Verordening Sociaal Medische Indicatie gemeente Purmerend 2019

 

De raad van de gemeente Purmerend,

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Purmerend,

 

gelet op artikel 149 van de gemeentewet;

 

B E S L U I T:

 

Vast te stellen de:

 

Verordening Sociaal Medische Indicatie gemeente Purmerend 2019

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend;

  • b.

    geregistreerd kindercentrum: in het landelijk register kinderopvang ingeschreven kindercentrum als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid van de Wet kinderopvang;

  • c.

    inkomensverklaring: Verklaring Geregistreerd Inkomen van de Belastingdienst met inkomensgegevens over het meest recent voltooide kalenderjaar. De inkomensverklaring bevat de volgende gegevens:

    • o

      naam en adres;

    • o

      naam- en adresgegevens van de Belastingdienst;

    • o

      het jaar waarover de inkomensverklaring wordt afgegeven;

    • o

      inkomensverklaring;

  • a.

    kind: een inwoner van Purmerend in de leeftijd van 0 tot 13 jaar;

  • b.

    kinderopvang: kinderopvang als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

  • c.

    ouder: de in de gemeente Purmerend woonachtige gezaghebbende ouder(s) of verzorger(s) van een kind die voldoet aan de begripsbepaling in de Wet Kinderopvang;

  • d.

    ouderbijdrage: eigen bijdrage die ouders betalen voor kinderopvang en die afhankelijk is van de hoogte van het gezinsinkomen;

  • e.

    sociaal medische problematiek: lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke en/ of psychische beperking van de ouder(s) waardoor deze onvoldoende in staat is voor het kind te zorgen en de ontwikkelingskansen van het kind hierdoor onder druk staan.

  • f.

    tegemoetkoming: bijdrage in de kosten van kinderopvang op basis van sociaal medische gronden.

  • g.

    voorliggende voorziening: elke mogelijkheid om in kinderopvang te voorzien waarvan door de aanvragende ouder gebruik kan worden gemaakt, waaronder andere financiële tegemoetkomingen of adequate kinderopvang in de informele sfeer.

  • h.

    wet: Wet kinderopvang.

 

Artikel 2. Doelgroep

De verordening is van toepassing op gezinnen waarbij kinderopvang noodzakelijk is vanwege sociaal medische problematiek bij de ouder(s).

 

Artikel 3. Aanspraak op tegemoetkoming

  • 1.

    Het college kan aan de ouder een tegemoetkoming verlenen als er naar het oordeel van het college sprake is van zodanige sociaal medische problematiek van de ouder of het kind dat zonder die tegemoetkoming een ontwikkelingsachterstand dreigt te ontstaan bij het kind en er geen voorliggende voorziening beschikbaar is.

  • 2.

    Het college kan aan een externe partij sociaal en/of medisch advies vragen als het college dit van belang acht voor de beoordeling van de aanvraag voor een tegemoetkoming.

 

Artikel 4. Indiening van de aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor een tegemoetkoming wordt op een door het college vastgesteld aanvraagformulier bij het college ingediend.

  • 2.

    De aanvraag bevat in ieder geval:

    • o

      inkomensverklaring;

    • o

      motivatie van de sociaal medische indicatie;

    • o

      een offerte of contract van de kinderopvang die de kinderopvang verzorgt/gaat verzorgen;

    • o

      een machtiging voor rechtstreekse betaling van de tegemoetkoming aan de kinderopvang;

    • o

      ondertekening van de ouder.

 

Artikel 5. Indieningstermijn

  • 1.

    De aanvraag wordt minimaal 8 weken voor de start van de kinderopvang ingediend.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen een andere indieningstermijn vaststellen.

 

Artikel 6. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op de aanvraag binnen 8 weken na ontvangst van het aanvraagformulier.

  • 2.

    Het college kan de beslissing eenmaal voor ten hoogste 8 weken verdagen; hiervan doet het vóór afloop van de in het eerste lid vermelde termijn mededeling aan de aanvrager.

 

Artikel 7. Weigeringsgronden tegemoetkoming

Het college weigert de aanvraag voor een tegemoetkoming indien de aanvraag niet voldoet aan hetgeen bepaald is in artikel 4 en 5.

 

Artikel 8. Ingangsdatum tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt toegekend met ingang van de aanvangsdatum waarop de kinderopvang start.

 

Artikel 9. Omvang en duur van de tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming wordt verleend voor het aantal uren kinderopvang per week waarvoor de inzet naar het oordeel van het college noodzakelijk is.

  • 2.

    De tegemoetkoming wordt vastgesteld voor maximaal 6 maanden.

  • 3.

    Indien het college dit noodzakelijk acht, vindt verlenging van de tegemoetkoming plaats.

  • 4.

    De verlenging van de tegemoetkoming kan maximaal 3 maal met 6 maanden verlengd worden.

Artikel 10. Hoogte en betaling tegemoetkoming

  • 1.

    De hoogte van de kosten van de kinderopvang zijn gebaseerd op de jaarlijks vastgestelde maximum uurprijzen zoals genoemd in het Besluit subsidiehoogte peuteropvang gemeente Purmerend van het betreffende jaar.

  • 2.

    De ouder betaalt een ouderbijdrage in de kosten van de kinderopvang op basis van de inkomensverklaring. De ouderbijdrage wordt gebaseerd op de jaarlijks vastgestelde ouderbijdragen zoals benoemd in het Besluit subsidiehoogte peuteropvang gemeente Purmerend van het betreffende jaar.

  • 3.

    De berekening van de tegemoetkoming per uur bestaat uit het verschil tussen de kosten kinderopvang en de ouderbijdrage.

  • 4.

    De betaling van de tegemoetkoming vindt rechtstreeks plaats aan de kinderopvang op basis van een maandelijkse factuur met het vastgestelde bedrag als bedoeld bij lid 3.

 

Artikel 11. Inlichtingenplicht

De ouder doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan, uit eigen beweging, schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot een wijziging van de tegemoetkoming.

 

Artikel 12. Herziening, intrekking en terugvordering

Het college herziet het recht op tegemoetkoming of trekt dit in:

  • a.

    Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 11 heeft geleid tot een ten onrechte toegekende tegemoetkoming;

  • b.

    Indien anderszins een tegemoetkoming ten onrechte bedrag verstrekt is;

  • c.

    Indien het college een besluit tot herziening of intrekking heeft genomen, vordert het college de ten onrechte of teveel verstrekte tegemoetkoming terug.

 

Artikel 13. Nadere regels

Het college kan nadere regels vaststellen ter uitvoering van deze verordening.

 

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het college kan ten gunste van het kind of de ouder afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien de toepassing van de verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

 

Artikel 15. Overgangsbepalingen

  • 1.

    Ouders die al een tegemoetkoming ontvangen voor sociaal medische indicatie op het moment dat deze verordening in werking treedt, behouden dit recht tot maximaal 6 maanden na inwerkingtreding van deze verordening, mits de noodzaak nog altijd aanwezig is. Na 6 maanden vindt opnieuw een beoordeling plaats op basis van deze verordening.

  • 2.

    Heeft deze verordening een gunstiger werking voor de ouders die al een tegemoetkoming ontvingen voor sociaal medische indicatie, dan vindt een herziening plaats met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening sociaal medische indicatie gemeente Purmerend 2019.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 26 juni 2019

de griffier,

R.J.C. van der Laan

de voorzitter,

D. Bijl

Naar boven