Subsidieverordening Bedrijventerrein Oosterweilanden gemeente Twenterand 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In het bij of krachtens deze verordening bepaalde, wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvraagformulier: het door de gemeente op haar website beschikbaar gestelde formulier aanvraag subsidie Bedrijventerrein Oosterweilanden Vriezenveen

  • b.

    bedrijfskavel: de door de gemeente uitgegeven kavel op het Bedrijventerrein Oosterweilanden

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Twenterand

  • d.

    GPR-score: score voor duurzaamheid volgens het GPR Gebouw Certificaat

  • e.

    GPR Gebouw Certificaat: een door een GPR Gebouw Expert of GPR Gebouw Assesor afgegeven certificaat waarop de duurzaamheid van het ontwerp of gerealiseerde bedrijfsgebouw is vastgelegd

  • f.

    GPR Gebouw Expert: een persoon die met goed gevolg het GPR Gebouw Expertexamen heeft afgerond, heeft deelgenomen aan de vereiste updatebijeenkomsten en waarvan de titel niet is ingetrokken

  • g.

    GPR Gebouw Assessor: een persoon die met goed gevolg het GPR Gebouw Assessorexamen heeft afgerond, heeft deelgenomen aan de vereiste updatebijeenkomsten en waarvan de titel niet is ingetrokken

  • h.

    omgevingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

  • i.

    raad: de gemeenteraad van de gemeente Twenterand

  • j.

    subsidie: subsidie als bedoeld in artikel 4:21 Algemene wet bestuursrecht, inhoudende de aanspraak op financiële middelen door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten, en anders dan ter uitvoering van een door een hogere overheid opgelegde taak

  • k.

    subsidieaanvraag: de aanvraag voor subsidieverlening of subsidievaststelling

  • l.

    subsidieontvanger: de aanvrager aan wie een subsidie wordt toegekend

  • m.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van deze verordening

  • n.

    subsidievaststelling: het vaststellen van het bedrag van de subsidie, op welk bedrag aanspraak op betaling kan worden gemaakt

  • o.

    subsidieverlening: het voorafgaand aan subsidievaststelling verlenen van subsidie

  • p.

    verordening: de Subsidieverordening Bedrijventerrein Oosterweilanden Vriezenveen

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze verordening is van toepassing op de nieuwbouw van bedrijfsgebouwen en inrichting van bedrijfskavels op gronden die krachtens het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Oosterweilanden en rondweg' (vastgesteld door de raad op 9 november 2010) de (uitgewerkte) bestemming 'Bedrijventerrein – 1' en 'Bedrijventerrein – 2' hebben. Deze gronden zijn gearceerd op bijlage 1 bij deze verordening.

Artikel 3 Bevoegdheid

  • 1.

    Het college beslist over:

    • a.

      het al dan niet verlenen en vaststellen van subsidie, en

    • b.

      het intrekken, wijzigen en terugvorderen van subsidie.

  • 2.

    Het college kan aan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen.

  • 3.

    Het college kan voor de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Hoofdstuk 2 Subsidie duurzaam bouwen

Artikel 4 Subsidiegrondslag

  • 1.

    Indien aan de in deze verordening geregelde voorwaarden is voldaan, kan het college subsidie toekennen voor het duurzaam bouwen van bedrijfsgebouwen.

  • 2.

    Onder duurzaam bouwen wordt verstaan het zodanig uitvoeren en inrichten van de bedrijfsbebouwing dat overeenkomstig de systematiek van GPR Gebouw Certificering, voor de thema's energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde, een gemiddelde score van ten minste 7,0 wordt behaald, welke score blijkt uit een voor het betreffende bedrijfsgebouw of ontwerp daarvan afgegeven GPR Gebouw Certificaat.

  • 3.

    Per bedrijfskavel kan slechts eenmalig subsidie worden verstrekt, welke subsidie dan wordt verstrekt voor de nieuwe bedrijfsbebouwing die als eerste op de kavel wordt opgericht.

Artikel 5 Hoogte subsidie

  • 1.

    Indien en voor zover voor het GPR-thema Milieu een score van minimaal 7,5 en voor het GPR-thema Energie een score van minimaal 8,0 wordt behaald, alsook indien over de 5 GPR-thema's een gemiddelde score van minimaal 7,0 wordt behaald, bestaat recht op toekenning van subsidie. De hoogte van de toe te kennen subsidie wordt bepaald aan de hand van de GPR-score, zoals deze blijkt uit het door de subsidieontvanger te overleggen GPR Gebouw Certificaat.

 

  • 2.

    Hierbij geldt de volgende staffel:

Gemiddelde score over

de 5 GPR-thema's

Hoogte subsidie

7,0 – 7,4

€ 5,- x oppervlakte van de van de gemeente afgenomen bedrijfskavel in m2

7,5 – 7,9

€ 7,50 x oppervlakte van de van de gemeente afgenomen bedrijfskavel in m2

≥ 8,0

€ 10,- x oppervlakte van de van de gemeente afgenomen bedrijfskavel in m2

Artikel 6 Subsidieverlening

  • 1.

    De aanvraag voor subsidieverlening moet worden ingediend tegelijkertijd met de aanvraag voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het op de bedrijfskavel te realiseren bedrijfsgebouw. Indien de subsidie niet tegelijkertijd met de omgevingsvergunning wordt aangevraagd, wordt de subsidie geweigerd.

  • 2.

    Bij de aanvraag dient een GPR Gebouw certificaat te worden overgelegd waaruit met betrekking tot het aangevraagde ontwerp van het gebouw de GPR-score per thema (energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde), alsook de gemiddelde GPR-score over deze thema's blijkt.

  • 3.

    Het college besluit omtrent de subsidieverlening overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.

  • 4.

    Indien het college besluit tot subsidieverlening, wordt de subsidie verleend onder de verplichting dat binnen een maand na melding van het beëindigen van de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwe bedrijfsbebouwing als bedoeld in artikel 1.25, tweede lid van het Bouwbesluit 2012, een verzoek om vaststelling van de subsidie wordt ingediend op de wijze als in artikel 7 geregeld.

Artikel 7 Subsidievaststelling

  • 1.

    De aanvraag om subsidievaststelling moet worden ingediend binnen een maand na melding van het beëindigen van de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwe bedrijfsbebouwing als bedoeld in artikel 1.25, tweede lid van het Bouwbesluit 2012.

  • 2.

    Bij de aanvraag dient een GPR Gebouw certificaat te worden overgelegd waaruit met betrekking tot het gerealiseerde gebouw de GPR-score per thema (energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde), alsook de gemiddelde GPR-score over deze thema's blijkt.

  • 3.

    Het college besluit omtrent de subsidievaststelling overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.

Hoofdstuk 3 Subsidie natuurvriendelijk inrichten

Artikel 8 Subsidiegrondslag

Indien aan de in deze verordening geregelde voorwaarden (art. 9) is voldaan, kan het college subsidie toekennen voor het treffen van natuurvriendelijke maatregelen aan de bedrijfsbebouwing en/of op de bedrijfskavel.

Artikel 9 Voorwaarden en hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidie wordt uitsluitend verleend indien ten minste drie maatregelen worden getroffen die zijn genoemd in het als bijlage 2 aan deze verordening gehechte Overzicht maatregelen Natuurvriendelijk inrichten, waarbij geldt dat deze maatregelen aantoonbaar zodanig kunnen worden uitgevoerd dat deze daadwerkelijk natuurvriendelijke effecten hebben en houden.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie is gelijk aan 30% van de kosten voor de te treffen maatregelen (exclusief BTW), met een maximum van € 5.000,--.

  • 3.

    Per bedrijfskavel kan slechts eenmalig subsidie worden verstrekt voor het treffen van natuurvriendelijke maatregelen.

  • 4.

    De subsidie wordt geweigerd indien voor de betreffende bedrijfskavel niet ook recht bestaat op subsidie voor duurzaam bouwen als bedoeld in Hoofdstuk 2 van deze verordening.

Artikel 10 Subsidieverlening

  • 1.

    De aanvraag voor subsidieverlening moet worden ingediend tegelijkertijd met de aanvraag voor subsidie voor duurzaam bouwen als bedoeld in Hoofdstuk 2 van deze verordening, en derhalve ook tegelijkertijd met de aanvraag voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het op de bedrijfskavel te realiseren bedrijfsgebouw. Indien de subsidie niet tegelijkertijd met de subsidie voor duurzaam bouwen wordt aangevraagd, wordt de subsidie geweigerd.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden de voorgenomen maatregelen voor natuurvriendelijk inrichten, alsook de met die aanvraag gemoeide kosten, aangegeven en onderbouwd. Bij de aanvraag dient tevens een advies van Landschap Overijssel te worden overgelegd waaruit blijkt dat de voorgenomen maatregelen de in artikel 9, lid 1 bedoelde effecten zullen hebben en houden. De kosten dienen te worden onderbouwd aan de hand van een offerte van een terzake deskundig bedrijf.

  • 3.

    Het college besluit omtrent de subsidieverlening overeenkomstig het bepaalde in artikel 9.

  • 4.

    Indien het college besluit tot subsidieverlening, wordt de subsidie verleend onder de verplichting dat binnen een maand na melding van het beëindigen van de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwe bedrijfsbebouwing als bedoeld in artikel 1.25, tweede lid van het Bouwbesluit 2012, een verzoek om vaststelling van de subsidie wordt ingediend op de wijze als in artikel 11 geregeld.

Artikel 11 Subsidievaststelling

  • 1.

    De aanvraag om subsidievaststelling moet worden ingediend binnen een maand na melding van het beëindigen van de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwe bedrijfsbebouwing als bedoeld in artikel 1.25, tweede lid van het Bouwbesluit 2012.

  • 2.

    Bij de aanvraag dient een advies van Landschap Overijssel te worden overgelegd waaruit blijkt dat de getroffen maatregelen de in artikel 9, lid 1 bedoelde effecten hebben en zullen houden.

  • 3.

    Bij de aanvraag dient tevens de factuur te worden overgelegd die betrekking heeft op de getroffen maatregelen, alsook een bewijs van betaling van die factuur.

  • 4.

    Het college besluit omtrent de subsidievaststelling overeenkomstig het bepaalde in artikel 9.

Hoofdstuk 4 Subsidie beeldkwaliteit en architectuur

Artikel 12 Subsidiegrondslag

Indien aan de in deze verordening geregelde voorwaarden (art. 13) is voldaan, kan het college subsidie toekennen voor het leveren van een extra inspanning in beeldkwaliteit en architectuur van de nieuw op te richten bedrijfsbebouwing.

Artikel 13 Voorwaarden en hoogte subsidie

  • 1.

    Deze subsidie kan alleen worden verstrekt voor de kavels die op bijlage 3 bij deze verordening als parels zijn aangeduid.

  • 2.

    De subsidie wordt uitsluitend verleend indien sprake is van een aantoonbaar extra inspanning in beeldkwaliteit en architectuur, hetgeen wordt beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

    • a.

      voor het ontwerpen van de bedrijfsbebouwing is een architect ingeschakeld;

    • b.

      er is sprake van een relatie en samenhang tussen de architectuur van de bedrijfsbebouwing en de architectuur van het landschap van de in te richten kavel;

    • c.

      er is sprake van een zichtbare relatie tussen de architectuur van de bedrijfsbebouwing en de getroffen duurzaamheidsmaatregelen;

    • d.

      er is aandacht besteed aan de reclame als onderdeel van de gekozen architectuur; en

    • e.

      er is sprake van een transparante en open gevel aan de zijde van de N36.

  • 3.

    Per bedrijfskavel kan slechts eenmalig subsidie worden verstrekt voor het leveren van een extra inspanning in beeldkwaliteit en architectuur.

  • 4.

    De hoogte van de subsidie bedraagt € 10.000,--.

Artikel 14 Subsidieverlening

  • 1.

    De aanvraag voor subsidieverlening moet worden ingediend tegelijkertijd met de aanvraag voor subsidie voor duurzaam bouwen als bedoeld in Hoofdstuk 2 van deze verordening, en derhalve ook tegelijkertijd met de aanvraag voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het op de bedrijfskavel te realiseren bedrijfsgebouw. Indien de subsidie niet tegelijkertijd met de subsidie voor duurzaam bouwen wordt aangevraagd, wordt de subsidie geweigerd.

  • 2.

    Bij de aanvraag worden de voorgenomen maatregelen voor beeldkwaliteit en architectuur aangegeven en onderbouwd. Bij de aanvraag dient tevens een advies van Het Oversticht te worden overgelegd waaruit blijkt dat de voorgenomen maatregelen voldoen aan de in artikel 13, lid 1 genoemde criteria en daarmee naar het oordeel van Het Oversticht een extra inspanning leveren aan beeldkwaliteit en architectuur.

  • 3.

    Het college besluit omtrent de subsidieverlening overeenkomstig het bepaalde in artikel 13.

  • 4.

    De subsidie wordt geweigerd indien voor de betreffende bedrijfskavel niet ook recht bestaat op subsidie voor duurzaam bouwen als bedoeld in Hoofdstuk 2 van deze verordening.

  • 5.

    Indien het college besluit tot subsidieverlening, wordt de subsidie verleend onder de verplichting dat binnen een maand na melding van het beëindigen van de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwe bedrijfsbebouwing als bedoeld in artikel 1.25, tweede lid van het Bouwbesluit 2012, een verzoek om vaststelling van de subsidie wordt ingediend op de wijze als in artikel 15 geregeld.

Artikel 15 Subsidievaststelling

  • 1.

    De aanvraag om subsidievaststelling moet worden ingediend binnen een maand na melding van het beëindigen van de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwe bedrijfsbebouwing als bedoeld in artikel 1.25, tweede lid van het Bouwbesluit 2012.

  • 2.

    Bij de aanvraag dient informatie te worden overgelegd waaruit blijkt dat de aan de subsidieverlening ten grondslag liggende maatregelen voor beeldkwaliteit en architectuur daadwerkelijk zijn getroffen.

  • 3.

    Het college besluit omtrent de subsidievaststelling overeenkomstig het bepaalde in artikel 13.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 16 Subsidieplafond

Voor de uit artikel 23 voortvloeiende totale looptijd van deze verordening bedraagt het subsidieplafond:

  • a.

    voor subsidie voor duurzaam bouwen als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze verordening: € 500.000,--;

  • b.

    voor subsidie voor natuurvriendelijke inrichting als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening: € 100.000,--;

  • c.

    voor subsidie voor beeldkwaliteit en architectuur als bedoeld in hoofdstuk 4 van deze verordening: € 50.000,-.

Artikel 17 De wijze van aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag wordt ingediend bij het college, onder gebruikmaking van het aanvraagformulier. De aanvraag bevat voorts alle relevante gegevens die nodig zijn voor een beoordeling van de aanvraag, waaronder in ieder geval de in artikel 6, lid 2, artikel 7, lid 2, artikel 9, lid 2, artikel 10, lid 2, artikel 14, lid 2 en/of artikel 15, lid 2 van deze verordening bedoelde gegevens.

  • 2.

    Indien de subsidieaanvraag niet binnen de in deze verordening geregelde termijnen wordt ingediend, weigert het college tot subsidieverlening of subsidievaststelling.

Artikel 18 Behandeling van de aanvraag

  • 1.

    Het college bevestigt de ontvangst van de aanvraag voor subsidieverlening en subsidievaststelling.

  • 2.

    Het college beslist binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde termijn kan eenmalig met ten hoogste 6 weken worden verlengd.

Artikel 19 Besluit op aanvraag

  • 1.

    De beslissing omtrent subsidieverlening en subsidievaststelling wordt genomen met inachtneming van hetgeen in deze verordening is bepaald.

  • 2.

    De subsidie wordt geweigerd voor zover door subsidieverlening of subsidievaststelling het subsidieplafond als bedoeld in artikel 16 zou worden overschreden

  • 3.

    Het college kan bij het verlenen en vaststellen van subsidie aan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen.

Artikel 20 Uitbetaling van de subsidie

Het door het college vastgestelde subsidiebedrag wordt aan de subsidieontvanger uitbetaald binnen vier weken nadat het besluit tot subsidievaststelling is genomen.

Artikel 21 Wijziging of intrekking van de subsidie

De subsidie kan in ieder geval door het college worden gewijzigd of ingetrokken indien:

  • a.

    de subsidieontvanger niet of niet volledig heeft voldaan aan de verplichtingen die hem bij de subsidieverlening of subsidievaststelling zijn opgelegd;

  • b.

    de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt die hebben geleid tot het ten onrechte verlenen en vaststellen van de subsidie dan wel tot een onjuist vastgesteld subsidiebedrag; of

  • c.

    de subsidievaststelling anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist, dan wel behoorde te weten.

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 22 Verslaglegging

Het college informeert ieder kalenderjaar de raad over de verstrekte en afgewezen subsidies op basis van deze verordening.

Artikel 23 Inwerkingtreding en vervaltermijn

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 14 februari 2019.

  • 2.

    Deze verordening vervalt op 1 januari 2022.

  • 3.

    Op aanvragen die voor het vervallen van deze verordening worden ingediend, wordt nog met inachtneming van de verordening beslist.

Artikel 24 Verhouding algemene subsidieverordening

Op de activiteiten waarop de onderhavige verordening ziet, is de Algemene subsidieverordening gemeente Twenterand (vastgesteld door de raad op 24 juni 2008) niet van toepassing.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Subsidieverordening Bedrijventerrein Oosterweilanden gemeente Twenterand 2017”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 19 december 2017.

De griffier, de voorzitter,

drs. R.J.M. Ros, drs. A.E.H. van der Kolk

Bijlagen

  • 1.

    Kaart met gronden waarop deze verordening betrekking heeft

  • 2.

    Overzicht maatregelen natuurvriendelijke inrichten

  • 3.

    Kaart met parels als bedoeld in art. 12, lid 2 van de verordening

  • 4.

    Brochure subsidieverordening

Naar boven