Woonwagenbeleid 2016

Tekstplaatsing

 

Voorwoord

Voor u ligt het beleidsplan ‘Woonwagenbeleid 2016’. Het Woonwagenbeleid richt zich op behoud of versterking van de algehele leefbaarheid en woonkwaliteit op de woonwagenlocaties, waarbij sociaalgeografische aansluiting op een woonwijk van belang is. Om deze doelstelling te realiseren moet een evenwichtig beleid worden ontwikkeld, waarin ‘hard’ en ‘zacht’ beleid elkaar niet afwisselen of afzwakken, maar aanvullen en versterken.

 

De gemeente Waddinxveen en de woningcorporatie Woonpartners Midden-Holland willen, met respect voor de culturele eigenheid van de doelgroep, zorgdragen voor kwalitatief goede huisvesting voor woonwagenbewoners. De gemeente draagt daarin een algemene verantwoordelijkheid voor alle bewoners en alle wijken van de gemeente. De corporatie draagt, net als voor al hun huurders, een specifieke verantwoordelijkheid voor kwalitatief goede huisvesting, de verhouding met hun huurders en voor de leefbaarheid van de wijken waarin zij wonen. Gemeente en corporatie hebben dus een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Een samenhangend en op elkaar afgestemd beleid is noodzakelijk. Het beleid is gebaseerd op de drie volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Juridisch – waartoe is de gemeente juridisch verplicht

  • 2.

    Financieel – wat zijn de kosten die gepaard gaan met mogelijke veranderingen

  • 3.

    Moreel – waartoe voelt de gemeente zich moreel verplicht

Naast de voorgestelde fysieke maatregelen, zal er ook aandacht gegeven worden op sociaal maatschappelijk terrein in de vorm van sociaal beheer waarin een krachtenbundeling tussen gemeente en woningcorporatie ontstaat.

 

Volgend op dit beleidsstuk, welke een meer algemene visie op de woonwagenlocaties binnen de gemeente laat zien, zal er per woonwagenlocatie gefaseerd een plan van aanpak per locatie worden opgesteld.

 

Het is, gezien de huidige problematiek op enkele woonwagenlocaties, noodzakelijk om met dit beleid snel aan de slag te gaan. Zorgvuldig, gefaseerd, maar ook zichtbaar!

 

B. Cremers

Burgemeester Waddinxveen

Portefeuillehouder woonwagenzaken

Leeswijzer

Dit beleidsstuk is breed van opzet. Alle aspecten die met woonwagenbeleid te maken hebben worden belicht en overwogen. Hierbij wordt steeds per onderwerp eerst de huidige situatie in kaart gebracht. Vervolgens wordt de situatie geanalyseerd en wordt er een beslissing voorgesteld. De beslissingen die voor de totstandkoming van dit beleid genomen moeten worden zijn hierdoor op verschillende plekken in dit document te vinden, maar samengevat in hoofdstuk 6.

 

In hoofdstuk 1 worden de taken van de gemeente en van Woonpartners Midden-Holland uiteen gezet. Beide partijen hebben eigen taken, maar dienen, net als in de totstandkoming van dit beleid, nauw met elkaar samen te werken om de gestelde doelen te realiseren. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk kort de bestuurlijke voorgeschiedenis besproken en worden de ligging en omvang van de woonwagenlocaties weergegeven.

 

De doelstellingen en resultaten van dit beleid worden in hoofdstuk 2 geformuleerd op twee abstractieniveaus. Allereerst is er de algemene lange termijn doelstelling. Deze doelstelling is algemeen van aard en wordt ten behoeve van de meetbaarheid (het SMART maken van de doelstelling) vertaald in een aantal specifieke doelen die in 2019 behaald moeten zijn.

 

Woonwagenbeleid raakt aan een verscheidenheid van onderwerpen, die allemaal in acht genomen moeten worden om te komen tot een beleid dat effectief en toekomstbestendig is. In hoofdstuk 3 wordt allereerst ingegaan op het aantal standplaatsen en de toewijzing hiervan. Hierna (paragraaf 3.2) wordt gekeken naar de beslissingen die genomen moeten worden om te komen tot woonwagenlocaties die voldoen aan de in paragraaf 2.1 gestelde doelstellingen. Paragraaf 3.3 richt zich tot slot op de handhaving, wat een rol speelt bij de realisatie van de doelen, maar ervoor moet zorgen dat de nieuwe situatie op de woonwagenlocaties in de toekomst behouden blijft.

 

Naast algemene beleidsregels is ook behoefte aan aparte beleidsregels die inspelen op de specifieke situatie per woonwagenlocatie. In hoofdstuk 4 worden deze specifieke beleidsregels uiteengezet, hoofdstuk 5 behandeld de communicatiestrategie. Voor het leesgemak worden alle beslispunten in hoofdstuk 7 onder elkaar gepresenteerd.

 

Na vaststelling van dit document zal de visie worden uitgewerkt in plannen van aanpak per locatie waarbij ook de bewoners van de locaties worden betrokken.

 

Figuur 1. Impressie woonwagenlocatie Pater Jornaweg

1. Inleiding

 

1.1 Aanleiding en rolverdeling gemeente en woningcorporatie

Tot 1999 gold de Woonwagenwet. Deze wet kende een aantal bijzondere maatregelen en voorzieningen voor woonwagenbewoners. Met de afschaffing van de Woonwagenwet in 1999 zijn gemeenten formeel ontslagen van de verplichting om beleid specifiek voor woonwagenbewoners te formuleren. Door afschaffing van de woonwagenwet hebben woonwagenbewoners niet langer een uitzonderingspositie binnen de woningmarkt. Het intrekken van de woonwagenwet had als belangrijkste doelstelling het normaliseren van de woonpositie van woonwagenbewoners. Het woonwagenbeleid is vanaf 1999 geïntegreerd in het reguliere volkshuisvestingsbeleid. De problematiek werd hiermee landelijk als afgedaan beschouwd. Woonwagenbewoners heten voortaan ‘gewone burgers’, die zich slechts van andere inwoners onderscheiden omdat ze in een woonwagen wonen. Wonen in een woonwagen is in feite een woonwens geworden. Waar de woonwagenbewoner vroeger rondtrok en om die reden aangewezen was op een mobiel huis, gaat het tegenwoordig meer om de wens in vrijheid en in familieverband samen te wonen.

 

Gemeenten hebben met de intrekking van de Woonwagenwet volledige beleidsvrijheid gekregen ten aanzien van het wel of niet faciliteren van woonwagenlocaties en het daarbij te bepalen aantal standplaatsen. Sindsdien bestaat er een tendens naar overdracht van de standplaatsen en centra van gemeenten naar woningcorporaties.

 

Het verhuren van standplaatsen en/of woonwagens valt niet binnen de primaire taakstelling van de gemeente. Het is de taakstelling van de woningcorporatie om te zorgen voor het bouwen, verhuren en beheren van betaalbare woningen, standplaatsen of woonwagens. De corporatie heeft de kennis en expertise in huis om op te treden als goede en sociale verhuurder.

 

Het is wel de taak van de gemeente om deelname aan de Waddinxveense samenleving van woonwagenbewoners te bevorderen. Hoewel sprake is van een normalisatie beleid ten aanzien van de doelgroep woonwagenbewoners, mag uit voorliggend beleidsstuk worden geconcludeerd dat van een volledige integratie in de samenleving nog geen sprake is. Op basis daarvan wordt geconcludeerd dat de doelgroep woonwagenbewoners ook in de nabije toekomst nog bijzondere aandacht verdient.

 

De gemeente heeft ook een taak op het gebied van het handhaven van regelgeving. Voor de uitvoering van dit beleid wordt per individuele woonwagenlocatie een uitvoeringsplan gemaakt die er mede op gericht is om een einde aan 'gedoogde' situaties te maken.

De bewoners zullen betrokken worden bij het opstellen van de uitvoeringsplannen per locatie.

 

In de Woonvisie Waddinxveen 2012 zijn woonwagenbewoners als aandachtsgroep benoemd. Nadere uitwerking van de Woonvisie 2012 is gerealiseerd in de door de gemeente en Woonpartners Midden- Holland opgestelde prestatieafspraken. Aanleiding voor het schrijven van dit beleidsstuk is dat geformuleerde beleidsdoelstellingen binnen de huidige kaders onvoldoende specifiek zijn om de zaken die spelen binnen het dossier woonwagenzaken uit te kunnen voeren.

 

1.2 Bestuurlijke voorgeschiedenis woonwagenlocaties in Waddinxveen

De gemeente Waddinxveen kent drie woonwagenlocaties waarvan de woonwagenlocatie Pater Jornaweg de grootste locatie is. Daarnaast bestaan er twee kleinere woonwagenlocaties, te weten de Meteorenweg en de Onderweg.

 

Woonwagenlocaties binnen de gemeente Waddinxveen:

  • 1.

    Pater Jornaweg

  • 2.

    Meteorenweg

  • 3.

    Onderweg

In 2002 heeft de gemeente Waddinxveen een Raamovereenkomst Prestatieafspraken Wonen 2002 gesloten met Woonpartners Midden-Holland en het eigendom van woonwagens en standplaatsen van 2 woonwagenlocaties (Pater Jornaweg en de Meteorenweg) overgedragen.

 

De afspraken uit deze Raamovereenkomst zijn vervolgens in de volgende stukken in 2011 en 2013 herbevestigd en/of aangevuld:

  • 1.

    Addendum Triangel (29 juni 2011).

  • 2.

    Bestuurlijk overleg 6 maart 2013.

  • 3.

    Voorstel wijziging Addendum (5 september 2013).

  • 4.

    Overeenkomst Prestatieafspraken Wonen Waddinxveen 2013-2017 (6 november 2013).

Samenvattend zijn er voor de eigendomsoverdracht afspraken gemaakt over de herstructurering van de woonwagenlocaties aan de Pater Jornaweg en aan de Meteorenweg en de respectievelijke verantwoordelijkheden die de gemeente en de corporatie hierin hebben. Tot op heden is met name ingezet op de verplaatsing van de Meteorenweg. Hiertoe zijn door de corporatie o.a. gesprekken met bewoners gevoerd en is er een stuurgroep in het leven geroepen waarin gemeente en corporatie vertegenwoordigd zijn. De Pater Jornaweg behoeft herstructurering in verband met brandveiligheidsproblematiek. Deze herstructurering is (nog) niet actief in gang gezet.

 

De woonwagenlocatie ‘Onderweg’ is in gemeentelijk eigendom en maakt geen deel uit van de eerder genoemde Raamovereenkomst.

 

1.3 Overzicht feitelijke situatie woonwagenlocaties gemeente Waddinxveen

 

(peildatum GBA aantal bewoners 21-7-2015 en op basis van luchtfoto)

 

 

Locatie

 

 

Stand-plaatsen

 

 

Totaal

Eigendom woonwagen

Beheer/eigendom standplaats

 

 

Totaal Wagens

 

 

Aantal Bewoners

Corporatie

Huurder

Corporatie

Gemeente

Pater Jornaweg

17

(waarvan 3 tijdelijk)

17

(waarvan 3 tijdelijk)

1

13

17

0

14

38

Meteorenweg

4

4

3

1

4

0

4

16

Onderweg

2

2

0

2

0

2

2

5

Totaal

23

23

4

16

21

2

20

57

In de op een later moment op te stellen plannen van aanpak is de voorgenomen uitvoering per locatie beschreven.

 

De huidig ingezette beleidslijn is op de Pater Jornaweg steeds uitgegaan van 14 standplaatsen en 3 tijdelijke standplaatsen. Op dit moment zijn er 3 standplaatsen vrij gekomen door natuurlijk verloop. Deze worden thans niet verhuurd. De huidige beleidslijn gaat er ook vanuit dat er 3 tijdelijke standplaatsen worden opgeheven. Volgend op dit beleidsstuk, welke een meer algemene visie op de woonwagenlocaties binnen de gemeente laat zien, zal er ook voor de woonwagenlocatie aan de Pater Jornaweg een plan van aanpak worden opgesteld welke gaat over het uitvoeringsscenario. Hiervoor zullen o.a. ook individuele gesprekken met de bewoners worden gevoerd.

 

1.4 Ligging van de drie woonwagenlocaties in Waddinxveen

Figuur 2. Ligging van de drie woonwagenlocaties in Waddinxveen

2. Doelstelling ‘Woonwagenbeleid 2016’

Onderstaande doelstelling, meetbare resultaten en aanvullende gewenste resultaten vormen de uitgangspunten voor het nader op te stellen plan van aanpak per locatie. Het gaat uit van de verantwoordelijkheid die de gemeente heeft voor al haar inwoners.

De doelstelling is algemeen van aard en is ten behoeve van de meetbaarheid (het SMART maken van de doelstellingen) vertaald in een aantal specifieke doelen die in 2019 behaald moeten zijn.

 

2.1 Doelstelling

Kwalitatief goed en leefbaar woon- en leefklimaat bieden voor de doelgroep die op de woonwagenlocaties woont en wil wonen. (leefbaarheid, goede onderhoudssituatie aan openbare ruimte en voldoen aan wet- en regelgeving).

 

2.2 Meetbare resultaten eind 2019

  • 1.

    De woonwagenlocaties voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit (o.a. brandveiligheid, bouwkundige eisen).

  • 2.

    Er is onderzocht of het openbaar gebied om de standplaatsen van de woonwagenlocaties (daar waar het in bezit is van de woningcorporatie) overgedragen kan worden aan de gemeente.

  • 3.

    De gemeente heeft de handhaving van de woonwagenlocaties geoptimaliseerd.

  • 4.

    Er bevindt zich uitsluitend gelegaliseerde bebouwing op de woonwagenlocaties, voor alle opstallen is een omgevingsvergunning verleend.

  • 5.

    De standplaatsen zijn helder afgebakend; er is geen sprake van illegaal in gebruik genomen terreinen.

  • 6.

    Er vinden geen bedrijfsmatige activiteiten plaats op de woonwagenlocaties behoudens datgene wat middels het bestemmingsplan is toegestaan.

  • 7.

    Het aantal standplaatsen binnen de gemeente Waddinxveen is vastgelegd in beleid zodat ook aan bewoners duidelijkheid geboden kan worden omtrent het aantal standplaatsen.

  • 8.

    De Gemeente geeft invulling aan de uitvoering van het sociaal beheer en coördinatie op de woonwagenlocaties.

2.3 Aanvullend gewenst resultaat

  • 9.

    De corporatie zorgt, met respect voor de culturele eigenheid van de doelgroep, voor een goede leefbaarheid op de woonwagenlocaties (kwalitatief goede huurobjecten en huisvesting van de doelgroep), de exploitatie, het beheer en onderhoud van de huurstandplaatsen, huurwoonwagens op de woonwagenlocaties.

  • 10.

    De corporatie en gemeente trekken waar mogelijk samen op in handhavingszaken.

 

Voorstel 1. De doelstelling en de meetbare resultaten vast te stellen en deze als uitgangspunt te nemen bij de op te stellen plannen van aanpak per locatie.

3. Beleid en beleidskaders

Woonwagenbeleid raakt een verscheidenheid aan onderwerpen, die allemaal in acht genomen moeten worden om te komen tot een beleid dat effectief en toekomstbestendig is. In dit hoofdstuk wordt allereerst ingegaan op het aantal standplaatsen en de toewijzing hiervan. Hierna (paragraaf 3.2.) wordt gekeken naar de beslissingen die genomen moeten worden om te komen tot woonwagenlocaties die voldoen aan de in paragraaf 2.1 van Hoofdstuk 2 gestelde doelstellingen. Paragraaf 3.3. richt zich tot slot op de handhaving, wat een rol speelt bij de realisatie van de doelen, maar ervoor moet zorgen dat de nieuwe situatie op de woonwagenlocaties in de toekomst behouden blijft.

 

Deel 1 (3.1): omvang locatie en toewijzing standplaatsen

  • -

    Woonvisie

  • -

    Raamovereenkomst & aanvullende documenten

  • -

    Standplaatsbeleid

Deel 2 (3.2): inrichting, sociaal beheer en handhaving

  • -

    Wijze van handhaving

3.1 Aantal standplaatsen en toewijzing

 

3.1.1 Woonvisie Waddinxveen 2012-2017

De Woonvisie Waddinxveen 2012-2017 geeft de beleidslijn voor het wonen in Waddinxveen weer. In de Woonvisie zijn woonwagenbewoners als aandachtsgroep benoemd. Er is sprake van een aandachtsgroep als deze groep een specifieke woonbehoefte heeft, of als deze groep het zonder speciale aandacht niet redt op de woningmarkt vanwege bijvoorbeeld een laag inkomen. De tekst onder paragraaf 5.9. in de Woonvisie is de volgende:

 

“In de gemeente zijn een aantal woonwagenstandplaatsen te vinden. Deze zijn in eigendom en beheer bij Woonpartners Midden-Holland. Hierbij is Woonpartners Midden-Holland verantwoordelijk voor de standplaatsen en beheer van de directe leefomgeving. De gemeente is, net als voor al haar inwoners, verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. De laatste jaren is gebleken dat er behoefte is aan kleinere kampen. Het streven is om bij eventuele wijzigingen dit als doel te stellen. Het idee is om het totaal aantal wagens niet uit te breiden, maar om in overleg met partijen te bepalen welke mogelijke veranderingen wenselijk zijn”.

 

3.1.2 Heroverweging omvang woonwagenlocaties

Op dit moment beschrijft de Woonvisie 2012 als doel een verkleining van de woonwagenlocaties in de gemeente Waddinxveen. Landelijk gezien zijn er geen feitelijke gegevens bekend die verkleining van huidige locaties onderschrijven in het kader van beheersbaarheid danwel veiligheid. De wettelijke kaders (brandveiligheid, bouwbesluit, vigerend bestemmingsplan etc.) dienen als uitgangspunt te worden genomen bij de verandering van een woonwagenlocatie, of dit betekent dat een locatie vergroot danwel verkleind wordt is in dit kader niet relevant.

 

Voorstel 2. Af te wijken van de doelstelling uit de Woonvisie tot verkleining van een woonwagenlocatie bij verandering van een woonwagenlocatie, maar wettelijke kaders als uitgangspunt te nemen.

 

3.1.3 Raamovereenkomst Prestatie-afspraken Wonen 2002 en aanvullende documenten

De afspraken uit de Raamovereenkomst Prestatie-afspraken Wonen 2002 zijn in de volgende stukken in 2011 en 2013 herbevestigd en/of aangevuld.

  • 1.

    Addendum Triangel (29 juni 2011).

  • 2.

    Voorstel wijziging Addendum (5 september 2013).

  • 3.

    Overeenkomst Prestatieafspraken Wonen Waddinxveen 2013-2017 (6 november 2013).

  • 4.

    Bestuurlijk overleg (6 maart 2013).

De raamovereenkomst is een uitwerking van de door de Raad vastgestelde Woonvisie en kent als doel het vastleggen van prestaties (herstructurering, wijk- en buurtbeheer, woonruimte, huursubsidie, huisvesting van primaire doelgroep en aandachtsgroepen), het maken van afspraken over individuele of gezamenlijke prestaties en het invullen van de verhoudingen tussen gemeente en de woningcorporatie. Hierin zijn de prestatie-afspraken zoveel mogelijk op hoofdlijnen beschreven. Conform deze afspraken opereert de gemeente als regisseur en beweegt de gemeente zich met Woonpartners Midden-Holland overwegend gezamenlijk ook als uitvoerder. Woonwagenbewoners worden in deze raamovereenkomst genoemd als aandachtsgroep.

 

In de raamovereenkomst is de woonwagenlocatie aan de Meteorenweg aangewezen als verplaatsingslocatie. Dat wil zeggen dat deze locatie ophoudt te bestaan als woonwagenlocatie en de standplaatsen aan de huidige locatie verplaatst worden naar een andere plaats binnen de gemeente Waddinxveen. Het college heeft zich in het verleden reeds uitgesproken over de verplaatsing van de (tijdelijke) locatie aan de Meteorenweg. Het college heeft het uitwerkingsplan Triangel plan 2 vastgesteld op 16-9-2014. Dit is een uitwerking van het door de Raad vastgestelde bestemmingsplan Triangel vastgesteld op 24-9-2008.

 

Op dit moment vindt er met Woonpartners Midden-Holland nog overleg over plaats over de verplaatsing van de woonwagenlocatie aan de Meteorenweg. In een plan van aanpak voor deze locatie zal een uitvoeringsscenario worden beschreven om te komen tot verplaatsing van deze locatie.

 

In de raamovereenkomst is de Pater Jornaweg aangewezen als herinrichtingslocatie. Samenvattend betekent dat het verplaatsen van 4 woonwagens en herschikken van de overige woonwagens aan de Pater Jornaweg.

 

In het Addendum Triangel (29 juni 2011) is een inspanningsverplichting opgenomen om nadere uitwerking van de afspraken op hoofdlijnen (herstructurering van de woonwagenlocaties) te bewerkstelligen in een plan van aanpak per locatie welke de gemeente in samenwerking met Woonpartners Midden-Holland dient op te stellen. Deze plannen van aanpak per locatie zullen gefaseerd, na vaststelling van het woonwagenbeleid 2016 worden opgesteld.

 

Voorstel 3. Conform de Raamovereenkomst Prestatieafspraken Wonen 2002 en aanvullende documenten de woonwagenlocatie aan de Meteorenweg aan te merken als verplaatsingslocatie met als uiteindelijk resultaat dat aan de Meteorenweg geen woonwagenlocatie meer zal bestaan.

 

Voorstel 4. Conform de Raamovereenkomst Prestatieafspraken Wonen 2002 en aanvullende documenten de woonwagenlocatie aan de Pater Jornaweg aan te wijzen als herinrichtingslocatie.

 

3.1.4 Standplaatsenbeleid en sociale kernvoorraad

Conform afspraak 25 (blz. 14) van de Raamovereenkomst prestatieafspraken wonen 2002 tussen de Gemeente Waddinxveen en de woningcorporatie draagt de corporatie zorg voor de realisatie van het door de gemeente te bepalen aantal standplaatsen1. Er kan worden gekozen voor het verder uitbreiden van het aantal, bijvoorbeeld op basis van de natuurlijke aanwas. Men kan ook kiezen voor een ‘stand still’ of een afbouwprincipe. Dit houdt respectievelijk in: het niet meer aanleggen van standplaatsen vanaf een bepaald bereikt niveau (‘stand still’). Een derde mogelijkheid is het verwijderen van standplaatsen als die vrijkomen (afbouwprincipe). Dit laatste betekent dat voor de doelgroep steeds minder de specifieke woonvorm van de woonwagenstandplaatsen beschikbaar zal zijn en kan alleen onder strikt gemotiveerde redenen vorm krijgen. In dit kader wordt ook verwezen naar de op 19 december 2014 gepubliceerde uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens (oordeelnummer 2014-165).

 

Binnen de gemeente Waddinxveen is tot op heden een consolidatiebeleid gevoerd. Dat wil zeggen dat er een zogenaamd ‘stand still’ principe wordt gehanteerd. De gemeente heeft geen formele taakstelling meer tot het aanleggen van standplaatsen. Het aantal standplaatsen dat nu bereikt is wordt behouden om de specifieke woonvorm voor de doelgroep in stand te houden. Van afbouw is geen sprake. Er is wel vraag naar standplaatsen door kinderen van de huidige hoofdhuurders. Als de gemeente kiest voor een consolidatiebeleid en niet voor uitbreiding dan zal men er rekening mee moeten houden dat dit consequenties heeft voor het handhavingsbeleid. Naarmate meer jongeren om een standplaats vragen die er niet is, dan kan de neiging om (weer) illegaal in een caravan te gaan wonen bij een standplaats groter worden. Hiertegen moet dan adequaat worden opgetreden.

 

Een tweetal uitgangspunten wordt gehanteerd:

  • 1.

    de standplaatsen worden (of zijn al in) eigendom van een woningcorporatie;

  • 2.

    onderzoeken of het eigendom en beheer van de openbare ruimte rondom de woonwagenlocaties kan worden overgedragen naar de gemeente om handhaving te kunnen optimaliseren.

De gemeente Waddinxveen telt momenteel 20 standplaatsen en 3 al langer bestaande tijdelijke standplaatsen. Dit aantal is als volgt verdeeld:

  • 1.

    Pater Jornaweg; 17 standplaatsen (waarvan 3 standplaatsen niet verhuurd zijn in afwachting van een nadere beschouwing na ruimtelijke herindeling. Nadere uitwerking volgt in een plan van aanpak)

  • 2.

    Meteorenweg; 4 standplaatsen

  • 3.

    Onderweg; 2 standplaatsen

Van de in totaal 23 standplaatsen zijn 21 standplaatsen in bezit van Woonpartners Midden-Holland. De 2 standplaatsen aan de Onderweg zijn in bezit van de gemeente Waddinxveen.

 

Voorstel 5. Vaststellen van het aantal standplaatsen conform de tabel in paragraaf 1.3., dit aantal als passend aan te merken en te kiezen voor het standstill principe.

 

3.1.5 Toewijzing standplaatsen

De woonvorm ‘woonwagen’ valt landelijk onder het reguliere huisvestingsbeleid. Er is formeel geen wettelijke grondslag op basis waarvan de gemeente of de woningcorporatie gedwongen wordt een aanvraag voor het beschikbaar stellen van een woonwagen te honoreren. Tot het aanschaffen of beschikbaar stellen van een huurwoonwagen is de gemeente danwel woningcorporatie in het algemeen dan ook niet verplicht.

 

In de vorige huisvestingsverordening Waddinxveen 2009 waren toewijzingsregels voor standplaatsen neergelegd en was een huisvestingsvergunning verplicht gesteld voor het in gebruik nemen van een woonwagenstandplaats. Ten gevolge van de inwerkingtreding van de nieuwe Huisvestingswet 2014 is de huidige huisvestingsverordening per 1 juli 2015 vervallen en zijn de toewijzingsregels voor standplaatsen niet langer meer in de huisvestingsverordening geregeld. Daaruit voortkomend heeft de gemeente geen rol meer in de verdeling en toewijzing van standplaatsen.

 

Het toewijzen van standplaatsen wordt nu gedaan door de woningcorporatie via een eigen beleidslijn.

 

3.2 Inrichting woonwagenlocaties, sociaal beheer en handhaving

Bij bestudering van de vigerende bestemmingsplannen die gelden voor de woonwagenlocaties in Waddinxveen, is gebleken dat de opgenomen regels en plankaarten op sommige punten onvoldoende houvast bieden voor handhaving op in beslag genomen gemeentelijke grond, brandveiligheid clustering, maatvoering standplaatsen en de gewenste aantallen.

 

3.2.1 Algemeen

Het terrein van sommige woonwagenlocaties is dicht bebouwd. Volgens het Bouwbesluit mogen maximaal vier woonwagens naast elkaar staan. In de bestaande situatie staan woonwagens dicht naast elkaar. Daardoor is herstructurering noodzakelijk. Deze herstructurering maakt dat er een keuze moet worden gemaakt tussen clustering (4 wagens dichter bij elkaar) of een ingrijpender herstructurering, waarbij eigenaren van de bestaande woonwagens of huurders van huurwoonwagens op de woonwagenlocatie een andere standplaats of een huurwoning wordt aangeboden op een ander terrein. Het uiteindelijke doel is dat in ieder geval voldaan wordt aan de hiervoor wettelijk gestelde eisen.

 

Een bestemmingsplan biedt het juridisch-planologisch kader om bestaande woonwagens te verplaatsen.

 

3.2.2 Stedenbouwkundige opzet

De huidige verkaveling van de standplaatsen kent een situatie, waarbij de kavels in een visgraatmodel op de openbare weg staan. In de gewenste situatie staan er d.m.v. clustering kleinere groepen woonwagens met maximaal vier standplaatsen. De 'brandveilige stroken/open structuren' die ontstaan worden ingericht en bestemd als onbebouwde strook. Het is belangrijk dat dit ook onbebouwd blijft in verband met de brandveiligheid.

 

3.2.3 Inrichting openbare ruimte: Fysieke veiligheid en zelfredzaamheid

Het aspect fysieke (brand)veiligheid stelt voorwaarden aan de inrichting van de openbare ruimte, de situering van gebouwen ten opzichte van elkaar, de bluswatervoorziening en de bereikbaarheid.

Algemeen uitgangspunt is dat de situatie ter plaatse voldoet aan de 'Handreiking brandveiligheid van woonwagens en woonwagenlocaties' (VROM, maart 2009).

 

Hoe de openbare ruimte is ingericht, is van invloed op de mate waarin hulpdiensten de incidentlocatie kunnen bereiken én hoe betrokkenen bij een incident in staat zijn een locatie te ontvluchten. In dit kader zijn de mogelijkheden voor ontvluchting en zelfredzaamheid binnen het plangebied getoetst en zullen deze worden beschreven in de plannen van aanpak per locatie.

 

3.2.4 Situering van gebouwen

In verband met brandveiligheid kunnen op basis van het Bouwbesluit voorwaarden worden gesteld aan de afstand tussen de woonwagens onderling en de positionering ten opzichte van elkaar. In dat kader kunnen nadere eisen worden gesteld bij de aanvraag van de Omgevingsvergunning voor het bouwen.

 

Volgens de 'Handreiking brandveiligheid van woonwagens en woonwagenlocaties' dienen de clusters (met elk maximaal vier woonwagens) onderling tenminste 5 meter uit elkaar gesitueerd te zijn. De brandveiligheids-zones tussen de clusters mogen niet bebouwd worden, noch gebruik worden als parkeerplaats voor voertuigen of caravans. Deze ruimten kunnen gebruikt worden als terras, tuin, e.d., waarbij het tuin-/terrasmeubilair gemakkelijk te verplaatsen dient te zijn. De gemeente zal onderzoeken in hoeverre met brandveilige inrichting de oneigenlijke ingebruikname voorkomen kan worden.

 

Om bij brand goede ontvluchting van de woonwagens naar de openbare ruimte te garanderen, moet er vanuit de uitgangen van de woonwagens sprake zijn van een route naar de openbare ruimte, die door een niet-besloten ruimte loopt (buitenlucht) waarbij rook, hitte en obstakels de ontvluchting niet zullen belemmeren.

 

In de huidige, planologische, situatie voldoen de woonwagenlocaties niet geheel aan de eisen voor brandveiligheid. Op 27 oktober 2015 is naar aanleiding van de integrale controle d.d. 29 september 2015 op de woonwagenlocatie aan de Pater Jornaweg een rapport opgesteld door de Brandweer Hollands Midden. Samenvattend luidt de conclusie van dit rapport dat er niet voldaan wordt aan de brandveiligheidseisen mbt clustering. Er is een aantal woonwagens en bijgebouwen aanwezig welke zeer dicht bij elkaar zijn gelegen. Hierdoor wordt niet voldaan aan de regels met betrekking tot brandveiligheid en clustering (maximaal 4 woonwagens in een cluster met een tussenafstand van 5 meter tussen elk cluster en een maximale gebruiksoppervlakte van 1000m2). Tevens wordt geadviseerd om rookmelders te plaatsen in de woonwagens zodat een brand in een zo vroeg mogelijk stadium ontdekt kan worden.

 

3.2.5 Bereikbaarheid

Wat bereikbaarheid betreft, zijn voor dit plan met name de dimensionering van de wegen en de bereikbaarheid van de toegang tot de woonwagens vanaf de weg van belang. Daarbij is het uiteraard van belang dat op de wegen een vrije doorgang is. Er zal onderzocht dienen te worden hoe elke woonwagenlocatie sociaalgeografisch aangesloten kan worden op een woonwijk of openbare weg.

Figuur 3. Impressie woonwagenlocatie Onderweg

 

3.2.6 Openbaar gebied

De gemeente Waddinxveen benadert het beheer en onderhoud van de openbare ruimte op basis van beeldkwaliteit. In 2015 heeft de gemeente Waddinxveen beheerplannen vastgesteld voor alles wat zich in de openbare ruimte bevindt. Het kwaliteitsniveau van het openbaar gebied wordt beoordeeld door middel van een beeldkwaliteitslat. Het openbaar gebied rondom de woonwagenlocaties betreft vaak de bevoegdheid van de gemeente Waddinxveen. Rondom de woonwagenlocaties is meestal een bossingel, hagen of heesters te vinden en veelal is er geen duidelijke begrenzing aanwezig van openbaar gebied enerzijds en standplaats anderzijds. Gevolg is dat er situaties bestaan van illegaal in gebruik genomen grond. Uitgangspunt bij het opstellen van de planherziening van het openbaar gebied is het vastleggen van een heldere structuur en begrenzing. Onduidelijke ruimtes moeten voorkomen worden om illegale ingebruikname van grond in de toekomst te voorkomen. Daartoe is het belangrijk dat openbaar gebied om de standplaatsen van de woonwagenlocaties (daar waar dit in bezit is van de woningcorporatie) wordt overgedragen aan de gemeente. Dit is niet alleen belangrijk omdat het beheer en onderhoud van de openbare ruimte past binnen de taakstelling van de gemeente, het is ook belangrijk omdat er dan de mogelijkheid is tot bestuursrechtelijke handhaving van overtredingen binnen het openbaar gebied.

 

Voorstel 6. De vigerende bestemmingsplannen waarbinnen de woonwagenlocaties liggen conform de Handreiking brandveiligheid van woonwagens en woonwagenlocaties aan te passen zodat de regels voor wonen op een woonwagenlocatie te Waddinxveen eenduidig worden, de regels met betrekking tot brandzonering en handhaving duidelijker worden en de gewenste aantallen en vormen gebouwd kunnen worden.

 

Voorstel 7. Te kiezen voor clustering zodat op een woonwagenlocatie maximaal vier woonwagens naast elkaar geplaatst zijn binnen één brandcompartiment conform de regels van het Bouwbesluit en de Handreiking brandveiligheid van woonwagens en woonwagenlocaties. Tussen brandcompartimenten bevindt zich een onbebouwde brandveiligheidsstrook van minimaal vijf meter breed.

 

Voorstel 8. Tot het moment van uitvoering van de herinrichting op de woonwagenlocatie Pater Jornaweg, akkoord te gaan met het verkleinen van het brandveiligheidsrisico door plaatsing van rookmelders in alle woonwagens op deze locatie zodat een brand in een zo vroeg mogelijk stadium ontdekt kan worden door bewoners.

 

Voorstel 9. Te onderzoeken of het openbaar gebied rondom de standplaatsen van de woonwagenlocaties (daar waar het in bezit is van de woningcorporatie) in eigendom en beheer overgedragen kan worden naar de gemeente en eventuele verdere opties te onderzoeken waarmee de gemeente haar mogelijkheden om de leefbaarheid op de woonwagenlocaties te verzekeren vergroot.

 

3.2.7 Verhuurbeleid woningcorporatie

De corporatie kiest voor stimulering van het eigen woonwagenbezit en verhuurt nog uitsluitend standplaatsen voorzien van een berging met sanitair. Dat houdt onder andere ook in dat bewoners de nog aanwezige huurwoonwagens van de corporatie kunnen kopen voor een symbolisch bedrag. Bewoners kiezen vaak voor deze mogelijkheid om zo de kosten op korte termijn daarmee te verlagen (immers, het huurbedrag per maand gaat omlaag doordat bewoners alleen nog de standplaats huren).

 

Op dit moment zijn nog slechts 4 woonwagens in eigendom van de corporatie, te weten 3 op de Meteorenweg en 1 op de Pater Jornaweg.

 

Een punt van zorg is dat eigenaar/bewoners in de praktijk geen rekening houden met de kosten voor onderhoud op de langere termijn. Soms kunnen de bewoners het onderhoud van de veelal meestal oudere woonwagens financieel niet dragen.

 

3.2.8. Sociaal beheer

Uitgangspunt van de Raamovereenkomst prestatieafspraken wonen 2002 tussen de Gemeente Waddinxveen en de woningcorporatie is een samenhangend en afgestemd beleid. Uitwerking op dit punt uit de Raamovereenkomst kan vorm krijgen, door in het kader van ‘buurtbeheer’ en leefbaarheid, invulling geven te geven aan het beheer op de woonwagenlocaties. Naast het dagelijks beheer en onderhoud, wat de taak is van de woningcorporatie, is uitvoeren van sociaal beheer op woonwagenlocaties van belang. Dit is specifiek een gemeentelijke taak. Het feitelijke beheer en onderhoud wordt uitgevoerd door de woningcorporatie, het sociaal beheer door de gemeente. Sociaal beheer kan bestaan uit:

  • Ondersteuning bewonerscontacten

  • Conflictbemiddeling / bemiddelen in overlastsituaties

  • Verzorgen van voorlichting en participatie van bewoners

  • Actieve signaleringsfunctie op het gebied van WABO-regelgeving uitdragen. Immers voorkomen is beter dan genezen.

  • Een programmatische en integrale aanpak waardoor de reguliere controles en werkzaamheden i.h.k.v. handhaving op een acceptabel niveau kunnen worden uitgevoerd.

In de huidige situatie is er sprake van een duidelijk gescheiden taakveld en uitvoering (zie paragraaf 1.1). Deze gescheiden aanpak draagt niet bij aan een totale beheersing van de woonwagenlocaties. Ondanks dat er sprake is van een normalisatie van woonwagenbeleid (dat wil zeggen: geen speciale regelgeving meer voor deze groep hanteren, normaal naleefgedrag van wet- en regelgeving etc.) kan gesteld worden dat woonwagenlocaties nu en ook in de nabije toekomst nog bijzondere aandacht verdienen. Door hierin gezamenlijk door middel van sociaal beheer en fysiek beheer en onderhoud inzet op te plegen kunnen de gemeente en Woonpartners Midden-Holland elkaar versterken bij de uitvoering van hun taken. De gemeente heeft op het gebied van sociaal beheer naast een uitvoerende taak ook een aansturende en richtinggevende taak.

 

Voorstel 10. Een bedrag te begroten om uitvoering te geven aan sociaal beheer op de woonwagenlocaties.

 

Figuur 4 Impressie woonwagenlocatie Meteorenweg

 

3.2.9. Handhaving

Normalisatie zonder permanente handhaving is gedoemd te mislukken. Handhaving zal altijd een gemeentelijke publieke taak blijven. Echter goed beheer en consequente handhaving is alleen mogelijk wanneer er een duidelijk toetsingskader is.

 

Daarnaast is het van belang om de positie en verantwoordelijkheden van enerzijds de gemeente en anderzijds Woonpartners Midden-Holland te onderscheiden in de privaatrechtelijke kant en de publiekrechtelijke kant binnen dit dossier. De gezamenlijke aanpak zal hier wederom voor ogen gehouden moeten worden om het beoogde einddoel te bereiken.

 

Het besluitvormingstraject omtrent de herinrichting van de woonwagenlocaties vormt een nieuw ijkmoment om, in die gevallen waarin een bouwwerk is gebouwd zonder of in afwijking van de bouwvergunning of in strijd met het bestemmingsplan, te bepalen of de gemeente als bevoegd bestuursorgaan daartegen wenst op te treden. In het kader van deze procedure zal tevens moeten worden bepaald of concreet zicht op legalisatie bestaat en alsnog een omgevingsvergunning kan worden verleend. Indien geen vergunning kan worden verleend, volgt een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. Bij de handhaving zal de gemeente, zeker gezien de jarenlange gedoogsituatie, zorgvuldig en billijk dienen te handelen. Op basis van dossieronderzoek naar de verleende bouwvergunningen is geconstateerd dat voor de meeste eigendomswoonwagens alswel aanbouwen en bijgebouwen nog een omgevingsvergunning aangevraagd dient te worden. De inventarisatie in elk plan van aanpak per woonwagenlocatie kan als nulmeting voor legalisatie/handhaving worden gebruikt.

 

Afzien van handhaving is in bijzondere gevallen geoorloofd. Daarbij zijn twee situaties te onderscheiden:

  • 1.

    Indien concreet zicht op legalisatie bestaat en

  • 2.

    Als handhaving onevenredig is in verhouding tot het daarmee te dienen belang.

Geconstateerd is dat diverse woonwagens zonder de vereiste omgevingsvergunning zijn geplaatst en/of zijn omgebouwd tot chalet en er verschillende toercaravans zijn bijgeplaatst. In een nader op te stellen plan van aanpak per locatie zal moeten worden bekeken of illegaal gebouwde bouwwerken gelegaliseerd kunnen worden.

 

Overige zaken die o.a. aandacht behoeven in het kader van handhaving zijn: landjepik, vuilstort, milieuovertredingen, strijdig gebruik van het bestemmingsplan, sociale fraude, illegale bewoning. In dit kader dient er aangesloten te worden bij het handhavingsuitvoeringsplan 2015 (en verder).

 

3.2.10. Wijze van uitvoering van handhaving

Het is van belang zo snel mogelijk te starten met de intensivering van de handhaving in de meest brede zin van het woord. Met andere woorden starten met integrale handhaving direct na het vaststellen van het onderhavige woonwagenbeleid Waddinxveen 2016. Voor de bewoners moet duidelijk zijn dat de gemeente werk maakt van de normalisatie van de situatie op de diverse woonwagenlocaties. Ook daarna is (gemeentelijk) toezicht vanuit de sociale beheerstaak wekelijks nodig om ervoor te zorgen dat de locaties blijven voldoen aan het wet- en regelgeving. Hierin zijn drie stappen te onderscheiden.

 

3.2.11. De te nemen stappen

 

Stap 1 – integrale handhaving ten behoeve van consolidatie huidige situatie

 

Ter ondersteuning en illustratie van de bedoelingen van de gemeente is het noodzakelijk na vaststelling van het beleid, regelmatig de situatie op de woonwagenlocaties te controleren en zo nodig handhavend op te treden. Dit moet bij voorkeur gebeuren met een integraal handhavingsteam, bestaande uit drie à vier personen in wisselende samenstelling (bouwen, milieu, grondzaken, groen, brandweer). De intentie moet zijn de huidige situatie minimaal te consolideren en dus niet verder te laten verslechteren in het licht van de meerjarige aanpak van de normalisatie. Uitbesteden van deze vorm van handhaving is denkbaar, maar het verdient de voorkeur zoveel mogelijk met inzet van 'eigen' mensen op te treden. Ook de woonwagenbewoners zullen er aan (moeten) wennen, dat de gemeente regelmatig haar gezicht laat zien.

 

Voorgesteld wordt om in het eerste traject om te komen tot normalisatie van de woonwagenlocaties te werken met een speciaal operationeel handhavingsteam, aangestuurd vanuit de afdeling Ruimte. In de beginfase kunnen hieraan externe ervaringsdeskundigen worden toegevoegd ten behoeve van coaching, training en begeleiding. Dit alles vanaf de start van de uitvoering van het project.

 

Stap 2 – integrale handhavingsacties in het kader van uitvoering Plan van Aanpak en creëren nul-situatie

 

Ten behoeve van de uitvoering van het Plan van Aanpak per individuele woonwagenlocatie zullen gericht handhavingsacties/integrale controles moeten plaatsvinden, met als doel het verwijderen van opstallen, het corrigeren van eigendomsgrenzen, en eventueel ook aanpak sociale fraude etc. Indien noodzakelijk zal hiervoor een convenant Vrijplaatsen2 worden aangegaan met Belastingdienst, Openbaar Ministerie, Sociale Recherche en Politie, waarmee deze aanpak een formele basis krijgt en tevens gegevensuitwisseling geoptimaliseerd kan worden. Deze acties zullen met een zekere regelmaat gedurende de komende jaren moeten plaatsvinden (twee keer per jaar).

 

Stap 3 – nazorg

 

Na uitvoering van de stappen 1 en 2 en de uitvoering van de overige maatregelen uit het Plan van Aanpak per individueel woonwagencentrum is een "nul"-situatie ontstaan die de basis vormt voor handhaving op langere termijn. Het succes van het proces van normalisatie valt of staat bij langdurige integrale handhaving. Het handhavingsteam zoals onder stap 1 genoemd zal dan ook nog enkele jaren met regelmaat actief moeten blijven alvorens gesproken kan worden over een duurzaam genormaliseerde situatie.

 

3.2.12. Prioritering binnen de handhavingspraktijk

Het gemeentebestuur kan aan de aanpak van de woonwagencentra prioriteit toekennen. Het verdient de voorkeur om vooralsnog en zeker tot en met stap 2, uit te gaan van integrale handhaving in die zin dat alle overtredingen worden aangepakt. Tijdens de uitvoering van stap 3 kan worden bezien in hoeverre en wanneer wordt overgegaan naar het 'reguliere' handhavingsbeleid.

 

Voorstel 11. Met prioriteit de integrale handhaving op de woonwagenlocaties te starten en verder vormgeven volgens de genoemde drie stappen (1. Integrale handhaving ten behoeve van consolidatie huidige situatie 2. Integrale handhavingsacties in het kader van uitvoering Plan van Aanpak en creëren nulsituatie 3. nazorg). Op alle overtredingen (wanneer legalisatie niet mogelijk is) op de locatie handhaven gedurende de uitvoering van het plan.

5. Communicatie

In dit woonwagenbeleid worden een aantal beslissingen genomen. Beslissingen die niet altijd leuk zijn voor de bewoners, maar uiteindelijk er wel voor zorgen dat we toe gaan naar eenduidigheid en een prettig woonklimaat. De gemeente wil graag alle regels, bestemmingsplannen en veiligheidseisen op orde brengen en voor iedereen dezelfde regels hanteren. Daarvoor wordt als eerste het woonwagenbeleid 2016 vastgesteld. Vervolgens wordt er per woonwagenlocatie een plan van aanpak voor herinrichting opgesteld. Om de bewoners hierover te informeren, verwachtingen met elkaar te delen en input te halen vanuit de bewoners zelf, is communicatie een belangrijk onderdeel van dit traject. Vanaf nu tot en met 2018 wordt intensief met de bewoners gecommuniceerd door het projectteam woonwagenzaken. Enerzijds over het nieuwe beleid en anderzijds over de herinrichting van de locaties.

 

Belangrijke uitgangspunten:

Verwachtingen, duidelijk- en eenduidigheid

In het verleden zijn er richting bewoners verwachtingen geschept die als verschillend werden ervaren. Daarom is het nu des te belangrijk dat verwachtingen worden uitgesproken en afspraken worden nagekomen. Het is verstandig om één boodschap af te spreken over het nieuwe beleid en over de herinrichting van de verschillende centra. Op deze wijze is de gemeente en corporatie eenduidig.

Boodschap

De gemeente Waddinxveen en de woningcorporatie investeren in het op orde brengen van de woonwagenlocaties om te zorgen voor een prettig en veilig woon- en leefklimaat. Hiervoor vragen wij wat van de bewoners, maar daarvoor krijgen ze ook iets terug.

Communicatie over het nieuwe beleid

Mondelinge communicatie

Uit ervaringen bij de gemeente Waddinxveen en ook bij andere gemeenten is gebleken dat een-op-een de beste methode is om contact te leggen met de bewoners van woonwagenlocaties. De ervaring leert dat grote plenaire bijeenkomsten niet effectief zijn. De gemeente wil in dit dossier dan ook investeren in (betere) communicatie. Alle afspraken tussen de gemeente en de bewoners worden vastgelegd in een dossier en dit dossier krijgen ook de bewoners. Uitleg over het nieuwe beleid verloopt deels via een-op-een contact met als aanvulling een nieuwsbrief.

(Telefonisch) Spreekuur

Bij veel vragen kan dit ook worden gestroomlijnd, door na vaststellen van het beleid en tijdens de herinrichtingsfase, een (telefonisch) spreekuur te organiseren.

Vast aanspreekpunt

Om ‘shopgedrag’ te voorkomen is het gewenst om een vast aanspreekpunt in te stellen. Dit aanspreekpunt kan het beste vervoegd worden in de rol van sociaal beheerder van de gemeente.

Nieuwsbrief

Om plenair de bewoners te informeren over het nieuwe beleid en de herinrichting, komt er een nieuwsbrief per woonwagencentrum. In de nieuwsbrief komt een verwijzing naar een aanspreekpunt binnen de woningcorporatie alswel de gemeente, zodat een-op-een contact wordt gestimuleerd maar ‘shopgedrag’ wordt voorkomen.

‘Wil je snel dan ga je alleen, wil je ver dan ga je samen’

De gemeente Waddinxveen heeft nieuw beleid vastgesteld voor de woonwagenlocaties met als doel alle regels, bestemmingsplannen en veiligheidseisen op orde brengen om te komen tot een prettig woon- en leefklimaat. Dit laatste ‘een prettig woon en leefklimaat’ symboliseert dat de gemeente wil investeren in de toekomst van woonwagenlocaties en hierbij staat contact met de residerende bewoners centraal. We slaan een weg in waarin we samen verder willen komen.

6. Brondocumenten

Brondocumenten

  • Handreikingen VROM-inspectie:

  • 20061001 Werken aan woonwagenlocaties

  • 20090301 Eigentijds omgaan met woonwagenbewoners

  • 20090409 Handreiking brandveiligheid woonwagens

  • 20100908 Handreiking overdracht woonwagens

  • Vigerend Bouwbesluit

  • Vigerende bestemmingsplannen

  • Woonvisie Waddinxveen 2012-2017

  • Visie Beheer Openbare Ruimte 2015-2018

  • Raamovereenkomst Prestatieafspraken Wonen 2002

  • Addendum Triangel (29 juni 2011)

  • Bestuurlijk overleg 6 maart 2013

  • Voorstel wijziging Addendum (5 september 2013)

  • Overeenkomst Prestatieafspraken Wonen Waddinxveen 2013-2017 (6 november 2013)

  • Notitie brandveiligheid woonwagenstandplaatsen Pater Jornaweg gemeente Waddinxveen d.d. 27 oktober 2015

Hoofdstuk 7. Besluitvorming

Voorstel

Onderwerp

Akkoord

1.

De doelstelling en de meetbare resultaten vast te stellen en deze als uitgangspunt te nemen bij de op te stellen plannen van aanpak per locatie.

 

2.

Af te wijken van de doelstelling uit de Woonvisie tot verkleining van een woonwagenlocatie bij verandering maar wettelijke kaders als uitgangspunt te nemen bij herstructurering van een woonwagenlocatie.

 

3.

Conform de Raamovereenkomst Prestatieafspraken Wonen 2002 en aanvullende documenten de woonwagenlocatie aan de Meteorenweg aan te merken als verplaatsingslocatie met als uiteindelijk resultaat dat aan de Meteorenweg geen woonwagenlocatie meer zal bestaan.

 

4.

Conform de Raamovereenkomst Prestatieafspraken Wonen 2002 en aanvullende documenten de woonwagenlocatie aan de Pater Jornaweg aan te wijzen als herinrichtingslocatie.

 

5.

Vaststellen van het aantal standplaatsen conform figuur 1.3., dit aantal als passend aan te merken en te kiezen voor het standstill principe.

 

6.

De vigerende bestemmingsplannen waarbinnen de woonwagenlocaties liggen aan te passen zodat de regels voor wonen op een woonwagenlocatie te Waddinxveen eenduidig worden, de regels met betrekking tot brandzonering en handhaving duidelijker worden en de gewenste aantallen en vormen gebouwd kunnen worden.

 

7.

Te kiezen voor clustering zodat op een woonwagenlocatie maximaal vier woonwagens naast elkaar geplaatst zijn binnen één brandcompartiment conform de regels van het Bouwbesluit. Tussen brandcompartimenten bevindt zich een onbebouwde brandveiligheidsstrook van minimaal vijf meter breed.

 

8.

Tot het moment van uitvoering van de herinrichting op de woonwagenlocatie Pater Jornaweg, akkoord te gaan met het verkleinen van het brandveiligheidsrisico door plaatsing van rookmelders in alle woonwagens op deze locatie zodat een brand in een zo vroeg mogelijk stadium ontdekt kan worden door bewoners.

 

9.

Te onderzoeken of het openbaar gebied rondom de standplaatsen van de woonwagenlocaties (daar waar het in bezit is van de woningcorporatie) in eigendom en beheer overgedragen kan worden naar de gemeente en eventuele verdere opties te onderzoeken waarmee de gemeente haar mogelijkheden om de leefbaarheid op de woonwagenlocaties te verzekeren vergroot.

 

10.

Per jaar structureel een bedrag te begroten om uitvoering te geven aan sociaal beheer op de woonwagenlocaties.

 

11.

Met prioriteit de integrale handhaving op de woonwagenlocaties te starten en verder vormgeven volgens de genoemde drie stappen (1. Integrale handhaving ten behoeve van consolidatie huidige situatie 2. Integrale handhavingsacties in het kader van uitvoering Plan van Aanpak en creëren nulsituatie 3. nazorg). Op alle overtredingen (wanneer legalisatie niet mogelijk is) op de locatie handhaven gedurende de uitvoering van het plan.

 

Naar boven