Subsidieregeling energiebesparende maatregelen accommodaties breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen

Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Volksgezondheid, Zorg, Ouderen en Sport van 18 december 2018 (kenmerk 18MO05454);

 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en artikelen 3, derde lid, 4, tweede lid, 5, tweede lid, 8, aanhef en onder l en 12a, eerste lid van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR 2014);

 

overwegende dat:

  • -

    het college streeft naar een verdere verduurzaming van de Rotterdamse accommodaties;

  • -

    Rotterdamse breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen en daaraan gelieerde beheerstichtingen hier zonder subsidie vaak niet toe overgaan;

  • -

    energiebesparende maatregelen of het opwekken van duurzame energie een besparing voor verenigingen kunnen opleveren, en de accommodaties milieuvriendelijker maken;

  • -

    het college het daarom gewenst acht een subsidieregeling vast te stellen voor de verstrekking van subsidies, voor het opwekken van duurzame energie, aan breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen en daaraan gelieerde beheerstichtingen;

  • -

    de lopende subsidieregeling ‘subsidies aanschaf- en installatiekosten energiebesparende maatregelen sportaccommodaties’ aanpassing behoeft in verband met de gewijzigde BTW-regelgeving voor de vrijstelling van sport per 1 januari 2019;  

besluit vast te stellen:

 

Subsidieregeling subsidies energiebesparende maatregelen accommodaties breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen

Artikel 1 Definties

In deze nadere regels wordt mede verstaan onder:

  • -

    accommodatie: onroerend goed in de vorm van (een deel van) een gebouw, waarvan de vereniging of beheerstichting de economisch of juridisch eigenaar is;

  • -

    beheerstichting: een stichting zonder winstoogmerk, die tot doel heeft een sportaccommodatie of sportvoorziening te beheren en deze beschikbaar te stellen aan een of meerdere aan deze beheerstichting gelieerde breedtesportverenigingen;

  • -

    breedtesport: het sportaanbod van en voor amateursporters; beroepsmatige sportactiviteiten of activiteiten op topsportniveau zijn hiervan uitgezonderd;

  • -

    breedtesportvereniging: een vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid of een stichting:

    • -

      die is aangesloten bij een sportbond;

    • -

      waarvan de activiteiten zich afspelen op het grondgebied van de gemeente Rotterdam of op een sportaccommodatie die in eigendom is van de gemeente Rotterdam;

    • -

      waarvan de statutaire doelstelling en de feitelijke werkzaamheden zich hoofdzakelijk richten op de breedtesport;

    • -

      die geen winstoogmerk heeft; en

    • -

      die niet uitsluitend gericht is op professionele sportbeoefening;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam;

  • -

    economisch eigenaar: de breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen en daaraan gelieerde beheerstichtingen, die een accommodatie of een voorziening in economisch eigendom heeft op een perceel grond waarvan de gemeente Rotterdam het juridisch eigendom bezit en waarbij:

    • -

      de vereniging of beheerstichting het onderhoud van die accommodatie of voorziening verricht of laat verrichten, én

    • -

      de vereniging of beheerstichting de kosten van beheer en onderhoud van die accommodatie of voorziening voor eigen rekening neemt;

  • -

    energiebesparende maatregel: energiebesparende of duurzame energie opwekkende maatregel zoals opgenomen in de bijlage.

  • -

    installatiekosten: de kosten die direct verband houden met en noodzakelijk zijn voor het aanbrengen en installeren van de energiebesparende maatregelen;

  • -

    scoutingvereniging: een vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid of een stichting:

    • -

      die is aangesloten bij Scouting Nederland,

    • -

      waarvan de activiteiten zich afspelen op het grondgebied van de gemeente Rotterdam of op een vaartuig (juniorvlet, lelievlet, wachtschip of vaartuig met sleepfunctie) dat eigendom is van de vereniging of stichting of een daaraan gelieerde beheerstichting, en

    • -

      waarvan de statutaire doelstelling en de feitelijke werkzaamheden hoofdzakelijk zijn gericht op het organiseren van scoutingactiviteiten;

  • -

    speeltuinvereniging: een vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid of een stichting:

    • -

      waarvan de activiteiten zich afspelen op het grondgebied van de gemeente Rotterdam, en

    • -

      waarvan de statutaire doelstelling en de feitelijke werkzaamheden hoofdzakelijk zijn gericht op het bieden van een veilige speelgelegenheid voor kinderen;

  • -

    SVR 2014: de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

  • -

    voorziening: een specifiek voor het kunnen uitoefenen van activiteiten in overeenstemming met de statutaire doelstellingen bedoeld onroerend goed en, in het geval van een scoutingvereniging of daaraan gelieerde beheerstichting, een vaartuig (juniorvlet, lelievlet, wachtschip of vaartuig met sleepfunctie).

Artikel 2 Reikwijdte

Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college vanaf het jaar 2019 voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Subsidiale activiteiten

Het college kan uitsluitend subsidie verstrekken voor het uitvoeren van een maatregel op een Rotterdamse accommodatie of voorziening ten behoeve van energiebesparing, die is opgenomen in de bijlage van deze regeling.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a.

    breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen en daaraan gelieerde beheerstichtingen, waarvan de activiteiten zich afspelen binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Rotterdam of op een accommodatie die in eigendom is van de gemeente Rotterdam;

  • b.

    breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen en daaraan gelieerde beheerstichtingen, zoals bedoeld onder a die economisch eigenaar zijn van een accommodatie of voorziening waar de energiebesparende maatregel plaatsvindt.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van in artikel 3 genoemde maatregelen.

  • 2.

    In het geval de in artikel 3 bedoelde maatregelen worden getroffen binnen een nieuwbouwproject, in plaats van renovatie, zijn de aanschafkosten alleen subsidiabel in de mate waarin ze aanvullend zijn aan de eisen van het Bouwbesluit 2012 en zijn de installatiekosten alleen subsidiabel in de mate waarin hiervoor aanvullende werkzaamheden noodzakelijk zijn.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      de kosten voor de inzet van eigen personeel en van vrijwilligers, behoudens voor zover de aan de vrijwilligers toegekende vergoedingen binnen een vrijwilligersregeling van de belastingdienst vallen;

    • b.

      de kosten van energiebesparende maatregelen, die voor subsidiëring op grond van een andere gemeentelijke subsidieregeling in aanmerking kunnen komen;

    • c.

      kosten die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag.

  • 4.

    De BTW over de gesubsidieerde kosten komt alleen voor vergoeding in aanmerking als die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht. Deze BTW moet zichtbaar in de financiële verantwoording worden opgenomen en voor zover een accountantsverklaring moet worden afgegeven, moet dit expliciet uit de verklaring blijken.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt 33% procent van de subsidiabele kosten, met een maximum van € 50.000.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 een subsidieplafond van € 150.000.

  • 2.

    Het college kan de hoogte van het subsidieplafond binnen de in het eerste lid genoemde periode wijzigen.

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

Artikel 9 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt bij de gemeente online ingediend via www.rotterdam.nl/subsidies (met e-herkenning)

  • 2.

    In aanvulling op de op grond van artikel 5 van de SVR 2014 over te leggen gegevens, legt de aanvrager bij zijn aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      de statuten van de vereniging;

    • b.

      een uittreksel van de Kamer van Koophandel van de vereniging;

    • c.

      een toelichting op de maatregelen en het doel hiervan;

    • d.

      een begroting van de totale investeringskosten, inclusief eventuele bijdragen van derden;

    • e.

      een offerte van een aannemer of bedrijf voor het volledige bedrag van de investeringskosten voor zover (een deel van) de voorziening niet in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd;

    • f.

      indien de aanvraag niet door een bestuurslid of door bestuursleden ondertekend is of zijn, die daartoe op grond van de statuten van de vereniging gemachtigd is of zijn, dan wordt een bewijs van machtiging door het bestuur bijgevoegd.

  • 3.

    Een gezamenlijke aanvraag van meerdere verenigingen wordt gezamenlijk ingediend en ondertekend door alle betrokken besturen.  

Artikel 10 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 8 van de SVR 2014 kan subsidieverlening geheel of gedeeltelijk worden geweigerd als:

  • a.

    de aanvraag of de aanvrager niet voldoet aan het gestelde in deze subsidieregeling;

  • b.

    als bij de afhandeling op volgorde van ontvangst het in artikel 7 vermelde subsidieplafond is bereikt;

  • c.

    indien voor de desbetreffende energiebesparende maatregel op grond van deze nadere regels reeds subsidie is verleend;

  • d.

    de energierekening van de accommodatie waar de maatregel wordt gerealiseerd niet wordt afgeschreven van een rekening die op naam staat van de aanvrager;

  • e.

    de kosten van de investering niet worden afgeschreven van een bankrekening die op naam staat van de aanvrager;

  • f.

    de eventueel aan te schaffen installatie of apparatuur niet nieuw is. 

Artikel 11 Subsidieverplichtingen

  • 1.

    De subsidieontvanger moet zich bij de uitvoering van de maatregel aan alle van toepassing zijnde geldende wet- en regelgeving houden.

  • 2.

    De subsidieontvanger is verplicht voordat de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten een aanvang neemt te zorgen voor het verkrijgen van de voor de subsidiabele activiteiten vereiste vergunningen of ontheffingen.

  • 3.

    De subsidieontvanger realiseert de subsidiabele activiteiten binnen 12 maanden na het besluit tot verlening van de subsidie.

  • 4.

    De subsidieontvanger vervreemdt de installatie of apparatuur waarvoor de subsidie is verstrekt niet binnen drie jaar na de datum van de subsidievaststelling.

Artikel 12 Verantwoording en vaststelling subsidie

Subsidies worden vastgesteld nadat de aanvraag tot vaststelling is ingediend. In aanvulling op artikel 13 van de SVR 2014, legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  • 1.

    een bewijsstuk van realisatie van de investering (bijv. een foto van de gerealiseerde maatregel);

  • 2.

    een inhoudelijke en financiële verantwoording van de activiteiten inclusief kopieën van bewijsstukken van betaling.

Artikel 13 Intrekken oude subsidieregeling

De Nadere regels subsidieregeling subsidies aanschaf- en installatiekosten energiebesparende maatregelen sportaccommodaties wordt ingetrokken.

Artikel 14 Overgangsrecht

De Nadere regels subsidies aanschaf- en installatiekosten energiebesparende maatregelen sportaccommodaties blijft van toepassing op subsidies verstrekt op grond van deze regeling en op volledige aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór inwerkingtreding van deze subsidieregeling.

Artikel 15 Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019 en vervalt op 31 december 2020 met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op subsidies verstrekt op grond van deze regeling en op volledige aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór 1 januari 2021.

Artikel 16 Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Subsidieregeling energiebesparende maatregelen accommodaties breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 18 december 2018.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Bijlage behorende bij artikel 3: Maatregellijst

 

TOELICHTING

Algemene toelichting

De gemeente Rotterdam wil energiebesparende maatregelen in het kader van duurzaamheid stimuleren. Door voor energiebesparende maatregelen aan verenigingen subsidie beschikbaar te stellen, wordt verwacht dat een extra stimulans aan duurzaamheid gegeven wordt. Een eenmalig bedrag van € 300.000 is in 2017 beschikbaar gekomen voor energiebesparende maatregelen aan sportaccommodaties van breedtesportverenigingen. Per 2019 is er nog € 150.000 beschikbaar. Dit bedrag is bedoeld om bijdragen te kunnen verstrekken aan breedtesport-, scouting- en speeltuin-verenigingen en hun beheerstichtingen voor het treffen van energie-besparende maatregelen aan de accommodaties, waarvan zij zelf de (economisch) eigenaar zijn. Deze regeling geeft nadere regels voor de subsidiëring aan breedtesport-, scouting- en speeltuinverenigingen en hun beheerstichtingen ten laste van dit budget.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 3 De subsidiabele activiteiten

Op grond van onderhavige nadere regels komen voor subsidie in aanmerking de kosten die direct verband houden met en noodzakelijk zijn voor de aanschaf en installatie van de energiebesparende maatregelen. Wat betreft het soort energiebesparende maatregelen wordt aangesloten bij de maatregelen die het Rijk subsidiabel acht ingevolge de subsidieregeling ‘Stimulering bouw en onderhoud van sportaccommodaties’.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Door subsidie voor maatregelen binnen nieuwbouwprojecten alleen te subsidiëren in zoverre als ze niet vereist zijn volgens het Bouwbesluit wordt voorkomen dat subsidie wordt verstrekt voor een investering die de vereniging ook zonder subsidie aan zou gaan en dus niet een extra bijdrage aan energiebesparing vormt. Indien in het Bouwbesluit bijvoorbeeld de eis voor HR+ glas is opgenomen kan alleen subsidie verkregen worden voor maatregelen die meer bijdragen aan duurzaamheid dan HR+ en zijn alleen de kosten die extra worden gemaakt subsidiabel. Het bedrag dat betaald zou worden aan HR+ glas valt buiten de subsidiabele kosten.

 

Een breedtesportvereniging kan de kosten voor de aanleg van een bouwkundige aanpassing in een sportaccommodatie verlagen door (een deel) in zelfwerkzaamheid uit te voeren. Indien de breedtesportvereniging hiervoor in de subsidieaanvraag arbeidskosten of overhead in de begroting opneemt, dan worden die kosten in de berekening van de hoogte van de te verlenen subsidie niet meegenomen. Eventuele vergoedingen aan vrijwilligers wel, maar alleen als deze niet hoger zijn dan de vrijwilligersregeling van de belastingdienst. Zie bijvoorbeeld artikel 2 lid 6 Wet op de Loonbelasting en van artikel 3.96 letter c Wet inkomstenbelasting 2001.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

Ten behoeve van een evenwichtige verdeling van het subsidieplafond is ervoor gekozen een maximum bedrag in de regeling op te nemen dat de aanvrager jaarlijks aan subsidie kan ontvangen.

Artikel 7 Subsidieplafond

Voor energiebesparing is vanaf 2017 een eenmalig budget beschikbaar van € 300.000 In 2017 en 2018 is op grond van de subsidieregeling aanschaf- en installatiekosten energiebesparende maatregelen sportaccommodaties € 150.000 besteed. Het resterende budget wordt over 2019 en 2020 beschikbaar gesteld.

 

Het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Hiervoor is gekozen omdat in de bijlage bij de regeling reeds is bepaald welke maatregelen voor subsidie in aanmerking komen en de module hierdoor al voldoende is gericht op de na te streven doelen van energiebesparing en duurzame energie.

 

Subsidies worden verleend op volgorde van ontvangst van de subsidieaanvragen. Dat moeten complete aanvragen.

Zodra het subsidieplafond is bereikt kunnen en zullen er geen nieuwe subsidies meer verleend worden.

Artikel 9 Aanvraag

In dit artikel is aangegeven welke stukken en gegevens een subsidieaanvraag dient te bevatten.

 

Alleen volledige aanvragen, die alle vereiste informatie en stukken bevat, komen voor behandeling in aanmerking. De subsidies worden immers op volgorde van ontvangst verleend en het beschikbare budget is beperkt. Daarom moet voorkomen worden, dat een bepaalde aanvrager om maar bij de eersten te horen pro forma een niet complete aanvraag indient.

Bij onvolledige aanvragen zal aan de aanvrager een redelijke termijn worden gegund om de aanvraag te complementeren.

 

Aanvragen kunnen door een intermediair worden ingediend. Een machtiging namens de breedtesport, scouting- of speeltuinvereniging of hun beheerstichting voor het indienen van een subsidieaanvraag is hiervoor vereist.

Artikel 10 Aanvullende weigeringsgronden

Aan de aanvrager mag voor deze maatregel op grond van deze titel gedurende dit kalenderjaar niet reeds subsidie zijn verleend. Er kan slechts eenmaal per kalenderjaar subsidie worden verleend voor dezelfde maatregel genoemd in de bijlage aan een aanvrager. Indien een aanvrager gedurende een kalenderjaar meerdere subsidieaanvragen indient voor verschillende maatregelen die zijn opgenomen in de bijlage kan dit wel worden gehonoreerd, tot een maximum van € 50.000.

 

Uitgesloten is dat de subsidieaanvrager subsidie krijgt op basis van deze Nadere regels en op basis van de regeling investeringssubsidies breedtesportverenigingen. Dit is om mogelijke dubbele subsidiering te voorkomen.

Artikel 11 Subsidieverplichtingen

Om een spoedige realisatie van de maatregelen voor energiebesparing en opwekking van duurzame energie bij sportaccommodaties te bewerkstelligen moeten de maatregelen, waarvoor subsidie is verleend, binnen een jaar worden gerealiseerd.

 

In dit artikel is een instandhoudingsverplichting opgenomen om te bewerkstelligen dat de maatregelen die zijn genomen na subsidieverlening tot ten minste drie jaar na subsidievaststelling in stand blijven. Het is niet toegestaan de installatie of apparatuur binnen drie jaar na subsidievaststelling te vervreemden. Hierbij kan worden gedacht aan het verkopen of schenken van een installatie of apparatuur aan een derde. Indien de subsidieontvanger niet aan deze verplichting voldoet, kan de subsidievaststelling worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd.

Artikel 12 Verantwoording en vaststelling subsidie

In de Subsidieverordening Rotterdam 2014 is geregeld, dat bij subsidies tot € 25.000 er een keuze gemaakt kan worden tussen het direct vaststellen van de subsidie bij de verlening of het vaststellen pas na een aanvraag tot vaststelling. In artikel 12 van deze regeling is voor de tweede mogelijkheid gekozen. Alle subsidies op basis van deze regeling worden eerst verleend en pas later, na ontvangst van een aanvraag tot vaststelling, vastgesteld.

Dit gemeenteblad 2018, nummer 175, is uitgegeven op 20 december 2018 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven