Wijzigingen Algemene plaatselijke verordening

De Raad van de gemeente Noordenveld,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 23 april 2019;

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet,

B E S L U I T

 

I. De artikelen 1:8, 2:24, 2:25, 4:2 en 4:3 van de Apv te wijzigen en een nieuw artikel 2:25a toe te voegen, zoals hieronder vermeld (voor de leesbaarheid wordt het hele artikel weergegeven, inclusief de wijzigingen):

 

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

  • 1.

    De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    De vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan 3 weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet meer mogelijk is.

  • 3.

    In afwijking van lid 2 kan de vergunning voor een evenement worden geweigerd als niet is voldaan aan de indieningstermijnen vermeld in artikel 2:25a en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet meer mogelijk is.

 

Artikel 2:24 Begripsbepaling

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:

    • a.

      bioscoopvoorstellingen;

    • b.

      weekmarkten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en snuffelmarkten als bedoeld in artikel 5:22 van deze verordening;

    • c.

      kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;

    • d.

      het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

    • e.

      betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;

    • f.

      activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39 van deze verordening.

  • 2.

    Onder evenement wordt mede verstaan:

    • a.

      een herdenkingsplechtigheid;

    • b.

      een braderie of jaarmarkt;

    • c.

      een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening, op de weg;

    • d.

      een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd op of aan de weg;

    • e.

      een consumentenbeurs;

    • f.

      een vechtsportwedstrijd of -gala.

 

Artikel 2:25 Evenement

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.

  • 2.

    De burgemeester kan besluiten, onder door hem te stellen voorschriften, dat het verbod zoals opgenomen in artikel lid 1 niet geldt voor een door hem aangewezen evenement of categorie van evenementen.

  • 3.

    Het verbod van het eerste lid geldt niet voor een wedstrijd op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet 1994.

  • 4.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.

 

Artikel 2:25a Indiening aanvraag (nieuw)

  • 1.

    Een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2:25 lid 1 moet worden ingediend acht weken voor de datum waarop het evenement plaatsvindt.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 moet een aanvraag om vergunning voor een meerdaags, sport- en muziekevenement worden ingediend uiterlijk twaalf weken voor de datum waarop het evenement plaatsvindt.

 

Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten

  • 1.

    De geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • 2.

    De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.

  • 3.

    Het college is bevoegd aan een aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid een geluidsnorm en eindtijdstip te verbinden.

  • 4.

    In een aanwijzing als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan het college bepalen dat de aanwijzing slechts geldt in een of meer delen van de gemeente.

  • 5.

    De ontheffing van de geluidsnorm als bedoeld in het eerste lid geldt voor het bebouwde gedeelte van de inrichting en niet voor de buitenruimte.

  • 6.

    Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.

 

Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten

  • 1.

    Het is een inrichting toegestaan maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

  • 2.

    Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal 6 incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat de houder van een inrichting bij het organiseren van een incidentele festiviteit als bedoeld in het eerste en tweede lid een geluidsnorm en eindtijdstip in acht dient te nemen.

  • 4.

    Het college stelt een formulier vast voor het doen van een kennisgeving.

  • 5.

    De kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan wanneer het formulier, volledig en naar waarheid ingevuld, tijdig is ingeleverd op de plaats op dat formulier vermeld.

  • 6.

    De kennisgeving wordt tevens geacht te zijn gedaan wanneer het college op verzoek van de houder van een inrichting een incidentele festiviteit, die redelijkerwijs niet te voorzien was, terstond toestaat.

  • 7.

    De ontheffing van de geluidsnorm als bedoeld in het eerste lid geldt voor het bebouwde gedeelte van de inrichting en niet voor de buitenruimte.

  • 8.

    Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.

 

II. te bepalen dat de wijzigingen van de Algemene plaatselijke verordening in werking treden de dag na publicatie.

 

 

Roden, 19 juni 2019

 

De Raad van de gemeente Noordenveld,

J. ten Hoor, voorzitter W.FC Damman, griffier,

Naar boven