Beheerregeling basisregistratie personen gemeente Vlissingen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen,

Gelet op artikel 1.10 van de Wet basisregistratie personen;

Besluit:

Vast te stellen de navolgende beheerregeling basisregistratie personen gemeente Vlissingen:

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Deze regeling verstaat onder:

de Wet: de Wet basisregistratie personen;

verantwoordelijke: het college van burgemeester en wethouders dat via de Wet BRP is aangewezen als verantwoordelijke;

beheerder: de functionaris die onder verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke belast is met de dagelijkse zorg voor de basisadministratie;

informatiebeheer: het geheel van activiteiten gericht op beleidsvoorbereiding ter zake de basisregistratie, de ontwikkeling van kwaliteitsprocedures, beveiligingsprocedures, verstrekking- en privacyprocedures, alsmede de coördinatie bij de uitvoering van deze procedures;

beveiligingsbeheer: het geheel van activiteiten gericht op het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het Informatiebeveiligingsplan;

gegevensbeheer: het geheel van activiteiten gericht op de inhoudelijke kwaliteitszorg betreffende het gegevens verzamelen, de gegevensverwerking en de informatievoorziening;

systeembeheer: het geheel van activiteiten gericht op het onderhouden van de technische aspecten van het toepassingssysteem;

applicatiebeheer: het geheel van activiteiten gericht op het ondersteunen van het BRP-toepassings- systeem en de waarborging van continuïteit aan de gebruikerszijde van de informatievoorziening;

privacybeheer : het geheel van activiteiten gericht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de ingeschrevenen bij het verzamelen en verwerken van gegevens en de informatievoorziening;

gegevensverwerking: het ontlenen van gegevens aan documenten en deze op een voorgeschreven wijze middels het daartoe bestemde toepassingssysteem opnemen in een gegevensbestand;

bewerker: degene die ten behoeve van de verantwoordelijke of beheerder persoonsgegevens verwerkt, zonder aan zijn rechtstreeks gezag te zijn onderworpen en die geen zeggenschap heeft over de verwerking.

Artikel 2

  • 1.

    De manager Publiekszaken is beheerder van de basisadministratie personen en in die hoedanigheid informatiebeheerder en privacybeheerder. Hij kan de taak van informatiebeheerder en privacybeheerder geheel of gedeeltelijk mandateren aan een of meer aan zijn ondergeschikte ambtenaren.

  • 2.

    Beleidsmedewerker BRP is beveiligingsbeheerder. de beveiligingsbeheerder is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het Informatiebeveiligingsplan BRP. De beveiligingsbeheerder rapporteert periodiek (minimaal eens per jaar) aan het management team en het College van B&W.

Artikel 3  

  • 1.

    De informatiebeheerder wijst functionarissen aan die worden belast met:

    • a.

      gegevensbeheer;

    • b.

      applicatiebeheer;

    • c.

      gegevensverwerking;

    • d.

      het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in artikel 36, lid 2, onder sub e, van de Wet bedoelde verklaring.

  • 2.

    de operationeel leidinggevende van de afdeling Informatie wijst medewerkers aan die zijn belast met het systeembeheer.

Hoofdstuk 2 HET INFORMATIEBEHEER

Artikel 4

De informatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    een jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;

  • b.

    een jaarlijkse rapportage aan het college van burgemeester en wethouders over de bij a. bedoelde planning, waarbij tevens inzicht wordt gegeven in de kengetallen van de bijhoudings- en beheerprocedures;

  • c.

    een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 4.3 bedoelde onderzoek;

  • d.

    administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de Wet in is voorzien;

  • e.

    periodiek overleg tussen hem en de applicatiebeheerder en de privacybeheerder.

  • f.

    halfjaarlijks overleg tussen hem en de systeembeheerder.

  • g.

    richtlijnen voor de bijhouding van de basisadministratie personen.

Artikel 5  

De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders als de verantwoordelijke van de basisregistratie personen over de navolgende aspecten die voortvloeien uit de basisregistratie personen gegevens te weten:

  • a.

    persoonsinformatievoorziening;

  • b.

    beveiliging;

  • c.

    privacy;

  • d.

    gegevenskwaliteit;

  • e.

    personeelsaangelegenheden.

Artikel 6

De informatiebeheerder beslist:

  • a.

    over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het BRP-toepassingssysteem;

  • b.

    op incidentele verzoeken van organen van de gemeente tot rechtstreekse toegang tot de basisadministratie personen;

  • c.

    op overige verzoeken van organen van de gemeente en derden tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen;

  • d.

    over het toekennen van autorisaties.

Artikel 7

De informatiebeheerder ziet er op toe dat:

  • a.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;

  • b.

    de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen geschiedt volgens de bepalingen uit de Wet BRP en de Verordening gemeentelijke basisregistratie personen;

  • c.

    de bij of krachtens de Wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bijhouding, alsmede de beveiliging van de basisregistratie personen worden nageleefd;

  • d.

    dat alle in artikel 3 genoemde functionarissen, alsmede de systeembeheerder op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het BRP-toepassingssysteem en van de gevolgen van deze installatie;

  • e.

    de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de wet en het beveiligingsplan BRP worden nageleefd.

Artikel 8

De informatiebeheerder, of een door haar aan te wijzen functionaris opgesomd in artikel 3, neemt deel aan buitengemeentelijk overleg inzake onderwerpen die het beheer van de basisregistratie personen aangaan.

Hoofdstuk 3 HET GEGEVENSBEHEER

Artikel 9

  • 1.

    De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:

    • a.

      de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden in de basisregistratie personen;

    • b.

      het beheer van documentatie op het gebied van de Wet en overige regelgeving op het gebied van de gemeentelijke basisregistratie personen;

    • c.

      de communicatie met de afnemers en andere houders van basisregistraties over gegevensverwerking.

      • 2.

        De gegevensbeheerder beslist binnen 5 dagen op het in behandeling nemen van een melding van een afnemer die gerede twijfel heeft over de juistheid van een (authentiek) gegeven en stelt de afnemer in kennis van deze beslissing.

Artikel 10

De gegevensbeheerder is bevoegd in overleg met de applicatiebeheerder vanuit de in artikel 9 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven inzake de opname en bijhouding van gegevens in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.

Artikel 11

Jaarlijks wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten van ingezetenen onderworpen aan een zelfevaluatie (art 4.3 BRP).

De gegevensbeheerder voorziet in een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen gericht op het welslagen van de eerder vermelde zelfevaluatie.

Artikel 12

De gegevensbeheerder neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 4 HET SYSTEEMBEHEER

Artikel 13

De systeembeheerder is verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van het toepassingssysteem.

Artikel 14

De systeembeheerder voorziet in:

  • a.

    de fysieke beveiliging van het toepassingssysteem;

  • b.

    een dagelijkse back-up die wordt ondergebracht in een daartoe uitgeruste en beveiligde ruimte op een andere locatie dan de ruimte waarin de GBA-apparatuur is opgesteld;

  • c.

    de technische installatie van gewijzigde of nieuwe versies van het toepassingssysteem;

  • d.

    de beschikbaarheid van het toepassingssysteem overeenkomstig hetgeen daarover intern en met derden is overeengekomen.

Artikel 15

De systeembeheerder is bevoegd:

  • a.

    direct maatregelen te treffen als de continuïteit van het toepassingssysteem of de daarin opgeslagen informatie acuut in het geding is; hij is verplicht achteraf ter zake te rapporteren aan de informatiebeheerder;

  • b.

    aanwijzingen te geven over:

    • i.

      beheer toepassingssystemen;

    • ii.

      beheer van bestanden;

    • iii.

      reconstructiemaatregelen.

Artikel 16

De systeembeheerder neemt deel aan het in artikel 4, onder f genoemde overleg.

Hoofdstuk 5 HET APPLICATIEBEHEER

Artikel 17

De applicatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    een planning van periodieke gegevensverstrekking die op basis van het autorisatiebesluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt gedaan;

  • b.

    de communicatie bij storingen in hard- en software;

  • c.

    een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;

  • d.

    de toekenning van de autorisatieniveaus voor actualisering aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, de applicatiebeheerder en de informatiebeheerder in overleg met de informatiebeheerder;

  • e.

    de bijhouding van een verzameling van de autorisaties, die overeenkomstig artikel 6 door de informatiebeheerder zijn toegekend;

  • f.

    het testen en evalueren van nieuwe versies van het toepassingssysteem, alsmede het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;

  • g.

    de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en of gewijzigde versies van het toepassingssysteem;

  • h.

    de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van het toepassingssysteem ontstaan en tracht eventueel door inschakeling van de systeembeheerder of een derde, voor een oplossing te zorgen;

  • i.

    de voorlichting aan de alle in artikel 3 genoemde functionarissen met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van het toepassingssysteem;

  • j.

    de coördinatie van de werkzaamheden in geval van uitwijk in overleg met de systeembeheerder;

  • k.

    de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens worden ontleend;

  • l.

    de afhandeling van verzoeken omtrent managementgegevens;

  • m.

    een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen het toepassingssysteem, zo nodig door inschakeling van een derde.

Artikel 18

De applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de ondersteuning bij het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b.

    het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;

  • c.

    de technische afhandeling van de periodieke gegevensverstrekking die plaatsvindt op basis van een autorisatiebesluit van de Minister van Binnenlandse Zaken Koninkrijksrelaties, alsmede de systematische gegevensverstrekking die plaatsvindt op basis van de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde procedurebeschrijving voor de gemeentelijke basisregistratie;

  • d.

    het beheer van de tabellen van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

  • e.

    het beheer van de gebruikersdocumentatie.

Artikel 19

De applicatiebeheerder is bevoegd:

  • a.

    gegevensverwerkers en het personeel van externe afdelingen/diensten die direct toegang hebben tot de basisregistratie personen aanwijzingen te geven over het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b.

    over het gebruik van de basisregistratie personen gedragsregels op te stellen.

Artikel 20

De applicatiebeheerder beslist -na overleg met de informatiebeheerder en de systeembeheerder- over gehele of gedeeltelijke inwerkingtreding van uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk.

Artikel 21

De applicatiebeheerder ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het informatiebeveiligingsplan BRP worden nageleefd.

Artikel 22

De applicatiebeheerder neemt deel aan:

  • a.

    het overleg genoemd in artikel 4, onder e en f;

  • b.

    het externe gebruikersoverleg.

Hoofdstuk 6 HET PRIVACYBEHEER

Artikel 23  

De privacybeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de inhoudelijke afhandeling van de periodieke gegevensverstrekking die plaatsvindt op basis van een autorisatiebesluit van de Minister van Binnenlandse Zaken Koninkrijksrelaties, alsmede de systematische gegevensverstrekking die plaatsvindt op grond van de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde Verordening basisregistratie personen;

  • b.

    het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacyvoorschriften die voortvloeien uit de Wet BRP en de Wet Bescherming Persoonsgegevens met betrekking tot de afdeling Burgerzaken.

Artikel 24

De privacybeheerder voorziet in:

  • a.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage overeenkomstig artikel 2.55 van de wet (inzage);

  • b.

    de behandeling van alle verzoeken om geheimhouding die op basis van artikel 3.21 ingediend worden en doet eventueel de privacytoets van art. 3.21;

  • c.

    afhandeling verzoeken om inzage in verstrekkingen aan afnemers en derden.

Artikel 25

De privacybeheerder is bevoegd:

  • a.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, waarbij de persoonlijke levenssfeer in het geding is.

Artikel 26

De privacybeheerder is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de wet en daarbij behorende regelingen, de Wet bescherming Persoonsgegevens voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.

Hoofdstuk 7 DE SPECIALISTISCHE WERKZAAMHEDEN BRP

Artikel 27  

De BRP-specialist is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

  • b.

    het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens.

Artikel 28

De BRP-specialist voorziet in:

  • a.

    de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 2.57, 2.58 en 2.60 van de wet;

  • b.

    controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de basisregistratie personen.

Artikel 29  

De BRP-specialist is bevoegd in overleg met de gegevensbeheerder aanwijzingen te geven inzake de opname en bijhouding van gegevens in de basisregistratie personen.

Hoofdstuk 8 DE GEGEVENSVERWERKING

Artikel 30

De gegevensverwerkers voorzien in:

  • a.

    het verwerken van de gegevens overeenkomstig de krachtens de wet, middels het Logisch Ontwerp, handleiding uitvoeringsprocedures, voorgeschreven wijze, voor zover daartoe door de applicatiebeheerder geautoriseerd;

  • b.

    het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens;

  • c.

    de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;

  • d.

    de behandeling van mutaties;

  • e.

    de behandeling van het netwerkverkeer, behalve de periodieke gegevensverstrekking;

  • f.

    de behandeling van de foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerk- berichten;

  • g.

    de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 2.8 van de wet en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan bij of krachtens de wet geen ontleningstatus is gegeven;

  • h.

    de dagelijkse controle van in het systeem aangebrachte actualiseringen;

  • i.

    de kennisgeving aan de geregistreerde voor wat betreft de verwerking van:

    • i.

      wijziging van het naamgebruik;

    • ii.

      vervolginschrijving voor zover het betreft een binnengemeentelijke verhuizing en een vervolginschrijving die leidt tot opname in de basisregistratie personen;

  • j.

    de toezending van de complete persoonslijst aan de geregistreerde in geval van een:

    • i.

      1e inschrijving in de gemeentelijke basisregistratie personen;

    • ii.

      een vervolginschrijving uit het buitenland.

Artikel 31

De gegevensverwerkers beslissen op

  • a.

    op aangiften en verzoekschriften die op grond van de Wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 1.13 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;

  • b.

    over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een afnemer en stelt de afnemer in kennis van deze beslissing.

Hoofdstuk 9 HET BEVEILIGINGSBEHEER

Artikel 32  

De beveiligingsbeheerder is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de beveiligingsmaatregelen en –procedures zoals uitgewerkt in het Informatiebeveiligingsplan BRP.

Artikel 33

De beveiligingsbeheerder is bevoegd om het management van de afdeling Burgerzaken adviezen te geven ten aanzien van beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de basisregistratie personen en het Informatiebeveiligingsplan BRP.

Artikel 34

De beveiligingsbeheerder ziet er op toe dat:

  • a.

    beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de wet en het Informatiebeveiligingsplan BRP worden nageleefd;

  • b.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.

Artikel 35

De beveiligingsbeheerder adviseert burgemeester en wethouders rechtstreeks als verantwoordelijke van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens over beveiligingsaspecten die uit de basisregistratie personen en het Informatiebeveiligingsplan BRP voortvloeien.

Artikel 36

De beveiligingsbeheerder voorziet in een jaarlijks verslag over de activiteiten inzake het Beveiligingsbeheer.

Hoofdstuk 10 SLOTBEPALINGEN

Artikel 37  

De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden naast de basisregistratie personen tevens voor de in de basisregistratie personen aangehaakte gegevens die onder de werkingssfeer van de Wet Bescherming Persoonsgegevens vallen.

Artikel 38

 

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Artikel 39

 

Deze regeling wordt aangehaald als Beheerregeling basisregistratie personen gemeente Vlissingen.

 

 

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 11 februari 2014.

Vlissingen, 11 februari 2014

Burgemeester en wethouders van Vlissingen,

de secretaris,

dr. ir. J.J. van Houdt

de burgemeester,

A.M. Demmer-van der Geest

Bijlage 1: Aanwijzing van beheerfunctionarissen

Op grond van artikel 3, lid 1 van de BRP -beheerregeling zijn de navolgende beheerfunctionarissen

aangewezen:

 

Gegevensbeheer

Als gegevensbeheerder is aangewezen A.T. Slough, beleidmedewerker C.

Zijn plaatsvervanger is W. Huige, beleidsmedewerker C.

 

Applicatiebeheer

Als applicatiebeheerder is aangewezen P. Boone, applicatiebeheerder BRP.

Zijn plaatsvervanger is E. Ras-Werleman, backofficemedewerkster.

Naast de gegevensbeheerder zijn tevens belast met het berichtenverkeer:

  • E. Ras-Werleman,backoffecemedewerkster.

  • A. Schuit- de Visser, backofficemedewerkster

  • C. Pikkaart-Jakobsen, backofficemedewerkster

 

Gegevensverwerking

Als gegevensverwerkers worden alle medewerkers van de afdeling Publiekszaken aangewezen.

 

Afnemen verklaringen artikel 2.8 onder e

De bevoegdheid tot het namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de in

artikel 36, lid 2, onder sub e, van de Wet bedoelde verklaring wordt toegekend aan:

  • D. de Kok

  • M. Looise

  • C. Pikkaart-Jakobsen

  • A. Schuit- de Visser

  • E. Ras-Werleman

  • I. J. de Keijzer

  • A.T. Slough

Vlissingen,

 

Op grond van artikel 3, lid 2 van de BRP-beheerregeling zijn de navolgende beheerfunctionarissen

aangewezen:

Systeembeheer

Als systeembeheerders zijn aangewezen:

T. de Cloet, J. Nienhuis en M. Sorgedrager, B. Dorreman, R. Verburgt, P. Geluk en R. Jurcka

 

 

Naar boven