Wijziging Marktverordening Leiden 2015

De raad van de gemeente Leiden:

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel 18.0121 van 2018), mede gezien het advies van de commissie,

 

 

BESLUIT

Vast te stellen de verordening tot wijziging van de Marktverordening Leiden 2015

Artikel I. Wijziging verordening

De marktverordening Leiden 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

A. Artikel 4. Vergunningen komt te luiden:

 

Artikel 4. Vergunningen

  • 1.

    Het is verboden op een markt zonder vergunning van het college voor een vaste standplaats, een seizoensplaats of dagplaats een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2.

    Een vergunning voor een vaste standplaats geldt voor onbepaalde tijd, voor de op de vergunning vermelde standplaats en voor de op de vergunning vermelde branche of artikelgroep, tenzij de vergunning anders bepaalt. Het college kan in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen.

  • 3.

    Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

  • 4.

    Het is verboden, op een markt zonder standwerkvergunning van het college als standwerker op te treden.

  • 5.

    Het is verboden, zonder bedienvergunning van het college vergunninghouders en degenen die hen vervangen of bijstaan tegen betaling te voorzien van voedsel of dranken bestemd voor consumptie ter plaatse. Een bedienvergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij de vergunning anders bepaalt.

  • 6.

    Het is verboden zonder vergunning van het college marktkramen te plaatsen of daarvoor voorbereidingen te treffen.

  • 7.

    Het is een vergunninghouder verboden voor meer dan tien procent van zijn kraambreedte te gebruiken voor branche vreemde producten.

  • 8.

    Aan een vergunning op grond van deze verordening kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 9.

    Een vergunning kan enkel worden verleend aan een natuurlijk persoon die handelingsbekwaam is, die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die geen vergunning voor een vaste standplaats heeft voor de betrokken markt;

  • 10.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

B. Artikel 11. Seizoensplaatsvergunning komt te luiden:

 

Artikel 11. Seizoensplaatsvergunning

  • 1.

    Een seizoensplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt voor de periode van 5 oktober tot en met 4 april op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen.

  • 2.

    Bij het vrijkomen van een seizoensplaats zal door middel van adverteren voor een ontbrekende branche, een ontbrekende artikelgroep of een ontbrekend product uit een artikelgroep voorzien worden in de behoefte aan dit product uit een artikelgroep op de markt.

  • 3.

    De seizoensplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 4.

    Met betrekking tot de regels voor overdracht, bijstand en vervanging is de seizoensplaatsvergunning gelijk aan een vaste standplaatsvergunning.

C. Artikel 12. Dagplaatsvergunning komt te luiden:

 

  • 1.

    Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een standplaats voor het uitoefenen van markthandel op een markt op plaatsen die daarvoor ingevolge het inrichtingsplan in aanmerking komen en op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste standplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning (tijdelijk) is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 10 van deze verordening.

  • 2.

    Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die staan ingeschreven op de meeloperslijst en die zich tenminste 15 minuten vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester hebben gemeld en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3.

    Het college kan ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4.

    De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van hun positie op de meeloperslijst.

  • 5.

    Indien in het Inrichtingsplan een brancheverdeling is opgenomen worden, in afwijking van het vierde lid, de dagplaatsvergunningen achtereenvolgens toegewezen aan:

    • a.

      de ingeschrevenen op de meeloperslijst die een product verhandelen uit een branche of artikelgroep die niet vertegenwoordigd is op deze markt, dit in volgorde van inschrijving op de meeloperslijst;

    • b.

      de ingeschrevenen op de meeloperslijst die een product verhandelen uit een branche of artikelgroep die wel vertegenwoordigd is op deze markt maar waarbij het maximum aantal standplaatsen zoals bedoeld in de bij het Inrichtingsplan behorende lijst van branches en artikelgroepen nog niet is bereikt, dit in volgorde van inschrijving op de meeloperslijst;

  • 6.

    In een branche of artikel groep waarvan het maximum aantal standplaatsen zoals bedoeld in de bij het Inrichtingsplan behorende lijst van branches en artikelgroepen is bereikt of overschreden kan, in het geval van vakanties, ziekte zonder vervanging of andere afwezigheid een dagplaatsvergunning worden uitgegeven. Dit kan alleen in die gevallen dat het maximum aantal standplaatsen zoals bepaald in die lijst niet wordt overschreden.

  • 7.

    Bij het bepaalde in het zesde lid geldt dat er geen sprake mag zijn van plaatsing van branche op branche. Dat wil zeggen dat een meeloper in dezelfde branche niet kan worden geplaatst op een plaats van een vaste standplaatshouder

  • 8.

    Het college kan afwijken van het bepaalde in het vijfde lid indien zij dit in het belang acht van het aanbieden van een divers en voldoende aanbod op de markt.

  • 9.

    Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

  • 10.

    Het is degene die heeft deelgenomen aan de loting zoals bedoeld in artikel 13 niet toegestaan om mee te dingen naar een dagplaatsvergunning voor dezelfde dag.

Artikel II Overgangsrecht

Er geldt een overgangsperiode ten behoeve van meelopers en seizoensplaatshouders met producten in een branche of artikelgroep waarvan het maximum aantal standplaatsen zoals bedoeld in de bij het Inrichtingsplan behorende lijst van branches en artikelgroepen is bereikt of overschreden. Aan de overgangsperiode worden de volgende criteria verbonden;

  • a.

    In aanmerking komen enkel die meelopers die op 1 januari 2019 stonden ingeschreven op de meeloperslijst zoals bedoeld in artikel 12 van de verordening én houders van een seizoensplaatsvergunning als bedoeld in artikel 11 van de verordening;

  • b.

    Voor ondernemers die op het moment van dit raadsbesluit een seizoensplek hebben én meeloper zijn in de periode april – oktober, wordt, in weerwil van de branchering en zonder een eindige overgangstermijn indien beschikbaar een meelopersplek uitgegeven.

  • c.

    De overgangsperiode heeft enkel betrekking op de markt zoals bedoeld in het Inrichtingsplan zaterdagmarkt centrum 2018;

  • d.

    De overgangsperiode bedraagt zes kalendermaanden en gaat in op het moment van inwerkingtreding van de gewijzigde verordening.

Artikel III Inwerkingtreding

De verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 23 mei 2019,

de Griffier, de Voorzitter,

Toelichting artikel II overgangsrecht

Het college heeft op 12 juli 2018 de branchering vastgesteld middels haar besluit BW18.0308. Bij dit besluit is het Inrichtingsplan Zaterdagmarkt Centrum gewijzigd en de branchelijst voor die markt vastgesteld. Hiermee vallen alle vaste standplaatsvergunningen op de zaterdagmarkt onder het regime van branchering. Voor het volledig doorvoeren van de branchering is het noodzakelijk dat er naast het vaststellen van de branchelijst en het wijzigen van het inrichtingsplan ook wijzigingen worden doorgevoerd in de marktverordening. Daarvoor heeft het college uw raad het raadsvoorstel RV18.0121 aangeboden.

 

Na vaststelling daarvan is gebleken dat de belangen van de meelopers voor dagplaatsen en de houders van een seizoensplaatsvergunning extra bescherming behoeven. De eerste groep betreft ondernemers die op de dag zelf zich melden op de markt om in aanmerking te komen voor een plek die anders die dag leeg blijft. Dit zijn plekken die door vakantie of ziekte van een reguliere ondernemer of om andere redenen tijdelijk leeg zijn. De tweede groep betreft ondernemers die een vaste plek tijdens het winterseizoen (oktober tot april) hebben en staan op plekken die in het zomerseizoen worden ingenomen door terrassen. In ieder geval een deel van deze ondernemers meldt zich in het zomerseizoen als meeloper met een product waar na wijziging van de verordening niet meer mee meegelopen kan worden. Beide groepen worden geraakt door deze wijziging in die zin dat na wijziging van de verordening aanbieders van producten waarin de branchering het bepaalde maximum is bereikt deze niet meer in aanmerking komen voor een dagplaats op de zaterdagmarkt.

 

Hoewel een en ander uitvoerig met de Adviescommissie Ambulante Handel is besproken twijfelt het college of alle betrokken meelopers voldoende op de hoogte zijn van deze wijziging en zich derhalve hebben kunnen voorbereiden op de wijziging. Daarom stelt het college een extra overgangsperiode in voor die groep ondernemers. Binnen deze overgangsperiode van zes maanden komen deze ondernemers nog in aanmerking voor een dagplaatsvergunning ondanks dat in die betreffende branche of artikelgroep het bepaalde maximum is bereikt of overschreden. De regeling geldt alleen voor seizoensplaatshouders en voor meelopers die op de peildatum van 1 januari 2019 regulier meeliepen en stonden ingeschreven op de meeloperslijst. De regeling geldt niet voor ondernemers die zich later (alsnog) melden voor een plek op de meeloperslijst. Tevens kan deze regeling niet leiden tot een vaste standplaatsvergunning binnen de branches voor de betreffende ondernemers.

Naar boven