Wijziging Verordening Jeugdhulp Delft

De raad van de gemeente Delft;

 

Gelezen het voorstel van het college van 7 mei 2019;

 

BESLUIT:

 

De volgende wijzigingen van de Verordening jeugdhulp gemeente Delft 2015 vast te stellen:

 

  • A.

    Artikel 11 wordt herzien. De nieuwe tekst is als volgt:

 

Artikel 11. Regels voor pgb

  • 1.

    Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet.

  • 2.

    Het tarief van een pgb:

    • a.

      wordt bepaald aan de hand van een door de jeugdige en ouders opgesteld plan over hoe hij het pgb gaat besteden;

    • b.

      is toereikend om veilige, doeltreffende en kwalitatief goede voorzieningen en andere maatregelen die tot de individuele voorzieningen behoren, van derden te betrekken en

    • c.

      bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura.

  • 3.

    Het tarief van een pgb is opgebouwd uit verschillende kostencomponenten, zoals salaris, vervanging tijdens vakantie, verzekeringen en reiskosten.

 

  • 4.

    De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, onder de hiernavolgende voorwaarden:

    • a.

      dat deze persoon voor zijn diensten maximaal het op grond van de Wet langdurige zorg geldende pgb-uurtarief voor hulp van niet-professionele zorgverleners krijgt betaald, en

    • b.

      dat deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de jeugdige voor hem niet tot overbelasting leidt, en

    • c.

      dat tussenpersonen of belangbehartigers niet uit het pgb mogen worden betaald.

  • 5.

    De Sociale verzekeringsbank verricht de betalingen namens het college, in overeenstemming met artikel 8.1.8 van de wet.

  • 6.

    Het college kent geen pgb toe voor zover het is bestemd voor besteding in het buitenland, tenzij het college hier vooraf expliciet toestemming voor verleent.

  • 7.

    Geen pgb wordt verstrekt voor de functie vervoer tenzij de jeugdige geen gebruik kan maken van collectief vervoer.

  • 8.

    Het college betaalt het pgb overeenkomstig het informele pgb-tarief indien:

    • a.

      de individuele voorziening niet beroepsmatig wordt geboden door een persoon uit het sociale netwerk;

    • b.

      de individuele voorziening beroepsmatig geboden wordt door een bloed- of aanverwante in de 1e of 2e graad van de budgethouder of door een ander persoon die deel uitmaakt van de leefeenheid.

    • c.

      In alle andere gevallen betaalt het college het pgb overeenkomstig het formele pgb-tarief.

       

  • B.

    Artikel 12a wordt toegevoegd en is als volgt:

 

Artikel 12a Toezichthouders

Het college wijst toezichthouders aan die belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van de wet, waaronder de bestrijding van misbruik, oneigenlijk gebruik en (onterecht) niet gebruik van de wet.

 

  • C.

    De toelichting van Artikel 12a wordt toegevoegd en is als volgt:

 

Artikel 12a. Toezichthouders

In de Jeugdwet is het toezicht op de kwaliteit belegd bij de Inspectie gezondheidszorg en jeugd; het toezicht op de rechtmatigheid is een bevoegdheid van de gemeente zelf. In de Jeugdwet is niet vastgelegd hoe de gemeente het toezicht op rechtmatigheid moet vormgeven. Hierin heeft de gemeente beleidsvrijheid. De Algemene wet bestuursrecht (Awb) geeft de mogelijkheid om een toezichthouder aan te wijzen, als dit is geregeld bij een wettelijk voorschrift (artikel 5:11 Awb en verder).

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 juli 2019.

,burgemeester.

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

,griffier.

Drs. R.G.R. Jeene CMC

Naar boven