Besluit aanwijzing gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen,

 

gelet op artikel 2.1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijmegen en het bepaalde in de artikelen 231, tweede lid, onderdeel d en 246a van de Gemeentewet, de artikelen 30 en 31 van de Wet waardering onroerende zaken, artikel 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 63a van de Invorderingswet 1990;

 

besluit:

vast te stellen het Besluit aanwijzing gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen 2019,

 

Artikel 1  

Als gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van de gemeentelijke belastingen, jegens mede wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49, 50, 51 en 53a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, dan wel artikel 31 van de Wet waardering onroerende zaken:

  • Afdelingshoofd afdeling Financiën;

  • Hoofd bureau Gemeentebelastingen;

  • Adjunct-afdelingshoofd Juridische Zaken, teven hoofd rechtsbescherming;

  • Medewerkers bureau Gemeentebelastingen;

  • Medewerkers rechtsbescherming afdeling Juridische Zaken.

 

Artikel 2  

  • 1.

    Het in de Aanstellings- en aanwijzingsbesluiten gemeentelijke belastingen 2017 opgenomen Besluit aanwijzing medewerkers belastingenk, wordt ingetrokken.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen 2019.

 

Aldus vastgesteld d.d. 2 juli 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen,

De gemeentesecretaris

mr. drs. A.H. van Hout

De burgemeester

Drs. H.M.F. Bruls

Naar boven