Besluit aanwijzing heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar gemeentelijke belastingen 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen,

 

gelet op artikel 2.1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijmegen en het bepaalde in artikel 231, van de Gemeentewet en artikel 1, tweede lid van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ);

 

besluit:

vast te stellen het Besluit aanwijzing heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar gemeentelijke belastingen 2019.

 

 

Artikel 1  

Met de heffing van gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet wordt belast: het hoofd van bureau Gemeentebelastingen of diens benoemde plaatsvervanger.

 

Artikel 2  

Met de invordering van gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet wordt belast: het hoofd van bureau Gemeentebelastingen of diens benoemde plaatsvervanger.

 

Artikel 3  

Met de uitvoering van de Wet WOZ bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wet WOZ wordt belast het hoofd van bureau Gemeentebelastingen of diens benoemde plaatsvervanger.

 

Artikel 4  

1. Het in de Aanstellings- en aanwijzingsbesluiten gemeentelijke belastingen 2017 opgenomen Besluit aanwijzing heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar wordt ingetrokken.

2. Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

3. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing heffingsambtenaar en invorderingsambtenaar gemeentelijke belastingen 2019.

 

Aldus vastgesteld d.d. 2 juli 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen,

De gemeentesecretaris

mr. drs. A.H. van Hout

De burgemeester

Drs. H.M.F. van Hout

Naar boven