1e wijziging Nadere regels kabels en leidingen gemeente Dalfsen 2016

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen;

 

gelezen het voorstel van de eenheid Openbare Ruimte d.d. 25-06-2019, nummer 324158;

 

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen betreffende werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van ondergrondse infrastructuren;

 

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen tot het toekennen van schadeloosstelling als gevolg van intrekking of wijziging van een vergunning op grond van de AVOI;

 

gelet op artikel 2.1 lid 2, artikel 2.1 lid 4, artikel 2.2 lid 4, artikel 2.4 lid 4, artikel 2.6 lid 6, artikel 3.2, artikel 3.5, artikel 3.7 lid 32.5, tweede lid van de AVOI;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen “1e wijziging Nadere regels kabels en leidingen gemeente Dalfsen 2016

 

1e wijziging Nadere regels kabels en leidingen gemeente Dalfsen 2016

Artikel 1  

2.2.Gegevensverstrekking bij een aanvraag of melding wordt aangevuld met lid 5:

5. De aanvrager levert op verzoek van het college de resultaten van het overleg tussen de aanvrager en de andere grondeigenaren of grondbeheerders aan, indien het college dit noodzakelijk acht voor de besluitvorming.

 

Artikel 2  

3.3.Voorbereiding en aanvraag instemmingsbesluit of vergunning. Lid 3 wordt gewijzigd in:

3. De netbeheerder vraagt het instemmingsbesluit of de vergunning aan met inachtneming van de bepalingen van het ‘Notitie archeologiebeleid gemeente Dalfsen 2017’, indien de werkzaamheden gelegen zijn binnen het in bijlage 3 aangegeven gebied. (benaderbaar via overheid.nl)

 

Artikel 3  

3. PROCEDURELE VOORSCHRIFTEN

Deze paragraaf wordt aangevuld met:

 

Artikel 3.12 Bereikbaarheid hulpdiensten

  • 1.

    De netbeheerder dient de bereikbaarheid voor hulpdiensten doorlopend te waarborgen, waarbij de hulpdiensten de gebouwen en werken op tenminste 40 meter moeten kunnen benaderen. De minimale doorrijdbreedte bedraagt 3,5 meter en de doorrijdhoogte 4,5 meter.

  • 2.

    Brandkranen en aansluitingen voor droge blusleidingen dienen te allen tijde zichtbaar en bereikbaar te zijn.

  • 3.

    De netbeheerder is verantwoordelijk voor de bereikbaarheid van woningen, winkels, bedrijven en openbare gebouwen.

  • 4.

    Alle (nood)uitgangen dienen over de volle breedte vrij gehouden te worden.

 

Artikel 3.12 Bereikbaarheid van gebouwen voor personen met een functiebeperking

  • 1.

    Voor personen met een functiebeperking dient ten minste één route beschikbaar of ingericht te zijn tussen de openbare weg en het toegankelijkheidsdeel van een gebouw over een weg, pad of steiger te lopen met:

    • a.

      een breedte van ten minste 1,1 meter; en

    • b.

      bij een te overbruggen hoogteverschil van meer dan 0,02 meter, een hellingbaan als bedoeld in afdeling 2.6. van het Bouwbesluit 2012.

  • 2.

    De doorgang waardoor een in het eerste lid bedoelde route voert heeft een vrije breedte van ten minste 0,85 m en een vrije hoogte van ten minste 2 m.

 

Artikel 4  

4.TECHNISCHE BEPALINGEN

Deze paragraaf wordt aangevuld met:

Artikel 4.14 Groenvoorziening en bermen

  • 1.

    Aanleg van kabels en leidingen in groenvoorzieningen vindt plaats in overleg met de gemeente.

  • 2.

    De gemeente voert een ecologisch bermbeheer waardoor aanleg van kabels en leidingen in ecologische bermen niet is toegestaan. Enkel in die gevallen dat de noodzaak van de aanleg door de netbeheerder wordt aangetoond, kan in overleg met de gemeente hiervan worden afgeweken, waarbij in ogenschouw dient te worden genomen dat de werkzaamheden enkel kunnen plaatsvinden nadat het aanwezige gewas is gemaaid.

  • 3.

    In bermen waarbij in de omgeving invasieve exoten worden waargenomen dient aanleg gestaakt te worden en overleg plaats te vinden met het college. Verspreiding door onzorgvuldige graafactiviteiten dient tegengegaan te worden. Bij grondverzet en/of de verwerking van het groenafval van de invasieve exoot dient gewerkt te worden conform de wet- en regelgeving.

  • 4.

    Bij werkzaamheden in groenvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

    • a.

      in de periode van april tot en met oktober moeten uitgenomen te handhaven groenvoorzieningen ruim worden uitgestoken, gescheiden van de te ontgraven grond, worden beschermd tegen uitdroging middels bewatering en binnen 48 uur na het gereedkomen van de werkzaamheden worden teruggelegd en aangerold;

    • b.

      te handhaven struiken en vaste planten die in het tracé van een te graven sleuf voorkomen moeten ruim worden uitgestoken, gescheiden worden gehouden van te ontgraven gronden tegen uitdroging worden beschermd. De planten moeten binnen 24 uur na het gereed komen van de grondwerkzaamheden ter plaatse zijn terug geplant;

    • c.

      de grond dient op zodanige wijze te zijn afgewerkt dat er na klink sprake is van een vlakke aansluiting op de ongeroerde grond. Reservering voor klink mag maximaal 0,10 meterbedragen;

    • d.

      in bermen waar gras aanwezig is en waar het steken van regelmatige zoden niet mogelijk is, moet de sleufbedekking (graspollen e.d.) worden afgevoerd en de sleuf moet worden ingezaaid met een voorgeschreven grasmengsel;

    • e.

      nadat de kabels en/of leidingen zijn gelegd en de sleuf tot op de juiste hoogte is aangevuld en verdicht, moet de berm, vrij van stenen en dergelijke, worden gefreesd.

 

Artikel 5  

De kaartbijlage (Bijlage 3) wordt vervangen door:

 

BIJLAGE 3: GEBIED ALS BEDOELD IN ARTIKEL 1.4 LID 2 ONDER E

Artikel II Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als ‘1e wijziging Nadere regels kabels en leidingen gemeente Dalfsen 2016”.

  • 2.

    De regeling treedt de dag na bekendmaking in werking.

 

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen in haar vergadering van 8 juli 2019.

Het college voornoemd,

de burgemeester, de gemeentesecretaris/algemeen directeur,

drs. E. van Lente drs. J.H.J. Berends

Naar boven