Gemeenteblad van Vlaardingen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlaardingen | Gemeenteblad 2019, 147478 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlaardingen | Gemeenteblad 2019, 147478 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vlaardingen houdende regels omtrent openbare ruimte (Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte Vlaardingen)
Overtreding door een natuurlijk persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019 bepaalde of de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen kan worden beboet met een bestuurlijke boete:
2.7, lid 1, 2.10, leden 1 en 2, 2.10a, leden 1 en 3, 2.11, lid 1, 2.13, lid 1, 2.14, lid 1, 2.16, leden 1, 2 en 3, 2.17, 2.18, 2.20, lid 1 sub a en sub b, 2.21, lid 1, 2.25a, 2.27 lid 1, 2.34, lid 1, 2.36, lid 2, 2.37, leden 1 en 2, 2.41, leden 1 en 10, 2.44, leden 1 en 2, 2.46, lid 2, 2.47, leden 1 en 2, 2.49c, leden 1 en 2, 2.55, leden 1 en 2, 2.56, leden 1, 2, 5 en 7, 2.57, lid 1, 2.60 leden 1a, 1b en 2, 2.64, leden 2 en 3, 2.66, leden 1a, 1b en 2, 2.67, 2.68, 2.69, 2.69a, 2.70, leden 1 en 2, 2.72 lid 1, 2.73 leden 1 en 5, 2.74, leden 1, 4 en 5, 2.75 lid 1, 2.76, lid 1, 2.77, leden 1a en 1b, 2.78, leden 1 en 2, 2.85, lid 1, 2.86, leden 1 en 2, 2.89 (slechts voor art. 3 Opiumwet), 3.18, 3.19, 3.20, 3.21, 4.6, lid 1, 4.40, 4.41, 4.42, lid 1, 4.47, lid 1, 5.2, leden 3a en 3b, 5.3, lid 1, 5.4, 5.5, lid 1, 5.6, leden 1a, 1b en 1c, 5.7, lid 1, 5.8, leden 1 en 2, 5.9, lid 1, 5.10a, 5.11, lid 1, 5.12, 5.13, 5.15, lid 1, 5.18, lid 1, 5.22, 5.22a, 5.23, 5.24, 5.25, lid 1, 5.26, lid 1, 5.27, lid 1, 5.28, lid 1, 5.29, leden 1 en 3, en 5.30, lid 1.
Overtreding door een natuurlijk persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen van de Afvalstoffenverordening Vlaardingen 2014 bepaalde kan worden beboet met een bestuurlijke boete: 7, lid 1, 8, 9, 10, leden 1 en 2, 11, leden 1, 2 en 6, 12, lid 2, 15, leden 1 en 5, 16, lid 2, 17, lid 1, 18, leden 1 en 2, 19, leden 1 en 2, 20, 21, 22, leden 1 en 2, 23, lid 1 en 24.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 juni 2019
de griffier,
drs. J. Mimpen
de voorzitter,
mr. A.M.M. Jetten Msc
Bijlage als bedoeld in het derde lid van de Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte Vlaardingen
Toelichting behorende bij de Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte Vlaardingen
De mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen bij overlastfeiten is geregeld in de Gemeentewet (artikel 154b e.v.) en de daarop gebaseerde AMvB, het Besluit Bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (Bboor). De Gemeentewet geeft gemeenten een zelfstandige bevoegdheid om tegen veel voorkomende en overlastgevende lichte overtredingen op te treden met een bestuurlijke boete. Uitgangspunt is dat de bestuurlijke boete geldt voor overtreding van alle voorschriften uit gemeentelijke verordeningen betreffende gedragingen die kunnen leiden tot overlast in de openbare ruimte en die tevens krachtens artikel 154 Gemeentewet strafbaar zijn gesteld. Dergelijke overtredingen zijn met name opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Ook een Afvalstoffenverordening bevat voorschriften waarvan de overtreding kan leiden tot overlast voor het publiek. Om een bestuurlijke boete te kunnen opleggen, moeten deze voorschriften bij verordening worden aangewezen.
In deze verordening is bepaald voor overtreding van welke voorschriften uit de hiervoor genoemde verordeningen een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. De mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen, sluit niet uit dat daarnaast of in plaats daarvan een bestuursrechtelijke herstelsanctie wordt opgelegd, zoals een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. Ook een herstelsanctie als de (tijdelijke) intrekking van een vergunning kan gepaard gaan met het opleggen van een bestuurlijke boete.
De mogelijkheden om een bestuurlijke boete voor overlastfeiten in te voeren, zijn op een aantal manieren begrensd door de wetgever. Zo is een klein aantal feiten opgenomen in een zogenaamde negatieve lijst (artikel 2 Besluit Bboor). Ten aanzien van de feiten die zijn genoemd in de negatieve lijst kan de gemeenteraad niet bepalen dat daarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Het gaat hierbij om voorschriften waarvan de overtreding gepaard kan gaan met geweld, zoals voorschriften met betrekking tot het hinderlijk gebruik van alcohol of het gebruik van harddrugs. Ook voorschriften met een gevaarzettend karakter (zoals voorschriften met betrekking tot samenscholingen, ongeregeldheden of vechten), of die evident raken aan ernstiger strafbare feiten (zoals voorschriften met betrekking tot de handel in drugs, heling, het meevoeren van rooftassen, steekwapens, inbrekerswerktuig en voorschriften met betrekking tot de exploitatie van prostitutie), zijn uitgezonderd van de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen. Voor deze feiten is uitsluitend strafrechtelijke handhaving mogelijk. Daarnaast zijn voorschriften met betrekking tot het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie niet in deze verordening opgenomen. De handhaving van deze voorschriften vindt voornamelijk plaats middels herstelsancties (bij overtreding van vergunningvoorschriften), en strafrechtelijk (bij constateringen van mensenhandel).
Voor overtreding van de Afvalstoffenverordening Vlaardingen 2014 onder het regime van de bestuurlijke boete geldt een zogenaamde positieve lijst (artikel 3 Besluit Bboor). Alleen voor de feiten die op deze positieve lijst zijn opgenomen, kan een bestuurlijke boete worden ingevoerd. Het gaat hierbij om voorschriften die betrekking hebben op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen en om voorschriften met betrekking tot het achterlaten van straatafval en zwerfafval. Vrijwel alle voorschriften uit de gemeentelijke Afvalstoffenverordening Vlaardingen 2014 vallen onder deze positieve lijst en zijn opgenomen in deze verordening, zodat bij overtreding daarvan een bestuurlijke boete kan worden opgelegd.
De verschillende boetecategorieën en de hoogte van de bestuurlijke boete is ten aanzien van een groot aantal overtredingen in (de bijlage bij) het Besluit Bboor vastgelegd. Voor zover ten aanzien van een voorschrift de boetecategorie en de hoogte van de boete niet uit het Besluit Bboor volgt, kan de gemeenteraad de boetehoogte zelf bij verordening vaststellen. Daarbij gelden echter wel de in de Gemeentewet vastgelegde maxima. De bestuurlijke boete kan voor een natuurlijk persoon (per gedraging) niet hoger zijn dan € 415,- en voor rechtspersonen niet hoger dan
€ 2.250,-. Voor de niet in het Besluit Bboor vastgestelde tarieven is met het oog op de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid nu voor tarieven gekozen die zoveel mogelijk in lijn zijn met de wel bij dat Besluit Bboor vastgestelde tarieven.
Vanwege de overzichtelijkheid zijn alle beboetbare feiten en de boetehoogte ten aanzien van natuurlijke personen in de bijlage bij de verordening opgenomen. Wanneer de boetehoogte is bepaald in het Besluit Bboor is achter het desbetreffende feit de vermelding ‘bijlage Bboor’ opgenomen. Ontbreekt deze vermelding dan wordt de boetehoogte door de raad vastgesteld.
Bij overtredingen door rechtspersonen wordt het boetebedrag voor een natuurlijk persoon vermenigvuldigd met de factor twee.
Eerste en tweede lid, boetebepalingen
Uit het wettelijk regime ten aanzien van de bestuurlijke boete voor overlast in de openbare ruimte volgt dat de overtreding van een voorschrift dat ziet op gedragingen die leiden tot overlast in de openbare ruimte bestuurlijk kunnen worden beboet. Voorwaarde daarvoor is dat de betreffende bepaling tevens strafbaar is gesteld krachtens artikel 154 Gemeentewet en niet voorkomt op de negatieve lijst als bedoeld in artikel 2 van het Besluit Bboor. In het eerste en tweede lid zijn de voorschriften uit respectievelijk de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019 en de Afvalstoffenverordening Vlaardingen 2014 aangewezen, waarvan de overtreding kan leiden tot het opleggen van een bestuurlijke boete. Daarbij is rekening gehouden met de positieve lijst uit artikel 3 van het Besluit Bboor.
Derde lid, hoogte bestuurlijke boete natuurlijk persoon
Het Besluit Bboor bepaalt de verschillende boetecategorieën en de hoogte van de bestuurlijke boete. Voor zover de hoogte van de bestuurlijke boete niet uit het Besluit Bboor volgt, stelt de gemeenteraad deze bij verordening vast. De bestuurlijke boete kan niet hoger zijn dan het bedrag van de geldboete van de eerste categorie als bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De hoogte van de boete die maximaal per gedraging kan worden opgelegd is opgenomen in een afzonderlijke bijlage die onderdeel uitmaakt van deze verordening. Voor het bepalen van de hoogte van de bestuurlijke boete voor feiten die niet in het Besluit Bboor zijn opgenomen, is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de wel in het Besluit Bboor genoemde (categorieën van) voorschriften. De boetebedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
In artikel 154b, zesde lid Gemeentewet is bepaald dat de bestuurlijke boete voor natuurlijke personen per gedraging niet hoger kan zijn dan het bedrag van de geldboete van de eerste categorie (op 1 juli 2018 maximaal € 415,-) en voor rechtspersonen per gedraging niet hoger dan € 2.250,- (bedrag op 1 juli 2018). De in de bijlage genoemde boetehoogten gelden voor natuurlijke personen die ten tijde van de overtreding 16 jaar of ouder waren
In het zevende lid van artikel 154b Gemeentewet is bepaald dat een bestuurlijke boete slechts kan worden opgelegd aan personen die ten tijde van de overtreding 12 jaar of ouder waren. De bestuurlijke boete wordt voor personen die ten tijde van de overtreding nog geen zestien jaar oud waren, gehalveerd.
Vierde lid, hoogte bestuurlijke boete rechtspersoon
Uit artikel 154b Gemeentewet volgt dat de boetebedragen die gelden voor een natuurlijk persoon kunnen worden verhoogd als de overtreding wordt begaan door een rechtspersoon. In lid 4 is bepaald dat indien de overtreding wordt begaan door een rechtspersoon, het boetebedrag als genoemd in de bijlage, wordt vermenigvuldigd met de factor twee. De reden hiervoor is dat rechtspersonen door het begaan van een overtreding veelal een bepaald economisch voordeel zullen behalen. Dit rechtvaardigt dat aan hen een hogere boete wordt opgelegd.
Op de inwerkingtreding van verordeningen is de regeling van artikel 142 van de Gemeentewet van toepassing. Deze luidt dat alle verordeningen in werking treden op de achtste dag na bekendmaking, tenzij een ander tijdstip daarvoor is aangewezen. In artikel 2 is als tijdstip voor inwerkingtreding bepaald de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.
Deze bepaling is geformuleerd overeenkomstig aanbeveling 75 (Igr 75) van de “100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever” (VNG, 2018).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-147478.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.