Gemeenteblad van Almere
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2019, 181070 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2019, 181070 | Beleidsregels |
Beleidsregels maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en voorzieningen in het kader van de Jeugdwet.
Het college van burgemeester en wethouders van Almere,
gelet op artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht,
overwegende dat het college met betrekking tot de beoordelingsvrijheid bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet het noodzakelijk vindt om aan te geven op welke wijze daarmee wordt omgegaan en daartoe beleidsregels vast te stellen,
Beleidsregels maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en voorzieningen in het kader van de Jeugdwet.
Hoofdstuk 2: Criteria rondom de toekenning van maatwerkvoorzieningen
Artikel 2. Criteria voor een maatwerkvoorziening
Het eerste en tweede lid onder a en b van dit artikel zijn gelijk aan onderdelen van artikel 8 van de
Verordening maatschappelijke ondersteuning Almere 2018. Het derde lid van dit artikel is gelijk artikel 4g van de Verordening jeugdhulp gemeente ALMERE 2018. Deze zijn opgenomen met als doel in deze Beleidsregels een zo volledig mogelijk beeld te geven van de toetsingscriteria en het afwegingskader.
Maatwerkvoorzieningen op het gebied van zelfredzaamheid en participatie
een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Maatwerkvoorzieningen in de vorm van Ondersteuningsarrangementen
Het college kan maatwerkvoorzieningen verstrekken in de vorm van één van de volgende samenhangende ondersteuningsarrangementen:
Elk ondersteuningsarrangement bestaat uit één of meerdere pakketten, waarbij de ondersteuning per pakket toeneemt.
Maatwerkvoorzieningen op het gebied van beschermd wonen of opvang.
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving van de cliënt met psychische of psychosociale problemen en de cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen.
De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zo zich snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Maatwerkvoorzieningen voor jeugdigen.
indien andere mogelijkheden om het opvoed- of opgroeiprobleem op te lossen of draagbaar te maken voor de jeugdige en zijn omgeving, zijn uitgeput. Deze problemen kunnen zich voordoen ten gevolge van (vermoedelijke) onveiligheid, of een (vermoedelijke) psychische stoornis, of een licht verstandelijke beperking;
Maatwerkvoorzieningen en schuldenproblematiek
Op basis van artikel 3.8, lid 4, sub g Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 kan vrijstelling worden gegeven aan cliënten die tijdelijk niet beschikken over voldoende vrij besteedbaar inkomen om aan de betalingsverplichting inzake de eigen bijdrage te voldoen. De gemeente stelt dit op volgende wijze vast:
Hoofdstuk 3: Afwegingskader rondom de toekenning van maatwerkvoorzieningen
De eerste zin van dit artikel is gelijk aan de omschrijving als vermeld in artikel 1 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Almere 2018. Deze zin is opgenomen met als doel in deze beleidsregels een zo volledig mogelijk beeld te geven van de toetsingscriteria en het afwegingskader.
Onder eigen kracht wordt verstaan datgene wat de cliënt en zijn directe omgeving in redelijkheid kunnen doen om tot zelfredzaamheid of participatie te komen. De cliënt moet zich inspannen om dát aan te wenden wat binnen zijn bereik ligt om in zijn ondersteuningsbehoefte te voorzien.
Onder gebruikelijke hulp wordt verstaan hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten die onderdeel uitmaken van dezelfde leefeenheid. Onder een leefeenheid worden alle bewoners verstaan die gezamenlijk een huishouding voeren.
Het eerste lid van dit artikel is gelijk aan de omschrijving als vermeld in artikel 1 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Almere 2018. Deze zin is opgenomen met als doel in deze Beleidsregels een zo volledig mogelijk beeld te geven van de toetsingsingscriteria en het afwegingskader.
Bij mantelzorg gaat het om hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Artikel 6. Algemeen gebruikelijke voorzieningen
Het eerste lid van dit artikel is gelijk aan de omschrijving als vermeld in artikel 1 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Almere 2018. Deze zin is opgenomen met als doel in deze Beleidsregels een zo volledig mogelijk beeld te geven van de toetscriteria en het afwegingskader
Onder algemeen gebruikelijk wordt tevens verstaan de vervanging van algemeen gebruikelijke voorzieningen die technisch of economisch zijn afgeschreven en onder normale omstandigheden ook vervangen zouden moeten worden. Van de cliënt mag verwacht worden dat deze bij vervanging en/of renovatie rekening houdt met de bestaande beperkingen en de beperkingen die op het moment van de aanvraag te voorzien zijn.
Artikel 8. Goedkoopst passende voorziening
bij het verlenen van voorzieningen gericht op het geschikt maken van de woning van de cliënt een kostenafweging wordt gemaakt tussen het aanpassen van de huidige woonruimte enerzijds en de mogelijkheid om te verhuizen anderzijds. Binnen deze kostenafweging wordt rekening gehouden met de huidige en de voorzienbare aanpassingskosten van de reeds bewoonde woning en de eventuele aanpassingskosten van de nieuwe woning. Indien uit deze kostenafweging blijkt dat verhuizen de goedkoopst passende voorziening is en er binnen een aanvaardbare termijn een andere woning beschikbaar is, dan wordt het primaat van verhuizen toegepast en kan er een verhuiskostenvergoeding toegekend worden. Het primaat van verhuizen wordt toegepast indien de woningaanpassingen een bedrag van € 6.807,- overstijgen.
Van het primaat van verhuizen, zoals bedoeld in lid 1 onder b van dit artikel, kan worden afgeweken als een verhuizing vanuit maatschappelijke oogpunt onaanvaardbaar wordt geacht. Daarvan is bijvoorbeeld sprake in de situatie waarin de cliënt zwaarwegende mantelzorg ontvangt die niet verplaatsbaar is naar een andere woning, als er een medische contra-indicatie is voor verhuizing of wanneer de psychosociale gevolgen van een verhuizing dermate belastend zijn dat een verhuizing in redelijkheid niet kan worden gevergd.
Hoofdstuk 3a: Ondersteuningsarrangementen
Artikel 10. Keuze van een ondersteuningsarrangement en pakket
Voor de keuze van een ondersteuningsarrangement geldt het hierna opgenomen afwegingskader.
Pakket A: in de regel van toepassing wanneer cliënt in hoge mate zelf de regie heeft, zelf de benodigde zorg kan aangeven, initiëren en organiseren, open staat voor hulp, problemen op één levensgebied ervaart (voeren van het huishouden), een dag invulling heeft, niet of nauwelijks beperkingen in zijn sociale redzaamheid ervaart en beperkingen van functionele aard heeft.
Pakket B: in de regel van toepassing wanneer cliënt In beperkte mate zelf de regie heeft, zelf beperkt de benodigde zorg kan aangeven, initiëren en organiseren, beperkt openstaat voor hulp, problemen op één of meerdere levensgebieden ervaart, een eigen steunend netwerk heeft, mogelijk afnemende dag invulling heeft, lichte beperkingen in zijn sociale redzaamheid ervaart, lichte problemen van functionele, sociale en/of psychische aard ervaart/heeft en een eventuele progressieve aandoening ontwikkelt zich niet agressief.
Pakket C: in de regel van toepassing wanneer cliënt weinig tot geen eigen regie heeft, niet zelf of in beperkte mate zelf de benodigde zorg kan aangeven, initiëren en organiseren, mogelijk beperkt openstaat voor hulp of zorg-mijdend gedrag vertoont bijvoorbeeld vanwege beperkt/geen ziekte inzicht, problemen op meerdere levensgebieden heeft, een beperkt of geen eigen steunend netwerk heeft, mogelijk afnemende of geen dag invulling heeft, beperkingen in zijn sociale redzaamheid ervaart, mogelijk ernstige problemen van functionele, sociale en/of psychische aard heeft en een eventuele progressieve aandoening ontwikkelt zich (mogelijk) agressief.
Pakket A: in de regel van toepassing wanneer cliënt in hoge mate zelf de regie heeft, zelf de benodigde zorg kan aangeven, initiëren en organiseren, open staat voor hulp, problemen op één levensgebied ervaart (voeren van het huishouden), een dag invulling heeft, niet of nauwelijks beperkingen in zijn sociale redzaamheid ervaart en beperkingen van functionele aard heeft.
Pakket B: in de regel van toepassing wanneer cliënt in hoge mate zelf de regie heeft, zelf de benodigde zorg kan aangeven, initiëren en organiseren, open staat voor hulp, problemen op één levensgebied ervaart (voeren van het huishouden), een daginvulling heeft, niet of nauwelijks beperkingen in zijn sociale redzaamheid ervaart en beperkingen van functionele aard heeft.
Pakket C: in de regel van toepassing wanneer cliënt in beperkte mate zelf de regie heeft, zelf beperkt de benodigde zorg kan aangeven, initiëren en organiseren, beperkt openstaat voor hulp, problemen op één of meerdere levensgebieden ervaart, een eigen steunend netwerk heeft, mogelijk afnemende dag invulling heeft, lichte beperkingen in zijn sociale redzaamheid ervaart, lichte problemen van functionele, sociale en/of psychische aard ervaart en eventueel een progressieve aandoening heeft die zich niet agressief ontwikkelt.
Cliënten hebben een (complexe) psychiatrische aandoening en ondervinden daar in het dagelijks leven beperkingen van. Er is zorg, begeleiding, bescherming en stabiliteit nodig in een veilige en weinig eisende woonomgeving. Deze intensieve zorg en begeleiding zijn gericht op het omgaan met deze beperkingen (cognitief en psychisch), het beheersbaar houden en gaandeweg doen afnemen van gedragsproblematiek. Deze begeleiding is continue aanwezig.
De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid in het algemeen dagelijks leven intensieve begeleiding nodig. Er zijn forse beperkingen bij het onderhouden van sociale relaties en het invullen van de dag. Er zijn forse beperkingen in de vaardigheden die nodig zijn voor het oplossen van problemen, het nemen van besluiten en bij het uitvoeren van eenvoudige en wat complexere taken. Tevens kan er bij aanvang van de zorg sprake zijn van een beperkt zelfinzicht in hun eigen aandeel in (interactie)problemen en/of kan het ontbreken aan motivatie om doelgericht te gaan werken aan (herstel)doelen. Begeleiding is nodig bij beheren van geld en verrichten van administratieve handelingen. Cliënten reizen doorgaans met begeleiding.
Cliënten hebben een actieve (complexe) psychiatrische aandoening, vaak in combinatie met ernstig gedragsproblematiek, een somatische aandoening, een lichamelijke handicap, een verstandelijke beperking en/of een verslaving. Cliënten zijn beperkt gevoelig en gemotiveerd voor begeleiding en correctie, hebben geen inzicht in hun eigen aandeel bij (interactie)problemen en er is een relatief beperkt leervermogen. Er is sprake van verbaal agressief gedrag, manipulatie, dwangmatig, destructief en reactief gedrag (o.a.) met betrekking tot interactie.
Er is zeer intensieve zorg, begeleiding, bescherming en stabiliteit nodig in een veilige en weinig eisende woonomgeving (gecontroleerde in- en uitgang). Deze intensieve zorg en begeleiding zijn gericht op het (in de eerste instantie) overnemen van taken op alle levensterreinen, het leren omgaan waar mogelijk met de beperkingen (cognitief en psychisch), het beheersbaar houden en gaandeweg doen afnemen van gedragsproblematiek en is continue aanwezig. Deze begeleiding is tevens waar mogelijk gericht op het ontwikkelen van zelfregie en zelfredzaamheid.
De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid in het algemeen dagelijks leven intensieve begeleiding nodig. Cliënten zijn nauwelijks in staat om sociale relaties te onderhouden en invulling te geven aan de dag. Er ontbreken vaardigheden die nodig zijn voor het oplossen van problemen, het nemen van besluiten en bij het uitvoeren van eenvoudige en wat complexere taken. Het aanleren van deze vaardigheden is bijna niet mogelijk. Begeleiding en/of overnemen van het beheren van geld en verrichten van administratieve handelingen is nodig. Cliënten reizen met begeleiding.
Cliënten hebben een psychiatrische/ psychische aandoening, mogelijk in combinatie met een verstandelijke beperking. Op het gebied van de psychiatrische aandoening is stabiliteit behaald, echter is het nog noodzakelijk dat er dagelijks contact is met de cliënt om dit te monitoren. Eventueel middelengebruik van de cliënt staat herstel richting het vergroten van de zelfredzaamheid niet in de weg. Het gebruik is onder controle en werkt niet ontwrichtend voor de groep/ medebewoners. Cliënt is overwegend in staat om zelf een beroep op zorg/ begeleiding te kunnen doen. Cliënt heeft eventuele medicatie in eigen beheer. Cliënt is therapietrouw (behandeling en medicatie). Cliënt is nog deels afhankelijk van de structuur van de woonvorm en maakt (wekelijks) gebruik van de voorzieningen van de woonvorm.
Cliënt beheerst minimale instrumentele ADL-vaardigheden. Het betreft vaardigheden gericht op veilig en duurzaam functioneren in zijn/haar omgeving: koken, vervoeren, inkopen doen, huishoudelijk werk, administratie, medicatie innemen en het gebruiken van apparaten en producten wanneer cliënt ze nodig heeft en hij/zij gebruikt dit op de juiste manier.
Artikel 11. Hulp bij het huishouden
Indien hetgeen bepaald in het eerste lid van dit artikel leidt tot onvoldoende passende ondersteuning voor de cliënt, kan het college ervoor kiezen om hulp bij het huishouden toe te kennen in tijdseenheden. In die gevallen wordt de omvang van hulp bij het huishouden bepaald op basis van de Wmo-richtlijn indicatieadvisering voor Hulp bij het huishouden, versie 1.0 van het CIZ van december 2006.
Onder dagbesteding wordt niet verstaan: een reguliere dagstructurering zoals die in de woon-/verblijfsituatie wordt geboden. Ook welzijnsactiviteiten zoals zang, bingo, uitstapjes en dergelijke vallen niet onder de voorziening dagbesteding, omdat dit onder de welzijnsvoorzieningen valt. Bij dagbesteding is géén sprake van integrale behandeling. De persoonlijke contacten, tijdens de dagactiviteiten, zijn een integraal onderdeel van de dagbesteding.
Hoofdstuk 4: PGB Kwaliteitseisen
Artikel 14. Kwaliteitseisen PGB die van toepassing zijn bij zorgverlening in het kader van de Wmo.
14a. Kwaliteitseisen bij zorgverlening door een daartoe opgeleid persoon:
14b. Kwaliteitseisen bij zorgverlening door een niet daartoe opgeleid persoon:
Artikel 15. Kwaliteitseisen die van toepassing zijn bij Beschermd wonen in een instelling, waarvan de bewoners hun verblijf vanuit een PGB bekostigen:
15a. Tarief beschermd wonen indicatie midden en hoog.
In artikel 11, lid 9 onder f van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Almere 2018 wordt vermeld dat de hoogte van het tarief pgb beschermd wonen wordt bepaald door de indicatiestelling. Er geldt een apart tarief voor de indicatiestelling beschermd wonen midden en beschermd wonen hoog. De indicatie beschermd wonen midden of hoog wordt bepaald aan de hand van de volgende criteria:
Cliënten hebben een (complexe) psychiatrische aandoening en ondervinden daar in het dagelijks leven beperkingen van. Er is zorg, begeleiding, bescherming en stabiliteit nodig in een veilige en weinig eisende woonomgeving. Deze intensieve zorg en begeleiding is gericht op het omgaan met deze beperkingen (cognitief en psychisch), het beheersbaar houden van gedragsproblematiek en is continue aanwezig.
De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid in het algemeen dagelijks leven intensieve begeleiding nodig. Er zijn forse beperkingen bij het onderhouden van sociale relaties en het invullen van de dag. Er zijn forse beperkingen in de vaardigheden die nodig zijn voor het oplossen van problemen, het nemen van besluiten en bij het uitvoeren van eenvoudige en wat complexere taken. Begeleiding is nodig bij beheren van geld en verrichten van administratieve handelingen. Cliënten reizen doorgaans met begeleiding.
Cliënten hebben een actieve (complexe) psychiatrische aandoening, vaak in combinatie met een ernstig gedragsproblematiek, somatische aandoening, lichamelijke handicap, verstandelijke beperking en/of verslaving. Cliënten zijn beperkt gevoelig voor correctie, hebben geen inzicht in hun eigen aandeel bij interactie problemen en er is een relatief beperkt leervermogen. Er is sprake van verbaal agressief gedrag, manipulatie, dwangmatig, destructief en reactief gedrag met betrekking tot interactie.
Er is zeer intensieve zorg, begeleiding, bescherming en stabiliteit nodig in een veilige en weinig eisende woonomgeving (gecontroleerde in- en uitgang). Deze intensieve zorg en begeleiding is gericht op het overnemen van taken op alle levensterreinen, het leren omgaan waar mogelijk met de beperkingen (cognitief en psychisch), het beheersbaar houden van gedragsproblematiek en is continue aanwezig.
De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid in het algemeen dagelijks leven intensieve begeleiding nodig. Cliënten zijn nauwelijks in staat om sociale relaties te onderhouden en invulling te geven aan de dag. Er ontbreken vaardigheden die nodig zijn voor het oplossen van problemen, het nemen van besluiten en bij het uitvoeren van eenvoudige en wat complexere taken. Het aanleren van deze vaardigheden is bijna niet mogelijk. Begeleiding en/of overnemen van het beheren van geld en verrichten van administratieve handelingen is nodig. Cliënten reizen met begeleiding.
15c. Afstemming met de cliënt:
De instelling draagt zorg voor continuïteit van de ondersteuning in geval van bijvoorbeeld ziekte en vakantie. Deze continuïteit zal de instelling vormgeven in overleg met de gemeente Almere en met inachtneming van de eisen die de gemeente Almere aan de hulpverlening stelt voor die bepaalde locatie.
Klachten over de (dienstverlening van de) instelling worden afgehandeld door de instelling. Hiertoe beschikt deze over een eigen klachtenregeling (inclusief klachtenregistratie) conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Onder een klacht wordt verstaan een schriftelijke of mondelinge uiting van ongenoegen over de wijze waarop een organisatie, dan wel een personeelslid daarvan, zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijke of rechtspersoon heeft gedragen.
De instelling draagt zorg voor een goede samenwerking met de professionals in de Sociale wijkteams, de Centrale Toegang GGD en andere relevante actoren om bij te dragen aan het effectief opereren van de centrale toegang. Bij uitstroom zorgt de instelling voor een warme overdracht aan het lokale wijkteam.
De instelling beschikt over een beleid waarin is vastgelegd wat de positie is van de vrijwilligers binnen de organisatie. Hierin komen tenminste de volgende aspecten naar voren:
Artikel 16. PGB kwaliteitseisen voor een zaak (woningaanpassingen en hulpmiddelen)
16a. Voorwaarden voor verstrekking via een PGB:
16b. In de beschikking worden opgenomen:
Artikel 17. Kwaliteitseisen die van toepassing zijn bij zorgverlening in het kader van de Jeugdwet.
17a. Kwaliteitseisen bij zorgverlening door een daartoe opgeleid persoon:
De zorgverlener is geregistreerd in het SKJ-register of een ander relevant beroepsregister zoals de NVO of NIP, welke richtlijnen heeft opgesteld over de kwaliteit van werken. Indien sprake is van inschrijving in een ander beroepsregister dan stelt de verwijzer vast of deze ook passend wordt geacht ten aanzien van te bieden hulp.
17b. Kwaliteitseisen bij zorgverlening door een niet daartoe opgeleid persoon:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-181070.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.