Gemeenteblad van Noordenveld
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordenveld | Gemeenteblad 2019, 1920 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noordenveld | Gemeenteblad 2019, 1920 | Verordeningen |
De raad van de gemeente Noordenveld,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 december 2012; nr.BW12.0929, inzake de wijzigingen in de Wet Inburgering;
gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid en 35 van de Wet inburgering;
overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen, het aanbieden van een inburgeringsvoorziening en taalkennisvoorziening aan inburgeringsplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd;
overwegende dat als gevolg van de wijziging van de Wet Inburgering de taken van gemeenten op het terrein van inburgering op termijn beëindigd zullen worden;
overwegende dat gedurende een overgangsperiode gemeenten nog een aantal zaken op het terrein van inburgering zullen uitoefenen;
overwegende dat daarom de onder de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 opgestelde verordening op onderdelen dient te worden gewijzigd.
Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking
Artikel 2. De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen.
Het bestuur verstrekt inburgeringsplichtigen informatie terzake van hun belangrijkste rechten en plichten uit hoofde van de wet wanneer zij, na daartoe te zijn opgeroepen, verschijnen, doch uiterlijk op de dag waarop zij een handhavingsbeschikking of beschikking ter vaststelling van een inburgeringsvoorziening ontvangen.
Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de voorziening.
Artikel 4. De samenstelling van de voorziening.
Indien de inburgeraar een re-integratie of participatietraject wordt aangeboden draagt het bestuur er zorg voor dat het traject, afhankelijk van capaciteiten en ambitie, zich richt op deelname aan de samenleving. Dit kan variëren van het volgen van een vervolg- of vakopleiding, het toeleiden naar de arbeidsmarkt of het deelnemen aan maatschappelijke activiteiten.
Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete
Artikel 10. De hoogte van de bestuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen
De bestuurlijke boete bedraagt maximaal 20 % van de bijstandsnorm (voor een maand die voor de inburgeringsplichtige geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn) indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het bestuur op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. De bestuurlijke boete kan nooit hoger zijn dan het maximum van het bedrag genoemd in artikel 34 sub a van de wet.
De bestuurlijke boete bedraagt maximaal 40 % van de bijstandsnorm (voor een maand die voor de inburgeringsplichtige geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn) indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het bestuur op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtige is, geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde voorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid of de krachtens artikel 23 derde lid gestelde regels van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 7 van deze verordening. De bestuurlijke boete kan nooit hoger zijn dan het maximum van het bedrag genoemd in artikel 34 sub b van de wet.
De bestuurlijke boete bedraagt maximaal 40 % van de bijstandsnorm (voor een maand die voor de inburgeringsplichtige geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn) indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het bestuur op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is, niet binnen de in artikel 7, eerste lid, van de wet bedoelde termijn of binnen de door het bestuur op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel a, van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. De bestuurlijke boete kan nooit hoger zijn dan het maximum van het bedrag genoemd in artikel 34 sub c van de wet.
Het bestuur legt géén bestuurlijke boete op indien voor dezelfde gedraging de bijstand kan worden verlaagd op grond van artikel 18 tweede lid, van de Wet werk en bijstand, dan wel voor dezelfde gedraging een boete of maatregel kan of moet worden opgelegd op grond van de bij de AMVB aangewezen sociale zekerheidswetten.
Artikel 11. Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding
Het percentage van de bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 10, eerste lid of tweede lid wordt verhoogd, indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het bestuur op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is, zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding. De bestuurlijke boete kan nooit hoger zijn dan het maximum van het bedrag genoemd in artikel 34 sub a en sub b van de wet.
Het percentage van de bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 9, derde lid wordt verhoogd indien de inburgeringsplichtige of de persoon ten aanzien van wie het bestuur op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringsplichtig is, niet binnen de door het bestuur op grond van artikel 32 of 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. De bestuurlijke boete kan nooit hoger zijn dan het maximum van het bedrag genoemd in artikel 34 sub d van de wet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-1920.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.