Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn (wijziging)

 

Zaaknummer: 1683935

 

  • -

    Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

 

betreft: APV wijziging op het gebied van ondermijnende criminaliteit

 

De Raad van de gemeente Hoorn besluit:

De wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn vast te stellen;

na artikel 2.77 wordt een nieuwe afdeling ingevoegd:

 

Afdeling 16 Sluiting van een voor publiek openstaand gebouw en verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

 

Na artikel 2:77 worden twee nieuwe artikelen ingevoegd:

 

Artikel 2:78 Sluiting van een voor publiek openstaand gebouw of erf

 

  • 1.

    De burgemeester kan ter bescherming van de openbare orde en/of het woon- en leefklimaat, de sluiting bevelen van een voor publiek toegankelijk gebouw, inrichting of ruimte als daar:

 

  • -

    A. Zich binnen de inrichting gedragingen hebben voorgedaan zoals omschreven in artikel 36 van de Wet op de Kansspelen;

  • -

    B. Door misdrijf verkregen zaken voorhanden, bewaard of verborgen zijn dan wel zijn verworven of overgedragen;

  • -

    C. Discriminatie heeft plaatsgevonden op grond van ras, geslacht, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook;

  • -

    D. Wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie aanwezig zijn waarvoor geen ontheffing, vergunning of verlof is verleend; of

  • -

    E. Zich andere feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van het gebouw, de inrichting of de ruimte ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde en/of het woon- en leefklimaat.

 

  • 2.

    Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 13b van de Opiumwet.

 

 

Artikel 2:79 Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

  • 1.

    Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek opstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

 

Hoorn, 6 juni 2019

 

De griffier,                                         de voorzitter,

Naar boven