Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019

 

De raad van de gemeente Heemstede;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 april 2019;

 

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, 97, 98, en 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.3.2, 3.3.3, eerste en tweede lid, 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019.

 

Artikel 1 Reis- en verblijfskosten voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 van de Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      De kosten voor het gebruik van openbaar vervoer.

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raads- of commissielid bij gebruik van de eigen auto ook de parkeer-, veer-, en tolkosten vergoed.

  • 3.

    Boetes en naheffingen voor parkeren worden niet vergoed;

  • 4.

    Als een raads- of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

 

Artikel 2 Nadere regels niet partij politiek georiënteerde scholing

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De maximale vergoeding van de scholing bedraagt:

    • a.

      € 100 per jaar per raadslid;

    • b.

      € 100 per jaar per commissielid.

  • 4.

    De raad beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

 

Artikel 3 Computer en internetverbinding

  • 1.

    Raads- of commissieledenleden aan wie een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking wordt gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, ondertekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 2.

    Op aanvraag ontvangen raadsleden, beëdigd voor 1 januari 2019, voor de duur van hun raadslidmaatschap maximaal € 25,- per maand ter vergoeding van de abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in dit artikel bedoelde computerapparatuur voor zover deze nodig is voor het uitoefenen van het raadslidmaatschap.

  • 3.

    Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in het tweede lid wordt gedaan bij de griffier. De griffier beslist over de aanvraag op basis van bewijsstukken.

 

Artikel 4 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Artikel 5 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    De betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen vindt plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreekse aan de gemeente toegezonden factuur; of

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling bij de griffier ingediend.

 

Artikel 6 Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2017 wordt ingetrokken.

 

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2019.

 

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019.

 

Vastgesteld in de raadsvergadering van 29 mei 2019.

Naar boven