Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Almere 2018 (eerste wijziging)

 

De raad van de gemeente Almere;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 maart 2019

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Almere 2018 (eerste wijziging).

 

Artikel I

Artikel 1 Begripsbepalingen wordt als volgt gewijzigd:

Na de omschrijving van het begrip “andere voorziening” worden de volgende begripsomschrijvingen ingevoegd, luidende:

  • a.

    ondersteuningsarrangement: maatwerkvoorziening die bestaat uit een of een combinatie van meerdere voorzieningen, die zijn afgestemd op overeenkomstige behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van categorieën personen;

  • b.

    hulp bij het huishouden: deze voorziening heeft betrekking op het geheel of gedeeltelijk overnemen van activiteiten op het gebied van verzorging van het huishouden, zo nodig met inbegrip van enige begeleiding bij die activiteiten. Het betreft schoonmaakwerkzaamheden van de vertrekken die daadwerkelijk frequent in gebruik zijn en vallen onder het normale gebruik van de woning. Een cliënt dient in ieder geval te beschikken over een schone woonkamer, slaapkamer, keuken en sanitaire ruimtes, inclusief aangrenzende hal/trap/overloop.

  • c.

    dagbesteding: deze voorziening betreft een structurele tijdsbesteding met een welomschreven doel, waarbij de cliënt actief wordt betrokken en die hem zingeving verleent.

  • d.

    individuele begeleiding: deze voorziening heeft betrekking op het in de eigen leefomgeving ondersteunen van de cliënt bij het zelfstandig wonen en participeren in de samenleving. De ondersteuning is gericht op het bevorderen, het behouden of het compenseren van de zelfredzaamheid

 

Na de omschrijving van het begrip “PGB” worden de volgende begripsomschrijvingen ingevoegd, luidende:

  • a.

    resultaat: hetgeen met de maatwerkvoorziening bereikt moet worden om de zelfredzaamheid en/of participatie te behouden dan wel te vergroten.

 

Artikel II

Artikel 8. Criteria voor een maatwerkvoorziening wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het vijfde lid komt te luiden:

  • Als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is, verstrekt het college de goedkoopst passende en tijdig beschikbare voorziening.

  • 2.

    Na het vijfde lid wordt een zesde lid ingevoegd.

Het zesde lid komt te luiden:

Een cliënt die gebruikt maakt van de voorziening Dagbesteding kan voor vervoer naar de locatie van de dagbesteding geen gebruik maken van de voorziening collectief vervoer.

 

Artikel III

Na artikel 8 wordt artikel 8a ingevoegd.

Artikel 8a komt te luiden:

  • 1.

    Indien een maatwerkvoorziening noodzakelijk is, kan gekozen worden voor het verstrekken van een ondersteuningsarrangement.

  • 2.

    De volgende ondersteuningsarrangementen worden onderscheiden:

    • a.

      ondersteuningsarrangement psychosociale problematiek;

    • b.

      ondersteuningsarrangement licht verstandelijke beperking;

    • c.

      ondersteuningsarrangement cognitieve achteruitgang;

    • d.

      ondersteuningsarrangement lichamelijke achteruitgang;

    • e.

      ondersteuningsarrangement zintuigelijke beperkingen;

    • f.

      ondersteuningsarrangement begeleid wonen hoog;

    • g.

      ondersteuningsarrangement begeleid wonen midden;

    • h.

      ondersteuningsarrangement beschut wonen.

  • 3.

    De arrangementen zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel, sub a tot en met d, zijn ingedeeld in de categorieën licht, midden en zwaar en bestaan uit een combinatie van hulp bij het huishouden, individuele begeleiding en dagbesteding, waar nodig inclusief vervoer naar dagbesteding. Een arrangement kan ook bestaan uit slechts een van deze voorzieningen.

  • 4.

    Het college kan ervoor kiezen om hulp bij het huishouden, individuele begeleiding en/of dagbesteding (waar nodig inclusief vervoer naar dagbesteding) als losse voorziening(en) te verstrekken, in de plaats van een ondersteuningsarrangement.

 

 

Artikel IV

Artikel 10. Inhoud beschikking wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het tweede lid, sub b, komt als volgt te luiden:

b. wat de ingangsdatum, omvang en duur van de verstrekking is;

 

Artikel V

Artikel 11. Regels voor pgb wordt als volgt gewijzigd

Het eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel 2.3.6 van de wet. Indien er sprake is van een combinatie van een maatwerkvoorziening in natura en een PGB is een maatwerkvoorziening in de vorm van een ondersteuningsarrangement niet mogelijk.

  • 2.

    Het achtste lid onder b.2 vervalt.

  • 3.

    Het tiende lid (hoogte PGB) komt te luiden als volgt:

 

De hoogte van een pgb:

  • a.

    wordt vastgesteld aan de hand van een door de cliënt opgesteld plan waarin in ieder geval uiteen is gezet:

  • 1.

    welke diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren de cliënt van het budget wil betrekken, en

  • 2.

    indien van toepassing, welke hiervan de cliënt wil betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk;

  • b.

    wordt berekend op basis van een prijs of tarief:

  • 1.

    waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om tijdig veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken;

  • 2.

    waarbij rekening is gehouden met redelijke overheadkosten van derden van wie de cliënt diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren wil betrekken;

  • 3.

    waarbij, voor zover van toepassing, rekening is gehouden met de in het derde lid gestelde voorwaarden betreffende het tarief onder welke de cliënt de mogelijkheid heeft om de betreffende diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen te betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, en

  • 4.

    wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering;

  • c.

    bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate in de gemeente tijdig beschikbare maatwerkvoorziening in natura.

 

Artikel VI

Artikel 12b. Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen en pgb’s wordt als volgt gewijzigd

Het eerste en tweede lid komen te luiden:

  • 1.

    Een cliënt is een bijdrage in de kosten verschuldigd voor een maatwerkvoorziening dan wel pgb, zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt of gedurende de periode waarvoor het pgb wordt verstrekt.

  • 2.

    De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 dan wel het totaal van de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste € 17,50 per bijdrageperiode voor de cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4, derde lid, van de wet, hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 of het volgende lid geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.

Het derde lid vervalt.

 

Artikel VII

Artikel 16. Jaarlijkse waardering mantelzorgers

De eerste twee zinnen: “Dit artikel geldt tot 1 januari 2019. Na evaluatie zal de gemeenteraad een besluit nemen over hoe na 1januari 2019 aan de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers invulling zal worden gegeven.” vervallen.

Artikel 16 eerste tot en met vijfde lid komt als volgt te luiden:

Het eerste tot en met vijfde lid komt te luiden als volgt:

  • 1.

    Een mantelzorger die zorgt voor een inwoner van Almere komt in aanmerking voor mantelzorg-waardering. Onder mantelzorger wordt verstaan een persoon die zorg verricht welke voldoet aan de volgende omschrijving: zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie. Het gaat daarbij om het geven van meer dan gebruikelijke zorg, meer dan acht uur per week, gedurende tenminste drie maanden aaneengesloten, gelegen tussen 1 oktober van het voorgaande kalenderjaar en 1 oktober van het lopende kalenderjaar.

  • 2.

    Aanvragen voor de mantelzorgwaardering dienen vóór 1 oktober van het lopende kalenderjaar door de gemeente te zijn ontvangen. Aanvragen kunnen enkel worden gedaan door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Enkel volledig ingevulde en tijdig ontvangen formulieren worden in behandeling genomen.

  • 3.

    Uiterlijk 10 november van het lopende kalenderjaar krijgen aanvragers schriftelijk bericht of de mantelzorgwaardering wordt toegekend onder vermelding van de waarde die de waardering heeft en op welke manier de mantelzorger de waardering ontvangt.

  • 4.

    De mantelzorgwaardering is als volgt:

  • a.

    Voor jongeren tot 12 jaar: het deelnemen aan een feestelijke activiteit passend bij deze leeftijdsgroep;

  • b.

    Voor jongeren van 12 jaar tot 18 jaar: het deelnemen aan een feestelijke activiteit passend bij deze leeftijdsgroep;

  • c.

    Voor personen van 18 jaar en ouder: een VVV-bon.

  • 5.

    De waarde van de VVV-bon wordt als volgt bepaald:

  • a.

    Het daarvoor beschikbare bedrag van € 345.000, - .

  • b.

    Daarop wordt in mindering gebracht € 2.500 voor de mantelzorgwaardering van personen jonger dan 18 jaar, vermeerderd met het aantal personen jonger dan 18 jaar dat voor mantelzorgwaardering in aanmerking komt, vermenigvuldigd met € 25.

  • c.

    Het overblijvende bedrag wordt gedeeld door het aantal personen ouder dan 18 jaar dat voor de mantelzorgwaardering in aanmerking komt. Dit bedrag wordt naar beneden afgerond tot het bedrag waarvoor een VVV-bon beschikbaar is zulks met dien verstande dat dit bedrag niet hoger zal zijn dan € 200, = (tweehonderd euro).

 

 

Artikel VIII

Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Aanvragen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld mede met inachtneming van deze wijzigingsverordening.

  • 3.

    Op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Almere 2018, die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening maar waarop ten tijde van deze wijzigingsverordening nog niet is besloten, wordt beslist met inachtneming van de verordening zoals die luidt vóór de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening.

 

 

Almere, d.d. 23 mei 2019

De raad voornoemd,

De griffier, De voorzitter,

J.D. Pruim F.M. Weerwind

Naar boven