Gemeenteblad van Eindhoven
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2019, 19349 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2019, 19349 | Overige besluiten van algemene strekking |
Handboek Kabels en leidingen Gemeente Eindhoven
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven is bevoegd op grond van artikel 2.9 en 3.8 van de Verordening Kabels en Leidingen nadere regels te stellen.
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven heeft bij besluit van 11 december 2018 vastgesteld Handboek Kabels en Leidingen Gemeente Eindhoven inclusief Nadere regels
op grond van artikel 2.9 en 3.8 van de Verordening Kabels en Leidingen
Het Handboek kabels en leidingen Gemeente Eindhoven (hierna : het Handboek) bevat nadere regels welke het college op basis van de Verordening kabels en leidingen gemeente Eindhoven 2014 kan vaststellen.
Deze nadere regels hebben onder andere betrekking op: de aanvraag- en meldingsprocedure, de procedure van oplevering, de verkeersveiligheidseisen en de technische eisen en voorwaarden voor alle werkzaamheden ten behoeve van kabels en leidingen.
Doel van het Handboek is een veilige ligging en ordening van de ondergrondse infrastructuur, een juiste regulering van verkeersstromen, het borgen van de kwaliteit van de openbare ruimte en het optimaliseren van de veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad.
Hiertoe worden onder andere nadere eisen gesteld aan de gegevens die moeten worden verstrekt bij het aanvragen van een vergunning of instemming en worden nadere procedurele en/of technische voorwaarden gesteld aan het uitvoeren van werken in het openbare beheergebied van de gemeente Eindhoven.
Deze nadere regels dragen onder andere bij aan:
1. het afstemmen van het beheer van bovengrondse en ondergrondse infrastructurele werken van de gemeente en de energie-, water- en telecommunicatiebedrijven en andere bedrijven die in, op of aan wegen kabels, leidingen of buizen exploiteren of beheren;
2. het bevorderen van vlotte, snelle en waar mogelijk gelijktijdige uitvoering van de werkzaamheden en het tot een minimum beperken van de hinder en de duur van de werkzaamheden;
3. het bevorderen van werkzaamheden met goede kwaliteit om de openbare ruimte duurzaam te beheren;
4. het beperken van overlast voor direct betrokken omwonenden en belanghebbende derden;
5. het bevorderen van een leefbare stad en het stimuleren van de economische ontwikkeling.
Het met behulp van een sleufloze techniek maken van een holle ruimte in de grond zonder daarbij de omringende grondslag te verwijderen.
Buis voor het doorstromen van gassen of vloeistoffen, bestemd om hetzij een gas of een vloeistof te transporteren, hetzij een vloeistof als intermediair te gebruiken voor het transport van warmte of een opgelost of verpulverd product. Een voorziening ten behoeve van het inblazen en omvatten van (glasvezel)kabel is geen buisleiding maar wordt gelijkgesteld aan een kabel.
Een incident met voor de omgeving mogelijk grote gevolgen, die niet zelfstandig kunnen worden afgewikkeld en waarbij gecoördineerde inzet van hulpverleningsorganisaties en diensten van verschillende disciplines is vereist om de gevolgen te beperken.
Het college van burgemeester en wethouders.
Het terugbrengen van alle uitgekomen materialen (boven- en/of ondergronds) op een vakkundige wijze in zijn oorspronkelijk staat.
De kosten voor de gemeente door vermindering van de kwaliteit en/of duurzaamheid van de verharding of andere gemeente eigendommen, veroorzaakt door de (graaf)werkzaamheden onder verhardingsconstructies of andere voorzieningen.
Wegen en wateren, inclusief fietspaden, voetpaden, trottoirs, bermen, plantsoenen en parken, die in eigendom of beheer zijn bij de gemeente.
Gemeentelijke kabel- en leidingcoördinator:
Degene die uit hoofde van zijn functie en mandaat de gemeentelijke regie voert over de uitvoering door derden van kabel- en leidingwerken.
Gemeentelijke inspecteur kabels en leidingen:
Degene die uit hoofde van zijn functie en mandaat het gemeentelijke toezicht houdt over de uitvoering door derden van kabel- en leidingwerken.
Verhardingsconstructie bestaande uit een bitumen, cement of kunststof gebonden materiaal.
Het handmatig en/of mechanisch verrichten van werkzaamheden in de ondergrond.
De natuurlijke of rechtspersoon onder wiens verantwoordelijkheid of leiding de feitelijke (graaf)werkzaamheden worden verricht.
Het Handboek Kabels en Leidingen Gemeente Eindhoven welke de nadere regels bevat welke het college op basis van de Verordening kabels en leidingen gemeente Eindhoven 2014 kan vaststellen.
Afsluitbare ondergrondse holle behuizing, in de meeste gevallen gebruikt binnen de telecommunicatiesector, voor het onderbrengen van apparatuur met toegangsluik onder de verharding of op maaiveldniveau.
Het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt.
Digitaal meld- en volgsysteem voor kabels en leidingen van de gemeente Eindhoven. Zie http://desktop.icass.nl
Instantie (onderdeel van het Kadaster) waar voorafgaand aan machinale graafwerkzaamheden liggingsgegevens van ondergrondse kabels en leidingen opgevraagd dienen te worden (wettelijke verplichting op basis van De Wet Informatie-uitwisseling Bovengrondse en Ondergrondse Netten (WIBON).
Kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk), daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations en andere hulpmiddelen, behoudens voor zover deze verbindingen en hulpmiddelen liggen binnen de installatie van een producent of van een afnemer, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken. Voorbeelden van deze kabels en leidingen zijn onder andere telecommunicatie- en omroepkabels, elektriciteitskabels (koppel-, transport- en distributiekabels), gasleidingen (transport-, distributie- en dienstleidingen), waterleidingen, rioleringen (buizen) en kabels en leidingen ten behoeve van industriële netwerken.
Sleuven met over het algemeen beperkte afmetingen, die worden gemaakt t.b.v. de toegang tot een handhole, het opgraven van een kabelrol t.b.v. klantaansluitingen, het maken van aftakkingen, voor het herstellen van kabels c.q. leidingstoringen of voor inspectiedoeleinden.
Één of meer ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en), daaronder mede begrepen lege buizen, de boven- en ondergrondse ondersteuningswerken, ondergrondse kokerconstructies en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van data, energie of water.
De netwerkeigenaar van een kabel- en/of leidingennet. Hiermee gelijk gesteld een ieder die in de uitoefening van een bedrijf of als natuurlijk persoon namens de netwerkeigenaar werkzaamheden ten behoeve van kabels en leidingen uitvoert / laat uitvoeren.
Het door de gemeente eenzijdig vastgestelde en voor de vergunninghouder verplichte schema in de ligging van kabels en leidingen in de gemeentegrond. Binnen een algemeen profielgebied kunnen nog afwijkende profielen voorkomen, deze worden in samenspraak met de Gemeentelijke kabel- en leidingcoördinator vastgesteld. Voor standaardprofielen zie Standaarddetails.
De natuurlijke of rechtspersoon, die opdracht geeft tot het uitvoeren van een werk waarbij graafwerkzaamheden worden verricht. Een derde partij kan als opdrachtgever optreden namens de netbeheerder in het realisatieproces, mits rechtsgeldig en voldoende door netbeheerder en vergunninghouder gemandateerd.
Verhardingsconstructie bestaande uit elementen of andere ongebonden materialen op een puinfundering, waaraan geen bindmiddel is toegevoegd, op een hydraulische granulaatfundering of op een gebonden zandfundering.
Een gewaarmerkte tekening die de gerealiseerde ligging aangeeft van de aangelegde kabels en/of leidingen met X- en Y-coördinaten volgens het RD-stelsel alsmede hoeveel kabels en leidingen gelegd zijn in een sleuf.
De opening die ontstaat door het verwijderen van verharding en/of grond ten behoeve van het leggen van kabels en leidingen.
Laatste versie van de Standaarddetails gemeente Eindhoven. Deze bevatten details ten behoeve van projectuitvoering binnen de gemeente Eindhoven. Zie hiervoor: https://www.eindhoven.nl/sites/default/files/2018-11/standaarddetails%202018.pdf
Een defect aan een kabel of leiding, dat leidt tot onvoorziene (al dan niet spoedeisende) werkzaamheden voor herstel.
De natuurlijke of rechtspersoon, in de regel een netbeheerder, aan wie de gemeente vergunning, instemming of toestemming heeft verleend voor het leggen, hebben, houden, onderhouden en verwijderen etc. van ondergrondse infrastructuur in openbare gronden die door de gemeente beheerd worden. Een derde partij kan optreden namens de netbeheerder in het proces van de vergunningaanvraag, mits rechtsgeldig en voldoende door netbeheerder gemandateerd.
De meest recente versie van de Verordening Kabels en Leidingen Gemeente Eindhoven.
Werkzaamheden van niet ingrijpende aard:
2.1 Werkzaamheden van niet ingrijpende aard (melding)
In de Verordening wordt onderscheid gemaakt tussen “werkzaamheden” en “werkzaamheden van niet ingrijpende aard”. Voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard (kleine graafwerkzaamheden, zijnde werkzaamheden tot 25 m¹ of 10m²) gelden de volgende uitgangspunten:
2.2 Werkzaamheden (aanvraag instemming of vergunning)
Voor alle werkzaamheden (niet zijnde werkzaamheden van niet ingrijpende aard) gelden de volgende uitgangspunten:
een separaat verkeersplan inclusief een dwarsprofiel van de weg met daarop aangegeven de benodigde werkruimte, vrije ruimte, langsafzetting, obstakelvrees en resterende verkeersruimte wanneer dit volgens de Tekening Verkeersplanverplichting KenL vereist is (wegen aangegeven met blauwe belijning, zie hiervoor https://www.eindhoven.nl/bestuur-en-beleidbeleid/visies-plannen-en-verordeningen)
In geval van ernstige belemmeringen en storingen wordt een uitzondering gemaakt op bovenstaand uitgangspunt voor reguliere graafwerkzaamheden, zie hiervoor artikel 2.5 en 3.5 van de Verordening. Deze uitzondering geldt niet wanneer er een boring of persing gerealiseerd moet worden. Na een startmelding voor herstelwerkzaamheden van ernstige belemmeringen of storingen, waarbij een tracé van meer dan 25 meter is open gegraven moet achteraf alsnog een vergunning of instemming aangevraagd worden.
Indien tijdens (een fase van) de werkzaamheden rijbanen of fietspaden worden afgesloten of een voorrangsregeling en/of rijstrookafzetting wordt toegepast, dient dit altijd tijdig gemeld te worden bij bereikbaar@eindhoven.nl. Tijdig betekent in dit geval uiterlijk woensdag 12:00 uur, in de week voorafgaande aan de week waarin (de fase van) het werk start. (Voorbeeld: als een maatregel vrijdag week 13 zou starten, dan dient dit uiterlijk woensdag 12.00 uur van week 12 gemeld te worden). Let hierbij op dat de data accuraat zijn, omdat deze binnen diverse gemeentelijke afdelingen, het openbaar vervoer, hulpdiensten, gladheidbestrijders, afvalophaaldiensten e.d. gecommuniceerd worden.
Wanneer tijdens deze kwaliteitsinspectie blijkt dat de openbare ruimte ten gevolge van de uitgevoerde werkzaamheden niet aan de gestelde eisen voldoet (zie hoofdstuk 3, Algemene uitvoeringseisen), ontvangen de netbeheerder en de melder via ICASS een mail met een herstelopdracht. In deze mail stelt de gemeente een termijn waarbinnen de geconstateerde gebreken hersteld moeten worden.
Blijkt na de gestelde hersteltermijn bij een tweede kwaliteitsinspectie dat de openbare ruimte ten gevolge van de uitgevoerde herstelwerkzaamheden nog steeds niet aan de gestelde eisen voldoet dan geeft de gemeente opdracht aan de gemeentelijke aannemer om de geconstateerde gebreken te herstellen. Hiervan ontvangen de netbeheerder en de melder via ICASS een mail met het inspectieverslag van de definitieve afkeur. Het is dan niet langer toegestaan om als netbeheerder de herstelwerkzaamheden alsnog uit te (laten) voeren. Alle gemeentelijke kosten en de kosten van herstel worden door de gemeente aan de netbeheerder doorberekend.
Bij directe onveiligheid voor de omgeving wordt de locatie door of namens de gemeente direct veilig gesteld. De netbeheerder dient binnen twee uur na een telefonische melding van de gemeente de benodigde herstelwerkzaamheden uit te (laten) voeren. Indien de netbeheerder de herstelwerkzaamheden niet binnen deze termijn kan (laten) uitvoeren wordt door de gemeente direct opdracht gegeven aan de gemeentelijke aannemer om de herstelwerkzaamheden uit te voeren en worden de kosten aan de netbeheerder doorberekend.
De netbeheerder blijft na gereedmelding van de werkzaamheden nog één jaar verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn uitgevoerde werkzaamheden in de openbare ruimte. Indien binnen deze termijn gebreken optreden dienen de gebreken op eigen kosten hersteld te worden.
Daartoe zal de gemeente (steekproefsgewijs) ongeveer 2 maanden voor het verstrijken van de termijn het tracé nog een kwaliteitsinspectie uitvoeren. Wanneer tijdens deze inspectie blijkt dat de openbare ruimte ten gevolge van de uitgevoerde werkzaamheden niet aan de gestelde eisen voldoet (zie hoofdstuk 3, Algemene uitvoeringseisen), ontvangen de netbeheerder en de melder via ICASS een mail met een herstelopdracht. In deze mail stelt de gemeente een termijn waarbinnen de vastgestelde gebreken hersteld moeten worden.
Blijkt na de gestelde hersteltermijn bij een tweede kwaliteitsinspectie dat de openbare ruimte ten gevolge van de uitgevoerde herstelwerkzaamheden nog steeds niet aan de gestelde eisen voldoet dan geeft de gemeente opdracht aan de gemeentelijke aannemer om de geconstateerde gebreken te herstellen. Hiervan ontvangen de netbeheerder en de melder via ICASS een mail met het inspectieverslag van de definitieve afkeur. Het is dan niet langer toegestaan om als netbeheerder de herstelwerkzaamheden alsnog uit te (laten) voeren. De kosten van herstel worden door de gemeente aan de netbeheerder doorberekend.
De netbeheerder, die werkzaamheden uitvoert of uit laat voeren, brengt direct betrokken omwonenden, bedrijven en belanghebbenden minimaal vijf werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden schriftelijk op de hoogte van de aard en duur van deze werkzaamheden.
De bewonersbrieven moeten voorzien zijn van:
• Startdatum en duur van de werkzaamheden;
• Beschrijving van de werkzaamheden;
• Locatieomschrijving van de werkzaamheden (inclusief een situatietekening);
• Contactpersoon van de uitvoerende partij (inclusief 24 uurs bereikbaarheid);
• Een informatie- of klachtennummer van de uitvoerende partij.
Indien een netbeheerder werkzaamheden uitvoert ten behoeve van een gemeentelijk project, zal de gemeente zorg dragen voor het verspreiden van een bewonersbrief.
3.1.2 Vooropname/Administratieve eisen vergunningsaanvraag
Voor aanvang van de werkzaamheden dient de netbeheerder te inventariseren of er naast een vergunning kabels en leidingen of instemmingsbesluit andere vergunningen of toestemmingen verkregen dienen te worden, bijvoorbeeld:
• op basis van de Omgevingswet of de APV;
• toestemming van andere netbeheerders, zoals onder andere ProRail, Waterschap of RWS;
• toestemming van particuliere grondeigenaren.
3.1.3 Vooropname/Technische eisen vergunningsaanvraag
Voor aanvang van de werkzaamheden dient de netbeheerder een vooropname van het werkvak uit te (laten) voeren, waarbij eventuele afwijkingen van de kwaliteit van de verharding en omgeving (bijvoorbeeld breuk in bestratingsmateriaal) vastgelegd worden door middel van foto’s. Deze dienen, eventueel voorzien van een toelichting, door de netbeheerder in het digitale systeem ICASS vastgelegd te worden.
Tijdens de vooropname dient ook het tracé (middels proefsleuven) onderzocht te worden. Bij ontdekking van onregelmatigheden (zoals mogelijke bovenligging of andere obstakels in het tracé) dient de netbeheerder hiervan een melding te maken bij de Gemeentelijke inspecteur kabels en leidingen.
Indien bij de vooropname blijkt dat het noodzakelijk is om een sleuf in gesloten verharding aan te brengen, omdat een persing, boring of alternatief tracé niet mogelijk is, kan de gemeente hier onder bepaalde voorwaarden toestemming voor verlenen. De wijze waarop dit moet gebeuren wordt door de coördinator kabels en leidingen in overleg met de wegbeheerder van de gemeente per geval bepaald.
3.1.4 Opslag bouwmateriaal en –materieel
Wanneer voor de opslag van bouwmateriaal en -materieel een tijdelijk opslagterrein nodig is in de openbare ruimte dient dit aangevraagd te worden via https://www.eindhoven.nl/ondernemen/gebruik-openbare-ruimte
3.1.5 Ontheffing of vrijstelling parkeer-of inrijverbod
Indien voor de uitvoering van de werkzaamheden een ontheffing of vrijstelling van een parkeerverbod of inrijverbod nodig is, dient dit minimaal 14 dagen voor aanvang van de werkzaamheden aangevraagd te worden via: https://www.eindhoven.nl/stad-en-wonen/stad/parkeren/parkeervergunningen?keyword=Parkeervergunningen
Na uitvoering van de werkzaamheden dient een revisietekening aangeleverd te worden in de volgende gevallen:
• bij een afwijkende ligging van de originele goedgekeurde tracétekening,
• bij een afwijkende ligging ten opzichte van het normprofiel,
• bij een afwijkende ligging van de originele goedgekeurde boortekening met dwarsprofiel.
Wanneer de diepteligging afwijkt van het bij de vergunning goedgekeurde boorprofiel dient tevens de Z-coördinaat bij de revisie vermeld te worden.
De werkindeling van de uit te voeren werkzaamheden moet erop gericht zijn dat de overlast voor de gebruikers van de openbare ruimte zoveel mogelijk wordt beperkt. Een en ander ter beoordeling van de gemeente. Alle (wettelijke) verkeersvoorzieningen die verband houden met het werk, zoals o.a. het plaatsen van borden, hekken en dergelijke langs sleuven, moeten voor rekening van en door de netbeheerder worden uitgevoerd. De te treffen verkeersmaatregelen moeten middels een verkeersplan voldoen aan de CROW publicatie 96b. Deze moeten verder bij de aanvraag ter goedkeuring aan de coördinator kabels en leidingen worden voorgelegd (zie hoofdstuk 2, Procedures).
3.2.1 Technische bepalingen verkeersmaatregelen
Borden worden voor de doelgroep (voetgangers, fietsers, automobilisten) leesbaar geplaatst. Tenzij geplaatst op een afzethek moet de onderzijde van het bord op minimaal 2,20m hoogte geplaatst worden. Als de onderkant van het bord lager hangt dan 4,60m boven maaiveld, mag de zijkant van het bord, zich niet binnen 0,20m buiten de rijbaan bevinden.
De netbeheerder draagt er zorg voor dat de verkeersmaatregelen altijd fysiek geborgd zijn ook buiten de werktijden (inclusief periodieke controle). Tevens is 24 uur per dag een contactpersoon beschikbaar om bij meldingen van de gemeente alle verkeersmaatregelen weer direct in orde te brengen. Deze contactpersoon dient vermeld te worden in de bewonersbrief.
3.2.2 Verkeersmaatregelen bij bestuurbare boringen/persingen
Bij de uitvoering van een bestuurbare boring of een persing dient voldoende ruimte afgezet te worden voor het opstellen van het materieel en materiaal. Deze verkeersmaatregelen dienen in het verkeersplan, welke bij de aanvraag van een vergunning of instemmingsbesluit wordt ingediend, vermeld te staan.
3.3.1 Algemene uitvoeringseisen
Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden kan de inspecteur kabels en leidingen ter plaatse nadere aanwijzingen geven met betrekking tot de uitvoering. Bij onregelmatigheden is de inspecteur gerechtigd om de werkzaamheden (tijdelijk) stil te leggen. Hiervan zal de gemeente altijd melding maken bij de netbeheerder.
Het is niet toegestaan opbrekingen of bestratingswerkzaamheden in de openbare ruimte uit te voeren wanneer er vorst in de grond zit of (open) bestrating er zonder breuk niet uit te halen is. De te bewerken/verwerken grond moet vorst- en sneeuwvrij zijn (zie ook artikel 22.22.02 lid 01 van De Standaard). Uitzonderingen hierop zijn storingen en calamiteiten.
3.3.2 Ondergrondse voorzieningen
3.3.2.1 Mantelbuizen en wegkruisingen
Een mantelbuis wordt aangebracht zonder dat de gefundeerde of gesloten verharding wordt opgebroken. Deze moeten worden uitgevoerd middels doorpersingen <10m1 of bestuurbare boringen >10m1. Dit gebeurt zodanig dat er geen schade ontstaat door zetting, oppersing, en dergelijke, aan onder meer de gesloten wegconstructie, de overige verharding, de naastgelegen bermen, het groen, etc., evenals aan de overige ondergrondse infrastructuur. Tevens verwijzen wij naar artikel 24.22.01 lid 01 van De Standaard.
Persingen >10 m1 onder gesloten verharding zijn in beginsel niet toegestaan. Indien er wegkruisingen van meer dan 10 m1 gerealiseerd moeten worden, kan de netbeheerder na overleg met en goedkeuring door de coördinator kabels en leidingen eventueel een langere persing realiseren. Alle overige kruisingen zullen door een bestuurbare boring uitgevoerd moeten worden.
Indien met een open mantelbuis wordt geperst en de grondwaterstand dit vereist, wordt de grondwaterstand aan weerszijden van de rijweg verlaagd door het plaatsen van bronnering van voldoende capaciteit. In de directe nabijheid van bomen worden, ter voorkoming van uitdroging, voorzieningen getroffen.
Vanaf 10m1 dient elke onderdoorgang onder gefundeerde of gesloten verharding uitgevoerd te worden middels een (bestuurbare) boring. Dit gebeurt zodanig dat er geen schade ontstaat door zetting, oppersing, en dergelijke, aan onder meer de gesloten wegconstructie, de overige verharding, de naastgelegen bermen, het groen, etc., evenals aan de overige ondergrondse infrastructuur. Tevens verwijzen wij naar artikel 24.22.01 lid 01 van de Standaard.
3.3.3.1 Open verharding / elementenverharding
Indien bij de vooropname (zie 4.1.2) geconstateerd is dat er gebroken materialen aanwezig zijn mogen deze niet teruggebracht worden bij de herstelwerkzaamheden. De gemeente Eindhoven levert hiervoor op verzoek nieuwe materialen. Materiaal dat tijdens de werkzaamheden breekt of beschadigd raakt wordt door en op kosten van de netbeheerder verwijderd en vervangen volgens gelijke specificaties. Hierbij legt de netbeheerder een herkomstcertificaat over. Nieuw materiaal dient geclusterd aangebracht te worden. De nieuw aan te brengen materialen mogen, indien nodig, alleen worden geknipt of gezaagd.
Na het herstel van de elementenverharding zal klinkerbestrating met brekerzand ingeveegd worden en bij tegels met niet leemhoudend geel zand, welke beide door de netbeheerder geleverd worden. Dit gebeurt totdat alle voegen volledig gevuld zijn, zoals omschreven in paragraaf 83.12.02 lid 06 van de standaard.
3.3.3.2 Sleuven in gesloten verhardingen of vaste funderingslagen
Het ontgraven en weer aanvullen gebeurt in de aanwezige laagopbouw. Indien er een steenachtige funderingslaag aanwezig is, wordt deze in de oorspronkelijke samenstelling en dikte teruggebracht. Hierop wordt een straatlaag (straatzand) van maximaal 5 cm aangebracht voor de tijdelijke bestrating met betonstraatstenen.
De te maken kosten voor het herstel van de gesloten verharding zal tegen een vast tarief doorbelast worden aan de netbeheerder. Tot 5 m2 zal er altijd sprake zijn van een vast starttarief. De overige vierkante meters zullen per m2 doorbelast worden aan de netbeheerder, het starttarief bedraagt: € 1.250,- en per extra m2 wordt: € 250,- berekend (de genoemde prijzen zullen jaarlijks volgens het prijsindexcijfer voor de bouwnijverheid geïndexeerd worden).
3.3.3.3 Ongebonden fundering en grondwerk
Het verdichten van de sleuf dient volgens artikel 24.02.03 tot en met 24.02.07 van de Standaard uitgevoerd te worden.
3.3.3.4 Bijzondere verharding / Sierbestrating
Sierbestrating is bestrating in een bijzonder patroon al of niet met verschillende bijzondere soorten bestratingmateriaal of getinte stenen. Dit in afwijking van de standaard 21x10,5x8 cm BSS of betontegel 30x30x4,5 cm.
Op diverse plaatsen binnen de gemeente Eindhoven komen hoogwaardige verhardingsconstructies of sierbestratingen voor. Deze worden na overleg met de Gemeentelijke kabel- en leidingcoördinator door de netbeheerder of een aangewezen gemeentelijke aannemer herstraat. Indien de aangewezen gemeentelijke aannemer deze bestrating hersteld worden de kosten rechtstreeks bij de netbeheerder in rekening gebracht. De gemeente Eindhoven zal uitsluitend coördineren en geen opdrachtgever zijn in deze.
3.3.4 Gazons, Bermen, Bomen & Beplantingen
Na de werkzaamheden wordt door de netbeheerder het tracé puinvrij gemaakt, waarna het tracé wordt geprofileerd, geëgaliseerd en opnieuw ingezaaid met gras van dezelfde samenstelling. Het steken en terugbrengen van zoden is niet toegestaan.
Bermen worden voor de uitvoering van de werkzaamheden gemaaid in de periode april t/m september. Het maaisel wordt op kosten van de netbeheerder afgevoerd.
Na afronding van de werkzaamheden wordt door de netbeheerder het tracé puinvrij gemaakt en daarna geprofileerd, geëgaliseerd en opnieuw ingezaaid met gras van dezelfde samenstelling.
Alle te handhaven beplantingen zullen door de netbeheerder worden uitgenomen en na de werkzaamheden worden terug geplant. Opgenomen beplanting wordt opgekuild en zo spoedig mogelijk weer teruggezet. De beplanting wordt zo nodig voor het terugzetten ingekort en direct na planten wordt water gegeven. Teruggeplaatste beplanting die als gevolg van de werkzaamheden dood gaat, moet worden ingeboet in het eerstvolgende plantseizoen, tussen 1 oktober en 31 maart.
Bij bomen of bijzondere beplanting wordt het graven binnen de wortelzone of de kroonprojectie van de bomen vermeden. De bomenposters van het www.norminstituutbomen.nl zijn hierbij van overeenkomstige toepassing, zie hiervoor ook https://www.eindhoven.nl/bestuur-en-beleidbeleid/visies-plannen-en-verordeningen
Indien er binnen de wortelzone van bomen wordt gewerkt dient, indien de gemeente hierom verzoekt, een boom effectanalyse (BEA) te worden uitgevoerd. De BEA geeft inzicht in de te treffen maatregelen om de bomen duurzaam in stand te houden. Een BEA dient uitgevoerd te worden door een onafhankelijk gespecialiseerd bureau. De kosten van de BEA zijn voor de netbeheerder.
Moet binnen de wortelzone toch gegraven worden, omdat een sleufloze techniek niet mogelijk is, dan moet binnen de grootste kroondiameter van de boom worden overgegaan op handmatig graven en is machinaal graven niet toegestaan. Het graven binnen de kroondiameter wordt te allen tijde gemeld bij de inspecteur.
Op diverse plaatsen binnen de gemeente is verontreinigde grond aanwezig. Daarom dient door de netbeheerder gewerkt te worden volgens de richtlijnen van de CROW publicatie 307 “Werken aan kabels en leidingen in verontreinigde grond, Richtlijn voor veilig en zorgvuldig werken aan ondergrondse lijninfrastructuur”.
De netbeheerder geeft zelf aan, indien een tracé door vervuilde grond gaat, of ze haar kabels of leidingen daarin wil leggen. De gemeente en ook de netbeheerder kunnen in een dergelijk geval eventueel ook kiezen voor een alternatief tracé. De veiligheid van de werknemers van de netbeheerder (Arbo-wetgeving) is en blijft te allen tijde een verantwoordelijkheid van de netbeheerder.
Komt een netbeheerder vervuilde grond tegen die niet bekend is bij de gemeente dan moet men dit direct melden bij de coördinator kabels en leidingen. Daarna kunnen er passende maatregelen worden genomen in samenspraak met de gemeente. Extra kosten (o.a. stilstand/oponthoud, aanpassen tracé) welke hiermee gemoeid zijn komen voor rekening van de netbeheerder.
Met betrekking tot oorlogsmunitie/explosieven is er binnen de gemeente Eindhoven een overzichtskaart voorhanden. Bij de coördinator kabels en leidingen kan er navraag gedaan worden waar deze locaties zich bevinden of bekend zijn (nadere onderzoekskosten zijn voor rekening van de netbeheerder). Gebieden die al onderzocht zijn op explosieven, zijn tot een diepte van maximaal 5 meter onderzocht. Mocht er tijdens de realisatie van de werkzaamheden gestuit worden op een mogelijk explosief dan wordt direct de politie ingelicht en de werkzaamheden worden gestaakt. Hierna zal zo nodig de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) worden ingeschakeld. Oponthoud en gerelateerde kosten zijn niet verhaalbaar bij de gemeente Eindhoven.
1. Werkzaamheden ten behoeve van kabels en leidingen worden zo mogelijk uitgevoerd in een droge sleuf. Wanneer dit niet mogelijk is en het plaatsen van bronnering noodzakelijk is, dient hiervoor via het Omgevingsloket van de gemeente Eindhoven een vergunning voor aangevraagd te worden.
2. Voor het lozen van door bronnering opgepompt grondwater op het gemeenteriool is rioolheffing verschuldigd.
Werkzaamheden aan asbesthoudende kabels en of leidingen en werkzaamheden met asbesthoudende materialen dienen uitgevoerd te worden volgens de vigerende regelgeving.
3.3.9 Gemeentelijke archeologische monumenten
De gemeente Eindhoven heeft voor haar grondgebied gebieden aangewezen tot gemeentelijk archeologisch monument, gebieden met archeologische waarden en gebieden met archeologische verwachtingen. Dit zijn gebieden waar archeologische resten in de bodem aanwezig zijn of verwacht worden. Bij werkzaamheden in de bodem binnen deze gebieden moet rekening worden gehouden met de archeologische waarden.
Deze gebieden staan aangegeven op de archeologische waardenkaart van de gemeente Eindhoven. Deze archeologische waardenkaart is via onderstaande gegevens op te vragen bij de afdeling Omgevingskwaliteit.
Gemeente Eindhoven, Sector RE, afdeling Omgevingskwaliteit
Postadres: Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven
Contactpersonen: Willemien van de Wijdeven w.vd.wijdeven@eindhoven.nl
De gebieden die op de archeologische waardenkaart staan zijn onderverdeeld in categorieën. Per categorie gelden verschillende consequenties bij voorgenomen bouw- of andere bodemverstorende activiteiten.
Inhoudelijk betekent dit dat de (archeologische) ondergrond in deze gebieden niet verstoord mag worden (m.a.w. dat bepaalde grondwerkzaamheden niet mogen plaatsvinden) zonder voorafgaande vergunning van het college van B&W. Criteria voor deze vergunningplicht zijn ontleend aan de Monumentenwet 1988.
Deze criteria zullen per geval afzonderlijk bekeken en toegepast worden. Voor het vervangen van kabels en leidingen in een bestaand tracé zal over het algemeen geen aanvullende vergunning nodig zijn. Als kabels en leidingen in een nieuw tracé, waar nog geen kabels en leidingen hebben gelegen, aangelegd worden is dit wel vergunningsplichtig volgens de Monumentenwet 1988.
Zowel binnen als buiten deze aangewezen archeologische gebieden kunnen binnen de gemeente Eindhoven archeologische toeval vondsten worden gedaan (anders dan bij een opgraving). Deze dienen direct gemeld te worden aan de afdeling Omgevingskwaliteit van de gemeente Eindhoven (op grond van de meldingsplicht in artikel 5.10 van de Erfgoedwet 2016), waarna bepaald zal worden of en zo ja welke aanvullende maatregelen getroffen dienen te worden.
4 Aansprakelijkheid , schade en verzekeringen
Ongeacht de vergunning- of instemmingverlening door de gemeente en/of goedkeuring door andere bevoegde instanties, is de vergunninghouder jegens de gemeente en/of derden aansprakelijk voor schade als gevolg van de uitvoering van het werk. Bij gecombineerde werkzaamheden zijn de verschillende vergunninghouders/netbeheerders hoofdelijk aansprakelijk voor de veroorzaakte schade.
De gemeente is niet aansprakelijk voor schade die netbeheerder en/of grondroerder of derden lijden, ingeval kabels en/of leidingen van verschillende netbeheerders door afwijking van de door haar gegeven aanwijzingen en richtlijnen (waaronder het standaard profiel) in lengterichting boven elkaar of te dicht bij elkaar zijn of worden gelegd.
De vergunninghouder, netbeheerder en/of grondroerder is aansprakelijk voor alle schade aan gemeente-eigendommen die het gevolg is van het (ver)leggen, verwijderen, repareren en dergelijke van kabels en/of leidingen mits hij volgens het aansprakelijkheidsrecht hiervoor kan worden aangesproken. Bij gecombineerde werkzaamheden zijn de verschillende vergunninghouders/netbeheerders hoofdelijk aansprakelijk voor de veroorzaakte schade.
Het herstel van de schade vindt plaats in overleg en voor rekening van de veroorzaker, mits hij voor de schade aansprakelijk is. Uitgangspunt bij het herstel is dat de vergunninghouder de situatie in oorspronkelijke staat herstelt. Daarop zijn ook de vergunningsvoorwaarden en de uitvoeringsvoorschriften gericht.
Omdat bij straatwerk al op voorhand bekend is dat er, ook bij goed herstel van de verharding, toch sprake is van een kwaliteitsachteruitgang is de vergunninghouder aan de gemeente een vergoeding verschuldigd. De gemeente brengt deze (degeneratie-)kosten in rekening bij de vergunninghouder (of melder).
Zonder schriftelijke toestemming van de gemeente mogen geen kadastrale veelhoekpunten, GPS punten, gemeentelijke vaste meetpunten, aanwijspalen, kathodische beschermingspalen of hekken worden verplaatst of verwijderd. Mocht dit onverhoopt toch gebeuren dan worden de hiermee gepaard gaande kosten van herstel verhaald op de vergunninghouder.
Onverminderd het in voorgaande artikelen van deze paragraaf bepaalde dragen vergunninghouder en haar (onder-)aannemers voor eigen rekening zorg voor de verzekeringen tegen schade als gevolg van wettelijke aansprakelijkheid welke voortvloeit uit het gebruik van aannemersmateriaal bij de uitvoering van het werk.
Het personeel dat bij de werkzaamheden is betrokken moet zijn geïnstrueerd met betrekking tot de op de bouwplaats geldende wetten en regels ten aanzien van de veiligheid. Leidinggevend personeel van de uitvoerende partij en de vergunninghouder moeten erop toezien dat de van toepassing zijnde voorschriften worden nageleefd.
Citeertitel : Handboek Kabels en Leidingen gemeente Eindhoven
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-19349.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.