Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Midden-Groningen 2019

De raad van de gemeente Midden Groningen

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 4, 7a vierde lid, 13 tweede lid, 14 eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

gezien het advies van het fractievoorzittersoverleg d.d. 18 april 2019;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening rechtspositie Raads- en commissieleden Midden-Groningen 2019

 

 

 

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

 

Artikel 2. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

  • a.

    de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

  • b.

    bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt .

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed;

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

 

Artikel 3. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

  • 1.

    Een raadslid wordt eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden, tenzij het raadslid expliciet aangeeft hiervan geen gebruik te willen maken.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.

 

 

Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    In de begroting is een budget voor scholing van raadsleden opgenomen, zowel voor collectieve als voor individuele scholing. Wanneer er een verzoek voor scholing wordt ingediend waarvoor geen budget meer is, dan wordt dit verzoek voorgelegd aan het fractievoorzittersoverleg.

  • 4.

    Het fractievoorzittersoverleg beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

 

Artikel 5. Verhoogde vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

  • 1.

    De leden van een commissie in de zin van artikel 83 Gemeentewet, die geen raadslid en geen lid van het college van burgemeester en wethouders zijn, ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen een vergoeding ten bedrage van 100% van het bedrag als vermeld in de bij A.M.v.B. behorende tabel IV per vergadering.

  • 2.

    Gelet op artikel 15 A.M.v.B. ontvangen de volgende leden van een commissie als bedoeld in deze paragraaf een vergoeding van tweemaal het bedrag als vermeld in de bij A.M.v.B. behorende tabel IV per vergadering:

  • Leden van de Commissie voor bezwaarschriften

  • Leden van de Ombudscommissie

  • Leden van de Erfgoedcommissie

  • 3.

    Gelet op artikel 15 A.M.v.B. ontvangen de voorzitters van de commissies genoemd in lid 2 een vergoeding van tweemaal het bedrag als vermeld in de bij A.M.v.B behorende tabel IV per vergadering verhoogd met € 50,-

  • 4.

    Gelet op artikel 15 A.M.v.B. ontvangen de voorzitters van andere commissies het bedrag als vermeld in de bij A.M.v.B. behorende tabel IV per vergadering verhoogd met € 50,-.

 

Artikel 6. Reiskosten

  • 1.

    Een lid van een commissie als bedoeld in deze paragraaf ontvangt een vergoeding van reiskosten gemaakt in verband met reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente.

  • 2.

    De vergoeding bestaat uit:

  • a.

    De gemaakte kosten openbaar vervoer of,

  • b.

    bij gebruik van een eigen personenauto, voor leden woonachtig binnen de gemeentegrens, een bedrag ter hoogte van de door de belastingdienst vastgestelde onbelaste vergoeding per kilometer.

  • c.

    Bij gebruik van een eigen personenauto, voor leden woonachtig buiten de gemeentegrens, een bedrag overeenkomstig het vastgestelde bedrag in het Reisbesluit binnenland en de daarop gebaseerde Reisregeling binnenland.

  • 3.

    De reiskosten worden alleen vergoed indien deze gedeclareerd worden overeenkomstig het bepaalde in deze verordening.

 

Artikel 7. Gebruik en vergoeding tablet raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

 

Artikel 8. Werkkostenregeling

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Artikel 9. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers per half jaar plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

 

Artikel 10. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikel 2 en 3 van deze verordening wordt gebruik gemaakt van een vastgesteld declaratieformulier, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2.

    Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend binnen 3 maanden na het ontstaan van de kosten bij de griffier ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

 

Artikel 11. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie raads- en (raads-)commissieleden en wethouders Midden-Groningen 2018 wordt ingetrokken.

 

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

 

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Midden-Groningen 2018.

 

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 23 mei 2019.

De raad van de gemeente Midden-Groningen

Adriaan Hoogendoorn

Voorzitter

Mieke Bouwman

Griffier

Naar boven