Verordening tot tweede wijziging van de Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015

De raad van de gemeente Pijnacker-Nootdorp;

 

gezien het voorstel van het college van 9 april 2019;

 

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet en artikel 8ab van de Regeling Jeugdwet;

 

 

besluit:

 

vast te stellen de Verordening tot tweede wijziging van de Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015.

Artikel I

Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Onder verlettering van onderdeel b tot en met k tot onderdeel c tot en met l wordt na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:

    • b.

      bestedingsplan: een plan dat de jeugdige of ouders indienen bij een aanvraag voor een persoonsgebonden budget. In dit plan motiveren zij waarom het natura aanbod van de gemeente niet passend is en beschrijven zij op welke wijze ze de jeugdhulp willen organiseren;

  • B.

    Na onderdeel l worden toegevoegd:

    • m.

      verklaring: een verklaring als bedoeld in artikel 8ab, eerste lid, van de Regeling Jeugdwet;

    • n.

      wet: Jeugdwet.

Artikel II

In artikel 5.1, derde lid, onderdeel a, wordt ‘plan’ vervangen door ‘bestedingsplan’.

Artikel III

Onder vernummering van artikel 5.2 tot 5.3 wordt na artikel 5.1 een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 5.2 - Onderscheid professionele en niet-professionele jeugdhulp

  • 1.

    Van professionele jeugdhulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen:

    • a.

      personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of

    • b.

      personen die aangemerkt zijn als zelfstandige zonder personeel en ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of

    • c.

      personen die ingeschreven staan in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG-register) en/of artikel 5.2.1 van het Besluit Jeugdwet, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van jeugdhulp.

  • 2.

    Indien de jeugdhulp geboden wordt door een bloed- of aanverwant in de 1e of 2e graad van de budgethouder, is altijd sprake van niet-professionele jeugdhulp.

  • 3.

    Indien de jeugdhulp wordt verleend door een andere persoon dan beschreven in het eerste lid onder a, b of c, is sprake van niet-professionele jeugdhulp.

Artikel IV

Artikel 5.3 wordt als volgt gewijzigd:

 

in het eerste, tweede en derde lid, onderdeel a en b, wordt ‘ondersteuning’ vervangen door ‘jeugdhulp’.

Artikel V

Aan artikel 5.3, derde lid, wordt onderdeel c toegevoegd, luidende:

 

  • c.

    Bij jeugdhulp die wordt verleend op grond van een verklaring wordt de hoogte van het pgb vastgesteld op basis van een tegemoetkoming ter hoogte van € 90,00 per kalendermaand voor een hulp uit het sociaal netwerk zoals opgenomen in artikel 8ab, eerste lid, van de Regeling Jeugdwet, tenzij op basis van het bestedingsplan kan worden volstaan met een lagere tegemoetkoming.

Artikel VI

Artikel 7.1, vierde lid, komt als volgt te luiden:

 

  • 4.

    Als het college een beslissing op grond van het tweede lid, onder a, d of e heeft herzien of ingetrokken, kan het van de jeugdige of ouders, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten individuele voorziening of het ten onrechte genoten pgb.

Artikel VII

Artikel 7.2 wordt toegevoegd, luidende:

 

Artikel 7.2 - Onderzoek rechtmatigheid gebruik voorzieningen

  • 1.

    Het college onderzoekt al dan niet periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van voorzieningen in natura en de besteding van pgb’s met het oog op de beoordeling van de rechtmatigheid daarvan.

  • 2.

    Het college wijst de personen aan die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de wet en deze verordening bepaalde.

Artikel VIII

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 11 juni 2019.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tot tweede wijziging van de Verordening jeugdhulp gemeente Pijnacker-Nootdorp 2015.

     

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 29 mei 2019

drs. B.S.M. Sepers

griffier

mw. F. Ravestein

voorzitter

Naar boven