Wijziging Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen gemeente Raalte

Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte,

Overwegende: dat aanpassingen in de belastingwetgeving heeft plaatsgevonden en in verband met de invoering van het Wettelijk breed moratorium in 2017;

Gelet op het bepaalde in de Invorderingswet;

Besluiten:

de Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen gemeente Raalte te wijzigen als volgt:

A Artikel 1.1.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. De eerste alinea vervalt.

2. In de laatste alinea wordt voor het eerste gedachtestreepje een nieuw gedachtestreepje ingevoegd:-de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd, de vijfde mei en de Goede Vrijdag, alle met inbegrip van de daaraan voorafgaande en de daarop volgende dag;

3. In de laatste alinea, eerste gedachtestreepje vervallen de woorden ‘landelijk of’.

4. Inde laatste alinea, eerste gedachtestreepje wordt aan het slot een puntkomma toegevoegd.

5. In de laatste alinea, tweede gedachtestreepje wordt het woord ‘Kerstmis’ vervangen door: de beide

Kerstdagen

6. In de laatste alinea, tweede gedachtestreepje wordt het woord ‘Nieuwjaar’ vervangen door: Nieuwjaarsdag.

 

B Artikel 8.1 wordt als volgt gewijzigd:

Na het eerste gedachtestreepje wordt een nieuw gedachtestreepje ingevoegd:

- bekendmaking van de aanslag aan een rechtspersoon die (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan;

 

C Artikel 8.2 komt als volgt te luiden:

8.2 Bekendmaking als de rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan

Als een rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan, is de wijze van bekendmaking van de belastingaanslag ter beoordeling aan de ontvanger. Bij deze beoordeling kunnen onder andere de volgende factoren een rol spelen:

- het recht waarnaar de rechtspersoon is opgericht;

- het belang van een snelle bekendmaking in verband met vrees voor onverhaalbaarheid.

 

D Artikel 14.1.10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste alinea wordt ‘dan kan de ontvanger kiezen voor een onderhandse verkoop,’ vervangen door:

Vraagt de ontvanger de belastingschuldige om instemming met de onderhandse verkoop. Indien de belastingschuldige zijn instemming niet verleent en daarbij geen redelijk belang heeft, kan de ontvanger besluiten over te gaan tot onderhandse verkoop.

2. Aan de tweede alinea wordt een volzin toegevoegd, luidend:

De ontvanger heft het beslag niet op wanneer het aangeboden bedrag direct of indirect uit het vermogen van de belastingschuldige afkomstig is.

 

E Artikel 14.4.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tweede alinea vervallen de volgende volzinnen: ‘Denk hierbij bijvoorbeeld aan de echtgenoot met wie de belastingschuldige in gemeenschap van goederen is gehuwd. In dat geval wordt het derdenbeslag gelegd ten laste van de echtgenoot van de belastingschuldige, als de echtgenoot alleen gerechtigd is de vermogensbestanddelen te vorderen die onder het beslag vallen.

2. In de derde alinea worden de woorden áan de echtgenoot binnen’ vervangen door: aan degene aan wie de vordering formeel toebehoort binnen 3. In de derde alinea worden de woorden ‘van de echtgenoot is’ vervangen door: van die ander is

 

F Na artikel 14.4.5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidend:

14.4.5a Derdenbeslag en kosten van levensonderhoud

Wanneer de ontvanger derdenbeslag legt als gevolg waarvan de belastingschuldige niet meer kan voorzien in zijn levensonderhoud, verleent de ontvanger zijn medewerking aan (gedeeltelijke) opheffing van het beslag dan wel stelt hij een passend deel van het door de derde betaalde bedrag beschikbaar aan de belastingschuldige.

De ontvanger verleent slechts medewerking onder voorwaarde dat de belastingschuldige voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij als gevolg van het beslag gedurende een bepaalde periode niet meer kan voorzien in de kosten van levensonderhoud. Voor de vaststelling van het passend deel gaat de ontvanger uit van de kosten van bestaan als bedoeld in artikel 16 van de regeling.

 

Artikel 14.4.13 wordt vervangen door:

14.4.13. Derdenbeslag onder de Staat, de ontvanger of een openbaar lichaam en het doen van verklaring

Als derdenbeslag wordt gelegd onder de Staat, de ontvanger of een openbaar lichaam, dan is specificatie verplicht; er wordt in dit verband verwezen naar artikel 479 Rv.De verplichting tot specificatie heeft niet tot doel get verhaal te belemmeren, maar de taak van de Staat, de ontvanger of het openbaar lichaam te verlichten. Dit betekent dat de verklaring in het kader van het derdenbeslag zich niet moet beperken tot de ex artikel 479 Rv genoemde vermogensbestanddelen, maar zich ook moet uitstrekken tot alles wat de geëxecuteerde te vorderen heeft van de Staat, de ontvanger of het openbaar lichaam en wat bij de Staat, de ontvanger of het openbaar lichaam bekend was op het moment van beslaglegging.

 

H Artikel 17.1 wordt vervangen door:

17.1 Aanhouden tenuitvoerlegging bij verzet

Als de belastingschuldige zich in rechte verzet tegen de tenuitvoerlegging van het dwangbevel, houdt de ontvanger de (verdere) tenuitvoerlegging van het dwangbevel aan, tenzij:

- de gronden van het verzet voor de ontvanger geen aanleiding vormen om de tenuitvoerlegging aan

te houden en - de belangen van de gemeente worden geschaad door uitstel van de tenuitvoerlegging.

 

I Artikel 19.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

In de eerste alinea worden de woorden éen brief’ vervangen door: de beschikking

 

J In artikel 19.1.8 wordt als volgt gewijzigd:

Na de eerste volzin twee volzinnen ingevoegd: luidend:

Als de vordering ziet op een belastingschuld die materieel is ontstaan in de periode vóór het aangaan van het huwelijk, beperkt de ontvanger zijn vordering tot de helft van het voor beslag vatbare deel van de periodieke betalingen. Deze beperking geldt niet als de echtgenoot instemt met verhaal op het geheel. In de vierde volzin, beginnend met ‘Als de vordering’ wordt de zinsnede ‘materieel is ontstaan in de periode vóór het aangaan van het huwelijk’ vervangen door: niet tot de gemeenschap behoort

 

K Artikel 25.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Inde eerste alinea, tweede volzin, beginnende met ‘Als dit ontbreekt’ wordt de zinsnede ‘verleent de ontvanger uitstel om de verzoeker in de gelegenheid te stellen alsnog zijn verzoek (nader) te motiveren.’

Vervangen door: Geeft de ontvanger de belastingschuldige een termijn van ten hoogste een maand om alsnog zijn verzoek (nader) te motiveren. De termijn begint te lopen vanaf de dagtekening van de kennisgeving van de ontvanger dat de belastingschuldige zijn verzoek (nader) moet motiveren. De invordering wordt voor die termijn geschorst.

2. De tweede en derde alinea worden vervangen door een nieuwe alinea:

Een langere termijn (of verlenging van de eerder gegeven termijn) is mogelijk als de ontvanger van oordeel is dat dit redelijk is. Als de belastingschuldige de verleende termijn ongebruikt voorbij laat gaan, wijst de ontvanger het verzoek om uitstel af

 

L Artikel 25.5.7 wordt als volgt gewijzigd:

De tekst ‘80% van de betalingscapaciteit (de uitvoeringstolerantie)’ wordt vervangen door: de zogenoemde uitvoeringstolerantie van 20%.

 

M Artikel 26.2.12 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 26.2.12, derde alinea, sub B wordt € 54 vervangen door: € 55

 

N Artikel 26.2.15A wordt als volgt gewijzigd:

Vervallen

 

O Artikel 26.2.19 wordt als volgt gewijzigd:

1. € 39 wordt vervangen door: € 35

2. € 85 vervangen door: € 75.

 

P Na artikel 26.3.8 wordt een artikel ingevoegd:

26.3.9 Betaling bedrag saneringsakkoord

Betaling van het bedrag van het saneringsakkoord vindt in beginsel zonder uitstel plaats. De ontvanger kan echter toestaan dat het bedrag in termijnen wordt betaald. Dit kan enkel indien de belastingschuldige een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent en aannemelijk maakt dat de termijnen, bedoeld in de tweede volzin, evenals de nieuw opkomende fiscale verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen. In het geval de ontvanger betaling in termijnen heeft toegestaan, treedt hij voorwaardelijk toe tot het akkoord.

 

Op de betalingsregeling voor het bedrag van het saneringsakkoord zijn de artikelen 25.6.1 en 25.6.2 van toepassing met dien verstande dat in afwijking van:

- Artikel 25.4.3 van deze leidraad geen verrekening plaatsvindt van belastingteruggaven en andere teruggaven voor zover die materieel zijn ontstaan na de dag waarop het verzoek tot het sluiten van het saneringsakkoord is ingediend;

- Artikel 25.6.1 van deze leidraad de looptijd van twaalf maanden aanvangt op de dag na de dagtekening van de voorwaardelijke beschikking tot kwijtschelding;

- Artikel 25.6.2 van deze leidraad de belastingschuldige nieuw opkomende fiscale en andere financiële verplichtingen, waarvan de invordering aan de ontvanger is opgedragen, niet alleen gedurende de uitstelregeling, maar gedurende de gehele looptijd van de saneringsprocedure nakomt;

- Artikel 25.6.2 van deze leidraad de belastingschuldige geen zekerheid hoeft te stellen.

Kwijtschelding wordt pas verleend indien het saneringsakkoord in al zijn onderdelen is nagekomen.

 

Q Artikel 33.5 wordt als volgt gewijzigd:

Vervallen

 

R Na artikel 33.7. wordt een artikel ingevoegd:

Artikel 33a. Aansprakelijkheid van begunstigden

Er zijn in deze leidraad op artikel 33a van de wet geen beleidsregels gemaakt.

 

S Artikel 49.9 wordt als volgt gewijzigd:

Vervallen

 

T Artikel 63 en 63a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift van het artikel komt als volgt te luiden: Artikel 63 tot en met 63ab

2. De zinsnede ’63 en 63a’ wordt vervangen door: 63, 63a 63aa en 63ab

 

U Artikel 73.4.2 wordt als volgt gewijzigd:

Na de woorden ‘leiden tot ontbinding van die rechtspersoon’ wordt ingevoegd: conform artikel 2: 19a BW

 

V Artikel 73.5.1 wordt als volgt gewijzigd:

Onder d wordt ‘de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen’ vervangen door: de toepassing van een schuldregeling als bedoeld in artikel 287a FW

 

W Artikel 73.6.2 wordt als volgt gewijzigd:

Vervallen

 

Artikel II  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging 2019 Leidraad invordering gemeentelijke belastingen gemeente Raalte.

 

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 16 juli 2019,

de secretaris,

Karin Cornelissen

de burgemeester,

Martijn Dadema

Naar boven