Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Participatiewet gemeente Putten 2017

De raad der gemeente Putten;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 mei 2019, nr. 1026039;

gelet op artikel 147 eerste lid van de Gemeentewet, artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en c, en tweede lid, artikel 36 van de Participatiewet en artikel 36b van de Participatiewet;

 

besluit:

 

de Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Participatiewet gemeente Putten 2017 vastgesteld bij raadsbesluit van 12 januari 2017 als volgt te wijzigen (1e wijziging):

 

 

ARTIKEL 1

Artikel 6 Hoogte individuele inkomenstoeslag

  • 1.

    Een individuele inkomenstoeslag bedraagt voor inkomens tot en met 100% van de bijstandsnorm per kalenderjaar:

    • a.

      voor gehuwden: 35% van de op 1 januari van de in het jaar van aanvraag geldende gehuwdennorm, bedoeld in artikel 21 onder b van de wet;

    • b.

      voor een alleenstaande ouder: 90% van de uitkomst onder a;

    • c.

      voor een alleenstaande: 70% van de uitkomst onder a;

      en wordt naar boven afgerond op een veelvoud van € 10.

  • 2.

    Een individuele inkomenstoeslag bedraagt voor inkomens van meer dan 100% maar niet hoger dan 110% van de bijstandsnorm per kalenderjaar:

    • a.

      voor gehuwden: 45% van de op 1 januari van de in het jaar van aanvraag geldende gehuwdennorm, bedoeld in artikel 21 onder b van de wet;

    • b.

      voor een alleenstaande ouder: 90% van de uitkomst onder a;

    • c.

      voor een alleenstaande: 70% van de uitkomst onder a;

      en wordt naar boven afgerond op een veelvoud van € 10.

  • 3.

    Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13 eerste lid van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 4.

    Voor toepassing van het eerste, tweede en derde lid is de situatie op de peildatum dan wel aanvraagdatum bepalend.

 

Artikel 7 Hoogte individuele studietoeslag

  • 1.

    Een individuele studietoeslag bedraagt per kalenderjaar:

    • a.

      voor gehuwden: 45% van de op 1 januari van de in het jaar van aanvraag geldende gehuwdennorm, bedoeld in artikel 21 onder b van de wet;

    • b.

      voor een alleenstaande ouder: 90% van de uitkomst onder a;

    • c.

      voor een alleenstaande: 70% van de uitkomst onder a;

      en wordt naar boven afgerond op een veelvoud van € 10.

  • 2.

    Als één van de gehuwden is uitgesloten van het recht op individuele studietoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele studietoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 3.

    Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum dan wel aanvraagdatum bepalend.

 

De wijziging treedt in werking op de dag, volgend op die van publicatie.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Putten van 20 juni 2019,

 

de griffier,

E.G. van Drie-Timmer

de voorzitter,

H.A. Lambooij

Naar boven