Inspraak Concept-Verordening Doelgroepen woningbouw Haarlem 2019

Haarlem is een populaire woonstad. De gemeente vindt het belangrijk dat er voldoende woningen beschikbaar zijn voor de beoogde doelgroepen. Met de doelgroepenverordening kunnen afspraken over realisatie van sociale huur en middensegment woningen in de nieuwbouw via het bestemmingsplan worden verankerd. Hiermee blijven de woningen betaalbaar en bereikbaar voor de beoogde doelgroep. Haarlemmers en andere belanghebbenden worden uitgenodigd om voor 6 september 2019 een reactie te geven op het voorgenomen beleid.

Inspraak

Haarlemmers en andere belanghebbenden kunnen vanaf donderdag 18 juli tot vrijdag 6 september 2019 een reactie geven op de

  • -

    Concept-verordening doelgroepen woningbouw Haarlem 2019

De concept-verordening doelgroepen woningbouw Haarlem 2019 met bijlagen ligt vanaf donderdag 19 juli tot 6 september 2019 ter inzage in de Publiekshal, bij de afdeling Dienstverlening, Raakspoort te Haarlem. De openingstijden zijn maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 16.00 uur en op donderdagavond doorlopend tot 20.00 uur. De concept-verordening is digitaal in te zien in het Gemeenteblad op www.officielebekendmakingen.nl

 

Inspraakreacties kunnen worden gemaild naar: wonen@haarlem.nl onder vermelding van ‘doelgroepenverordening’. Voor mondelinge inspraakreacties en meer inhoudelijke informatie over de concept-verordening en de bijbehorende stukken kunt u contact opnemen via telefoonnummer 14 023.

 

Alle ingediende inspraakreacties worden beoordeeld of ze aanleiding geven om de concept-verordening aan te passen.

CONCEPT Verordening Doelgroepen woningbouw Haarlem 2019

 

De raad van de gemeente Haarlem

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. ....

 

Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

 

Gelet op artikel 1.1.1 eerste lid van het Besluit ruimtelijke ordening.

 

Gezien het advies van de commissie Ontwikkeling

 

Besluit:

 

Vast te stellen de volgende:

 

Verordening Doelgroepen woningbouw Haarlem 2019

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    Aanvangshuurprijs: huurprijs bij de start van de huurovereenkomst;

  • -

    College: college van burgemeester en wethouders van Haarlem;

  • -

    DAEB-norm: de inkomensgrens bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de Woningwet;

  • -

    Huishouden: persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling;

  • -

    Huurprijs: de prijs die bij huur per maand is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woonruimte;

  • -

    Inkomen: rekeninkomen als bedoeld in artikel 1, aanhef en onder i van de Wet op de huurtoeslag;

  • -

    Middeldure huurwoning: huurwoning met een aanvangshuurprijs vanaf de grens zoals genoemd in artikel 13, eerste lid, onder a. van de Wet op de huurtoeslag;

  • -

    Sociale huurwoning: huurwoning zoals genoemd in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder d. van het Besluit ruimtelijke ordening;

  • -

    Sociale koopwoning: koopwoning zoals genoemd in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder e. van het Besluit ruimtelijke ordening;

Artikel 2 Huurprijsgrenzen

  • 1.

    De aanvangshuurprijs voor middeldure huurwoningen bedraagt tenminste het bedrag bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag en ten hoogste € 1007,- per maand.(prijspeil 1-1-2019).

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde minimale aanvangshuurprijs wordt geïndexeerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, tweede lid van het Besluit huurprijzen woonruimte.

  • 3.

    De hoogte van de huurprijs van een sociale huurwoningen dient gerekend vanaf de datum van eerste verhuur gedurende de instandhoudingstermijn zoals genoemd in artikel 4, eerste lid, onder het bedrag te blijven als genoemd in artikel 13, eerste lid, onder a. van de Wet op de huurtoeslag.

  • 4.

    De hoogte van de huurprijs van een middeldure huurwoning dient, gerekend vanaf de datum van eerste verhuur gedurende de instandhoudingstermijn zoals genoemd in artikel 4 derde lid, met toepassing van het tweede en derde lid, te blijven vallen binnen de bandbreedte genoemd in het eerste lid.

  • 5.

    De in het eerste lid bedoelde maximale aanvangshuurprijs van een middeldure huurwoning wordt geïndexeerd overeenkomstig de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek voor een periode van 15 jaar. Indexering van de sociale huurgrens is conform rijksrichtlijn. Indexering van de kooprijs volgt vanuit het Besluit Ruimtelijke Ordening.

Artikel 3 Doelgroepen

  • 1.

    Als doelgroep voor sociale huurwoningen worden aangemerkt worden aangemerkt huishoudens met een inkomen tot maximaal de DAEB-norm.

  • 2.

    Als doelgroep voor sociale koopwoningen worden aangemerkt huishoudens met een inkomen tot 1,58 x de DAEB-norm. De woningen worden bij voorrang (tot een maximum van 50%) toegewezen aan woningzoekenden die een sociale huurwoning achterlaten.

  • 3.

    Als doelgroep voor middeldure huurwoningen worden aangemerkt huishoudens met een inkomen tot maximaal 1,58 keer de DAEB norm.

Artikel 4 Instandhoudingstermijn

  • 1.

    Sociale huurwoningen blijven gedurende tenminste 25 jaar na de eerste ingebruikname voor de doelgroep beschikbaar.

  • 2.

    Sociale koopwoningen blijven gedurende ten minste 5 jaar en ten hoogste 10 jaar na de eerste ingebruikname voor de doelgroep beschikbaar.

  • 3.

    Middeldure huurwoningen blijven gedurende tenminste 15 jaar na de eerste ingebruikname voor de doelgroep beschikbaar.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Doelgroepen woningbouw Haarlem 2019’.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking één dag na publicatie op officielebekendmakingen.nl

 

Burgemeester en wethouders voornoemd,

 

XX,

 

burgemeester

 

XX,

 

gemeentesecretaris

Toelichting

Aanleiding en doel

In de Woonvisie van Haarlem 2017-2020 Doorbouwen aan een (t)huis, is opgenomen dat Haarlem er naar streeft de voorraad sociale huurwoningen te laten groeien. De gemeente wil hier aan bijdragen door onder andere de inzet van ruimtelijk instrumentarium.

 

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) biedt gemeenten de mogelijkheid om per deelgebied in bestemmingsplannen te eisen dat een bepaald percentage van categorieën woningen wordt gerealiseerd in nieuwbouwplannen. Dit kan voor de categorieën sociale huur, middeldure huur, sociale koop en particulier opdrachtgeverschap. Het doorvoeren van gemeentelijk woonbeleid in bestemmingsplannen, kan door het opstellen van een doelgroepenverordening. De doelgroepenverordening heeft alleen betrekking op nieuwbouw. De gemeente kan hierdoor sturen op een goede mix aan aanbod van (huur)woningen.

 

De mogelijkheid om te sturen op de bouw van een bepaald percentage van categorieën woningen, de woningbouwplannen, de volkshuisvestelijke doelen van de gemeente Haarlem en specifiek de Woonvisie 2017-2020 Doorbouwen aan een (t)huis en de Nota Kaders en instrumenten sociale huur en middensegment van 18 december 2018 vormen de uitgangspunten voor deze doelgroepenverordening.

 

Om de doelgroepenverordening toe te passen moet dit in het betreffende bestemmingsplan vastgelegd worden. Alleen dan kan de doelgroepenverordening worden toegepast.

 

In deze verordening zijn de sociale koopwoning, sociale huurwoning en de middeldure huurwoning opgenomen. De maximale aanvangshuurprijs voor middeldure huurwoningen wordt hiermee door de gemeente vastgelegd.

 

De doelgroepenverordening regelt tevens voor welke doelgroepen de te bouwen sociale koop- en huurwoningen en middeldure huurwoningen bedoeld zijn. De doelgroepen worden bepaald aan de hand van inkomensgrenzen. Ook regelt de verordening dat de sociale koop- en huurwoning en de middeldure huurwoning gedurende een bepaalde periode beschikbaar moeten blijven voor de daarvoor aangewezen doelgroepen. Dit zijn de instandhoudingstermijnen.

 

De verordening regelt niet de toewijzing van dergelijke nieuwbouwwoningen aan individuele huishoudens. De toewijzing vindt plaats op basis van de huisvestingsverordening. De huisvestingsverordening geeft bepalingen over de woonruimteverdeling. Partijen, buiten de toegelaten instellingen, die in nieuwbouwprojecten naast middeldure huurwoningen ook sociale huurwoningen realiseren, worden er vooraf op gewezen dat de toewijzing van al deze huurwoningen plaats zal moeten vinden met inachtneming van de regels voor woonruimteverdeling die gelden in de gemeente Haarlem.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Definities

Onder huurprijs wordt verstaan het enkele gebruik van een woonruimte de huurprijs zonder servicekosten of voorschot voor nutsvoorzieningen.

 

Omwille van de toepasbaarheid van deze verordening wordt onder het begrip ‘middeldure huurwoning’ gehanteerd voor het begrip ‘geliberaliseerde woning voor middenhuur’, zoals toegepast in het Besluit ruimtelijke ordening.

 

Een middeldure huurwoning heeft een kale huurprijs vanaf de huurprijsgrens (liberalisatiegrens) tot € 1007,26 per maand (prijspeil 1-1-2019).

 

Een sociale huurwoning mag alleen worden verhuurd onder de huurprijsgrens (liberalisatiegrens, prijspeil 1/1/2019: € 720,42).

 

Een sociale koopwoning heeft een koopprijs vrij op naam van ten hoogste € 200.000,-. In de Bro is dit als een maximum-bedrag vastgesteld zonder indexering.

Artikel 2 Huurprijsgrenzen

Bij het bepalen van de minimale huurprijs voor een middeldure huurwoning is aansluiting gezocht bij de bestaande huurtoeslaggrens, zoals bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a. van de Wet op de huurtoeslag. Die grens bedraagt € 720,42 (prijspeil 2019). De bovengrens voor een middeldure huurwoning is bepaald op € 1007,- (prijspeil 2019). Deze bovengrens is overeenkomstig de grens die gehanteerd wordt in de nota ‘Kaders en instrumenten sociale en middeldure huur’.

 

Beide huurprijsgrenzen zijn per 1 januari 2019 geïndexeerd. De minimale huurgrens voor een middeldure huurwoning wordt geïndexeerd met een verhoging zoals bepaald in artikel 12, lid 2 van het Besluit huurprijzen woonruimte. Deze indexering ligt vast in landelijke wetgeving en vindt regelmatig, maar niet altijd jaarlijks, plaats door de rijksoverheid. De indexering van de bovengrens is een gemeentelijke beleidskeuze. Deze indexering moet jaarlijks plaatsvinden. Gekozen is voor koppeling aan de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

 

De aanvangshuurprijs voor een sociale huurwoning bedraagt maximaal het bedrag bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a van de Wet op de huurtoeslag, dat is € 720,42 (prijspeil 2019). Deze maximale huurprijs voor een sociale huurwoning is vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening.

 

In de verordening is geregeld dat de jaarlijkse verhoging van de huurprijs niet mag leiden tot overschrijding van de bandbreedte die voor de aanvangshuurprijs is aangegeven. De beschikbaarheid voor de doelgroep wordt geborgd door de bepaling in het vierde en vijfde lid. De huurverhogingen die de verhuurder doorvoert, mogen er niet toe leiden dat de huurprijs tijdens de instandhoudingstermijn hoger wordt dan de maximale aanvangshuurprijs die in enig jaar geldt. Er is derhalve een plafond voor de te vragen huurprijs in de instandhoudingstermijn. Deze verordening regelt daarentegen niet de hoogte van de jaarlijkse huurverhoging die de verhuurder aan de huurders oplegt.

Artikel 3 Doelgroep

Dit artikel omschrijft de doelgroepen voor nieuw te bouwen sociale huur- en koopwoningen en voor middeldure huurwoningen. De afbakening van de doelgroepen vindt plaats door middel van maximale inkomensgrenzen.

 

Gedurende een vastgelegde termijn (zie artikel 4) moet de woning voor deze doelgroepen in stand gehouden worden. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de inkomensgrenzen uit de huisvestingsverordening, die gelden voor toewijzing van sociale huurwoningen en voor nieuwe middeldure huurwoningen.

 

Tot de doelgroep voor een sociale huurwoningen behoren personen met een inkomen tot maximaal de DAEB-norm (tot € 38.035,- prijspeil 1-1-2019). Toewijzing vindt plaats binnen de kaders van de huisvestingsverordening.

 

De doelgroep van de sociale koopwoningen wordt gevormd door huishoudens met een inkomen tot 1,58 x de DAEB-norm en bedraagt op p.p 2019 € 57.050,- bruto per jaar. De woningen worden bij voorrang (tot een maximum van 50%) toegewezen aan woningzoekenden die een sociale huurwoning achterlaten.

 

Als doelgroep voor middeldure huurwoningen worden aangemerkt huishoudens met een inkomen tot maximaal 1,58 keer de DAEB norm modaal en bedraagt op p.p 2019 € 57.050,- bruto per jaar.

Artikel 4 Instandhoudingstermijn

De verhuurder moet de woning gedurende de instandhoudingstermijn beschikbaar houden voor de doelgroep. De instandhoudingstermijn voor sociale huurwoningen is minimaal vijfentwintig jaar na de eerste ingebruikname en moet gedurende deze periode beschikbaar blijven voor de doelgroep. De periode van vijfentwintig jaar is conform het grondprijsbeleid van de gemeente Haarlem. Het grondprijsbeleid wordt jaarlijks aangepast aan het vigerend gemeentelijk beleid. De instandhoudingstermijn voor middeldure huurwoningen is bepaald op 15 jaar. De huurprijs van middeldure huurwoningen zal in die periode niet hoger mogen zijn dan de bovengrens die is vastgelegd in artikel 2 van deze verordening.

 

De termijn van 15 jaar is opgenomen zodat de verplichting om middeldure huurwoningen als zodanig beschikbaar te houden, te beperken tot de voorraad die noodzakelijk is vanuit het goed functioneren van de woningmarkt.

Artikel 5 Handhaving

Indien woningen binnen de aangegeven termijn worden onttrokken aan de opgelegde categorie, wordt in strijd gehandeld met deze verordening. De gemeente kan dan handhavend optreden, bijvoorbeeld door het opleggen van een last onder dwangsom.

 

De gemeente kan via de WOZ-aanslag achterhalen dat een woning is verkocht binnen de instandhoudingstermijn. Bij verhuur kan een (nieuwe) huurder bij de gemeente aangeven als de nieuwe huur niet voldoet aan de verordening. Dit komt overeen met de situatie bij sociale huur.

 

Omdat regels worden opgenomen in het bestemmingsplan zijn die regels ook handhaafbaar. Het gaat dan om regels ten aanzien van woningbouw categorieën die uitsluitend betrekking hebben op percentages gerelateerd aan het plangebied.

 

Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen kan worden geweigerd als die aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan. Ook kan handhavend worden opgetreden vanwege gebruik van gronden of opstallen in strijd met het bestemmingsplan.

Naar boven