Vaststellen van het stedelijk kader 2020-2023: Samen vooruit: Op weg naar een stevige sociale basis in Amsterdam en wijzigen van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam

De gemeenteraad van Amsterdam

Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 16 april 2019 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 577);

Mede gezien de aangenomen motie van de leden Kiliç en Simons (Gemeenteblad afd. 1, nr. 755);

Gelet op:

• artikel 108 jo. artikel 147, lid 2 van de Gemeentewet;

• artikel 121 en artikel 147, lid 1 van de Gemeentewet;

• artikel 2.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

Besluit:

• 1. Vast te stellen het stedelijk kader 2020-2023, Samen Vooruit: Op weg naar een stevige sociale basis in Amsterdam dat de doelen en uitgangspunten voor de sociale basis in Amsterdam beschrijft en de leidende principes voor de uitvoering (bijlage 1 en 2). De sociale basis is het geheel van laagdrempelige activiteiten, hulp en ondersteuning voor Amsterdammers in de eigen buurt. Doel van de sociale basis is dat alle Amsterdammers kansen en mogelijkheden krijgen om mee te kunnen doen en zich te ontwikkelen, en om daarmee zwaardere ondersteuning en zorg terug te dringen of te voorkomen. Het stedelijk kader is de grondslag voor de (nog op te stellen) subsidieregeling.

  Het stedelijk kader is opgebouwd langs de volgende drie bouwstenen:

  • a. Verbondenheid en betrokkenheid: activiteiten die het gevoel van verbondenheid met de medemensen of de gemeenschap waartoe men behoort, bevorderen.

  • b. Samenredzaamheid: activiteiten die ervoor zorgen dat iedereen kan meedoen door elkaar te steunen en verant¬woordelijkheid te nemen.

  • c. Zelfredzaamheid en ontplooiing: activiteiten die het vermogen om zelfstandig je leven te leiden, je te kunnen ontwikkelen en je problemen op te lossen, vergroten.

• 2. Kennis te nemen van de Nota van Beantwoording met daarin antwoorden op de inspraakreacties van Amsterdammers en maatschappelijke organisaties op het concept stedelijk kader Samen Vooruit 2020-2023, die zo mogelijk zijn betrokken in het stedelijk kader (bijlage 3). Belangrijkste onderwerpen van inspraak waren:

  • Pleidooi voor de (fysieke) toegankelijkheid van de sociale basis.

  • Aandacht voor en zorg om veel verschillende specifieke doelgroepen.

  • Rol en positionering van de ervaringsdeskundige en de mantelzorger.

  • Suggesties voor vereenvoudigen en harmoniseren van de subsidieregelingen.

  • Aandacht voor communicatie rondom het aanbod.

  • Inclusiviteit bij bewoners- en maatschappelijk initiatief.

  • Zorg over het behouden van en verzilveren van goede initiatieven en activiteiten.

  • Intensiveren opbouwwerk.

• 3. Kennis te nemen van de opbrengst van de adviesronde van de stadsdeelcommissies die waar mogelijk is verwerkt in het stedelijk kader (bijlage 3).

  Belangrijkste elementen uit de adviesronde zijn:

  • Stadsdeelcommissies zien uit naar concretisering, een vertaling naar een gebiedsgerichte uitwerking van het algemene kader.

  • De meeste commissies geven aan actief betrokken te willen zijn bij deze gebiedsgerichte uitwerking.

  • Er is veel interesse in de subsidieregeling. Verschillende commissies geven aandachtspunten mee met betrekking tot de voorwaarden voor subsidieverstrekking.

  • Aandacht wordt gevraagd voor specifieke doelgroepen (kwetsbare expats, laaggeletterden, jeugd, ongedocumenteerden).

  • Aandacht wordt gevraagd voor de verbetering van de uitvoering van de sociale basis (opschalingsmogelijkheden, meten van resultaten, verslimmen, belang van communicatie).

  • Tekstuele suggesties, verdieping in tekst (met name in begrippenlijst).

• 4. Kennis te nemen van het overzicht van de prioriteiten en doelen (op hoofdlijnen) waar het college in 2020-2021 een bijdrage aan verwacht vanuit de sociale basis en dat bij het stedelijk kader wordt gevoegd als basis voor nadere gebiedsgerichte uitwerking door de stadsdelen (bijlage 5). Voor de jaren 2022-2023 wordt een nieuw overzicht gemaakt van de collegeprioriteiten binnen de sociale basis.

• 5. Vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam

  Artikel 1:

  Bijlage 2, onder 13, Omschrijving taak, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: Het in aanvulling op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening stimuleren en faciliteren van reguliere schuldhulpverlening en intensieve schuldhulpverlening voor jongeren:

  • • o activiteiten gericht op het voorkomen van schulden en laagdrempelige ondersteuning bij financiële problemen.

    • o specifieke ondersteuning voor jongeren met problematische schulden en problemen op meerdere levensgebieden (relatie, huisvesting, inkomen, verslaving) die niet voldoen aan de voorwaarden voor reguliere schuldhulpverlening of andere vormen van schuldhulpverlening.

• Artikel 2:

  Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2020.

Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd

in zijn vergadering op 29 mei 2019.

De plv. voorzitter

Rik Torn

De 2e plv. raadsgriffier

George Dikhout