Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Woudenberg houdende regels omtrent de heffing en invordering van een BIZ-heffing (Verordening BI-zone Centrum Woudenberg 2020)

De raad van de Gemeente Woudenberg,

 

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van ;

 

gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid van de Wet op de bedrijveninvesteringszones (BIZ) en

gelet op de Uitvoeringsovereenkomst Bedrijven Investeringszone Centrum Woudenberg tussen de gemeente Woudenberg en Ondernemingsfonds DES Woudenberg (ODW)

 

besluit Vast te stellen de:

 

 

Verordening op de heffing en invordering van een BIZ-heffing Centrum Woudenberg 2020

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a)

    Wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

  • b)

    BIZ: het bij deze Verordening vast te stellen gebied in de gemeente Woudenberg waarbinnen de BIZ-heffing wordt geheven;

  • c)

    BIZ-heffing: hetgeen daaronder in de Wet wordt verstaan;

  • d)

    BIZ-subsidie: de op basis van de Verordening en de Wet te verlenen subsidie;

  • e)

    College: het college van burgemeester en wethouders van Woudenberg;

  • f)

    Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Woudenberg en de vereniging Ondernemingsfonds DES Woudenberg (ODW) gesloten Uitvoeringsovereenkomst Bedrijven Investeringszone Centrum Woudenberg.

Artikel 2. Aanwijzing vereniging (vereniging)

De vereniging met de naam Ondernemingsfonds DES Woudenberg (hierna: ODW) wordt aangewezen als de vereniging als bedoeld in artikel 7 van de Wet.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3. Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ-heffing’ wordt een directe belasting, zijnde een bestemmingsheffing, geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of economische ontwikkeling van de BIZ. Voor de belastingplichtige gebruikers wordt de tenaamstelling van de gebruikers binnen de WOZ-administratie gebruikt.

Artikel 4. Belastbaar feit en bijdrageplicht

  • 1.

    De belasting wordt, gedurende een periode van maximaal 5 jaren en zoals vastgelegd in de Uitvoeringsovereenkomst, jaarlijks geheven ter zake van binnen de BIZ gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen en die in gebruik zijn voor:

    detailhandelsverkopen, horecafunctie en of dienstverleningsfunctie aan particulieren.

  • 2.

    De belasting wordt geheven van diegenen die aan het begin van het kalenderjaar in de BIZ gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruiken zoals genoemd in artikel 4.1. van deze verordening.

  • 3.

    De belasting wordt per WOZ-object geheven. Als een ondernemer voor meerdere doorgebroken (aaneengeschakelde) panden (WOZ-objecten) is gevestigd en daar belastingplichtig is, wordt de belasting slecht één maal geheven. Als een ondernemer voor meerdere –van elkaar gescheiden- panden belastingplichtig is dan wordt de belasting voor elk van deze panden opgelegd. Als in een pand meerdere gebruikers zijn gevestigd die op grond van hun bedrijfsvoering in dat pand belastingplichtig zouden zijn, dan wordt de belasting alleen opgelegd aan de hoofdgebruiker conform de woz-administratie.

  • 4.

    De belasting worden geheven binnen het volgende aaneengesloten gebied:

    • -

      De Nieuwe Poort

    • -

      Dorpsstraat

    • -

      Geeresteinselaan 1

    • -

      Kerkstraat 1 en 1a

    • -

      Koningin Emmastraat 1 tot en met 8 (oneven en even)

    • -

      Kostverloren ( inclusief Hoek Kostverloren/Pr. Bernhardstraat)

    • -

      Maarsbergseweg 2 tot en met 8 (even nummers)

    • -

      ’t Schilt bedrijfsruimten op straatniveau (even nummers)

    • -

      Schoutstraat 2

    • -

      Stationsweg 1 tot en met 3 (oneven en even)

    • -

      Voorstraat 1 tot en met 53 (oneven nummers) en 2 tot en met 34 (even nummers).

  • Zie ook de kaart (bijlage 1)

Artikel 5. Belastingobject

Het belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken, die in hoofdzaak niet tot woning dient.

Artikel 6. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per onroerende zaak.

Artikel 7. Vrijstellingen

  • 1.

    De belasting wordt niet geheven ter zake van onroerende zaken voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente.

  • 2.

    De belasting wordt niet geheven ter zake van onroerende zaken die niet bedrijfsmatig geëxploiteerd worden en in hoofdzaak bestemd zijn voor sociaal-culturele bijeenkomsten.

Artikel 8. Belastingtarief

De BIZ-heffing bedraagt per onroerende zaak voor 2020 € 390,00 met een jaarlijkse verhoging van € 10,00 na 2020 tot en met 2024.

Artikel 9. Wijze van heffing

De BIZ-heffing wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10. Termijnen van heffing

  • 1.

    De aanslagen die worden opgelegd in het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, moeten worden betaald in 4 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, de tweede twee maanden later, de derde drie maanden later en de laatste termijn vier maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11. Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-heffing.

Artikel 12 Aanwijzing vereniging

De vereniging met de naam Ondernemingsfonds DES Woudenberg (ODW) wordt aangewezen als de vereniging als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Artikel 13 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie bedoeld in artikel 14 is de Algemene subsidieverordening gemeente Woudenberg niet van toepassing.

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

Artikel 14. Subsidievaststelling

  • 1.

    De subsidie wordt verstrekt aan de vereniging met de naam Ondernemingsfonds DES Woudenberg (ODW) voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst met het plan van aanpak (Meerjaren BIZ-plan ODW) en nader uitgewerkt in het jaarlijkse activiteitenplan van ODW.

  • 2.

    De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-heffing. De subsidie wordt vastgesteld op het bedrag van de BIZ-heffing die bij de in artikel 4 van deze verordening genoemde belastingplichtigen worden ontvangen, verminderd met de geraamde perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-heffing zoals opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

  • 3.

    Indien aan het eind van een subsidiejaar een deel van de op dat jaar betrekking hebbende BIZ-subsidie niet is besteed, wordt dat deel doorgeschoven naar het volgende subsidiejaar, waarbij de algemene ledenvergadering van de ODW zich over de besteding daarvan uitspreekt. Bij het einde van de status BIZ, zal de ODW het niet bestede bedrag naar rato terug betalen aan de belastingplichtigen die voor het laatste subsidiejaar de BIZ-heffing hebben betaald.

Artikel 15. Wijze van betalen

De 90% van het begrote subsidiebedrag wordt jaarlijks als voorschot betaald vóór 1 maart van het subsidiejaar.

Artikel 16. Melding van relevante wijzigingen

  • 1.

    De vereniging ODW stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

  • 2.

    De vereniging ODW stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van of een wijziging van de statuten, of van verandering of beëindiging van activiteiten.

Artikel 17. Aanvraag, verantwoording en te overleggen gegevens

  • 1.

    Vóór 1 oktober van het voorafgaande jaar dient een schriftelijk verzoek om BIZ-subsidie, via het vastgestelde aanvraagformulier, te worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. De aanvraag van het betreffende jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd dient vergezeld te gaan van een:

    • a.

      activiteitenplan;

    • b.

      begroting.

  • 2.

    Het college stelt vóór 15 december van het voorafgaande jaar vast of de BIZ-subsidie wordt toegekend.

  • 3.

    Voor 1 april van het jaar volgend op het subsidiejaar, dient verantwoording te worden afgelegd over dit subsidiejaar. De schriftelijke verantwoording dient vergezeld te gaan van:

    • a)

      Inhoudelijk verslag over het afgeronde subsidiejaar. Dit verslag bevat een beschrijving van de aard en omvang van de geleverde prestaties en producten, een vergelijking tussen de beoogde en gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen.

    • b)

      Een balans van het afgelopen subsidiejaar met een toelichting daarop.

    • c)

      Vastgestelde jaarrekening over het afgelopen subsidiejaar.

    • d)

      Het College kan, indien het daar aanleiding toe ziet, verlangen dat dit verslag vergezeld gaat van een goedkeurende verklaring van een accountant.

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

Artikel 18. Openbare ruimte

Voor activiteiten die plaatsvinden in de openbare ruimte geldt het volgende:

  • 1.

    Indien in een activiteitenplan voorzien is om verandering aan te brengen op of aan gemeentelijke objecten dient dit gedetailleerd en gespecificeerd in het activiteitenplan te zijn opgenomen, zodat ze daarmee ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeente.

  • 2.

    Voor het aanbrengen van voorwerpen op gemeentelijke objecten in de openbare ruimte, zoals op lantaarnpalen, geldt dat deze voorwerpen het gebruik van de openbare ruimte niet mogen belemmeren noch de functie van het gebruikte gemeentelijke object veranderen, daarbij dient het gebruikte gemeentelijke object na het verwijderen van de aangebrachte voorwerpen in dezelfde staat te verkeren als voor het aanbrengen van het voorwerp.

  • 3.

    Indien in de loop van het uitvoeringsjaar van een activiteitenplan blijkt dat vanwege de realisatie hiervan gemeentelijke objecten worden beschadigd of verwijderd, dan neemt ODW dit op met het hoofd Realisatie en Beheer binnen de gemeente, daarbij geldt dat de kosten voor het herstel van schade voor rekening komt van ODW.

Artikel 19. Inwerkingtreding, verlening en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening BI-zone Centrum Woudenberg 2016", vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 november 2015 , wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening BI-zone Centrum Woudenberg 2020’.

     

 

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van: 11 juli 2019.

K. Wiesenekker

raadsgriffier

T. Cnossen

voorzitter

Bijlage 1: Gebiedsafbakening BIZ Woudenberg-Centrum

Naar boven