Wijzigingsverordening Verordening verlenen uitsluitend recht Ede

De raad van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, zaaknummer 110559;

gelet op artikelen 147 van de Gemeentewet en artikel 2:24, aanhef en onder a, van de Aanbestedingswet 2012;

 

besluit:

Artikel I

De Verordening verlenen uitsluitend recht Ede wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 5, eerste lid, komt als volgt te luiden:

  • 1.

    De aanwijzing heeft een duur van maximaal 10 jaar. Burgemeester en wethouders kunnen een langere duur vaststellen indien dit verenigbaar is met artikel 106 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie.

 

B

In artikel 7, tweede lid, wordt na onderdeel d een nieuw onderdeel ingevoegd, onder vernummering van het bestaande onderdeel e naar onderdeel f, luidende:

  • e.

    indien de aanbestedende dienst en de houder geen overeenstemming bereiken over de voorwaarden waaronder de activiteiten worden verricht waarvoor het uitsluitend recht is verleend.

Artikel II.

Deze wijzigingsverordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 juli 2019, zaaknummer 110559.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter.

Toelichting

De aanleiding voor de wijziging van deze verordening is een verzoek van de Nederlandse Dierenbescherming. Deze vereniging overweegt een nieuw asielgebouw te plaatsen in Ede, maar gaat hier alleen toe over als de gemeente voor langere tijd zekerheid kan bieden over afname van diensten. Dit is de aanleiding om de mogelijkheid op te nemen voor het gunnen van een uitsluitend recht voor een periode langer dan 10 jaar.

De rechtstreekse gunning van opdrachten aan ondernemingen kan staatssteun vormen. In bepaalde gevallen is het mogelijk om steun te kunnen verlenen met een beroep op een vrijstelling. Wel zal dan ook de duur waarvoor het uitsluitend recht wordt gevestigd moeten voldoen aan de regels van de betreffende vrijstelling.

Na de verlening van het uitsluitend recht kunnen partijen met elkaar in overleg treden over de voorwaarden waaronder de opdracht wordt verleend. Het is denkbaar dat zij hierbij geen overeenstemming bereiken. Voor deze situatie wordt de mogelijkheid opgenomen om het uitsluitend recht weer in te trekken.

Naar boven