Collegebesluit tot wijzing van de Nadere Regels PeuteropvanG met en zonder VE GEMEENTE VEENENDAAL  

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

 

Overwegende dat

  • alle kinderen ontwikkelrecht hebben, zodat alle kinderen op de basisschool kunnen starten op hetzelfde basisniveau;

  • wij het belangrijk vinden dat zowel de algemene ontwikkeling en de taalontwikkeling bij peuters worden gestimuleerd;

  • we hiervoor middelen van het Rijk ontvangen, alsmede gemeentelijke middelen beschikbaar stellen;

  • een aanvulling van de regeling nodig is om beter aan te sluiten bij nieuwe wetgeving en lokale uitgangspunten;   

 

Gelet op

artikel 2 van de Algemene Subsidieverordening Veenendaal;

 

Besluit

vast te stellen de Regeling tot derde wijziging van de Nadere regels Peuteropvang met en zonder VE gemeente Veenendaal (3e wijziging Nadere regels Peuteropvang met en zonder VE Veenendaal).

 

Artikel I Aanvulling regeling

De Nadere regels Peuteropvang met en zonder VE gemeente Veenendaal wordt als volgt gewijzigd.

 

  • A.

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In sub m. wordt ‘VVE-regiegroep’ vervangen door: VVE-werkgroep en wordt ‘de VVE-coördinator’ vervangen door:

    • b.

      In sub n. wordt ‘VVE-regiegroep’ vervangen door: VVE-werkgroep.

       

  • B.

    In artikel 3 worden sub a. en b. van lid 2 vervangen door:

    • a.

      is gedurende minimaal 5 en maximaal 8 uur per week; en,

    • b.

      is gedurende minimaal 40 en maximaal 48 weken per jaar.

       

  • C.

    Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      Voor artikel 1 wordt een artikel ingevoegd als volgt:

      De volgende criteria zijn geformuleerd om te bepalen of een kind behoort tot de doelgroepkinderen en in aanmerking komt voor een VVE indicatie:

      1 Opleidingsniveau

      • Geen opleiding

      • Basisschool

      • Speciaal onderwijs

      • VMBO basis of VMBO kader

      • 2

        Onvoldoende taalaanbod thuis, taalblootstelling

      • De opvoeder die het meest in contact is met het kind heeft een lage beheersing van de Nederlandse taal.

      • De taalomgeving thuis is weinig stimulerend in die zin dat er onvoldoende taalactiviteiten worden aangeboden.

      • 3

        Geconstateerde/dreigende achterstand in spraak-taalontwikkeling

      • Achterstand in taal geconstateerd door logopediste en/of Audiologisch centrum

      • 4

        Een gezin heeft onvoldoende geld om de basisbehoeften te kunnen bekostigen en leeft van een uitkering

    • b.

      Lid 1 tot en met 3 worden vernummerd naar lid 2 tot en met 4.

    • c.

      De tekst van lid 2 wordt vervangen door:

      2. Het aanbod van peuteropvang met VE wordt aangeboden:

      a. 640 uur per kind per jaar;

      b. gedurende maximaal 6 uur per dag; en;

      c. gedurende minimaal 40 en maximaal 48 weken per jaar.

    • d.

      De tekst van lid 3 wordt vervangen door:

      3. De subsidie kan worden verleend indien in ieder geval wordt voldaan aan de volgende criteria:

      a. de houder werkt met een gecertificeerd VVE-programma;

      b. de houder werkt bij de uitvoering van het VVE-programma af met de samenwerkende school in het kader van de doorgaande ontwikkelingslijn;

      c. van de houder wordt een actieve bijdrage verwacht in de ontwikkeling van beleid door minimaal te participeren in de VVE-werkgroep. Afspraken zoals vastgelegd in de kwaliteitskaart VVE zijn leidend.

    • e.

      Lid 4 komt te vervallen.

       

  • D.

    De leden 3 en 4 van artikel 5 komen te vervallen.

     

  • E.

    Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In lid 1 wordt de zinsnede ‘De ouderbijdrage voor’ vervangen door: De maximale ouderbijdrage van ouders van, en wordt na de zinsnede ‘inkomensafhankelijke bijdrage’ de tekst ingevoegd: conform de VNG adviestabel van het betreffende kalenderjaar;

    • b.

      In lid 2 wordt voor ‘ouderbijdrage’ ingevoegd: maximale;

    • c.

      Sub b. van lid 3 komt te vervallen;

    • d.

      Na lid 3 wordt een nieuw lid 4 ingevoegd:

      4. Subsidie kan voor maximaal 320 uur per peuter per jaar worden verleend

    • e.

      Na het nieuwe lid 3 wordt een nieuw lid 5 ingevoegd:

      5. Een kind dat gebruik maakt van een niet-VVE peuterplek kan niet ook tegelijkertijd gebruik maken van een gesubsidieerde VVE- peuterplek.

       

  • F.

    Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      In lid 2 wordt voor ‘ouderbijdrage’ ingevoegd: maximale, en wordt na de zinsnede ‘te nemen uren’ de tekst ingevoegd: te vermenigvuldigen met de inkomensafhankelijke bijdrage conform de VNG adviestabel van het betreffende kalenderjaar;

    • b.

      In Lid 4 wordt ‘480’ vervangen door ‘640’ en wordt de zinsnede ’per peuter’ vervangen door de zinsnede ‘per VVE- peuter per jaar’;

    • c.

      Lid 6 wordt vernummerd naar sub. b van lid 5;

    • d.

      Na sub b. van lid 5 wordt een nieuw sub c. ingevoegd:

      c. een bijdrage voor de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker.

    • e.

      Na lid 5 wordt een nieuw lid 6 ingevoegd:

      • 6.

        een kind dat gebruik maakt van een VVE-peuterplek kan niet ook tegelijkertijd gebruik maken van een gesubsidieerde niet-VVE peuterplek.

         

  • G.

    In artikel 9 lid 2 sub a. wordt de zinsnede ‘onder de houders,’ vervangen door: onder de houders die ook VVE aanbieden en.

     

  • H.

    Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      lid 2 komt te vervallen;

    • b.

      de tekst van lid 3 sub b. wordt vervangen door: hebben houders die reeds VE aanbieden voorrang boven nieuwe aanbieders van VE.

       

  • I.

    Na artikel 10 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd onder vernummering van de artikelen 11 tot en met 13 naar 13 tot en met 15:

     

    11 Doorverwijsplicht / wachtlijst

    Indien geen peuterplaats of VVE plaats beschikbaar is bij de houder, verwijst deze de ouder door naar een andere houder met een beschikbare plaats. De houder spant zich in om het ontstaan van een wachtlijst te voorkomen.

     

    12 Tussenrapportages

    • 1.

      Per kwartaal dient de houder een rapportage in over het aantal geplaatste kinderen peuteropvang met en zonder VE.

    • 2.

      In de tussenrapportages wordt expliciet melding gemaakt van eventuele wachtlijsten en de toedracht hiervan.

       

  • J.

    In het artikel Citeertitel wordt het woord ‘beleidsregels’ vervangen door: regels.

     

Artikel II Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking, behoudens artikel I lid C sub a. Artikel I lid C sub a. treedt op 1 januari 2020 in werking.

 

Artikel III Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: 3e wijziging Nadere regels Peuteropvang met en zonder VE Veenendaal

Vastgesteld in de vergadering van 16 juli 2019

 

mevrouw drs. A.P.W. van de Klift

secretaris

 

de heer K.J.G. Kats

burgemeester

 

Naar boven