Subsidieregeling Cultuureducatie en Cultuurparticipatie 2020 - 2023

Burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

 

gelet op artikel 2, eerste lid, onder f, en tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Roosendaal;

 

BESLUITEN

vast te stellen de Subsidieregeling Cultuureducatie en cultuurparticipatie

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    cultuur: kunst en cultuur in alle uitingsvormen;

  • b.

    cultuureducatie: het doelbewust leren over en door middel van kunst, erfgoed en media via gerichte instructie zowel binnen- als buitenschools en in de vrije tijd voor kinderen en jongeren van 0 tot en met 18 jaar;

  • c.

    cultuurparticipatie: kunst- en cultuuractiviteiten ten behoeve van volwassenen van 18 tot en met 99 jaar;

  • d.

    combinatiefunctionaris cultuur: cultuurprofessional met als specifieke opdracht het organiseren van een cultuuraanbod in de buurt en het maken van een verbinding tussen cultuuraanbieders en andere sectoren zoals zorg, welzijn, jeugdzorg en kinderopvang en onderwijs;

  • e.

    samenwerkingsverband: is een verband zonder rechtspersoonlijkheid dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten blijkend uit een daartoe vastgestelde overeenkomst;

  • f.

    penvoerder: de door het samenwerkingsverband aangewezen penvoerende persoon of organisatie die deelneemt aan het samenwerkingsverband;

  • g.

    zelfredzaamheid: vermogen om zelfstandig je leven te leiden en om je eigen problemen op te lossen.

  • h.

    Jaarlijkse subsidie: subsidie die per jaar aan een organisatie voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt.

 

Artikel 2 Doelstelling subsidieregeling

  • 1.

    Het bevorderen en vergroten van actieve cultuureducatie in de gemeente Roosendaal zodat kinderen en jongeren gezond opgroeien en voldoende toegerust zijn voor een volwassen leven.

  • 2.

    Het huidige aanbod voor cultuurparticipatie in de gemeente Roosendaal uitbreiden zodat inwoners zich onderdeel voelen van een netwerk en elkaar ondersteunen als dat nodig is.

  • 3.

    Door actieve cultuureducatie en -participatie of het beoefenen van cultuur de zelfredzaamheid en actieve gezonde leefstijl van inwoners in wijken en dorpen bevorderen.

 

Artikel 3 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Een jaarlijkse subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • 1.

    Cultuuractiviteiten met als doel kennis te maken met zoveel mogelijk verschillende vormen van cultuurbeoefening gedurende de schoolloopbaan van kinderen en jongeren.

  • 2.

    Activiteiten in het kader van cultuureducatie door samen met scholen uitvoering te geven aan de landelijke Brede Regeling Combinatiefuncties op minimaal 15 scholen tijdens en buiten schooltijd.

  • 3.

    Activiteiten in het kader van cultuureducatie door op 13 scholen voor primair onderwijs en één school voor voortgezet onderwijs uitvoering te geven aan de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit.

  • 4.

    Het aanbieden van activiteiten gericht op het bevorderen en vergroten van structurele cultuurparticipatie ten behoeve van volwassenen die een drempel ervaren voor deelname aan cultuur.

 

Artikel 4 Activiteiten die niet voor subsidie in aanmerking komen

Geen subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

  • a.

    Deskundigheidsbevordering of opleiding van docenten om hun bevoegdheid als docent te behalen of uit te breiden.

  • b.

    Activiteiten die niet rechtstreeks betrekking hebben op het programma voor cultuureducatie of cultuurparticipatie.

  • c.

    Geen subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten door de inzet van cultuurcoaches, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, waarbij geen sprake is van 60% cofinanciering in het kader van de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties.

 

Artikel 5 Subsidieplafond

Deze regeling voor het tijdvak 2020 tot en met 2023 kent de volgende subsidieplafonds:

  • 1.

    Cultuureducatie activiteiten inclusief de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit voor de jaren 2020 tot en met 2023 € 1.709.936,-:

  • 2020: € 422.388

  • 2021: € 425.767

  • 2022: € 429.174

  • 2023: € 432.607

  • NB. Het subsidieplafond wordt mogelijk verlaagd na 2021 met € 38.480 te weten de subsidie die de gemeente ontvangt van de provincie voor de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit. Als de regeling wordt voortgezet wordt de subsidie mogelijk bijgesteld.

  • 2.

    Cultuurparticipatieactiviteiten voor de jaren 2020 tot en met 2023 € 427.484,-:

  • 2020: € 105.597

  • 2021: € 106.442

  • 2022: € 107.293

  • 2023: € 108.152

  • 3.

    Landelijke Brede Regeling Combinatiefuncties voor de jaren 2020 tot en met 2023 € 164.924,-:

  • 2020: € 41.231

  • 2021: € 41.231

  • 2022: € 41.231

  • 2023: € 41.231

  • Deze bedragen zijn inclusief € 25.000 ( 0,5 fte) inzet voor coördinatie cultuureducatie incl. cofinanciering en € 15.000 (0,3 fte) inzet voor cultuurparticipatie excl. cofinanciering.

  • NB. Voor de ureninzet van de combinatiefunctionaris uit artikel 3 lid 2 dient tenminste 60% cofinanciering door de scholen te worden gerealiseerd.

  • 4.

    Subsidieplafonds Voor meerjarig beschikte subsidies wordt indexering toegepast.

  • 5.

    Het indexatiepercentage wordt jaarlijks op 1 mei vastgesteld overeenkomstig de methodiek die is terug te vinden in het gemeentelijke Spoorboekje Planning en Control Cyclus van het betreffende begrotingsjaar.

  • 6.

    Voorbehoud: als de Brede Regeling Combinatiefuncties of de Regeling Cultuureducatie met Kwaliteit worden gewijzigd of beëindigd worden de subsidie (bedragen) daarop aangepast.

 

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Het subsidiebedrag is gebaseerd op de noodzakelijke en werkelijke kosten.

  • 2.

    Niet-subsidiabele kosten zijn in ieder geval de productiekosten van voorstellingen.

 

Artikel 7 Voorwaarden aan de aanvrager

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt aan één organisatie met aantoonbare ervaring op het gebied van cultuureducatie of cultuurparticipatie of een samenwerkingsverband waarvan de deelnemers ieder voldoen aan dit vereiste.

  • 2.

    De aanvrager is aantoonbaar in staat om per 1 januari 2020 alle onder artikel 3 genoemde activiteiten uit te voeren;

 

Artikel 8 Voorwaarden aan de aanvraag

  • 1.

    De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een activiteitenplan waarin in ieder geval het volgende is vermeld:

  • a.

    een omschrijving van de wijze waarop de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling;

  • b.

    een omschrijving van kennis en kunde van de organisatie ten aanzien van de activiteiten en de doelgroep;

  • c.

    een omschrijving van de wijze waarop de aanvrager de doelgroep wil bereiken;

  • d.

    een omschrijving van de onderlinge samenhang tussen de activiteiten indien sprake is van een samenwerkingsverband;

  • e.

    een beschrijving van de mate en variëteit van samenwerking met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal;

  • f.

    een beschrijving van de wijze waarop wordt samengewerkt en afgestemd met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal en in de regio;

  • g.

    een beschrijving van de mate en variëteit van samenwerking met andere organisaties, buiten evt. samenwerkingsverband, binnen de gemeente Roosendaal;

  • h.

    een beschrijving van de wijze waarop wordt samengewerkt en afgestemd met andere organisaties, buiten evt. samenwerkingsverband, binnen de gemeente Roosendaal;

  • i.

    een omschrijving van de deskundigheid van de medewerkers waarbij aandacht wordt besteed aan de beschikbare kennis van de situatie in de gemeente Roosendaal;

  • j.

    een beschrijving van de wijze waarop het effect van de activiteiten wordt gemeten;

  • k.

    een beschrijving van de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet, waarbij aandacht wordt besteed aan kosteneffectiviteit;

  • l.

    een omschrijving van de mate waarin het aanbod vernieuwend is.

  • 2.

    De subsidieaanvraag gaat vergezeld van een opgave van kosten en opbrengsten per activiteit. Hiertoe dient het format activiteitenbegroting te worden ingevuld.

  • 3.

    Bij subsidieaanvragen van meer dan € 100.000,- dient een jaarverslag over het jaar voorafgaand aan de aanvraag te worden ingediend, bestaande uit een inhoudelijk verslag en een jaarrekening. Indien van toepassing dient bij het jaarverslag een accountantsverklaring te worden.

 

Artikel 9 Beoordeling aanvraag

  • 1.

    Tijdige en volledige subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 7 en 8 worden inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de volgende criteria:

     

  • a.

    Kwaliteit

  • de mate van kennis en kunde van de organisatie ten aanzien van de activiteiten en de doelgroep;

  • de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het realiseren van de doelstelling genoemd in artikel 2;

  • de mate waarin de doelgroep bereikt wordt;

  • de mate van diversiteit van het activiteitenaanbod;

  • de mate waarin de organisatie bekend is met de situatie van de gemeente Roosendaal;

  • de wijze waarop het effect van de activiteiten wordt gemeten.

     

  • b.

    Inzet gekwalificeerd personeel

  • de inzet van gekwalificeerd personeel dat bekend is met de situatie van de gemeente Roosendaal.

     

  • c.

    Samenwerking met andere organisaties

  • de wijze waarop wordt samengewerkt en afgestemd met andere organisaties binnen de gemeente Roosendaal en in de regio.

     

  • d.

    Effectiviteit en efficiëntie

  • de mate waarin de subsidie direct wordt besteed aan het uitvoeren van de activiteiten;

  • de mate waarin de beschikbare middelen effectief en efficiënt worden ingezet.

     

  • e.

    Vernieuwing

  • de mate waarin de activiteiten naar aard en inhoud vernieuwend zijn;

  • de mate waarin de activiteiten aanvullend op het bestaande aanbod zijn.

     

  • 2.

    Aan de in het eerste lid vermelde criteria wordt een score toegekend met toepassing van een wegingsfactor zoals vermeld op het bijgevoegde vastgestelde beoordelingsformulier. Dit beoordelingsformulier maakt onderdeel uit van deze subsidieregeling.

     

  • 3.

    De subsidieaanvragen worden na een onderlinge vergelijking gerangschikt, waarna subsidie wordt verstrekt aan de aanvrager die als eerste in de rangschikking is geplaatst.

 

Artikel 10 Besluitvorming

De besluitvorming op de aanvragen op grond van deze subsidieregeling geschiedt volgens de volgende procedure.

  • 1.

    Het college stelt een onafhankelijk adviescommissie in, bestaande uit drie personen.

  • 2.

    Het college stelt instructies vast voor de samenstelling en werkwijze van deze commissie.

  • 3.

    De commissie beoordeelt alle aanvragen die tijdig en volledig zijn en voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 7 en 8 op grond van de in artikel 9, eerste lid, vermelde criteria.

  • 4.

    Ieder commissielid vult individueel per aanvrager een beoordelingsformulier in.

  • 5.

    De commissie stelt de totaalscores per aanvraag vast en rangschikt vervolgens de aanvragen op grond van artikel 9, derde lid.

  • 6.

    De commissie brengt advies uit aan het college over de afhandeling van de ingediende aanvragen.

  • 7.

    Het college besluit tot afwijzing en verlening van de aangevraagde subsidies.

  • 8.

    De subsidie wordt verleend voor de periode van vier jaar.

  • 9.

    Indien sprake is van een samenwerkingsverband verstuurt het college de beschikking aan de penvoerder.

 

Artikel 11 Samenloop van subsidies

De aanvraag voor subsidie wordt afgewezen indien voor de activiteiten, als bedoeld in artikel 3, op grond van andere nadere regels subsidie is of wordt aangevraagd.

 

Artikel 12 Verplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    de activiteiten uit te voeren overeenkomstig de bij de subsidieaanvraag verstrekte gegevens;

  • b.

    per 1 januari 2020 te starten met de uitvoering alle onder artikel 3 vermelde activiteiten;

  • c.

    zorg te dragen voor de lokale zichtbaarheid, bekendheid en bereikbaarheid van de organisatie of het samenwerkingsverband en het activiteitenaanbod;

  • d.

    flexibel in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen binnen de gemeente Roosendaal;

  • e.

    de activiteiten kosteloos aan te bieden aan de doelgroep, met uitzondering van de kosten voor consumpties en de activiteiten, als bedoeld in artikel 3, tweede lid ;

  • f.

    de Regeling Cultuureducatie met kwaliteit uit te voeren onder de provinciale voorwaarden en de jaarlijkse rapportages te verzorgen;

  • g.

    jaarlijks activiteiten te monitoren, conform de effectindicatoren opgenomen in de aanvraag en de resultaten hiervan te overleggen;

  • h.

    de Brede regeling combinatiefuncties uit te voeren volgens de geldende landelijke voorwaarden en dit jaarlijks inzichtelijk te rapporteren in de jaarrekening;

  • i.

    indien sprake is van een samenwerkingsverband is de penvoerder verantwoordelijk voor het afleggen van rekening en verantwoording;

  • j.

    uitsluitend docenten in te zetten voor het uitvoeren van de activiteiten die de benodigde diploma’s en certificaten hebben;

  • k.

    uitsluitend begeleiders en docenten in te zetten voor het uitvoeren van de activiteiten die aantoonbaar in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag;

  • l.

    een plan van aanpak te maken in samenwerking met scholen of andere partijen waar de combinatiefunctionarissen worden ingezet, overeenkomstig artikel 3, tweede lid.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2019.

 

 

Aldus besloten door burgemeester en wethouders van Roosendaal op 25 juni 2019,

de secretaris, de burgemeester,

Bijlage 1 stand van zaken maart 2019 deelname scholen aan cultuurregelingen

 

Naam

De Cultuur Loper

Kunstprofessional

naschools aanbod

BS 1

ja

ja - theater

nee

BS 2

ja

nee

in ontwikkeling

BS 3

ja

in ontwikkeling

in ontwikkeling met VVE

BS 4

ja

ja - muziek

nee

BS 5

ja

ja - dans, beeldend, theater

ja - verbinding met kunstprofessional

BS 6

ja

nee

ja - H'art in de wijk

BS 7

ja

nee

nee

BS 8

ja

ja - muziek

nee

BS 9

ja

ja - muziek

nee

BS 10

ja

nee

nee

BS 11

ja

in ontwikkeling

in ontwikkeling

BS 12

ja

Ja muziek

nee

BS 13

ja

nee

nee

VO 1

Ja

nee

nee

 

 

 

 

BS 14

-

ja – dans

nee

BS 15

-

ja - muziek

nee

BS 16

-

ja - muziek

nee

BS 17

-

ja - theater

nee

BS 18

-

ja - beeldend

nee

BS 19

-

Ja – muziek en beeldend

nee

Bijlage 2 : Individueel beoordelingsformulier tender Subsidieregel Cultuureducatie en cultuurparticipatie 2020 - 2023

 

Naar boven