Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad,

gelet op artikel 2.1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling sector gemeenten, artikel 231 tweede lid, onderdeel b en c van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid van de Wet waardering onroerende zaken;

 

besluit

vast te stellen het volgende besluit:

 

Artikel 1  

Het Afdelingshoofd Belastingen is gemeenteambtenaar belast met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen, als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en c, van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid, Wet waardering onroerende zaken (heffings- en invorderingsambtenaar).

 

En als diens plaatsvervanger: het Sectorhoofd Externe Dienstverlening.

 

Artikel 2  

Het Aanwijzingsbesluit gemeenteambtenaar van 5 december 2017 wordt ingetrokken.

 

Artikel 3  

De functionarissen die op grond van dit besluit zijn aangewezen als heffings- en invorderingsambtenaar treden in de plaats van de functionaris die als zodanig vóór de inwerkingtreding van dit besluit bevoegd was.

 

Artikel 4  

Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 februari 2019.

 

Artikel 5  

Dit besluit wordt aangehaald als ‘Aanwijzingsbesluit heffings- en invorderingsambtenaar’.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van

16 juli 2019

 

drs. J. Hamming, burgemeester

drs.F.H.M. Apeldoorn, gemeentesecretaris

Naar boven