Gemeenteblad van Bronckhorst
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bronckhorst | Gemeenteblad 2019, 19318 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bronckhorst | Gemeenteblad 2019, 19318 | Beleidsregels |
Beloningsregeling gemeente Bronckhorst 2016
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Het recht op salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen overeenkomstig hoofdstuk 3 CAR, vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de medewerker ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht aan met de dag waarop de medewerker feitelijk in dienst is getreden.
Dit recht bestaat niet over de tijd dat de medewerker in strijd met zijn verplichtingen opzettelijk nalaat arbeid te verrichten.
Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.
Artikel 4 Deeltijd dienstverband
Het salaris van de medewerker met een deeltijd dienstverband wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledig dienstverband.
De salarisbedragen van de medewerkers van wie het salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in artikel 99 bijlage IIa van de CAR.
Artikel 8 Extra periodieke verhoging van het salaris
Aan de medewerker die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking.
Artikel 10 Salaris bij bevordering naar hogere schaal
Wanneer de medewerker wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt voor de medewerker, als bedoeld in artikel 3:6, van de CAR, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eerst hogere bedrag in die schaal, met dien verstande dat de medewerker er minimaal 75% van de grootste periodiek van de verlaten schaal op vooruit gaat.
Artikel 12 Salaris bij aanstelling
Bij aanstelling of overplaatsing vindt in principe inschaling plaats in de aanloopschaal.
De aanloopschaal is onmiddellijk gelegen onder de functieschaal. De aanloopschaal wordt toegekend als de medewerk(st)er nog niet aan alle eisen voor een volledige uitoefening van de betrekking voldoet. Het verblijf van een medewerk(st)er in de aanloopschaal duurt in de regel 1 jaar en bij uitzondering kan de duur worden bepaald op maximaal 2 jaar.
IV. INSTRUMENTEN VAN FLEXIBELE BELONING
Artikel 15 Bijzondere beloningen
Naast gratificaties kunnen voor door de medewerker individueel geleverde eenmalige extra inspanningen ook (kleinere) beloningen worden toegekend, zoals geschenken-, boeken-, cd-, diner-, theater- of gereedschap bon e.d.
V. OVERIGE TOELAGEN EN VERGOEDINGEN
Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:10 van de CAR. De waarnemingsvergoeding wordt maandelijks uitbetaald.
Artikel 21 Buitendagvenstervergoeding
De ambtenaar tot schaal 11 en hoger, die buiten het dagvenster werkzaamheden moet verrichten (in het kader van dienstbelang) komt in aanmerking voor de buiendagvenstertoelage zoals beschreven in artikel 3:12 CAR. De vergoeding bedraagt per week een percentage van het uurloon.
De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd. De ambtenaar maakt hierover afspraken met zijn leidinggevende.
De vergoeding word uiterlijk 1 maand na het verrichten van werk buiten het dagvenster uitbetaald.
Aan de medewerker voor wie de bijzondere regeling voor de werktijden geldt (artikel 4:3 tot en met 4:7 CAR) met uitzondering van schaal 11 en hoger wordt in geval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:18 van de CAR.
De overwerkvergoeding die bestaat uit verlof wordt op een zo vroeg mogelijk tijdstip verleend. De overwerkvergoeding die bestaat uit geld, wordt uiterlijk 1 maand na het verrichten van het overwerk uitbetaald.
Artikel 23 Toelage voor onregelmatige diensten
De in het vorige lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de medewerker geldende salaris per uur en wel:
genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorend bij het maximumsalaris van salarisschaal 6.
Artikel 24 Ambtsjubileumgratificatie
De ambtsjubileumgratificatie zoals bedoeld in artikel 3:19 CAR wordt in de maand van het jubileum uitbetaald. Indien er sprake is van een proportionele gratificatie, wordt deze bij ontslag in de laatste salarisbetaling uitbetaald.
Artikel 30 Afbouwtoelage (van toepassing voor nieuwe gevallen vanaf 1 januari 2016)
De ambtenaar van wie buiten zijn toedoen de toelage onregelmatige dienst, de toelage beschikbaarheidsdienst, en/of de inconveniëntentoelage blijvend wordt verlaagd of beëindigd, heeft recht op een afbouwtoelage als hij de toelage(n) zonder onderbreking van meer dan twee maanden gedurende tenminste drie jaren heeft genoten én met de verlaging of beëindiging van de toelage(n) een bedrag is gemoeid vantenminste 3% van zijn salaris.
Artikel 31 Onvoorziene gevallen (blijvend van toepassing voor situatie tot 1 januari 2016)
Aan de medewerker van wie het salaris en alle afgesproken toelagen, vergoedingen en uitkeringen als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikel 22en 28 een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de medewerker van 60 jaar of ouder van wie zijn bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage - als bedoeld in artikelen 22 en 28 - een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de medewerker de toelage - als bedoeld in artikelen 22 en 28 - direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de medewerker de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van de toelage gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage - als bedoeld in artikelen 22 en 28 - heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.
Artikel 27 Wachtdienst- en bereikbaarheidsregeling gemeente Bronckhorst
In deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 27:2 Beschikbaarheid en Bereikbaarheid
Artikel 27:4 Toelage beschikbaarheidsdienst
Wat in de CAR/UWO ten aanzien van het verrichten van arbeid op zondag is bepaald, geldt mede voor het verrichten van arbeid ten aanzien van de (feest- en gedenk)dagen als genoemd in artikel 4:5 lid 3.
Artikel 28:5 Overwerkvergoeding
Voor de tijd daadwerkelijk in dienst wordt een overwerkvergoeding verleend in geld, dan wel in geld en verlof, overeenkomstig het gestelde in artikel 3:18 CAR.
Artikel 28:6 Vermeerdering vakantie-uren
Op grond van het bepaalde in artikel 6:2:1 lid 4 van de CAR/UWO wordt de aan de medewerker toekomende vakantie vermeerderd met 14,4 uren, voor zover de wachtdiensten ten minste op gemiddeld 90 kalenderdagen in een periode van 12 maanden zullen moeten worden verricht, wat uit de schriftelijke aanwijzing (van het college van B&W) moet blijken.
Artikel 28:7 Vergoeding bij ziekte
De in artikel 28:4 bedoelde vergoeding wordt in geval van ziekte gedurende de periode dat de betreffende medewerker op het rooster staat vermeld, echter niet langer dan 3 maanden, normaal uitbetaald.
Artikel 28:8 Vrijstelling van dienst
De medewerker die de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, kan op verzoek worden vrijgesteld van de verplichting om wachtdiensten te draaien.
Artikel 29 REGELING BEDRIJFSHULPVERLENING
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
Artikel 29: 2 Toekenning van een vergoeding BHV, EHBO en interventieteam
Aan ambtenaren die door het college zijn aangewezen als bedrijfshulpverlener als bedoeld in artikel 15 van de Arbeidsomstandighedenwet, EHBO-er, of als lid van een anti-agressie- of interventieteam, wordt een jaarlijkse BHV vergoeding toegekend.
Artikel 29:3 Hoogte van de vergoeding
De hoogte van de vergoeding bedraagt € 220,00 per jaar De BHV vergoeding wordt structureel maandelijks met het salaris uitbetaald.
Het betreft een standaardvergoeding die bij stapeling van taken niet cumuleert.
Artikel 29:4 Beëindiging toelage
Bij het niet of niet-succesvol doorlopen van het jaarlijkse herhalingsexamen Bedrijfshulpverlening vervalt het officiële diploma en vervalt de aanwijzing als bedrijfshulpverlener met ingang van 1 januari van het daaropvolgende kalenderjaar.
Per dezelfde datum wordt de vergoeding beëindigd. Hierop is geen afbouwregeling van toepassing.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te beslissen, voor zover nodig in afwijking van het in deze regeling bepaalde, in gevallen waarin deze regeling naar hun oordeel niet of niet in redelijkheid voorziet.
Artikel 30 REISKOSTENREGELING WOON-WERKVERKEER
Elke medewerker krijgt een vergoeding voor het reizen van de woning naar het werk op basis van € 0,09 netto per kilometer. Een vast bedrag aan reiskostenvergoeding woon-werkverkeer wordt elke maand bij het salaris uitbetaald.
Bij de berekening van de vaste onbelaste vergoeding voor een medewerker die 5 dagen per week werkt, wordt uitgegaan van 206 werkdagen per jaar (260 werkdagen minus 54 dagen voor vakantie, ziekte en verlof). Dit is gemiddeld 17,17 werkdagen per maand. De berekening voor deeltijders vindt naar rato plaats.
III. VERGOEDING INDIEN AFSTAND MEER DAN 75 KILOMER BEDRAAGT
Vergoeding op declaratiebasis Artikel 30:3 Indien de totale reisafstand van woning naar werk meer dan 75 kilometer bedraagt, vindt vergoeding van de kosten op basis van declaratie telkens achteraf per maand plaats.
Toelichting beloningsregeling gemeente Bronckhorst
De beloningsregeling is een lokale uitwerking van de bepalingen in het nieuwe beloningshoofdstuk 3 van de CAR, welke op 1 januari 2016 in werking treedt.
Deze toelichting beoogt voornamelijk de in de bezoldigingsregeling gemaakte keuzes toe te lichten en eventueel te relativeren door alternatieven te bieden.
Bij het begrip bezoldiging (onderdeel f) wordt eenvoudigheid halve verwezen naar artikel 3:1 van de CAR. Hierin wordt bezoldiging gedefinieerd als: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de medewerker toegekende emolumenten en toelagen - niet zijnde onkostenvergoedingen - als omschreven in het eerste lid van de bedoelde regeling, alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en waarnemingstoelage. Op grond van deze bezoldiging vallen alle toelagen van de hoofdstukken II en IV onder het begrip bezoldiging. Dan blijven nog over de gratificatie, de groepsgratificatie en de overwerkvergoeding, die een incidenteel karakter dragen. Deze vallen niet onder het begrip bezoldiging.
Er is bewust voor gekozen om te verwijzen naar bijlage 2a van de CAR en niet naar bijlagen toegevoegd aan de bezoldigingsregeling. Het voordeel is dat als de bijlagen 2a wijzigen, dit automatisch wordt meegenomen voor de bezoldigingsregeling. Het is mogelijk dat er bijlagen bij de regeling zijn toegevoegd betreffende vaste vergoedingen. In dat geval kan de volgende zinsnede worden toegevoegd: of, indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag, opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage.
Artikel 6 Bepaling salarisschaal
In het eerste lid wordt wat betreft de toepassing van bijlagen 2a eenvoudigheid halve verwezen naar artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de CAR.
In artikel 7 t/m 9 wordt respectievelijk geregeld: periodieke verhoging, extra periodieke verhoging en het onthouden van een periodieke verhoging.
Artikel 10 Salaris bij bevordering naar hogere schaal
In dit artikel wordt de bevorderingssystematiek geregeld.
De bezoldiging bij de aanstelling en bevordering naar de functieschaal worden hierin beschreven.
IV INSTRUMENTEN VAN FLEXIBELE BELONING
In artikel 13 t/m 16 worden de volgende instrumenten van flexibele beloning geregeld: gratificatie, groepsgratificatie, bijzondere beloningen, tijdelijke persoonlijke toelage. Al deze instrumenten hebben als kenmerk dat hiermee op flexibele wijze kan worden gedifferentieerd in beloning. De flexibiliteit zit in het tijdelijke karakter van deze instrumenten. Hoe flexibel deze instrumenten worden toegepast, hangt af van het lokale beleid ten aanzien van flexibel beleid.
Artikel 17 Arbeidsmarkttoelage
Artikel 17 biedt de mogelijkheid om in bijzondere gevallen een medewerker een arbeidstoelage te verstrekken gedurende een bepaalde periode. De arbeidstoelage wordt opgenomen bij de uitwerking in de nota beloningsbeleid.
Artikel 18 Nadere regels instrumenten flexibele beloning
Artikel 18 biedt de mogelijkheid om nadere regels te stellen voor de toepassing en de hoogte van de beloningsinstrumenten van hoofdstuk IV. Zo is voor te stellen dat een en ander wordt uitgewerkt in een regeling of beleidsnota omtrent flexibele beloning of beloningsdifferentiatie.
Artikel 19 Geen afbouwregeling
Artikel 19 regelt dat bij beëindiging van (een van) de instrumenten van flexibele beloning geen afbouwregeling wordt toegepast.
V. OVERIGE TOELAGEN EN VERGOEDINGEN
In de artikelen 20 t/m 31 worden respectievelijk geregeld: waarnemingstoelage, overwerkvergoeding, toelage onregelmatige diensten, verschuivingstoelage, ambtsjubileumgratificaties, uitwisselen van arbeidsvoorwaarden, reis-en verblijfkosten, vergoeding vrijwillige brandweer, en de wachtdienst en bereikbaarheidsregeling. de regeling BHV-toelage en vergoeding systeembeheer. Deze toelagen/vergoedingen hebben met uitzondering van BHV-toelage, de vergoeding reiskosten woon-werkverkeer en de vergoeding voor systeembeheer, een grondslag in de CAR.
Artikel 30 Reiskostenvergoeding woon-werkverkeer
Bij de berekening van de vaste onbelaste vergoeding voor een medewerker die 5 dagen per week werkt, wordt uitgegaan van 206 werkdagen per jaar (260 reguliere werkdagen per jaar, verminderd met gemiddeld 54 dagen voor vakantie, ziekte en verlof) Dit is gemiddeld 17,17 werkdagen per maand.
Wanneer een medewerker 4 dagen of minder per week werkt, is de berekening naar rato.
De reiskostenvergoeding wordt doorbetaald tijdens korte afwezigheid. De vergoeding wordt opgeschort wanneer de afwezigheid langer duurt dan 6 aaneengesloten weken.
De berekening van de reisafstand woning-werk vindt plaats volgens de snelste route (routeplanner) en wordt afgerond op hele kilometers.
Een medewerker die 5 dagen per week werkt en 14,7 kilometer van huis naar werk rijdt, ontvangt een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer van:
17,17 x 15 x 2 x € 0,09 = € 46,36 per maand.
In artikel 32 wordt de afbouwtoelage voor het wegvallen of verminderen van de toelage onregelmatige dienst, de wachtdienst en bereikbaarheidsregeling geregeld.
Er is juist voor gekozen om bij deze toelagen een afbouwtoelage toe te kennen, omdat deze toelagen sterk zijn gerelateerd aan de uitoefening van bepaalde functies en het wegvallen of verminderen de betreffende medewerker (ervan uitgaande dat het buiten zijn toedoen gebeurt) onevenredig veel schade berokkent. Er is gekozen voor een aflopende afbouwtoelage in plaats van een garantieregeling, om ervoor te zorgen dat er geen sprake is van een eindeloze compensatie. Veelal is sprake van een stapsgewijze afbouw in drie jaar: het eerste jaar 75%, het tweede jaar 50%, het derde jaar 25%.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-19318.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.