Wijziging Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2016, 1e en 2e halfjaar 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk;

 

gelezen het voorstel van de gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen van 5 juli 2019;

besluit:

 

De Leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2016, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 augustus 2018, 161512, wordt gewijzigd als volgt.

ARTIKEL I

 

  • A.

    In artikel 8 wordt na het eerste gedachtestreepje een nieuw gedachtestreepje ingevoegd:

    • -

      bekendmaking van de aanslag aan een rechtspersoon die (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan;

  • B.

    Artikel 8.2 komt als volgt te luiden:

    8.2 Bekendmaking als de rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan

    Als een rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan, is de wijze van bekendmaking van de belastingaanslag ter beoordeling aan de invorderingsambtenaar. Bij deze beoordeling kunnen onder andere de volgende factoren een rol spelen:

    • -

      het recht waarnaar de rechtspersoon is opgericht;

    • -

      het belang van een snelle bekendmaking in verband met vrees voor onverhaalbaarheid.

  • C.

    Aan artikel 14.4.5 wordt een volzin toegevoegd, luidende:

    Artikel 19.3.4, eerste alinea, laatste twee volzinnen zijn van overeenkomstige toepassing.

     

  • D.

    Artikel 17, eerste gedachtestreepje, komt als volgt te luiden:

    • -

      het aanhouden van de tenuitvoerlegging van een dwangbevel bij verzet;

  • E.

    Aan artikel 19.3.4, eerste alinea, worden twee volzinnen toegevoegd, luidende:

    Indien de belastingschuldige kenbaar maakt dat de beslagvrije voet onjuist is vastgesteld, maar niet de juiste informatie verstrekt voor de goede vaststelling ervan, stelt de invorderingsambtenaar hem in de gelegenheid om binnen redelijke termijn alsnog de juiste informatie te verstrekken. Indien de belastingschuldige de juiste informatie binnen de door de invorderingsambtenaar gestelde termijn aanlevert, herstelt de invorderingsambtenaar de beslagvrije voet met ingang van de inhouding volgend op het moment waarop de belastingschuldige kenbaar maakte dat de beslagvrije voet onjuist was vastgesteld.

     

  • F.

    In de artikelen 25.1.5, 25.1,8, 25.7.2, 25.7.5, 26.1.5, 26.1.7, 26.1.8, 26.4.6 en 26.5.1 wordt “tien” telkens vervangen door “veertien”.

     

  • G.

    In artikel 26.2.12, derde alinea, sub B wordt 54 vervangen door 55.

     

  • H.

    Artikel 26.2.19 wordt als volgt gewijzigd”:

    • 1.

      34 wordt vervangen door 35

    • 2.

      81 wordt vervangen door 75

  • I.

    Aan artikel 26.6, eerste alinea, wordt de volgende volzin toegevoegd:

    Tegen het besluit van de invorderingsambtenaar om geen invorderingsmaatregelen meer te treffen staat geen administratief beroep open.

     

  • J.

    Na artikel 33 wordt een artikel ingevoegd, luidend:

    Artikel 33a. Aansprakelijkheid van begunstigden

    Er zijn in deze leidraad op artikel 33a van de wet geen beleidsregels gemaakt.

     

  • K.

    Artikel 49.9 vervalt.

     

  • L.

    In artikel 73.4.2 wordt na ‘geen baten aanwezig’ ingevoegd ‘noch te verwachten’.

ARTIKEL II
  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: “Wijziging leidraad invordering gemeentelijke belastingen 2016, 1e en 2e halfjaar 2019.”

     

Aldus besloten door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk in zijn vergadering gehouden op 16 juli 2019,

de gemeentesecretaris,

de burgemeester,

Naar boven