan meer zichtbaar groen tussen gras en kruin. Deelnemers aan de klankbordgroep hebben een voorkeur voor relatief robuust en ‘stoer’ groen.

Waardering gemeente als geheel

Onderstaande tabel geeft een beeld van de huidige waardering in Waddinxveen voor de directe woonomgeving en de groenvoorzieningen. Tevens kan een vergelijking worden gemaakt met de scores voor vergelijkbare onderzoeken in andere gemeenten (in de regio). Een vergelijking met andere ranglijsten, zoals het Elsevier onderzoek naar de ‘beste gemeente’ levert in dit verband geen aanknopingspunten op, omdat de ranking hier voor een belangrijk deel bepaald wordt door ruimtelijke factoren, zoals ligging in een groene omgeving, of bij zee, waar de gemeente geen directe invloed op heeft.

Tabel Waardering directe woonomgeving en groenvoorzieningen

Gemeente

directe woonomgeving

groenvoorzieningen

Waddinxveen

7,5

6,9

Zoeterwoude

7,7

7,8

Zoetermeer*

7,4

6,6

Alblasserdam*

7,5

7,0

Katwijk*

7,3

7,0

Gemiddeld 25-50.000 inw**

7,6

6,7

Bron: Waarstaatjegemeente.nl 2014 (Noot: * rapportage 2011, ** landelijk gemiddelde 2013 + 2014)

Wijkanalyses

Het rapport Wijkanalyses Waddinxveen uit 2012 geeft eveneens een beeld van hoe de bewoners hun wijken waarderen. Relevante waarderingen uit deze analyses voor het Groenstructuurplan betreffen met name het groenonderhoud en recreatie. Deze analyses bieden geen informatie over de waardering van de aanwezigheid van groenvoorzieningen, maar vooral een beeld van het onderhoud.

 

De cijfers voor het onderhoud van groen in de vier wijken variëren van 6 tot 7. De verschillen tussen de wijken zijn gering. Het groenonderhoud scoorde in Oranjewijk / Vondelwijk het laagst (6) en in Zuidplas het hoogst (7). De verschillen in waardering voor recreatiemogelijkheden waren nog geringer. Het hoogst scoorde Bomenwijk/ Groenswaard (6,8) en Zuid en Oost zat hier net onder (6,5).

Tabel: Waardering groenonderhoud en recreatie door bewoners

Wijk

groenonderhoud

recreatie

Bomenwijk/Groenswaard

6,5

6,8

Zuidplas

7,0

6,7

Oranjewijk/Vondelwijk

6,0

6,7

Zuid en Oost

6,2

6,5

Bron: wijkanalyses Waddinxveen, 2012

3 Groenstructuur

 

Waddinxveen is een groene gemeente aan de rand van het Groene Hart. De prioriteit ligt in het behoud en versterken van het groen in de hoofdgroenstructuur.

Elke wijk kent zijn eigen karakteristiek. Deze wordt versterkt met het groen. Het belang van groen wordt evenredig meegenomen bij nieuwe ontwikkelingen. In de hoofdgroenstructuur staat behoud en versterken van het groen voorop, daar is weinig mogelijk. Voor de wijkgroenstructuur geldt een milder beschermingsregime. Voor het overige groen in de directe woon- en werkomgeving is meer mogelijk. In alle gevallen worden ingrepen in het groen gecompenseerd.

 

3.1 Aard en omvang openbaar groen

Het totale grondgebied van gemeente Waddinxveen omvat medio 2015 ruim 87 ha openbaar gemeentelijk groen en circa 8.300 gemeentelijke bomen. Omgerekend per huishouden gaat het om ca. 85 m2 openbaar gemeentelijk groen binnen en buiten de kom, maar exclusief het Gouwebos en ‘t Weegje. Dit ligt boven de richtlijn voor groen in de bebouwde kom van 75 m2, uit de publicatie “Recht op Groen” van de Raad van het Landelijk Gebied.

Tabel: Hoeveelheid openbaar groen in beheer bij de gemeente

Areaal Openbaar Groen

in beheer bij de gemeente

Totaal groen

(m2)

Aantal bomen

(st)

Openbaar groen

879.000

8.300

per inwoner

34

0,32

per huishouden

85

0,80

 

Groene karakter ook door bos en natuurgebieden.

Naast dit gemeentelijke groen beheert Groenservice Zuid-Holland de natuur / recreatiegebieden Gouwebos en ’t Weegje; een aanzienlijk groenareaal van respectievelijk 64,5 en 80 ha binnen de gemeentegrens. Het natuurgebied de Voorofsche Polder omvat 31 ha, in beheer bij het Zuid-Hollands Landschap. Er is dus veel groen aanwezig in en direct rondom Waddinxveen. De niet-gemeentelijke groengebieden zijn in de areaalgegevens buiten beschouwing gebleven, maar natuurlijk van grote invloed op de totale groenbeleving in en rondom Waddinxveen.

Samenstelling van het groen

Ruim 70% van het gemeentelijke groen in Waddinxveen bestaat uit gras: gazons, bermen en extensief gemaaid gras. Bijna de helft van het gras wordt intensief gemaaid: gazons in woongebieden. Een even groot gedeelte is berm of extensief gemaaid gras, zowel binnen de kom, als buiten de bebouwde kom. Van het totale gemeentelijke areaal bestaat circa driekwart van het groen uit gras (gazon, bermen en extensief gras).

 

Opgaande cultuurlijke beplantingen (zoals bodembedekkers, heesters en hagen) vormen ongeveer een zesde van het areaal. Meer dan de helft daarvan bestaat uit lage bodembedekkers, verder vooral opgaande beplanting en hagen. Intensief te onderhouden siergroen, zoals rozen of vaste planten, is op enkele plekken aanwezig. Natuurlijke beplanting, zoals bosplantsoen met boomvormers, omvat bijna een tiende van het gemeentelijke groenareaal.

 

De grafieken geven een indruk van de samenstelling van het Waddinxveense groen zoals geregistreerd in het beheersysteem.

Bomen

In de hele gemeente staan ongeveer 8.300 gemeentelijke bomen. Deze vormen belangrijke dragers van de ruimtelijke groene structuur. Omgerekend 32 bomen per 100 inwoners. Daarnaast zijn er natuurlijk ook bomen in particulieren tuinen en bomen op terreinen van derden zoals bedrijven en de woningbouwcorporatie. Hun areaal wordt door de gemeente niet bijgehouden.

 

Bomen in Waddinxveen

Dit plan richt zich op de bomen in het openbaar groen die bij de gemeente in beheer en onderhoud zijn. Daarbij gaat het om bomen die individueel als boom onderhouden worden, zoals parkbomen en straat- en laanbomen. Voor het beheer en onderhoud en de periodieke veiligheidsinspectie worden daarvan de gegevens in het gemeentelijke groenbeheersysteem vastgelegd. Van de bomen in bosjes (bosplantsoen met boomvormers in vakjargon) worden de aantallen niet individueel geregistreerd. Dit geldt ook voor de bomen en bosgebieden in de bijvoorbeeld het Gouwebos en ’t Weegje, die niet bij de gemeente in beheer zijn. Ook individuele bomen in tuinen van particulieren, bedrijven en de woningbouwcorporatie en dergelijke worden niet bij de gemeente geregistreerd. Net als bij andere gemeenten overigens. Daarmee zijn er dus aanzienlijk meer bomen op het gemeentelijke grondgebied dan de 8.300 individueel geregistreerde gemeentelijke bomen.

 

3.2 Groenstructuur

 

3.2.1 Waddinxveen in de groene omgeving

Waddinxveen ligt aan de rand van ‘t Groene Hart en de Gouwe. Een dorp ontstaan vanuit het veen en inmiddels flink doorgegroeid naar ruim 26.000 inwoners. Het groenstructuur- en groenbeleidsplan richt zich op het groen in de bebouwde kom. Toch is het goed om even stil te staan bij de ligging van het Waddinxveense groen in de ruimtelijke omgeving.

 

Landschappelijk ligt Waddinxveen op een kruising van hoge en lage gebieden: Polder Achterof en Zuidplaspolder aan de westzijde. Aan de noordoostzijde een relatief hoog restant veengebied in de Voorofsche Polder en de hooggelegen Polder Bloemendaal. Het nog volop in ontwikkeling zijnde Bentwoud wordt via het Gouwebos verbonden met de polders in het oosten en de Reeuwijkse Plassen. Langs de westelijke rand van Waddinxveen bestaan plannen voor een ecologische verbinding met de zuidelijker gelegen gebieden.

 

De rivier de Gouwe, de spoorlijn en de ecologische hoofdstructuur vormen belangrijke noord-zuidverbindingen door en langs Waddinxveen. De rijkswegen A12 en A20 vormen belangrijke oost-west barrières in het zuiden. Met ’t Weegje, een belangrijk natuurgebied aan de rand van het dorp, en de te ontwikkelen ecologische verbindingszone onder de A12 worden de verbindingen naar de zuidelijke gelegen polders gelegd.

Kaart van de groenstructuur van Waddinxveen in de ruimtelijke omgeving.

 

3.2.2 Hoofdgroenstructuur: het groene netwerk van Waddinxveen

Het groene netwerk (Groene hoofdstructuur) in de gemeente Waddinxveen is onderverdeeld in de hoofdgroenstructuur, de wijkgroenstructuur en overig groen. Het groen in de hoofdgroenstructuur bestaat uit bovenwijks groen, met een betekenis voor het hele dorp, op gemeentelijk niveau. Het wijkgroen is van belang op wijk en buurtniveau. Het overige groen is functioneel en aankledingsgroen in de woon- en werkomgeving.

Prioriteit voor de hoofdgroenstructuur

In het gemeentelijke groenbeleid heeft de zorg voor het groen in hoofdgroenstructuur en de wijkgroenstructuur prioriteit. De gemeente zet zich in voor behoud en versterken van het groen in de hoofdgroenstructuur. Er vindt bescherming plaats tegen aantasting van het groen door ruimtelijke ingrepen, zoals nieuwbouw of wegen. We versterken het groen waar mogelijk door kansen te benutten voor areaaluitbreiding en kwaliteitsverbetering.

 

  • De gemeente draagt zorg voor het bewaken, behouden en versterken van de hoofd- en wijkgroenstructuur. Er vindt bescherming plaats tegen aantasting van het groen door ruimtelijke ingrepen, zoals nieuwbouw of wegen. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt het belang van groen als gelijkwaardig onderdeel meegenomen in het afwegingskader. Indien er toch groen moet wijken, vindt compensatie plaats.

  • De hoogste prioriteit wordt gegeven aan de hoofdgroenstructuur. Dit is het meest waardevolle groen, voor de gemeente als geheel. Hier geldt het principe van ‘nee tenzij’ voor nieuwe ontwikkelingen die mogelijk een negatief effect op het bestaande of toekomstige groen hebben.

  • Voor het groen in de wijkgroenstructuur geldt een lager beschermingsregime. In de afweging van belangen is meer mogelijk.

  • Voor het overige groen in de woon- en werkomgeving geldt geen bijzonder beschermingsregime. De gemeente bewaakt hier het algemeen belang en de bijdrage van het groen aan de leefbaarheid.

  • In alle gevallen geldt dat bij ingrepen in het groen compensatie moet plaatsvinden.

Vlakken, lijnen en punten

In de analyse van de groenstructuur wordt onderscheid gemaakt naar:

  • Vlakken: grotere gebieden, zoals de groenzones in stedelijk gebied, parken en begraafplaatsen, bossen en recreatiegebieden en de gebieden waar ontwikkelingen plaatsvinden zoals de uitbreidingsgebieden en het zandwingebied.

  • Hoofdstructuurlijnen: zoals bomenrijen, wegen, watergangen en spoorlijn. De hoofdstructuurlijnen bestaan uit groene structuurlijnen (vaak wegen met beplanting), blauwe structuurlijnen (hoofdwatergangen, boezem) en overige structuurlijnen (bijvoorbeeld spoorzone / recreatieve verbindingen in de wijken). Hoofdstructuurlijnen niet in beheer van de gemeente zijn bijvoorbeeld de Gouwe, het spoor en de rijks- en provinciale wegen.

  • Knooppunten: bijzondere plekken, zoals een kruispunt van wegen, entrees van het dorp, winkelcentra en monumentale bomen.

  • Landschappelijke basis: Deze hoofdstructuurlijnen, markante vlekken en knooppunten liggen over een landschappelijke basis. Deze landschappelijke basis bevat globaal 3 landschapstypen, bestaande uit de bos- en natuurgebieden, het stedelijke landschap en het agrarische landschap in het veenweidegebied en poldergebieden.

In bovenstaand schema zijn de lagen van het groene netwerk en de landschappelijke basis schematisch weergegeven.

Landschappelijke basis

De landschappelijke basis van de kern Waddinxveen heeft een sterke noord-zuid gerichtheid. Centraal in het dorp ligt de landscheiding, gelegen tussen het Noordeinde (het ‘oude dorp’) en de eerste bewoning langs de oever van rivier De Gouwe. De Kerkweg en de Jan Dorrekenskade waren de verbindingswegen tussen de twee kernen. Op de overgang naar de oostzijde van de Gouwe ter hoogte van de Kerkweg oost is de karakteristieke hefbrug gesitueerd. De noord-zuid gerichtheid die in het dorp Waddinxveen is terug te vinden, wordt gevormd door de hoofdstructuurlijnen.

 

Ten zuiden van de landscheiding wordt deze noord-zuid richting verlaten als gevolg van de ontginningsassen Beijerincklaan en Plasweg in de Zuidplaspolder. Stedelijke uitbreidingslocaties in de 80/90-er jaren zijn hieraan gekoppeld. De laatste stedelijke ontwikkeling Triangel tussen Beijerincklaan en Spoorlijn is eveneens aan deze ontginningsas gekoppeld.

 

Belangrijk onderdeel van het groene netwerk zijn de bossen en natuurgebieden die als een 'groene zone' (Gouwebos en Voorofsche Polder) tussen Boskoop en Waddinxveen liggen, de ontwikkeling van het Bentwoud ten westen van Waddinxveen richting Benthuizen en de (open) poldergebieden ten oosten en zuiden van Waddinxveen. Belangrijke groene gebieden binnen het stedelijk gebied zijn de sportcomplexen, begraafplaatsen en parken, als 'groene longen' in het dorp. Ook de vele grote bomen verspreid over Waddinxveen dragen bij aan de groenstructuur.

Lijnen in de hoofdgroenstructuur

De hoofdstructuurlijnen zijn de dragers van de hoofdgroenstructuur en wijkgroenstructuur. De hoofdgroenstructuurlijnen vormt de verbinding van het landschap en stedelijk gebied. Deze groene lijnen dringen tot diep in het stedelijk weefsel door. De lijnen hebben vooral een historische ontstaansgeschiedenis als ontginningsbasis of als dijklichaam. Daaraan toegevoegd zijn groene structuurlijnen die voortkomen uit de stedelijke ontwikkeling en veelal gekoppeld zijn aan de infrastructuur. Ten noorden van het centrum zijn de structuurlijnen met name noord-zuid gericht. Ten zuiden van de landscheiding varieert deze van zuidwest (Beijerincklaan/Plasweg) tot zuidoost gericht (Kanaaldijk).

Landschappelijke groene structuurlijnen met bomen

De Beijerincklaan is de eerste ontginningsas van de Zuidplaspolder. De weg heeft, vanaf de A12 tot Waddinxveen, een sterke landschappelijke wegbegeleidende groenstructuur van 2 of 4 rijen iepen. De Plasweg is eveneens een ontginningsas in de Zuidplaspolder. De weg heeft een tweezijdige lineaire boomstructuur van essen. De boerderijen liggen op het niveau van de weg en landschap en hebben karakteristieke beplantingen.

 

De laagveenzone direct grenzend aan de westzijde van de Gouwe is nooit afgegraven en vormt het kenmerkende hoogteverschil tussen de oude woon-/bedrijfskern en de later ontstane wijken na 1930. In deze zone komen lineaire beplantingen van volgroeide essen en andere monumentale bomen voor.

Groen en water

Groen en water versterken elkaar in ruimtelijke zin. Deze combinatie draagt bij aan de ruimtelijke belevingswaarde, bijzondere ecologische waarde op de overgang water/groen (fauna/natuurvriendelijke oevers) en de recreatieve waarde (spelen/wandelen/hond uitlaten).

 

De provinciale weg N207 is gelegen parallel aan de oude veenstroom de Gouwe. De hoge ligging ten opzichte van de oostelijk gelegen Polder Bloemendaal vormt de oostelijke begrenzing van Waddinxveen. De karakteristiek van de weg wordt enerzijds gevormd door de ligging aan de Gouwe en anderzijds door de incidentele bebouwing met oude bomen en de wegbegeleidende boomplanting van essen op de taluds.

 

Aan de voet van de Kanaaldijk (N454) ligt een natuurlijk ingerichte parkzone met veel water en water gerelateerde beplantingen. De weg met Ringvaart ligt hoger dan de parkzone. De Ringvaart loopt door tot tegen het centrumgebied. De Zuidelijke Rondweg vormt de begrenzing van de uitbreiding De Triangel. Langs deze weg is een eenzijdige boombeplanting van essen aangebracht. Aan de zuidzijde ligt een waterrijke groenzone met water gerelateerde beplanting (populier wilg, knotwilg et cetera).

Dijken

Het Noordeinde, een voormalige ontginningsbasis van het ontgraven van het laagveengebied ligt als een verhoogde dijk tussen het dorp Waddinxveen en de polder Achterof. De karakteristiek van deze groenstructuur wordt gevormd door de verspreid staande bomen bij boerderijen.

 

De Kleikade, een oost-west gerichte historische structuur, is gedeeltelijk bebouwd. Buiten de bebouwde kom is het een graskade. De Kleikade komt uit op de landscheiding in de kern bij de dorpslintbebouwing van het Noordeinde. De spoorlijn Alphen aan den Rijn-Gouda doorsnijdt als een hooggelegen groen lint de kern Waddinxveen. Aan weerszijden liggen groene parels als Gouwebos, Petteplas en Zuiveringsplas. De spoordijk is een belangrijke groene structuurlijn met als nevenfunctie ecologische migratiezone.

Groene linten van de hoofdgroenstructuur

De lineaire hoofdgroenstructuur langs de ring door de kern Waddinxveen wordt gevormd door onder andere:

  • Tweezijdige lineaire wegbeplanting van linden langs de Dreef

  • Eenzijdige lineaire wegbeplanting van esdoorns in de Chopinlaan

  • Beethovenlaan met aangetaste paardenkastanjes (bloedingsziekte) nabij het winkelcentrum, tot aan het Noordeinde geen boomstructuur

  • Willem de Zwijgerlaan: essen rondom de singel

  • Juliana van Stolberglaan, deels lineaire beplanting van moerascypressen en solitaire bomen

  • Kanaalstraat: tweezijdige lineaire boomstructuur van linden

  • Kanaaldijk: lineaire eenzijdige wegbeplanting van essen

  • Kerkweg Oost met gekandelaberde platanen

Markante vlakken in de hoofdgroenstructuur

Op gemeentelijk niveau is een aantal plekken te onderscheiden die dragers zijn van het groene netwerk in de gemeente Waddinxveen. Het betreft de grotere groenvlakken, maar ook de vlakken waar landschappelijke en ecologische ontwikkelingen plaatsvinden.

Groenzones, sportvelden en parken binnen het stedelijke gebied

Aan de noordzijde van Waddinxveen ligt het recreatief aantrekkelijke Gouwebos, met de begraafplaats. Ten oosten van het Gouwebos ligt de Voorofsche Polder tussen Waddinxveen en Boskoop. Deze polder is een onverstoord veenweiderestant van het Zuid-Hollands Landschap (vroegere laagveenlandschap). Het relatief kleine gebied van ca 30 ha. is opmerkelijk rijk aan weidevogels. Bijzonder, gezien de bebouwing en stedelijke elementen in de directe omgeving. Het weidevogelgebied is kwetsbaar voor verstoringen, de mogelijkheden voor de recreatie zijn daardoor beperkt. Vanaf de kade aan de westzijde is het gebied echter goed te overzien.

 

Centraal in het dorp ligt het park de Petteplas, op de landscheiding. Het park is de groene schakel tussen de twee oude dorpskernen en is zeer beeldbepalend. Ten westen van de Petteplas ligt de oude begraafplaats. Dit groengebied vormt een stilteplek in het hart van Waddinxveen. Tegen het nieuwe winkelcentrum ligt, verdiept in de westelijke hoek van de laaggelegen Zuidplaspolder, het onlangs nieuw ingerichte Burgemeester Warnaarplantsoen met kinderboerderij. De noord- en oostrand van het park zijn de dijken van de Zuidplaspolder. Door de ontwikkeling van het nieuwe winkelcentrum wordt de verdiepte ligging versterkt.

 

De groenzone aan de oostzijde van de Oranjewijk/Vondelwijk (Putteringdijk) is door zijn hoogteverschil een markante overgang naar het hoger gelegen bedrijventerrein Noordkade. Centrum, Burgemeester Warnaarplantsoen, Petteplas en Souburgh. Langs deze groene lijn dringt het landschap tot in het centrum van Waddinxveen binnen. De Putteringdijk, met vaart, heeft een bijzondere recreatieve en ecologische waarde en wordt ontwikkeld tot speeldijk.

 

In het stedelijk gebied ligt in de Oranjewijk-Noord een voormalig sportpark, dat als tijdelijk park is ingericht. De begraafplaats in de Sint Victorwijk vormt een groene oase tussen de Gouwe en de Kanaaldijk. De laatste uitbreiding van Waddinxveen betreft woonwijk De Triangel, die op moment van opstellen van dit plan nog in ontwikkeling is. Op kaart zijn de geplande wijkontsluitingsweg en de wijkgroenstructuur reeds opgenomen.

 

Parken zijn het Burgemeester Warnaarplantsoen, Petteplas, Souburgh, Putteringdijk en het wijkpark Zonnehof met een stedelijke groen/speelinrichting. In het dorp ligt de Zuiveringsplas met een meer natuurlijk karakter, evenals een tijdelijk avontuurlijk speelterrein op de voormalige sportvelden. Op dit terrein vindt in de toekomst een nader te bepalen ruimtelijke ontwikkeling plaats. Overige groenzones betreffen de spoorzone en de ecologisch ingerichte groenzones langs de Kanaaldijk en Zuidelijke Rondweg.

 

Verdeeld over de kern Waddinxveen liggen vier sportparken van verschillende omvang. De sportparken zijn het Sportpark Gouwebos, sportpark De Sniep met sporthal/zwembad, sportpark ’t Suyt en tennispark De Gouwe Smash aan de Kanaaldijk. In de Oranjewijk ligt nog een trapveld dat in de winter ingericht kan worden als natuurijsbaan. De groene omranding van deze sportparken hebben een ecologische waarde en dragen bij aan het groene beeld.

 

Al deze gebieden zijn belangrijke groene rustpunten en 'stepping stones' in het stedelijk gebied van Waddinxveen. Deels betreft het strak onderhouden groengebieden (sportcomplexen en parken), deels gaat het om ruiger groen in de vorm van struwelen en beplantingen, zoals de struweelzones langs het spoor en rondom de sportvelden. Waar deze gebieden op elkaar aansluiten ontstaan 'groene longen', die een verbinding vormen tussen het stedelijk gebied van Waddinxveen en het buitengebied. Naast hun intrinsieke waarde zijn deze gebieden ook van groot belang voor het (kunnen) maken van een ommetje in het groen, een recreatievorm die voor bewoners van grote waarde is. Diverse van deze groengebieden betreffen tevens (informele) speelplekken voor kinderen van circa 8 tot 14 jaar.

Recreatiegebieden

Voor Waddinxveen en Boskoop is het Gouwebos het belangrijkste recreatiegebied, vanwege de vele wandelmogelijkheden. De ontwikkeling van het Bentwoud ten westen van het Noordeinde is een uitbreiding van diverse recreatieve mogelijkheden voor zowel intensieve (golfen) als extensieve recreatie (wandelen).

Knooppunten in de hoofdgroenstructuur

Entrees

Vanaf de snelweg A12 zijn er drie entrees naar Waddinxveen, een 'groene poort' (N453) door het open poldergebied langs de Beijerincklaan aan de zuidwest van Waddinxveen, een groen/blauwe entree (N454) aan de westzijde van de Gouwe (Kanaaldijk). Met de aanleg van de ‘Parallelstructuur A12’ worden er op Waddinxveens grondgebied een extra Gouwekruising en een halve aansluiting op de Rijksweg A12 gerealiseerd. In de Vredenburghzone zal daar (in de toekomst) een ecologische verbindingszone op aansluiten. Vanuit het noorden en zuiden is een 'rode' entree (N207) aan de oostzijde van de Gouwe. De hoofdentree wordt gevormd door de markante hefbrug. Ook het stationsplein vormt een entree van Waddinxveen. Vanuit het noordwesten wordt de groen/rode entree (N455) gevormd door het Noordeinde. Vanuit Moerkapelle vormt de Kleikade een belangrijke groene entree van Waddinxveen.

Op de hoofdroutes in Waddinxveen

Op de hoofdroutes in Waddinxveen liggen een aantal rotondes met bijzondere inrichting. Alle kruispunten op de ring zijn voorzien van een accent, door middel van een groenaccent op de rotonde, of een groene inbedding van het kruispunt.

Spoorwegovergangen of -onderdoorgangen

De kruisingen met de spoorlijn betreft vier onderdoorgangen (Dreef /Oude Dreef/Pr. W. Alexandertunnel/Staringlaan). Daarnaast zijn er twee gelijkvloerse kruisingen met de Kerkweg West in het centrum en met de Zuidelijke Rondweg ter hoogte van de A12.

 

3.3 Wijkgroenstructuur

Groene linten van de wijkgroenstructuur

Een belangrijke wijkgroenstructuur ligt binnen de wijk Zuidplas en wordt gevormd door drie noordwest- zuidoost gerichte singels met één- of tweezijdige boombeplanting belangrijke structuurdragers van de wijk. Het betreft:

  • De Zuidplaslaan. Deze weg kan worden gekarakteriseerd door een open wegbeeld met gras en bomen (platanen).

  • Nicolaaserf/Tarweakker/Haverakker/Gruttodreef

  • Woubrechterf/achterzijde winkelcentrum Zuidplasbaan Gerstakker

  • Marga Klompehoeve/Troelstrahoeve

Daarnaast vormt de groenzone langs de Avondster een zeer smalle afbouw van de zuidelijke bebouwingsgrens.

 

De oostelijk groenzone van de Zuidplaswijk langs de Poolster / Schaepmanhoeve / IJsermanweg gaat over in de hoofdgroenstructuur van de Beijerincklaan. Het Waddepad tussen Wadde en Beethovenlaan in de wijk Groenswaard en de groenzone tussen Noordeinde en Groenswaard (houtsnipperpad) vormen op wijkniveau belangrijke groene- en recreatieve structuurdragers tussen de wijken en het Gouwebos. Binnen de Oranjewijk zijn de noord-zuidgerichte boomstructuur van het voormalig sportpark Oranjewijk belangrijke structuurdragers. Daarnaast vormt de Koningin Wilhelminasingel, Brederolaan, Staringlaan en Bosboom Toussaintsingel een belangrijke groenstructuur, van solitaire bomen in grastaluds langs brede singels.

Markante vlakken van de wijkgroenstructuur

Het Waddepad in de wijk Groenswaard loopt over in de groenzone rondom de Wingerd. In de Vondelwijk vormt de Staringlaan samen met de singel een markante groene open ruimte. De groenzone aan de Juliana van Stolberglaan aan de noordzijde van het voormalige winkelcentrum vormt de verbindende schakel tussen de westelijk gelegen dijk en de groenzone langs de spoorlijn. Beide maken deel uit van de hoofdgroenstructuur.

 

In de Oostpolderwijk vormt de groenstrook tussen Boezemweg en Molenring en in het verlengde daarvan tussen Heemraadweg en Walsmolen de oost-west verbinding tussen de Kanaaldijk en de Zuidkade. In de Zuidplas vormt het wijkpark aan de Zonnesingel een markante speelplek. Centraal in de nieuwbouwwijk De Triangel wordt een relatief omvangrijk wijkpark met water ontwikkeld.

Overig groen in de wijken

Het overige groen in de wijken en buurten is vooral van belang voor het leefklimaat in de directe woon- en werkomgeving. De stedenbouwkundige karakteristieken van de verschillende wijken en buurten van Waddinxveen zijn herkenbaar in de hoeveelheid en samenstelling van het groen. Deze verschillen in karakter en woonmilieus moeten worden behouden.

 

Het groen in de wijken vormt een aanzienlijk deel van het gemeentelijke groenareaal. In veel straten is groen te vinden of zijn bomen aanwezig. Het groen bestaat vooral uit bomen, heesters, hagen en gazons en geeft de stenige omgeving een meer groene uitstraling. Het groen heeft functies als kijkgroen, aankleding van de woonomgeving, maar ook functioneel, bijvoorbeeld om de hond uit te laten, of om parkeren en spelen van elkaar te scheiden. Adoptie, zelfbeheer en participatie van groen zijn bij uitstek mogelijk in het wijk- en buurtgroen in de directe leefomgeving.

 

Speelplekken hebben een nauwe relatie met de groenstructuur. Enerzijds omdat het groen speelruimte en spelaanleidingen biedt, zoals bosjes en trapveldjes, anderzijds omdat speelplekken vaak omgeven worden door groen. Het beleid met betrekking tot spelen is een afzonderlijk beleidsplan vastgelegd.

 

3.4 Kaart groenstructuur

De kaart op de volgende pagina’s geeft een ruimtelijk beeld van de huidige hoofd- en wijkgroenstructuur, inclusief de te ontwikkelen groenstructuren. In bijlage 1 zijn de hoofd- en wijkgroenstructuur als afzonderlijke kaarten opgenomen. De hoofdgroenstructuur is in donkere groentinten aangegeven, de wijkgroenstructuur in lichtere groentinten, de waterstructuur in blauwtinten. Uiteraard is er veel meer groen in Waddinxveen aanwezig in de straten en perkjes.

 

Te ontwikkelen groenstructuren zijn met arceringen aangegeven. De besluitvorming over de definitieve wegtracé bij de Vredenburghzone is bepalend voor de definitieve locatie van de te ontwikkelen ecologische verbindingszone. De op dit moment bekende conceptkaarten zijn vooralsnog gevolgd. Voor De Triangel is de verwachte (wijk)groenstructuur reeds ingetekend.

Kaart met de hoofd- en wijkgroenstructuur, inclusies de te ontwikkelen structuren.

4 Groenbeleidskaders

 

Bouwstenen voor verschillende beleidsthema’s

Het groenbeleid is opgesteld als een samenhangend geheel van verschillende groene beleidsthema’s met afzonderlijke bouwstenen. Elke paragraaf kent een soortgelijke opbouw, met een algemene introductie / ambitie en vervolgens puntsgewijs de kaders en beleidslijnen op een rij.

 

4.1 Samenhang met andere beleidskaders

Het voorliggende Groenstructuurplan hangt samen met andere plannen en beleidsvelden. Het is voor de ontwikkeling, inrichting en beheer van groen een vernieuwde uitwerking en verfijning van onder andere:

  • Structuurvisie Waddinxveen 2030, in het bijzonder de visie op groen in de bebouwde kom in de themaparagraaf water, landschap, natuur & recreatie. Bij actualisatie van het groenstructuurplan geldt onderstaande opgave uit de uitvoeringsagenda van de Structuurvisie als aandachtspunt voor nadere uitwerking: 'Optimalisering van de inrichting van de openbare ruimte binnen de gehele kern verdient de aandacht en is een kwestie om mee te nemen bij de volgende actualisatieronde van de beheerplannen vanwege de geambieerde ruimtelijke kwaliteitsverbetering, vooral binnen de kern Waddinxveen. Winst is volgens deze visie vooral te behalen door het inrichtingstype (bijvoorbeeld groen) beter af te stemmen op ruimtelijke en/ of stedenbouwkundige functies bij renovaties en herinrichtingen.' In de Structuurvisie zijn de ambities voor de gemeente Waddinxveen op strategisch niveau beschreven. Het verbindende thema in de structuurvisie is ruimtelijke kwaliteit. Centraal daarin staat een impuls voor de openbare ruimte en een gezond woon- en leefklimaat. De structuurvisie bevat een thematische visiekaart water, landschap, natuur & recreatie.

  • Waterplan, in het bijzonder de visiekaart water en ruimte. In de Stuurgroep Waterplan is afgesproken te zorgen voor een visie op de structuur en beheer van het watersysteem in Waddinxveen. De ambitie is om op basis van deze visie, zonder meerkosten, te zorgen voor kwaliteitsverbetering: verbetering van het functioneren van het watersysteem en de buitenruimte. Het meenemen van deze visievorming in het voorliggende plan spoort met de lijn om de buitenruimte meer integraal te benaderen. Het Waterplan bevat een integrale visie op alle aspecten van het water (met uitzondering van drinkwater en zwembaden) en beschrijft hoe duurzaam waterbeleid te implementeren. Bijbehorende maatregelen richten zich onder andere op het optimaliseren van het beheer en onderhoud. Het Waterplan bevat een visiekaart water en ruimte.

  • Visie Beheer Openbare Ruimte. Die visie bundelt bestaande thematische beleidsdocumenten met betrekking tot beheer en onderhoud. Dit plan bouwt voort op de beleidskaders van deze visie. Verder wordt aangesloten bij de beeldkwaliteitskeuzes voor het beheer en onderhoud.

  • Beheerplan Openbaar Groen 2015-2018, waarin aanbevolen wordt om te komen tot een volgend goed beheerplan: 'uitwerking van het huidige groenstructuurplan voor de onderdelen inrichting en beheerkosten en vervangingsinvesteringen'. Deze aanbeveling komt voort uit de constatering dat een groot deel van de beheerkosten van de buitenruimte bepaald wordt door de inrichting en dat beleid ontbreekt waarin de relatie wordt gelegd tussen kwaliteit en kosten voor beheer en inrichting van het groen. Dat is verder uitgelegd in het Beheerplan Groen: een uitwerking van het Groenstructuurplan waarbij rekening wordt gehouden met zowel beheerkosten als ruimtelijke en stedenbouwkundige functies van het groen kan sterk bijdragen aan het in de hand houden van onderhoudskosten en het richting geven aan renovaties en herinrichtingen. Het verdient aanbeveling in deze uitwerking het groen in bredere context te beschouwen, bijvoorbeeld het functioneren van voetpaden en de relatie tussen openbaar en particulier groen.

  • Groen- en waterparagraaf: Het groenstructuurplan is tevens een bouwsteen voor de groen- en waterparagraaf in nieuwe bestemmingsplannen.

  • Randvoorwaardelijk voor uitvoering van het Groenstructuur en Groenbeleid Waddinxveen zijn de financiële middelen zoals vastgelegd in de meerjarenbegroting en bepaald met de Visie Beheer Openbare Ruimte. Voor de uitvoering van de uitvoeringsparagraaf kan gebruik worden gemaakt van de (extra) middelen vanuit de compensatie van de bomenkap langs de A12.

4.2 Ambities en uitgangspunten groenbeleid

 

Waddinxveen is een groene gemeente en wil dit ook blijven. Behoud en vernieuwing van het groen is een speerpunt in het collegeprogramma. Het dorpse karakter en plezierig wonen in de wijken zijn belangrijk voor onze inwoners. Ook de verbindingen vanuit de kern naar het groene hart zijn waardevol. We werken aan behoud van de groene uitstraling van ons dorp. Waddinxveen als dorp aan de rand van het Groene Hart en met hart voor het groen.

 

Een schone, veilige en aantrekkelijke openbare ruimte draagt bij aan de leefbaarheid van Waddinxveen. Met een leefomgeving waar het prettig wonen, werken en recreëren is. De ambitie is dat eind van de collegeperiode 2014-2018 het onderhoud van perken, plantsoenen en parken in de buurt met een 6,9 gewaardeerd wordt door de Waddinxveense burger. Adoptie van groen door burgers, aandacht voor bomen en gedifferentieerd beheer zijn belangrijke thema’s.

 

We willen de groene uitstraling van ons dorp behouden, het openbaar groen waar nodig versterken, volgens een gedifferentieerd onderhoudsniveau. Hoogwaardig waar het moet, standaard en robuust waar het past, natuurvriendelijk en ecologisch waar het kan.

We streven naar een duidelijke en herkenbare hoofdgroenstructuur, met eenduidige en samenhangende samenstelling van het groen. Elke wijk heeft zijn eigen sfeer en uitstraling van het groen en de openbare ruimte. Dit eigen karakter behouden en versterken we waar mogelijk. Bij het onderhoud maken we geen verschil tussen de verschillende woonwijken, eenzelfde soort beplanting wordt in verschillende woonstraten op gelijke wijze onderhouden. In de Visie Beheer Openbare Ruimte maken we wel onderscheid naar verschillende typen gebieden: het centrum onderhouden we anders dan woonstraten, of bedrijventerreinen.

 

Het huidige beleid en beheer in Waddinxveen is er op gericht om de bestaande inrichting van de openbare ruimte en het daarin aanwezige (openbare) groen duurzaam in stand te houden. De belangrijkste uitgangspunten en ambities met betrekking tot het openbaar groen staan hieronder benoemd.

 

Onderstaande paragrafen geven een korte weergave van enkele beleidsthema’s. Deze worden elk later in dit hoofdstuk verder uitgewerkt.

 

4.2.1 Behoud en versterken van het groen

Behoud en vernieuwing van ons groen

In de beleving en waardering van de woon- en werkomgeving speelt groen een belangrijke rol. Het groen in Waddinxveen wordt vooral gebruikt door de mensen die er wonen en werken. Groen draagt in belangrijke mate bij aan de leefbaarheid in de wijken en buurten en bepaalt mede het vestigingsklimaat voor bedrijven.

Juiste groen op de juiste plaats

We hanteren een heldere inrichtingsvisie. In accentgebieden zoals het centrum is een hoogwaardige inrichting op zijn plaats: siergroen van kwalitatief hoogstaand en robuust sortiment. Accentplekken als rotondes worden uitgegeven aan derden, waarbij een hoge (A) kwaliteit gerealiseerd wordt en reclame-uitingen in beperkte mate worden toegestaan. In de wijken kiezen we voor realistisch, functioneel en duurzaam groen.

 

In de robuustere delen van de hoofdgroenstructuur binnen de bebouwde kom gaan we werken aan meer natuurlijk groen, zoals bloemrijk grasland, kruiden, struiken en bomen die hier van nature thuis horen. We zoeken hiervoor naar gebieden waar voldoende ruimte is om dit natuurlijkere beeld van het groen te bereiken, zowel in de hoofdgroenstructuur binnen de bebouwde kom, als in het buitengebied.

 

We streven naar onderhoudsvriendelijke(r) inrichting en samenstelling van het Waddinxveense groen. Het juiste groen op de juiste plaats. Dit betekent dat we in de toekomst groen en bomen aanplanten op plekken die voldoende ruimte bieden om tot volle wasdom te komen, zonder dat dit leidt tot overlast of oneigenlijke maatregelen om het groen 'binnen de perken' te houden. Minder kleinschalig groen en 'snippergroen' in de wijken, met kwaliteit boven kwantiteit. Voor aanpassingen aan het bestaande groen sluiten we aan bij de reguliere vervangingscycli en ophogingen.

Blijven zorgen voor herkenbare wijken en samenhangende inrichting

Elke wijk heeft zijn eigen sfeer en uitstraling van het groen en de openbare ruimte. Dit eigen karakter behouden en versterken we waar mogelijk. We streven naar een duidelijke en herkenbare hoofdgroenstructuur, met eenduidige en samenhangende samenstelling van het groen.

Hart voor groen: groen borgen in het planproces

We streven naar behoud en versterking van onze groene structuren en groen in de directe woonomgeving. Blijvend en duurzaam groen in Waddinxveen. Dat gaat niet altijd vanzelf, daarom borgen we in het stedenbouwkundige proces dat groen evenwichtig meegenomen wordt in de belangenafweging. Er is geen vastgestelde norm voor de hoeveelheid groen per woning. De landelijke richtlijn van 75 m² per woning (Nota Ruimte, VROM 2006) hanteren we als streefwaarde bij nieuwe projecten, waarbij per keer bezien wordt wat praktisch haalbaar is.

 

Nevenstaande kaart geeft een impressie van de laatst bekende CBS cijfers over de beschikbaarheid van openbaar groen (peiljaar 2006). Waddinxveen valt in dezelfde groep als Boskoop, Alphen aan den Rijn met 50-75 m² groen per woning binnen een afstand van 500 meter. Minder dan kernen als Bleiswijk en Jacobswoude, maar meer dan de kernen Bodegraven, Reeuwijk, Zevenhuizen -Moerkapelle, Gouda, Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel.

 

Noot: Op basis van de CBS bodemstatistiek is de hoveelheid groen per woning binnen 500m weergegeven als gemiddelde per gemeente. Openbaar groen omvat parken, plantsoenen, bossen, natuurgebieden en dagrecreatie. Agrarisch gebied, sportvelden en volkstuinen zijn niet meegenomen, omdat die beperkt toegankelijk zijn. Water valt hier ook buiten. De cijfers zijn verouderd en het groenbeheersysteem geeft een gedetailleerdere en actueler overzicht van het gemeentelijke groen. Toch geeft dit overzicht een goede indicatie van beschikbaarheid van groen in de woonomgeving.

Bron: Planbureau voor de Leefomgeving / CBS

Leidraad Inrichting Openbare Ruimte

Voor nieuwe werken en ingrijpende groot onderhoudswerken wordt de Waddinxveense Leidraad Inrichting Openbare Ruimte gehanteerd, welke begin 2014 is geactualiseerd.

 

4.2.2 Gebruik en waardering groen door bewoners

Meer waardering voor groen

Het groen in Waddinxveen wordt vooral gebruikt en beleefd door de mensen die er wonen en werken. Daarnaast zijn er natuurlijk ook veel recreanten die Waddinxveen ervaren met hun boot in de Gouwe. In de beleving en waardering van de woon- en werkomgeving speelt groen een belangrijke rol. Het draagt in belangrijke mate bij aan de leefbaarheid. We streven naar meer waardering voor het groen in de gemeente, zowel door onze eigen activiteiten vanuit de gemeente, als door samenwerking met alle betrokken partners en actoren. Goede communicatie is daarbij ons uitgangspunt.

Meer adoptiegroen

Samenwerken met belanghebbenden aan een schone, hele en veilige leefomgeving is een speerpunt in het collegeprogramma. Het stimuleren van adoptie en zelfwerkzaamheid door bewoners in het groen is een ambitie van het college, die samen met Wijkplatforms wordt gerealiseerd.

 

Adoptie van middenvakken van gemeentelijke rotondes met het plaatselijk bedrijfsleven heeft vorm gekregen in een overeenkomst met de Stichting Rotondes Waddinxveen. Rotondes worden niet door bewoners zelf onderhouden.

 

Naast adoptie is er in sommige gevallen de mogelijkheid groen aan te kopen als particulier of bedrijf. De uitgangspunten staan vermeld in de ‘’uitgifte snippergroen’’.

Sterker recreatief netwerk

Het Groene Hart biedt voor de Waddinxveeners tal van recreatiemogelijkheden. Maar ook in de directe woonomgeving is behoefte aan ruimte voor recreatie. Spelen, wandelen, de hond uitlaten, elkaar ontmoeten en genieten van groen en natuur. Het Waddinxveense groen biedt mogelijkheden voor recreatie in de woonomgeving, met buurt- en wijkgroen, speelplaatsen en parken in het dorp. Aan de rand van de bebouwde kom gaat het om terreinen als het Gouwebos, de Voorofsche Polder, Bentwoud en 't Weegje.

 

We streven naar meer mogelijkheden om in de directe woonomgeving een ommetje te kunnen maken; met groen wandelroutes in elke buurt/wijk. Dit groen draagt ook bij aan meer biodiversiteit in de woonomgeving.

 

4.2.3 Zorg voor bomen

Boom voor boom

Het college hanteert als uitgangspunt dat voor iedere gekapte boom in de openbare ruimte een nieuwe boom terugkomt, al dan niet op een andere locatie in de openbare ruimte.

Zorg voor bomen

Waddinxveen wil zorgvuldig omgaan met haar bomenbestand. Voor een verantwoord bomenbeheer en uit zorg voor een veilige openbare ruimte wordt periodiek een controle op de boomveiligheid uitgevoerd. Uitgangspunt is om vitale bomen in stand te houden en goed te onderhouden. Hiervoor wordt jaarlijks een snoeiprogramma uitgevoerd.

 

Bomen worden niet zonder reden gekapt. Voor het kappen worden vanzelfsprekend de regels gevolgd conform de APV over het vellen van houtopstanden.

Veiligheid

We geven invulling aan onze zorgplicht door ons bomenbestand periodiek te inspecteren. Bij deze inspecties controleren we de boomveiligheid door te kijken naar mogelijke biologische en mechanische gebreken. Daarnaast werken aan een (sociaal) veilige inrichting van het groen door voortdurende aandacht voor overzichtelijkheid en doorzicht. We voorkomen gevaarlijke situaties door te kiezen voor laagblijvend groen bij bijvoorbeeld kruisingen en oversteeklocaties. We streven naar toepassing van de normen voor het politiekeurmerk veilig wonen en veilig ondernemen.

 

4.2.4 Groen, natuur en water

Ecologisch(er) inrichting en beheer

Een belangrijk deel van het groenbestand binnen de bebouwde kom bestaat uit zogenaamd cultuurlijk groen. We werken in Waddinxveen meer aan de natuurlijke en ecologische inrichting, beheer en onderhoud van het gemeentelijke groen. Op locaties waar het past, met bijvoorbeeld voldoende ruimte voor het groen zich natuurlijk te laten ontwikkelen, benutten we steeds vaker de natuurlijk potenties en mogelijkheden van het groen.

 

We streven naar zo veel mogelijk natuurvriendelijk ingerichte oevers. Beschoeiingen worden alleen vervangen wanneer deze noodzakelijk zijn voor het garanderen van de veiligheid. Glooiende of natuurvriendelijke oevers hebben de voorkeur ten opzichte van harde beschoeiingen. Waar mogelijk wordt een geschoeide oever omgevormd tot een onbeschoeide oever. Bij zulke oevers hoort ook natuurvriendelijk / ecologisch beheer.

 

Meer ecologisch beheer van grasvegetaties is verder in gang gezet door invoering van onderhoud met een schaapskudde.

Nauwere samenwerking met hoogheemraadschappen

Met de vaststelling van het Waterplan is de samenwerking tussen gemeente en de Hoogheemraadschappen aangehaald. De insteek is nadrukkelijk voordeel te halen uit samenwerking door meer werk samen aan te pakken.

 

4.2.5 Beheer en onderhoud

Gedifferentieerd beheer

In de Visie Beheer Openbare Ruimte is gekozen voor een gedifferentieerd kwaliteitsniveau in het beheer van de openbare ruimte: in de winkelgebieden een hoger niveau dan in de woongebieden en de bedrijventerreinen en buitengebied.

Integraal, wijkgericht werken

De aanpak van het groot onderhoud en vervangingsinvesteringen in de openbare ruimte is veranderd met de uitvoering van de nieuwe beheerplannen openbare ruimte 2011-2014. Er is meer gelegenheid om de inrichting van de openbare ruimte te optimaliseren, doordat de diverse groot onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte per buurt integraal worden uitgevoerd. Zo worden bijvoorbeeld rioolrenovatie, herstraten, en groot onderhoud van het groen gelijk aangepakt in een buurt om zo efficiënter en effectiever te werken.

Integrale kwaliteitsimpuls bij groot onderhoud

Waar mogelijk wordt kleinschalig (snipper)groen uitgegeven aan omwonenden of op termijn omgevormd naar groenvakken van meer robuuste omvang en samenstelling. We hanteren hierbij een integrale aanpak: we combineren projecten voor groot onderhoud, renovatie en ophoging vanuit verschillende disciplines in een buurtgerichte aanpak. Hierbij streven we naar een geoptimaliseerde inrichting van de openbare ruimte. We streven daarbij nadrukkelijk naar meer dan alleen terugplaatsen van de huidige inrichting, maar voeren ook functionele aanpassingen en verbeteringen door, in de inrichting van de openbare ruimte en samenstelling van het groen. Uiteraard houden we hierbij rekening met de geplande levensduur en beschikbare budgetten.

 

4.3 Adoptiegroen, zelfbeheer en participatie in het groen

 

De gemeente Waddinxveen hecht sterk aan het betrekken van bewoners bij de buitenruimte. De zorg voor een schone, veilige en hele leefomgeving kunnen we als gemeente niet alléén. Eigen inzet en betrokkenheid van bewoners biedt vele voordelen. We blijven -ook voor onderhoud van de openbare ruimte- een beroep doen op de verantwoordelijkheid en inzet van diverse betrokkenen, zoals individuele inwoners, partners, maatschappelijke organisaties, kerken en ondernemers. De Wijkplatforms zijn daarbij voor ons een belangrijke partner.

 

Op verschillende plekken in onze gemeente zijn bewoners actief die openbaar groen onder hun hoede hebben genomen: zoals adoptiegroen en plantschalen. Ook zijn een aantal vrijwilligers actief die zwerfafval opruimen. Daar zijn we blij mee: de leefomgeving wordt er kleuriger, schoner en aantrekkelijker van. Adoptie van groen geeft concrete invulling aan de participatiemaatschappij, draagt bij aan betrokkenheid van bewoners bij hun eigen woonomgeving en vergroot de sociale cohesie in de buurt. Zelfbeheer is leuk om te doen, je leert elkaar beter kennen en het levert ook nog eens een fraaiere woonomgeving op!

 

Onze ambitie is om dergelijke vormen van adoptiegroen komende jaren te vergroten. We gaan uit van de eigen kracht van bewoners zelf. Als gemeente stimuleren en faciliteren we bewoners om zelf het initiatief te nemen voor adoptie van groen. Onze ambities is om dit thema via gerichte campagnes bij potentiële doelgroepen onder de aandacht te brengen. Bijvoorbeeld in samenspraak met de wijkplatforms of acties zoals een ‘week van de wijkregie’. Vanuit de wijkbudgetten zijn middelen beschikbaar voor zowel activiteiten ter ondersteuning van de sociale cohesie, als voor verbetering van de fysieke ruimtelijke kwaliteit van de woonomgeving.

 

Hieronder zetten we de belangrijkste ‘spelregels’ met betrekking tot participatie, zelfbeheer en adoptie van openbaar groen op een rij.

Adoptiegroen

  • De gemeente ondersteunt en stimuleert ‘adoptie’ van openbaar groen door bewoners. Onder adoptiegroen verstaan we een stukje openbaar groen dat buurtbewoners in overleg met de gemeente opknappen en waarvan ze het onderhoud overnemen. Hiervoor wordt een overeenkomst gesloten. Ook verenigingen, scholen, bedrijven etc. kunnen groen adopteren.

  • Afspraken over adoptie van openbaar groen worden gemaakt met een groep van bewoners. Bewoners die interesse hebben in adoptie van groen informeren zelf omwonenden over hun plan en verwerven zo draagvlak voor hun ideeën.

  • Een belangrijke stimulans voor zelfbeheer is dat bewoners vaak een hogere kwaliteit kunnen realiseren dan de gemeente binnen de beschikbare middelen. Bewoners onderhouden het adoptiegroen op een hoog kwaliteitsniveau (A-kwaliteit).

  • Het is bij adoptiegroen mogelijk om het openbaar groen om te vormen of opnieuw in te richten. Bewoners zijn zelf verantwoordelijk voor het ontwerp van het groen. De gemeente levert hierbij advies over bijvoorbeeld passende sortimentskeuzes (robuust genoeg voor openbaar gebied). Bewoners verzorgen zo veel mogelijk zelf de omvorming van het groen (rooien oude beplanting en nieuwe aanplant) op kleine schaal. Is de beplanting te groot of zitten de wortels te diep, dan biedt een hovenier of de gemeente ondersteuning.

  • Na akkoord door de gemeente is er, vanuit het wijkbudget, een eenmalige beperkte vergoeding beschikbaar voor plantmateriaal en/of inhuur van bijvoorbeeld een hovenier. Het wijkplatform wordt daarbij geraadpleegd. Indien de aanleg niet geheel binnen de jaargrens kan worden gerealiseerd (bijvoorbeeld bij werkzaamheden in de wintermaanden), blijft de bijdrage vanuit de gemeente ook voor het volgende kalenderjaar geborgd.

  • De looptijd van de overeenkomst is tijdelijk, uitgangspunt is minimaal 3 jaar. Indien de kwaliteit niet bereikt wordt, of als een van beide partijen er om vraagt wordt het contract ontbonden. In dat geval wordt het groen in principe in de oorspronkelijke staat teruggebracht, of op het reguliere gemeentelijke niveau onderhouden.

  • Adoptiegroen wordt met een bord of paal met opschrift aangeduid, zodat het zichtbaar is voor buurtbewoners en onderhoudsmedewerkers en aannemers die dit als zodanig herkennen.

  • De verkeersveiligheid moet gewaarborgd blijven.

  • Onderhoud vindt plaats zonder chemische middelen.

  • Onderhoud aan bomen valt buiten het adoptiegroen.

  • Bovengenoemde en andere afspraken worden in een schriftelijke overeenkomst met de betrokken bewoners vastgelegd.

Het onderhoud van openbaar groen is toch wat anders dan in de eigen tuin. Daarom biedt de gemeente eenmaal per jaar een kosteloos advies over het groenonderhoud aan de bewoners die een overeenkomst voor adoptiegroen hebben afgesloten.

Zelfbeheer

  • Onder ‘zelfbeheer’ verstaan we individuele bewoners die op eigen initiatief ondersteuning bieden in het (groen)onderhoud in hun directe woonomgeving. Bijvoorbeeld door onkruid in de stoep of een plantsoen bij huis te verwijderen, of door af en toe zwerfafval op straat of in het groen op te ruimen;

  • Vanzelfsprekend verwelkomen we dergelijke acties van harte. Voor dergelijke kleinschalige en/of incidentele initiatieven is geen overeenkomst nodig.

De gemeente Waddinxveen heeft een algemeen geldende vrijwilligersverzekering afgesloten. Hierdoor zijn vrijwilligers in georganiseerd verband in Waddinxveen automatisch verzekerd, ongeacht hoeveel uren ze actief zijn. Aanmelding of registratie is voor deze verzekering niet nodig, wel voor de adoptie van groen, of geveltuintjes en dergelijke.

Geveltuintjes

  • Een ‘geveltuintje’ is een tegen de voorgevel van een woning aangelegd tuintje in het openbaar gebied. Geveltuintjes zijn vooral geschikt voor straten waar geen voortuin bij de huizen is. Eén enkele klimplant, stokroos of zonnebloem maakt het straatbeeld al gezelliger, maar meer kan natuurlijk ook. U kiest zelf.

  • Omdat het openbaar gebied betreft dient de bewoner een aanvraag in te dienen bij de gemeente. De geveltuin blijft openbaar gebied.

  • Een geveltuintje mag maximaal 45 cm breed zijn (anderhalve stoeptegel van 30x30 cm) en zo lang als de gevel van de woning. De tegels worden in een rechtopstaande rand geplaatst, om de tuin te begrenzen en de opsluiting van het voetpad te borgen. Verwijderde tegels blijven eigendom van de gemeente.

  • Er moet voldoende vrije ruimte op de stoep overblijven. Minimaal 1.20 meter breed, zodat mensen met kinderwagens en rolstoelen er gemakkelijk langs kunnen.

  • Bij aanleg wordt aanbevolen om de grond te vervangen door geschikte teelaarde. Er mag niet dieper gegraven worden dan ca. 25 cm, zodat men geen kabels en leidingen beschadigt. Dit risico is overigens voor degene die het tuintje aanlegt, of laat aanleggen.

  • De bewoner kiest zelf welke beplanting hij of zij aanbrengt. Een enkele klimplant, struik of stokroos (kaasjeskruid), geeft de straat al een groene en gezellige aanblik. Ook kan het graffiti voorkomen.

  • Desgewenst kan de gemeente adviseren over passende beplantingskeuzes. Geen beplanting met stekels of groot uitgroeiende struiken en geen bomen. Geveltuintjes mogen geen hinder of overlast veroorzaken. Overhangende takken worden gesnoeid en straatnaamborden, huisnummers etc. moeten zichtbaar blijven. Afrasteringen zijn niet toegestaan.

  • De eigenaar van het pand moet akkoord zijn met de aanleg van de geveltuin. De gemeente is niet aansprakelijk voor eventuele schade. Bij verhuizing wordt de verantwoordelijkheid aan de nieuwe bewoner overgedragen.

  • De gemeente en door de gemeente aangewezen partijen moeten hun werkzaamheden kunnen uitvoeren en zijn niet aansprakelijk voor schade aan een geveltuin.

  • In winkelstraten, bij terrassen of uitstallingen worden geen geveltuintjes aangelegd.

Beplanting in boomspiegels

  • Een ‘boomspiegel’ is de ruimte rond de voet van een boom in de bestrating. Het is bewoners toegestaan om zelf beplanting aan te brengen en te onderhouden bij boomspiegels die niet door de gemeente beplant zijn. Dit geldt voor boomspiegels in de directe woonomgeving, behalve bij groen in de hoofd- en wijkgroenstructuur.

  • Bewoners kiezen zelf de beplanting, geen overblijvende houtachtige planten en geen klimplanten. Eenjarigen, bodembedekkers en bollen zijn geschikt als beplanting in boomspiegels. Planten mogen zijdelings niet meer dan 30 cm uitsteken.

  • Voor het beplanten van boomspiegels worden geen tegels verwijderd. De boomspiegel mag niet worden opgehoogd of afgegraven, dat is slecht voor de boom. De boomwortels mogen niet worden beschadigd of verwijderd. Er mag geen eigen rand om de boomspiegel worden aangebracht. Onderhoud vindt plaats zonder chemische middelen.

  • Boom en de boomspiegel zijn gemeentelijk eigendom. Bij onderhoud aan de boom kan de onderbeplanting schade oplopen, dit is niet altijd te voorkomen.

Bloembakken, plantschalen enzovoorts

  • Losse groenelementen, zoals bloempotten en plantenbakjes mogen door bewoners, winkeliers in de openbare ruimte op de stoep geplaatst worden, mits er 1,20 meter voetpad overblijft en het geheel goed wordt onderhouden.

  • Voor winkeliers en bedrijven zijn hierbij dezelfde regels van toepassing als voor bewoners.

Rotondes

  • Met betrekking tot adoptie en sponsoring van rotondes komen alleen professionele partijen, zoals hoveniersbedrijven, in aanmerking. Dit in verband met de eisen aan de verkeersveiligheid en de uitstraling van de rotondes als entrees van de gemeente.

  • Er is in 2012 een meerjarig contract overeengekomen met de Stichting Rotondes Waddinxveen. Deze overeenkomst heeft een looptijd van 5 jaar en wordt periodiek geëvalueerd.

Moestuinen, pluktuinen of stadslandbouw in openbaar groen

  • In het Waddinxveense groen kunnen bewoners vrijelijk noten rapen of bessen plukken bij daarvoor geschikte soorten, zoals notenbomen, kastanjebomen of bramenstruiken. Incidenteel komen er verzoeken voor speciaal ingerichte ‘pluktuinen’ of ‘buurtmoestuinen’ in het openbaar groen. Daarbij gaat het om openbaar groen waar bloemen, kruiden, groenten of fruit kunnen worden geoogst. Een pluktuin of openbare moestuin valt onder de ‘stadslandbouw’, een moderne variant op de traditionele volkstuin. Doelstellingen zijn vaak gezond eten en bijdragen aan duurzaamheid en de sociale cohesie.

  • Initiatieven voor pluktuinen worden afgestemd met een collectief; een groep van bewoners. Burgers die interesse hebben informeren zelf omwonenden over hun plan en verwerven zo draagvlak voor hun ideeën. Net zoals bij adoptie van openbaar groen gebeurt. Bij pluktuinen en andere initiatieven op het gebied van stadslandbouw wordt het wijkplatform betrokken.

  • Het groen behoudt zijn openbare karakter. De tuin wordt aangelegd en onderhouden door vrijwilligers. Eventueel is het mogelijk om enkele voorzieningen aan te brengen, bijvoorbeeld om gereedschap op te bergen, of water te tappen.

Verkoop van snippergroen

  • Tot het ‘snippergroen’ rekenen we kleinschalige vlakken openbaar groen. Snippergroen betreft stukjes openbaar groen van geringe afmetingen en van ondergeschikte betekenis. Deze percelen maken geen deel uit van de gemeentelijke hoofd- of wijkgroenstructuur, en zijn van beperkt belang voor de openbare ruimte.

  • De exacte definitie en uitgangspunten met betrekking tot snippergroen zijn vastgelegd in de ‘Beleidsregels verkoop snippergroen’ en de ‘Toelichting op de beleidsregels verkoop snippergroen’, zoals vastgesteld op 16 april 2013.

  • Verkoop van ‘snippergroen’ is alleen mogelijk aan de eigenaar van een direct aanliggend perceel. Voor de verkoop wordt contractueel een prijs overeengekomen. Snippergroen wordt bij voorkeur niet verhuurd.

  • Een aanvraag voor verkoop van snippergroen wordt onder andere getoetst op de mogelijkheden van het bestemmingsplan, aanwezigheid van kabels, leidingen, verlichting en rioleringen, mogelijke gemeentelijke plannen, belangen van derden, consequenties voor de doelmatigheid van overige gemeentelijke eigendommen of bij het beheer van de openbare ruimte.

     

Zelfbeheer, adoptie en participatie bij de buren

Ook in de buurgemeenten van Waddinxveen is zelfbeheer mogelijk. Alphen aan den Rijn staat landelijk bekend om bewonersparticipatie in het groen. Al sinds begin jaren ’90 zijn bewoners actief in het zelfbeheer en adoptie van groen. Er zijn veel vrijwillige bewoners die er voor zorgen dat het groen in hun directe leefomgeving van hoge kwaliteit is. De gemeente hanteert een benadering van zichtbaar in de wijk zijn en actief vinger aan de pols houden, voor een goede relatie met de betrokken bewoners. In Gouda kan standaard gemeenteplantsoen omgevormd worden naar kleurig en fleurig groen, wanneer bewoners zelf de handen uit de mouwen steken. Bewoners en gemeente sluiten hiervoor een Groen-Moet-Je-Doen contract af. De bewoners gaan aan de slag en de gemeente stelt een eenmalige vergoeding beschikbaar. Er zijn al meer dan 100 plekken door bewoners geadopteerd. Zoetermeer kent ook tal van plekken waar het groen door bewoners ‘geadopteerd’ is en ook in Bodegraven-Reeuwijk kunnen bewoners zelfbeheercontracten sluiten met de gemeente. De gemeente stelt enkele eenvoudige regels en plaatst bordjes bij door bewoners zelf onderhouden groen. In Zuidplas wordt zelfs gewerkt aan een effectbestek, met als hoofddoel om zelfbeheer en participatie in de openbare ruimte verder te stimuleren.

 

 

4.4 Duurzaamheid, groen en water

 

Het openbaar groen en het water in Waddinxveen leveren een belangrijke bijdrage aan de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid in de stedelijke omgeving. Duurzaamheid laat zich ontleden in de drie P’s van People (welzijn voor mens en dier, een leefbare samenleving), Planet (omgeving, onttrekken aan/afgeven aan, een leefbare aarde) en Profit (economische verdiensten, waarde, een betaalbaar systeem).

 

Als gemeente zetten we in op behoud en vernieuwing van het groen. We streven naar een duurzame instandhouding van ons groene kapitaal, dat de natuurlijke en cultuurhistorische waarden versterkt. Zodat het aanwezige groen optimaal de functies kan vervullen. We willen de groene uitstraling van ons dorp behouden en streven na dat voor elke (in de openbare ruimte) gekapte boom een boom terug komt. Waddinxveen ligt in een laag gebied, met veel water.

 

Water en groen hangen nauw samen en kunnen elkaar versterken. Het realiseren van voldoende wateropvangcapaciteit en waterkwaliteit vallen buiten dit plan. We richten ons hier op het voortzetten van reeds in gang gezette beleid voor omvorming naar meer natuurvriendelijke oevers.

 

  • Een goede bodem-, lucht- en waterkwaliteit en een groene omgeving hebben een bewezen gunstige uitwerking op de gezondheid en het welbevinden van mensen Het openbaar groen en het water in de gemeente vervullen een belangrijke rol bij het realiseren van duurzaamheidsdoelstellingen zoals ook eerder beschreven in hoofdstuk 2. In het kader van duurzaam heid relateren we dit aan de trits people (gebruiken, kijken, verblijven, zelfbeheer etc.), planet (fijnstof, CO2 reductie, natuurwaarden enzovoorts) en profit (effecten op huizenprijzen, gezondheid en dergelijke):

  • In het gemeentelijke duurzaamheidsvisie worden gemeente breed de ambities, doelstellingen en kaders voor het duurzaamheidsbeleid vastgelegd. Dit beleidskader is momenteel in ontwikkeling. Centraal staat dat Waddinxveen werkt aan een groene en duurzame gemeente: op termijn volledig energieneutraal, met bijdragen aan biodiversiteit, een schone, veilige en groene leefomgeving, en een circulaire economie. Het beleid is gericht op bereiken van de doelen in 2050 en grote stappen dienen tussentijds in 2025 gezet te zijn. Ambities met betrekking tot bijvoorbeeld groene daken of energie uit biomassa vallen buiten het kader van dit groenbeleidsplan en krijgen in het duurzaamheidsbeleid een plek.

  • We passen groen, water en natuur in een duurzame ruimtelijke inrichting in. Dat stimuleren we door kennisdeling en door toepassing van groen als volwaardig en integraal aspect in de ruimtelijke visies, beleid, ontwerp en uitvoering. We stellen streefcijfers op voor de gewenste hoeveelheid (openbaar) groen en water bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. We werken aan de groei van het aantal gemeentelijke bomen. Bij eventuele kap van een gemeentelijke boom compenseren we dit met nieuwe aanplant.

  • Wij vervangen beschoeiingen alleen wanneer deze noodzakelijk zijn voor het garanderen van de veiligheid. Wij hebben de voorkeur voor glooiende of natuurvriendelijke oevers ten opzichte van harde beschoeiingen. Waar mogelijk wordt een geschoeide oever omgevormd tot een onbeschoeide oever.

  • Bij de aanleg, beheer en onderhoud kijken we naar de totale levensduur en hergebruik van materiaal (cradle to cradle). We passen de principes van ‘life cycle costing’en ‘total costs of ownership’ toe bij aanleg en beheer in de openbare ruimte. We zorgen dat bomen en beplanting voldoende bovengrondse en ondergrondse groeiruimte en omstandigheden meekrijgen om tot volle wasdom te komen. Openbaar groen kan (mits goed onderhouden) lang mee, maar heeft ook niet het eeuwige leven. We houden structureel rekening met het planmatig vervangen van verouderd en versleten groen en verjonging van bomen bij het einde van de levensduur. Het beheer en onderhoud richten op het in stand houden van de functionaliteit van de beplanting gedurende een lange termijn van vele tientallen jaren, zie onderstaande tabel. Daarbij sluiten we aan op de cycli van ophogen in delen van de gemeente en de vervangingscycli van riolering en wegen voor groen naast de wegeninfrastructuur.

    Type groen

    Na te streven levensduur

    Bomen

     

    waardevolle en monumentale bomen

    75+ jaar

    bomen in de hoofdstructuur

    50+ jaar

    bomen in de wijkstructuur

    40+ jaar

    overige functionele bomen in woon & werk- omgeving

    40 jaar (gerelateerd aan ophoogcycli)

    Bosplantsoen

    40 jaar

    Heesters en bodembedekkers

    25 à 30 jaar

    Hagen

    20 à 30 jaar

    Gazon

    30 à 40 jaar

    Bermen en kruidenrijk gras

    25 à 40 jaar

     

  • We streven actief naar soorten- en habitatrijkdom in het openbare groen en de natuurgebieden na. We stimuleren maatregelen om in de gebouwde omgeving specifieke soorten te lokken. Bijvoorbeeld door vervangende nestruimte te bieden voor vogels die afhankelijk zijn van kleine ruimtes in gebouwen. Bij voorbereiding van projecten toetsen we aan de hand van de natuurwaardekaart mogelijke lichtverstoring voor beschermde nachtdieren, zoals uilen en vleermuizen.

  • Waddinxveen bestaat voor een groot deel uit water. Al dat water en de oevers maken de gemeente groen, blauw en aantrekkelijk. Het beheer is er op gericht dat dit zo blijft: voldoende (oppervlakte)water, van goede kwaliteit, ecologisch gezond, veilig en van hoge kwaliteit. Waarbij schoon water zo veel mogelijk wordt vastgehouden. De uitwerking van het waterbeleid is in het verbreed gemeentelijk rioleringsplan vastgelegd. Op veel plekken worden natuurvriendelijke oevers aangelegd, zodat de ecologische waarden kunnen toenemen. In de afgelopen jaren zijn onder andere natuurvriendelijke oevers aangelegd bij bedrijventerrein Coenecoop, Meteorenweg, Koekoekdreef, Jan Campertlaan, Bosboom Toussaintsingel, Bilderdijklaan, Petteplas en Zuiveringsplas.

  • De gemeente streeft naar meervoudig functie- en ruimtegebruik, door regenwater zo veel mogelijk te bergen op de plek waar het valt, of (piek)neerslag af te voeren naar plekken waar het minder schaderisico met zich meebrengt, zoals lager gelegen groenstroken, waar het alsnog kan worden opgeslagen. De bodem wordt zoveel mogelijk niet verhard. Onverhard (groen) oppervlak biedt meer mogelijkheden voor water om in de bodem te infiltreren en vast te houden, waardoor minder wateroverlast ontstaat.

  • We zetten groen in om fijnstof af te vangen. Daarbij gaat het vooral om hoger groen (bomenrijen) op bedrijventerreinen en in de publieke ruimte in de rest van de gemeente. Ook de groene daken kunnen hieraan bijdragen, maar deze vallen buiten het kader van dit plan.

  • We werken duurzaam bij beheer van de openbare ruimte: behoud en waar mogelijk vernieuwing van het groen en vermindering van het zwerfafval. De gemeente hanteert de principes van duurzaam inkopen bij alle projecten rondom de openbare ruimte, met aandacht voor EMVI criteria op het gebied van duurzaamheid en social return. Het groenonderhoud leent zich goed voor inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. We voeren onderhoud uit zonder gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kijken naar de optimale verhouding tussen kosten en milieubelasting van alternatieve bestrijdingsmethoden. We streven er naar om meer biomassa van het groen te benutten voor circulair gebruik bij energieproductie.

  • We betrekken bewoners bij gebruik en onderhoud van het openbaar groen (zie ook paragraaf 4.3). In het kader van Groen doet Goed werken in Zuid-Holland een tiental gemeenten en terreinbeherende organisaties samen om te zorgen dat kinderen vaker de natuur in en om de stedelijke omgeving gaan beleven.

4.5 Ecologie, biodiversiteit en natuur

 

We willen de groene uitstraling van ons dorp behouden, het openbaar groen waar nodig versterken, volgens een gedifferentieerd onderhoudsniveau. Hoogwaardig waar het moet, standaard en robuust waar het past en natuurvriendelijk en ecologisch waar het kan. Een leefomgeving met planten en dieren zorgt immers voor schone lucht, bodem, water en het groen wordt ervaren als een prettige omgeving om in te vertoeven.

Water en groen kunnen elkaars functies versterken en vormen samen een geheel van ecologische verbindingen in het dorp en met het omliggende buitengebied. Als gemeente streven we er naar om de invulling van de groen aan te laten sluiten bij de van nature voorkomende plantensoorten in de regio. Daarnaast gebruiken we geen chemische bestrijdingsmiddelen en passen we waar mogelijk natuurvriendelijke oevers toe.

Natuur in dit plan

  • Onder natuur verstaan we in dit groenstructuur- en groenbeleidsplan alle dier- en plantensoorten die (tijdelijk) in het openbaar groen verblijven. Een ruimere opvatting dan alleen de formeel / juridisch aangewezen natuurgebieden.

  • We streven er naar dat het groen zoveel mogelijk bij de van nature voorkomende plantensoor- ten in de regio aansluit. Daarmee kunnen vogels en insecten, zoals vlinders en libellen, hun leefgebied vergroten.

Wettelijke aspecten bij de groenstructuur

  • De Flora- en faunawet regelt de bescherming van wilde dier- en plantensoorten. Deze wetgeving is overal in Nederland van toepassing, zo ook binnen gemeente Waddinxveen. Beschermde soorten binnen de gemeentegrenzen zijn geïnventariseerd. Deze soorten staan weergegeven in een natuurkaart, die ook aangeeft waar in de gemeente eventueel beschermingsmaatregelen nodig zijn. Bij deze kaart hoort een leidraad beheer groenvoorzieningen, zodat eenieder die betrokken is bij het groenbeheer in de gemeente Waddinxveen hiermee gemakkelijk en praktisch te werk kan gaan. De gemeente werkt volgens de leidraad beheer groenvoorzieningen (met gedragscode) voor bescherming van flora en fauna. We actualiseren de natuurwaardenkaart, met gebruik van regionale en/of landelijke data en waar mogelijk aangevuld met waarnemingen uit het veld, bijvoorbeeld door vrijwilligers uit de gemeente.

  • Beschermde soorten op de natuurkaart van Waddinxveen zijn bijvoorbeeld uilen, kleinere roofvogels en vleermuizen. Als deze dieren in de groenstructuur voorkomen worden passende maatregelen genomen. Soms is daarbij een ontheffing van de Flora-en faunawet nodig, waarbij compensatie voor verlies aan territorium, nesten en/of verblijfplaatsen wordt geregeld om de soorten in de nieuwe situatie te kunnen laten overleven.

  • Natuurgebieden worden in Nederland beschermd door de Natuurbeschermingswet 1998 en de provinciale verordening ruimte. Binnen de gemeentegrenzen liggen geen gebieden die op basis van de Natuurbeschermingswet 1998 beschermd zijn. In de provinciale ruimtelijke verordening zijn wel beschermde natuurgebieden aangewezen in Waddinxveen. Deze gebieden zijn onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland (voorheen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) genoemd).

  • Binnen de bebouwde kom zijn geen beschermde natuurgebieden aanwezig. Wel grenzen sommige natuurgebieden aan de bebouwde kom. Bij het beheren van de hoofdgroenstructuur kan aangesloten worden op verschillende van deze natuurgebieden. Bijvoorbeeld de natuurgebieden in de Bloemendaalse Polder ten oosten van de bebouwde kom, of de geplande Ecologische Verbindingszone (EVZ) ten westen van de bebouwde kern van Waddinxveen. Ontwikkeling is gekoppeld aan het tracé van de weg in de Vredenburghzone. Op de kaart zijn de betreffende beschermde gebieden (natuurnetwerk) weergegeven.

Groenstructuur ten dienste van beschermde soorten

  • Water en groen kunnen elkaars functies versterken en vormen samen een geheel van ecologische verbindingen in het dorp en met het omliggende buitengebied.

  • Vleermuizen gebruiken bijvoorbeeld bomenrijen en watergangen om van verblijfplaatsen naar foerageergebieden te komen. Deze ‘lijnstructuren’ met functies voor vleermuizen zijn, op basis van de Flora- en faunawet, wettelijk beschermd. De bescherming komt in de praktijk neer op het bewaren van aanwezige lijnstructuren, wanneer deze onderdeel uitmaken van de groenstructuur.

Een goed voorbeeld van beschermde soorten is de kolonie van meervleermuizen in een kantoorpand bij Coenecoopbrug aan de Wilhelminakade. Deze vleermuizen gebruiken watergangen door de Zuidplaspolder om vanuit Waddinxveen naar bijvoorbeeld de Rottemeren te trekken. Ook wordt via de Gouwe naar de Hollandse IJssel gevlogen om te foerageren.

  • We actualiseren de natuurwaardenkaart, zodat we een goed beeld hebben van de (beschermde) soorten waar we rekening mee moeten houden bij projecten en de uitvoering van werkzaamheden. Periodiek actualiseren we deze kaart specifiek voor bovengenoemde vleermuispopulatie. Daarmee richten we ons op het behoud van deze populatie. We zetten ons in voor behoud en waar mogelijk versterken van fourageerroutes, bijvoorbeeld meer variatie in bomenrijen. Moet een boom in de rij dan gekapt worden, dan blijft de route in stand.

Natuur ten dienste van de mens en haar omgeving

  • In nationaal biodiversiteitsbeleid wordt gekeken naar de bijdrage van ecosystemen en de natuur voor een schone leefomgeving. Een groene leefomgeving zorgt (zoals eerder vermeld) voor schone lucht, bodem, water en wordt ervaren als een prettige omgeving om in te verblijven. Onderzoek wijst uit dat het welzijn en gezondheid van bewoners beïnvloed wordt door de aanwezigheid van groen in de buurt.

  • De aanwezigheid van bomen in de bebouwde kom heeft een aanzienlijk effect op het microklimaat. De verdamping van de boombladeren dempt de verhitting van de omgeving in de zomer en verkoelt de omgeving. Dit kan ook uitgedrukt worden in geld, als dat leidt tot het kunnen beperken van andere maatregelen om wateroverlast te verminderen. Infiltratie van water in de bodem speelt daar ook een rol in.

  • Veel ecologische processen dragen bij aan het in stand houden van natuurlijke kringlopen. Binnen deze processen profiteert de mens bijvoorbeeld door het kunnen oogsten van hout / biomassa voor de energievoorziening. De waarde van biomassa stijgt, wanneer het ingezette klimaatbeleid om CO2-uitstoot te beperken middels emissierechten wordt uitgevoerd. De biomassaopbrengst uit het onderhoud van openbaar groen kan in de toekomst zelfs een opbrengst genereren tegenover de onderhoudskosten.

  • Participatie en zelfbeheer in het groen, met bewoners die vrijwillig hulp bieden bij het onderhoud past ook in deze duurzame aanpak. Het leidt tot meer sociale cohesie in de buurt en vergroot het draagvlak en betrokkenheid van de bewoners met hun eigen leefomgeving.

  • Bomen en ander groen vertegenwoordigen een grote (maatschappelijke) waarde. In Waddinxveen geven we aan te kappen bomen een waardering. Zo wordt inzichtelijk dat de aanwezige groenstructuur zowel een kwalitatieve waarde vertegenwoordigt voor de gemeente, evenals een kwantitatieve waarde, uitgedrukt in geld. Daarmee ontstaat een bewustzijn dat met de kap van een boom ook geld gemoeid is, dat er zowel vervangingswaarde als natuurlijk kapitaal verdwijnt.

     

Wat kunnen bewoners zelf doen aan duurzaam groen?

Dit plan richt zich op de gemeentelijke beleidskaders voor het openbare groen. Individuele bewoners of bedrijven kunnen in hun eigen tuin of perceel ook bijdragen aan de biodiversiteit in de directe leefomgeving. De Facebookpagina van Operatie Steenbreek biedt hiervoor inspiratie. Het doel van deze actie is om de burgers te enthousiasmeren om hun tuin te vergroenen. Ook de website van Vlinderstichting biedt hiervoor praktische informatie over planten die vlinders aantrekken.

De inwoners van Waddinxveen hebben in hun eigen woonomgeving een (misschien kleine, maar wel heel concrete) invloed op de biodiversiteit. Bijvoorbeeld door bestrating weg te halen, de regenpijp af te koppelen van het riool en naar het groen te laten lopen, of door een regenton te plaatsen. Van inheemse beplanting uit de eigen streek kunnen veel meer dieren gebruik maken dan van exoten. Een tuin wordt aantrekkelijker voor dieren als ze er voedsel, water, nest- en schuilgelegenheden kunnen vinden. Besdragende en bloeiende planten zijn goed voor vogels en insecten, plaats een drinkbak voor vogels. Nestmateriaal en schuilgelegenheid kan geboden worden door wat takken en bladeren in een hoekje te laten liggen, in zogenaamde bijenhotels, of met speciale nestkastjes of dakpannen voor zwaluwen en vleermuizen.

Een eigen composthoop biedt kwalitatief hoogwaardige compost en kost weinig ruimte. Een grotere investering vergt de aanleg van groene daken, deze dragen sterk bij aan de duurzaamheid. Samen met buurtbewoners kunnen mensen een stukje openbaar groen of boomspiegel adopteren, een geveltuintje aanleggen, of zelfs een buurtmoestuin beginnen.

Uitvoering

  • In het regionaal dubo (duurzaam bouwen) loket geven we aandacht aan de informatie en brochures over voorzieningen die je bij bouwprojecten kunt treffen voor dieren die voor hun verblijf of nestgelegenheid afhankelijk zijn van gebouwen. Deze informatie is via het dubo loket beschikbaar voor architecten, ontwikkelaars, particuliere initiatiefnemers en aannemers.

  • We houden rekening met de natuur door geen uitheemse soorten in ontwerpplannen voor groengebieden op te nemen. Exoten zijn bij de inheemse diersoorten minder in beeld als verblijfplaats of voedselbron en dragen relatief weinig bij aan een vitaal ecosysteem.

  • Het streven in het huidige waterplan is om op langere termijn de helft van de oeverlengte natuurvriendelijk in te richten. Dat is het uitgangspunt bij nieuwe ontwikkelingen. In het bestaande stedelijke gebied is de aanleg van natuurvriendelijke oevers vooral een optie wanneer de huidige oeverbeschoeiing aan groot onderhoud of vervanging toe is. Bij dergelijke natuurvriendelijke oevers hoort ook een meer natuurlijk of ecologisch beheer en voldoende ruimte in het profiel.

Beheer en onderhoud: ecologie meenemen in het dagelijks onderhoud

  • Voor de ecologisch ingerichte gebieden en de natuurvriendelijke oevers leggen we de specifieke beheer en onderhoudsmaatregelen in een (ecologisch) beheerplan vast. Dit wordt meegenomen bij de periodieke actualisatie van de beheerplannen openbare ruimte.

  • Het verhogen van de ecologische functie van de groenstructuur kan door soorten te helpen met het vinden van eten, rust/slaap en voortplantingsmogelijkheden in de beheerde terreinen. Hieronder wordt ingegaan op diverse methoden waarbij deze functies kunnen worden versterkt.

  • Ecologische bestrijding van ongewenste soorten verdient de voorkeur. Zo levert de gemeente een bijdrage aan het verbeteren van de biodiversiteit.

  • We passen waar mogelijk natuurvriendelijke oevers toe. Zo krijgen vissen meer plek om te paaien en ontstaat ook meer habitat voor kleinere amfibieën en de ringslang.

  • We laten bij houtopstanden zoals het Gouwebos en kleinschaliger bosplantsoen, waar mogelijk, ook dood hout liggen, om de biodiversiteit te stimuleren. Staande dode bomen trekken bijvoorbeeld spechten aan. De holten die worden gemaakt kunnen weer door andere diersoorten worden gebruikt. Ook wordt bij struweel en bomenrijen strooiselopbouw op de bodem toegelaten waar dit kan. Dit zorgt voor een rijker bodemmilieu met meer bodemdieren. Dat is ook aantrekkelijk voor vogelsoorten als merel en roodborst.

  • We onderzoeken of er locaties voor imkers binnen de groenstructuur kunnen worden opgenomen. Het stimuleren van voldoende aanbod van bestuivers kan op lange termijn leiden tot het vergroten van de biodiversiteit van plantensoorten.

  • In de planning van werkzaamheden passen wijde gedragscode Flora- en faunawet toe, waarbij bijvoorbeeld niet wordt gesnoeid tijdens broedseizoen, zonder vooraf goed te controleren op de aanwezigheid van vogelnesten. De invoering van de nieuwe Natuurbeschermingswet is voor de gemeente aanleiding om de huidige gedragscode aan te passen en up-to-date te maken. De natuurkalenders voor vogels en overige soorten worden hiermee ook toegepast.

  • We stimuleren bewoners om, in het kader van participatie en betrokkenheid bij de natuur in en om Waddinxveen, hun vrijwillige waarnemingen digitaal te melden bij waarneming.nl. Dat geldt ook voor landelijke telacties zoals van de Vlinderstichting, Floron of de Vogelbescherming.

4.6 Bomenbeleid

 

Bomen zijn belangrijke dragers van de groenstructuur, dragen bij aan de ruimtelijke (groene) kwaliteit van ons dorp en zijn ook ecologisch van groot belang.

Zeer belangrijke functies van bomen zijn de CO2 opslag en zuurstofproductie, evenals het filteren van fijnstof. Bomen worden geplant voor een lange termijn, de juiste boom op de juiste plaats. We hechten aan behoud het bestaande bomenareaal, voor elke gekapte boom wordt een boom terug geplant. We zoeken naar mogelijkheden om het aantal bomen te laten groeien en de boomstructuur verder te versterken. Bij de aanvraag voor de kap van een boom staat de gemeente voor een zorgvuldige afweging van de ervaren overlast, woongenot en het algemeen belang.

 

Waardevolle bomen

Met ongeveer 8.300 bomen kent Waddinxveen wat minder bomen dan landelijk gemiddeld. Tot de bomen rekenen we de bomen die individueel worden onderhouden, zoals straat- en laanbomen. Bomen in bosplantsoen of bosjes en bossen (zoals het Gouwebos) worden niet als afzonderlijke bomen geregistreerd. Elke boom is van belang, maar we maken onderscheid naar verschillende boomwaarden:

  • Waardevolle bomen: zoals monumentale bomen, gedenkbomen en beeldbepalende of dendrologisch bijzondere bomen;

  • Structuurbepalende bomen: bomen in de hoofdgroenstructuur of in de wijkgroenstructuur. Zoals vastgelegd op de structuurkaarten bij deze groenvisie;

  • Functionele bomen: overige boom in woon- en werkgebieden, perken enzovoorts. Niet behorende tot de eerder genoemde typeringen.

Een boom wordt als waardevol aangemerkt wanneer deze aan een aantal criteria voldoet. Bijvoorbeeld door zijn verschijning, een zeldzame boomsoort/variëteit of een bijzondere groeivorm, een bijzondere snoeivorm, een opvallende landschappelijke kwaliteit die de specifieke uitstraling en de herkenbaarheid van de omgeving verhoogt. Als randvoorwaarde geldt dat het moet gaan om een bom van een duurzame boomsoort, met een conditie die dermate goed is dat de verwachte levensduur meer dan 10 jaar bedraagt. Bomen van meer dan 75 jaar kunnen daarboven als monumentaal worden aangemerkt.

 

Op basis van deze criteria is een indeling gemaakt van waardevolle bomen, zowel van gemeentelijke bomen in het openbaar gebied, als voor particuliere bomen. Dit overzicht wordt periodiek geactualiseerd, op moment van opstellen van dit beleidsplan betreft het ruim 350 waardevolle gemeentelijke bomen en een honderdtal bomen van particulieren, met het voorstel om deze de status van waardevolle boom toe te kennen. Een actueel overzicht wordt in het gemeentelijke groenbeheersysteem opgenomen en zal digitaal te raadplegen zijn via de website.

Juiste boom op de juiste plaats

  • Een aanzienlijk deel van Waddinxveen heeft te maken met periodieke ophogingen. Elke ca. 15 jaar vindt periodiek groot onderhoud plaats en na ca. 50 jaar wordt de straat integraal opgehoogd. Dergelijke ophogingen hebben een groot effect op het bomenbestand. We hanteren de volgende levensduur als uitgangspunt. Dit wordt als afwegingskader gehanteerd om te beoordelen welke maatregelen (kosten)effectief zijn om bomen te beschermen bij ophogingen en groot onderhoud.

  • Bij aanleg en aanplant streven we naar een optimale leeftijdsontwikkeling en functievervulling van het bomenbestand. We borgen dit door voldoende boven- én ondergrondse groeiruimte te bieden, gebaseerd op de onderstaande na te streven levensduur. Daarbij hanteren we de richtlijnen uit het ‘Normenboek Bomen’ van het Bomeninstituut.

  • We voorkomen toekomstige problemen zoals wortelopdruk door toepassing van de normen en richtlijnen uit de Leidraad inrichting openbare ruimte.

Groei van het aantal bomen

  • We houden het huidige bomenbestand in tact. Voor elke gekapte boom in het openbaar gebied planten we een nieuwe boom terug. We streven daarbij naar compensatie van de functionaliteit en boomwaarde door dezelfde toekomstige boommassa terug te brengen. Wordt één grote bomen van de 1e grootte gekapt, dan planten we er idealiter weer één van de 1e grootte terug, of anders twee van de 2e grootte of vier kleinere bomen van de 3e grootte. Waarbij we steeds rekening houden met de goede boom op de goede plaats en streven naar het gebruik van inheemse soorten, passend bij de groeiplaats en lokale omstandigheden. Liever een goede boom terug planten met een goede levensverwachting, dan een rekenkundige benadering van het aantal stuks.

  • We streven naar een toename van het aantal bomen met 5% in de collegeperiode 2015-2018. De VTA inspectie 2015 fungeert daarbij als nulmeting.

  • Bij areaaluitbreidingen streven we er naar om het aandeel bomen per woning minimaal evenredig met de huidige verhouding toe te passen.

  • We kiezen voor kwaliteit boven kwantiteit in het bomenbestand. Beter één enkele goede en vitale boom, dan enkele wegkwijnende boompjes. De kwaliteit van het bomenbestand meten we af aan de leeftijdsopbouw. Op basis van de aanlegjaren van de verharding is een globaal beeld van de leeftijdsklassen van de bomen opgesteld. Bij de periodieke VTA inspecties brengen we de geschatte restlevensduur van het bomenbestand in beeld.

Juridisch kader

  • De beleidslijnen met betrekking tot het kappen en beschermen van bomen zijn vertaald in de APV. Via de gemeentelijke website is informatie(regels) in te zien over het kappen van bomen en is een vergunningscheck voor de omgevingsvergunning (kapvergunning) uit te voeren.

  • Om voldoende groeiruimte voor bomen te borgen wordt bij nieuwe ontwikkelingen tijdig aandacht gegeven aan de mogelijkheden, kansen en standplaats(verbeteringen) van bestaande en nieuwe bomen. Het Handboek Bomen is daarbij leidend om een duurzaam boombestand te borgen. Gemotiveerd kan hiervan worden afgeweken.

Wensen, verzoeken en overlastbomen

  • Bij de beoordeling van wensen of verzoeken van bewoners is behoud van het bestaande bomenbestand het uitgangspunt. Bomen brengen voor sommige bewoners nu eenmaal (enige) overlast met zich mee, zoals schaduw, bladval, bloesem, zaailingen en dergelijke. Er worden geen bomen gerooid vanwege bladval op straat of in particuliere tuinen, of vanwege schaduwwerking op zonnepanelen.

  • We hanteren een praktisch afwegingskader om verzoeken met betrekking tot eventuele overlast aan te toetsen. Daarbij maken we een afweging tussen de waarde van de boom, de mate van overlast, de (soms tegenstrijdige) wensen/verzoeken van alle directe belanghebbenden en het algemeen belang. Het afwegingskader is weergegeven in de bijlage 2.

Boomonderhoud

  • Het onderhoud van de boom is gericht op een optimale functievervulling gedurende de na te streven levensduur. We streven naar een regulier boombeheer, zonder achterstanden in het onderhoud.

  • We borgen de gemeentelijke verantwoordelijkheid met betrekking tot de veiligheid en aansprakelijkheid door middel van structurele en periodieke inspecties op de boomveiligheid. Daarbij hanteren we de VTA methode (visual tree assessment).

  • Bijzondere en waardevolle bomen op particulier terrein zijn dermate belangrijk voor het groene karakter van de gemeente dat we deze bomen meenemen in de periodieke veiligheidsinspecties (VTA). De eigenaren van deze bomen krijgen op basis daarvan een advies vanuit de gemeente over beheer en onderhoud van de betreffende bomen.

Planmatig verjongen

  • We streven naar een lange levensduur van de bomen. Veel wijken in Waddinxveen zijn in een relatief korte periode aangelegd en kennen daarmee een bomenbestand van vrijwel gelijke leeftijdsopbouw. Bij ophogingen en reconstructies wordt de openbare ruimte integraal aangepakt en worden veelal de bomen ook vernieuwd. Echter niet alle straten komen in aanmerking voor ophoging of reconstructie. Omdat ook in deze locaties de bomen aan het einde van hun levensduur zullen raken houden we rekening met het structureel en planmatig verjongen van de bomen. We behouden hiermee de bomen in Waddinxveen, spreiden de leeftijdsopbouw en houden rekening met de te verwachten vervangingsopgave.

Bijlage 1a Kaart Hoofdgroenstructuur

 

Bijlage 1b Kaart Wijkgroenstructuur

 

Bijlage 2 Afwegingskader overlast van bomen

 

In deze bijlage wordt het afwegingskader voor bomenkap bij overlast van bomen beschreven. Dit kader biedt handvatten om de waarde van de betreffende boom/bomen en de mate van overlast inzichtelijk te maken. Het afwegingskader heeft als doel om de afweging tussen het algemeen belang met de waarde van de boom en de ervaren mate van overlast transparant te maken en zo objectief mogelijk te waarderen. De gehanteerde criteria zijn gebaseerd op algemeen geldende (vaktechnische) normen, zoals verwoord in het Handboek Bomen, ervaringen (best practices) van boombeheerders bij diverse gemeenten en juridisch getoetst op hoofdlijnen. Hieronder worden de criteria kort toegelicht. Het schema op de volgende pagina geeft het afwegingskader weer.

Boomwaarde:

  • Boomstructuur: specifiek benoemde waardevolle bomen en de plek van de boom in de hoofd-of wijkstructuur. Aangewezen waardevolle bomen en bomen in de hoofdgroenstructuur worden extra beschermd;

  • Duurzaamheid boomsoort: bomen met een trage groeisnelheid en daarmee lange levensduur (zoals eik of beuk, paardenkastanje, linde) krijgen een hogere waardering dan niet duurzame soorten met een kortere omlooptijd (zoals populier, wilg, berk, sierkers, sierappel). Traag groeiende bomen krijgen pas laat hun uiteindelijke kenmerkende vorm en zijn beeldbepalend omdat ze langdurig in de openbare ruimte aanwezig zijn;

  • Boomgrootte: soorten die uitgroeien tot grote bomen (1e grootte zoals een plataan) krijgen meer punten dan kleiner blijvende bomen (3e of 4e grootte, zoals een sierappel);

  • Herkomst: toepassing van inheemse soorten heeft de voorkeur boven exoten, vanwege de hogere ecologische waarde en milieuwaarde van inheemse soorten;

  • Zeldzaamheid in de gemeente: boomsoorten of cultivars die in de gemeente weinig voorkomen krijgen een hogere waardering dan algemeen in de gemeente voorkomende soorten;

  • Stamdiameter op 1,3 m hoogte: de dikte van de boom wordt op borsthoogte (1,3 m) gemeten. De stamdiameter is een goede indicatie voor de grootte van de boom. Grotere bomen krijgen een hogere waardering dan kleinere bomen;

  • Levensverwachting: bomen waarvan verwacht wordt dat deze nog lang kunnen blijven leven en groeien krijgen een hogere waardering dan bomen met een lagere verwachte restlevensduur. De levensverwachting van de boom is afhankelijk van de actuele conditie, de algehele vitaliteit en de standplaats van een boom;

  • Snoeivorm: bomen met een bijzondere snoeivorm (zoals bolcultivars, lei- of vormbomen, knotbomen) worden extra gewaardeerd.

Mate van overlast:

  • Soort overlast: de aanwezigheid van bomen zorgt altijd voor enige mate van hinder. Overlast van bessen, vruchten, stuifmeel, pluisvorming, plak, bladval en overhangende takken is onlosmakelijk verbonden met een boomrijke gemeente en is geen reden tot kap. Overlast die meegenomen wordt in de afweging staat in de tabel op de volgende pagina vermeld. Daarbij weegt overlast van insecten, waarbij de volksgezondheid in het geding komt het zwaarste;

  • Tijdsduur overlast: hierbij wordt rekening gehouden met zowel de periode in het jaar, als met de tijdsduur per dag waarin de overlast ervaren wordt;

  • Schade die de boom veroorzaakt / kan veroorzaken: schade aan ondergrondse infrastructuur en de funderingen van gebouwen en andere (particuliere) eigendommen leidt tot grote kostenposten voor herstel en weeg het zwaarste. Schade aan bestrating of omheiningen weegt minder zwaar;

  • Afstand van de boom tot de gevel of erfgrens: hoe dichter de boom in de openbare ruimte bij een gevel of erfgrens staat, hoe zwaarder de overlast meeweegt;

  • Aantal bewoners in de directe omgeving dat aanpassingen wenst: het aantal bewoners dat overlast ervaart is mede bepalend voor de afweging. Hoe meer belanghebbenden overlast ervaren en aanpassingen aan de boom/bomen wensen, hoe zwaarder dit weegt. Daarbij telt elk huishouden en/of adres voor één. Tot de omgeving van een boom wordt een straal van 50 m1 vanaf de buitenzijde van de stam gerekend.

Afweging

De criteria en waardering maken de afweging zo objectief mogelijk. Het is echter geen rekenkundige exercitie die bij bepaalde uitkomsten automatisch leidt tot een bepaalde actie (zoals kap).

  • Uitgangspunt is het streven om de bomen te kunnen behouden in de openbare ruimte.

  • Is de boomwaarde hoger dan de mate van overlast, dan wordt geen actie ondernomen die schade voor de boom met zich meebrengt.

  • Is de waardering van de overlast aanzienlijk hoger dan de boomwaarde, dan is kap een uiterste middel. Waar mogelijk wordt gezocht naar minder drastische ingrepen, zoals snoei van overlast gevende takken.

De afweging en uiteindelijk advies zijn altijd maatwerk, afgestemd op de specifieke lokale omstandigheden. Uiteraard is er altijd beroep of bezwaar mogelijk volgens de reguliere procedures.

 

Bijlage 3 Uitvoeringsparagraaf

 

Om het groene karakter van Waddinxveen verder te versterken worden in dit groenstructuur en groenbeleidsplan op verschillende plaatsen in het rapport acties en verbeteringen voorgesteld. Deze bijlage geeft een kort en bondig overzicht van de voorgestelde acties.

Actierichtingen

Hieronder staan de actierichtingen op een rij om invulling te geven aan de ambities uit dit groenstructuur en groenbeleidsplan. Van elke actie wordt een korte omschrijving gegeven en is een indicatieve raming opgeteld. Ambtelijk zijn hierbij, kansrijke locaties ingeschat, aannames gedaan en globale kengetallen gehanteerd. Hierbij zijn nog geen keuzes gemaakt voor daadwerkelijke aanpak op concrete locaties. Vanzelfsprekend worden deze acties in nauwe samenspraak met de betreffende bewoners en wijkplatforms opgesteld en voorbereid, conform de gebruikelijke interactie en procedures in Waddinxveen.

 

  • 1.

    Versterken van de hoofdgroenstructuur: Op een aantal locaties zitten nu onderbrekingen in de bomenrijen van de hoofdgroenstructuur. Daarbij gaat het om gedeelten van de Beethovenlaan, Dreef en Oude Dreef, Esdoornlaan en Zuidelijke Rondweg. Voorgesteld wordt om daar extra bomen aan te planten.

  • 2.

    Ontwikkeling van groenstructuren: Op enkele plekken is binnen de bebouwde kom ruimte voor groen in de hoofdstructuur. Bij de Zuiveringsplas wordt voorgesteld om een (ecologisch) groengebied met recreatiefunctie te ontwikkelen. Op een gedeelte van het voormalige WSE terrein wordt, naast het toekomstige project scholenbouw Noord, een groengebied gerealiseerd.

  • 3.

    Compensatie groen Parallelstructuur A12: Door de aanleg en ontwikkeling van de infrastructuur bij de A12 is groen verdwenen. Vanwege beperkte ruimte nabij de A12 zijn de mogelijkheden voor compensatie van dit groen op Waddinxveens grondgebied in de directe omgeving van de A12 gering. De gemeente heeft daarom de opgave gekregen voor de compensatie van groen binnen de gemeente Waddinxveen. De opgave uit het groenstructuurplan geeft concrete mogelijkheden om deze compensatie te realiseren. Bij de implementatie van het uitvoeringsplan wordt met RWS, Provincie en Gouda gezocht naar mogelijkheden voor groenaanleg in de directe omgeving van de A12.

  • 4.

    Versterken van de wijkgroenstructuur: Voorgesteld wordt om in elke wijk/buurt enkele groene wandelroutes te ontwikkelen. Waarmee bewoners in hun directe omgeving een ‘ommetje’ kunnen maken met een groene uitstraling en in een groene omgeving. Voorbereiding en ontwerp in afstemming met de Wijkplatforms.

  • 5.

    Verplanten van bomen: De platanen op de Zuidplaslaan staan te dicht op elkaar. Voorgesteld wordt om deze bomen meer ruimte te geven, door en om een boom te verwijderen. De verwijderde bomen worden verplant naar de Polderlaan in De Triangel. Dekking gedeeltelijk vanuit het voorliggende plan.

  • 6.

    Aanplant van bomen: Bomen zijn belangrijk voor het groene karakter van Waddinxveen en dragen bij aan klimaatdoelen zoals CO2 opslag en tegengaan van hittestress. Voorgesteld wordt om in de komende jaren nieuwe bomen aan te planten. Grotendeels als uitbreiding op het huidige bomenbestand, soms ook als vervanging van de huidige bomen. De voorgestelde plannen omvatten ca. 400 bomen.

  • 7.

    Planmatig verjongen: structureel en planmatig verjongen van bomen die het einde van hun levensduur naderen, maar niet via ophogingen of reconstructies aangepakt zouden worden. Hiermee het bomenbestand in Waddinxveen op peil houden en een betere spreiding in leeftijden realiseren.

  • 8.

    Versterken ecologische structuur: We onderzoeken mogelijkheden om het foerageergebied voor vleermuizen te versterken. Voorgesteld wordt om hiervoor extra bomen en beplantingen aan te brengen, rekening houdend met de voorgeschreven beschermingszone bijvoorbeeld bij dijken en watergangen.

  • 9.

    Aanleg natuurvriendelijke oevers: De combinatie van water en groen biedt heel veel ecologische mogelijkheden en draagt ook bij aan de waterkwaliteit en het waterbergend vermogen. Het beleid is gericht op het omvormen van harde beschoeide oevers naar natuurvriendelijke oevers. Op diverse locaties in de gemeente zijn hier mogelijkheden voor. De mogelijke locaties uit een verkenning omvatten ca. 3,5 km oeverlengte op een tiental locaties binnen de bebouwde omgeving. De ambities binnen het beheerplan stedelijk water omvatten ca 1 km in de periode tot 2019. De investeringen voor de natuurvriendelijke oevers worden voor 50% gedekt uit andere middelen (beheerplan water).

  • 10.

    Bevorderen van kleinschalige biodiversiteit. Kleinschalige, lokale maatregelen om de diversiteit van flora en fauna te stimuleren. Niet alleen door de gemeente, maar ook door bewoners en anderen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het plaatsen van nestgelegenheden voor gierzwaluwen en vleermuizen bij renovatie en nieuwbouw, of oeverzwaluwhotels langs watergangen of op zichtlocaties zoals bij bedrijvenpark Coenecoop. Ook nestkastjes, insectenhotels en bij- en vlindervriendelijke beplanting, of een regenton die bewoners in hun eigen tuin kunnen aanbrengen stimuleren de biodiversiteit in de woonomgeving.

  • 11.

    Actualisatie natuurwaardenkaart: Enkele jaren geleden is door de ODMH een kaart opgesteld met natuurwaarden. Om gerichter invulling te geven aan de natuurdoelen en ecologische potenties van het openbare groen wordt voorgesteld om deze natuurwaardenkaart te actualiseren. De gegevens kunnen aan het gemeentelijke groenbeheersysteem gekoppeld worden. Voor de ecologische gebieden en natuurvriendelijke oevers wordt het specifieke beheer vastgelegd bij de actualisatie van de beheerplannen. Dekking hiervan valt buiten het kader van deze raming en wordt meegenomen in de reguliere herziening van de beheerplannen.

  • 12.

    Productie van bio-energie op braakliggende terreinen: We verkennen de mogelijkheden om op braakliggende terreinen tijdelijk groen aan te planten dat geschikt is voor productie van bio-energie. Snelgroeiende houtige gewassen met hoge calorische waarden, zoals olifantsgras (miscanthus). De inzet van de gemeente richt zich op het mogelijk beschikbaar stellen van grond via een (pacht)overeenkomst voor de productie van dergelijke biobased producten.

  • 13.

    Zelfbeheer bewoners: we blijven de zelfwerkzaamheid en participatie van bewoners stimuleren middels de huidige aanpak met wijkregisseur, de Wijkplatforms, wijkactieplannen en wijkbudgetten.

Concrete invulling in overleg

De structuurkaart schetst een beeld van de mogelijke locaties voor de grotere projecten. De ommetjes worden in overleg met de Wijkplatforms en diverse wandelclubs nader ingevuld. Kleinschalige maatregelen zijn niet op de structuurkaart opgenomen.

Landschappelijke inpassing

Buiten beschouwing gebleven in de lijst met actierichtingen is bijvoorbeeld de ontwikkeling van ecologische verbindingszones buiten de bebouwde kom, zoals de Vredenburghzone. De realisatie hiervan hangt samen met de ontwikkeling van de weginfrastructuur. Gemeente Waddinxveen hecht aan een goede landelijkschappelijk inpassing van deze toekomstige infrastructuur, ook aan de zuidkant. Vanuit het groenbeleid zullen daarom groene kaders meegegeven worden bij de Structuurvisie 2030, waarin deze infrastructuur opgenomen gaat worden.

Bijlage 4 Indicatoren Programmabegroting

 

Deze bijlage geeft een overzicht van de voor het openbaar groen relevante prestatie indicatoren, zoals opgenomen in de programmabegroting 2015-2018

3. Programma - Mens in ontwikkeling

Actiehouder: afd. Maatschappij Esther Bauhuis

Doel

Een adequaat voorzieningenniveau algemeen

Indicator

Tevredenheid wijkbewoner over voorzieningen in de gemeente (rapportcijfer)

Meetinstrument

Waarstaatjegemeente

Nulmeting in 2014

6,9

Gewenst resultaat in 2016

6,9

Gewenst resultaat in 2018

6,9

5. Programma - Leefbaar dorp

Actiehouder: afdeling Ruimte Wesley Ploeg

Doel

Behouden van de kwaliteit in het groen

Indicator

Waardering burger bij burgerrol “wijkbewoner”

Meetinstrument

Waarstaatjegemeente.nl

Nulmeting in 2014

6,9

Gewenst resultaat in 2016

6,9

Gewenst resultaat in 2018

7,0

6. Programma - Bestuur in samenhang

Actiehouder: afdeling Publieksplein Sjon Speelman

Doel

Inwoners zijn tevreden over onze dienstverlening

Indicator

waardering inwoners bij burgerrol ‘klant’

Meetinstrument

Waarstaatjegemeente.nl

Nulmeting in 2014

Score: 7,8

Gewenst resultaat in 2016

7,8

Gewenst resultaat in 2018

7,9

 

Actiehouder: afdeling Publieksplein Peter Kops

Doel

Leefbare wijken

Indicator

Waardering inwoners bij burgerrol ‘wijkbewoner’

Meetinstrument

Waarstaatjegemeente.nl

Nulmeting in 2014

7,4

Gewenst resultaat in 2016

7,4

Gewenst resultaat in 2018

7,5

Naar boven