Arbeidsvoorwaardenregeling Rijssen-Holten

Het vaststellen van de in de LOGA-ledenbrief 18/042 van 24 juli 2018 met kenmerk TAZ/U201800473

opgenomen wijzigingen van de CAR-UWO en het vaststellen van de dienovereenkomstige wijzigingen

van de Arbeidsvoorwaardenregeling Rijssen-Holten (ARH) betreffende de uitwerking CAO-afspraak

gelijke beloning artikel 3:2a CAR;

2. het aanpassen van de arbeidsvoorwaardenregeling Rijssen-Holten;

3. het kennisnemen van het informeren van de commissie voor het georganiseerd overleg (GO).

4. het adviseren aan de werkgeverscommissie om de wijziging op overeenkomstige wijze vast te stellen

voor de medewerkers van de griffie en te verwerken in de Arbeidsvoorwaardenregeling griffie RijssenHolten.

 

  • A.

    Aan artikel 1:1 lid 1 wordt na onderdeel ww een nieuw onderdeel toegevoegd:

Payroll werkgever/werknemer: de werkgever, die op basis van een overeenkomst met een gemeente, welke niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, een werknemer ter beschikking stelt om in opdracht en onder toezicht en leiding van de gemeente arbeid te verrichten, waarbij de werkgever die de werknemer beschikking stelt alleen met toestemming van die gemeente gerechtigd is de werknemer aan een ander ter beschikking te stellen.

  • B.

    Aan artikel 1:1 lid 1 wordt na onderdeel xx een nieuw onderdeel toegevoegd:

Inlenersbeloning: de wettelijke verplichte beloningselementen benoemd in de cao van de payroll werkgever, die van toepassing is op de arbeidsovereenkomst met een payroll werknemer en corresponderen met de beloningselementen in de CAR-UWO van een ambtenaar in dienst van de gemeente werkzaam in een gelijke of gelijkwaardige functie.

  • C.

    Artikel 3:2a wordt toegevoegd en komt te luiden”

Artikel 3:2a Inleenvoorschrift gelijke beloning payrolling

  • 1.

    Het college spreekt schriftelijk met de payroll werkgever af dat de totale beloning van de payroll werknemer vanaf de eerste werkdag van de ter beschikkingstelling bij de gemeente vergelijkbaar is met de totale beloning van de ambtenaar, die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult onder dezelfde of vergelijkbare omstandigheden.

  • 2.

    De totale beloning wordt bij de ter beschikkingstelling van de payroll werknemer vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de totale beloning naast de wettelijke verplichte loonbestanddelen in de inlenersbeloning, in ieder geval verstaan:

    • a.

      De beloningselementen van het IKB bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onderdeel b en 3:28 lid 2 onderdeel c; en

    • b.

      De werkgeverspremie ouderdomspensioen (OP) / nabestaandenpensioen (NP) en arbeidsongeschiktheidspensioen (AAOP) van het ABP.

  • 3.

    Als de gelijke of gelijkwaardige beloningselementen niet volledig onderdeel uitmaken van de totale beloning aan de payroll werknemer die een gelijke of gelijkwaardige functie vervult, dan spreekt het college schriftelijk met de payroll werkgever af dat de payroll werknemer een toelage ter compensatie ontvangt.

  • 4.

    De toelage ter compensatie van de beloningselementen wordt uitgedrukt in een percentage van het salaris van de payroll werknemer en is niet pensioengevend. De toelage is gelijk aan het verschil tussen:

    • a.

      De hoogte van gelijke of gelijkwaardige beloningselementen in lid 2 onderdeel a die de payroll werknemer per maand opbouwt of ontvangt, en

    • b.

      De hoogte van de beloningselementen in lid 2 onderdeel a die een ambtenaar per maand opbouwt of ontvangt.

  • 5.

    Als de payroll werknemer geen deelnemer is bij het ABP, dan spreekt het college schriftelijk met de payroll werknemer af dat de payroll werknemer vanaf de eerste werkdag pensioen opbouwt volgens de Plus-regeling bij de STIPP vermeerderd met een toelage. De toelage ter compensatie van het verschil in een pensioenopbouw met het ABP bedraagt 7% van het salaris. De hoogte van de toelage kan jaarlijks worden bijgesteld.

  • 6.

    Het college verstrekt de payroll werknemer schriftelijk alle informatie en middelen, waaronder de Matrix flexibiliteit en zekerheid, die nodig zijn om de totale beloning en eventuele toelage correct vast te stellen. De payroll werkgever informeert vervolgens bij aanvang van de ter beschikkingstelling de payroll werknemer schriftelijk als de payroll werknemer een toelage krijgt uitbetaald. Het college vergewist dan bij de payroll werkgever of de payroll werknemer de correcte toelage ontvangt.

Aldus onder mandaat besloten op 9 augustus 2018

A.C. Hofland

Burgemeester

Naar boven