Gemeenteblad van De Ronde Venen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Ronde Venen | Gemeenteblad 2019, 140019 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
De Ronde Venen | Gemeenteblad 2019, 140019 | Beleidsregels |
Groenuitgiftebeleid 2019-2024; beleidsregels voor de uitgifte van openbaar groen
In juli 2017 is het Groenbeleidsplan 2017 – 2040 vastgesteld. Onderdeel van het Groenbeleidsplan zijn de groenstructuurkaarten. Deze kaarten geven aan welk groen valt onder landschappelijk-, hoofd-, wijk- of buurtgroen. De uitgifte van groen is gekoppeld aan deze groenstructuur, welke de waarde van het groen bepaalt.
In het Groenbeleidsplan is dus het kader opgenomen voor de uitgifte van openbaar groen. Zowel landschappelijk-, hoofd-, als wijkgroen komen niet in aanmerking voor verkoop of verhuur. Alleen buurtgroen komt in aanmerking voor verkoop of verhuur. In dit groenuitgiftebeleid zijn toetsingskaders opgesteld, waaraan getoetst moet worden of een perceel, liggend in buurtgroen, daadwerkelijk verkocht kan worden. Bij het opstellen van deze toetsingscriteria is de reactie op de opinienota, die op 27 september 2018 is behandeld tijdens de commissievergadering Publieke Werken, meegenomen. Tijdens deze vergadering kwam onder andere naar voren dat het openbaar groen belangrijk is voor de kwaliteit van de leefomgeving en bijdraagt aan de biodiversiteit en klimaatadaptatie. Er zal terughoudend worden omgegaan met de verkoop van openbaar groen en er zal sprake zijn van maatwerk.
Naast de aanvragen tot aankoop of huur van openbaar groen, zijn de afgelopen jaren steeds meer bewonersinitiatieven ontstaan. Deze variëren van de aanleg van een buurtmoestuin of een ontmoetingstuin tot aan een bloemenweide. Deze initiatieven worden door het college van Burgemeester en Wethouders gestimuleerd. De bewonersinitiatieven vinden vaak plaats in het openbaar groen. In dit beleidsstuk zijn daarom tevens kaders opgenomen voor diverse uitgiftevormen die bij bewonersinitiatieven aan de orde zijn, zoals adoptie.
Dit groenuitgiftebeleid vervangt de uitgiftekaarten behorend bij de Quickscan groenstructuur en groenuitgiftebeleid 2008 en de uitgiftekaarten van Abcoude uit 2012.
1. Toetsingskaders verkoop en verhuur
Het groenbeleidsplan stelt dat er verschillende soorten groen aanwezig zijn binnen de gemeente, namelijk landschappelijk groen, hoofdgroen, wijkgroen en buurtgroen. Enkel buurtgroen (groenstroken grenzend aan woningen, onderdeel van (woon-)erven en buurtstraatjes met daarin liggende speelplekken) kan in aanmerking komen voor uitgifte. De gemeente wil terughoudend omgaan met uitgifte van openbaar groen, om zo de regie te houden op de kwaliteit van het openbaar groen. Elke aanvraag zal individueel beoordeeld worden of het al dan niet in aanmerking komt voor verkoop of verhuur, waarbij onder andere gekeken wordt naar het effect op de kwaliteit van de omgeving.
Een verzoek tot aankoop of huur wordt getoetst aan de hand van onderstaande toetsingscriteria:
In bijlage 1 zijn bovengenoemde uitgangspunten nader uitgewerkt.
Als na bovenstaande beoordeling blijkt dat een perceel verkocht of verhuurd kan worden, zijn de volgende uitgangspunten van toepassing:
Als een perceel voor uitgifte in aanmerking komt, wordt de situatie ter plaatse beoordeeld. Er wordt dan gekeken naar de aanwezigheid (nuts)voorzieningen. Bij aanwezigheid hiervan kan het perceel in principe verkocht worden, waarbij een zakelijk recht gevestigd wordt, mits er geen zwaarwegende bezwaren van de nutsbedrijven of gemeente zijn.
In de nota Grondbeleid 2018-2021 zijn de volgende prijzen opgenomen: voor uitgifte van openbaar groen:
Daar de verkoop van gemeentegrond een privaatrechtelijke rechtshandeling is, kan de gemeente als eigenaar voorwaarden verbinden aan de verkoop. Openbaar groen dient een groen karakter te houden. Voorwaarden die in de koopovereenkomsten worden opgenomen zijn:
Naast bovengenoemde bepalingen, blijft het vigerende bestemmingsplan en de bouwregels gelden.
Wanneer er sprake is van de verkoop van gemeentegrond met een gedeelte water, neemt de gemeente onder andere in de overeenkomst op dat het niet is toegestaan om in/op het water te bouwen en moet de koper de aanwezig beschoeiing in stand houden of vernieuwen.
Op een huurovereenkomst is het huurrecht van toepassing uit het Burgerlijk Wetboek. Een huurovereenkomst is persoonsgebonden en kan niet van rechtswege overgaan op derden. Indien de huurder zijn woning verlaat, zal de nieuwe bewoner opnieuw een aanvraag in moeten dienen bij de gemeente.
Voorwaarden die in een huurovereenkomst opgenomen worden, zijn:
De huurder mag alleen bebouwing van ondergeschikte betekenis oprichten, zoals hekwerken, schuttingen of pergola’s als de gemeente hier schriftelijk toestemming voor heeft gegeven. Schuttingen zijn dan toegestaan op 50 cm vanaf de erfgrens en dienen groen af te worden geplant of een afrastering beplant met Hedera mag op 20 cm van de erfgrens geplaatst worden;
De gemeente kan de overeenkomst te allen tijde schriftelijk opzeggen, met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn. Indien enige verplichting uit de overeenkomst niet wordt nagekomen, is dit voldoende reden voor de gemeente om de overeenkomst op te zeggen. De huurder kan nimmer aanspraak maken op een vergoeding, niet bij beëindiging van de overeenkomst en ook niet indien er schade is ontstaan.
Inwoners die zonder toestemming gemeentegrond in bezit hebben genomen, kunnen door (bevrijdende) verjaring eigendomsrechten verwerven na een periode van onafgebroken bezit gedurende 20 jaar. Wie een beroep doet op verjaring moet tenminste bewijs kunnen overleggen dat hij het perceel al gedurende minstens die periode in bezit heeft. Enkele op zichzelf staande machtsuitoefeningen, zoals het plegen van onderhoud en het plaatsen van beplanting, zijn niet voldoende voor een beroep op verjaring. Uit het bezit moet eigendomspretentie blijken, bijvoorbeeld doordat het perceel is afgesloten met een ondoordringbare haag of hekwerk.
Indien een bewoner een verzoek tot verjaring bij de gemeente doet, worden de bewijsstukken beoordeeld, waarna duidelijk wordt of de gemeente wel of niet akkoord kan gaan met verjaring.
Wanneer een geslaagd beroep op verjaring wordt gedaan, zijn de kosten voor het inschrijven van de verjaring in het Openbare Register voor rekening van de nieuwe eigenaar. Als er geen geslaagd beroep op verjaring wordt gedaan, wordt beoordeeld of de situatie kan worden gelegaliseerd.
Naast de gangbare uitgiftevormen verkoop, verhuur en adoptie is het een mogelijkheid om grond in gebruik te geven (artikel 7A:1777 en verder Burgerlijk Wetboek). In dit geval worden gemaakte afspraken vastgelegd in een gebruiksovereenkomst.
Het in gebruik geven van grond is mogelijk indien de grond wordt ingezet ten behoeve van een maatschappelijk doel of een bijzondere situatie. De grond blijft eigendom van de gemeente, maar wordt al dan niet tijdelijk in gebruik gegeven.
Enkele voorbeelden waarbij grond in gebruik kan worden gegeven zijn:
Het realiseren van een buurt- of school(moes)tuin1;
Voor het in gebruik geven van grond gelden de volgende spelregels:
Groenadoptie biedt bewoners de mogelijkheid om gezamenlijk een stukje openbaar groen vrijwillig te onderhouden en/of te verfraaien. Het gaat dan veelal om de heesterbeplanting van groenvakken; bomen maken geen onderdeel uit van de adoptie. Het kader voor groenadoptie is vastgelegd in het groenbeleidsplan 2017-2040. Hierin maakt de gemeente onderscheid in de volgende categorieën:
Groenadoptie draagt bij aan de sociale contacten in de buurt en bevordert de betrokkenheid van de bewoners bij hun omgeving. Daarnaast kan door adoptie de kwaliteit van het groen verbeteren. Adoptie is alleen mogelijk als een perceel niet voor verkoop in aanmerking komt.
Indien een bewoner interesse heeft in het adopteren van een stukje openbaar groen, een boomspiegel of een geveltuin wil aanleggen dient hij/zij dit te melden bij de gemeente. Op de gemeentelijke website staan formulieren (zie bijlage 5) met daarbij de voorwaarden die gelden bij de adoptie van een groenvak of boomspiegel of het aanleggen van een geveltuin.
Bij de adoptie van een groenvak gelden een aantal voorwaarden. Een overzicht van alle voorwaarden is opgenomen in bijlage 2. De volgende voorwaarden zijn onder andere van belang:
Naast het adopteren van een groenvak is het mogelijk een boomspiegel te adopteren. Een boomspiegel is het stuk grond rondom de stam van een boom die in de verharding staat. Met het adopteren van een boomspiegel kan een bewoner het stuk grond rondom de boomstam verfraaien met bollen of laagblijvende beplanting.
Bij de adoptie van een boomspiegel gelden een aantal voorwaarden. Een overzicht van alle voorwaarden is opgenomen in bijlage 3. De volgende voorwaarden zijn onder andere van belang:
Een geveltuin is een smalle groenstrook grenzend aan de voor- of zijgevel van een woning. Geveltuinen dragen bij aan een groener en gevarieerder straatbeeld van stenige dorpskernen. Daarnaast komt een geveltuin ten goede aan de biodiversiteit en klimaatadaptatie.
Bij de aanleg van een geveltuin gelden een aantal voorwaarden. Een overzicht van alle voorwaarden is opgenomen in bijlage 4. De volgende voorwaarden zijn onder andere van belang:
Burgemeester en wethouders van De Ronde Venen,
de secretaris,
Lilian Schreurs
de burgemeester,
Maarten Divendal
Bijlage 1 – Uitwerking uitgangspunten verkoop en verhuur
1. Kwaliteit van de groene leefomgeving
Ook groenvoorzieningen die deel uitmaken van het buurtgroen kunnen van belang zijn voor de kwaliteit van de leefomgeving. Zo kunnen kleinere groenvoorzieningen op zichzelf geen wezenlijke waarde hebben, maar in samenhang met overig nabijgelegen openbaar groen toch een functie hebben voor de kwaliteit van de groene leefomgeving. Eveneens kan in een omgeving met weinig groen die ene voorziening een behoudenswaardige 'oase' vormen. Bij een verzoek of initiatief tot verkoop van openbaar groen blijft een kwalitatieve beoordeling daarom noodzakelijk. De aanwezigheid van bomen is onder andere één van de aspecten waarnaar gekeken wordt. Dit is maatwerk en zal per geval integraal afgewogen worden.
Aspecten waar onder andere naar wordt gekeken zijn:
stedenbouwkundige opbouw wijk: er is een relatie tussen de stedenbouwkundige kenmerken van een wijk en de hoeveelheid uit te geven groen. We onderscheiden de volgende wijkkarakteristieken:
jaren ’60 en ’70 wijken: Proostdijland, Hofland-Zuid, Veenzijde I, Zuiderwaard, Westerheul I. Kenmerkend voor deze periode is de rechtlijnige structuur, zowel in straten als in watergangen. Het groen is gekoppeld aan watergangen en ontsluitingswegen (wijkgroen), en binnen clusters (hofjes) van woningen en kopgevelgroen langs straten (buurtgroen). De rechtlijnige structuur van de wijken maakt dat het kopgevelgroen een behoorlijke lengte en breedte kan hebben. Dit groen is dan ook als beeldbepalend te beschouwen en vormt een eenheid met de bebouwing. Het groen en de bebouwing versterken elkaar. Hierbij zijn er enige verschillen te zien tussen de wijken. Vooral Hofland Zuid, Veenzijde I, Proostdijland Zuid en Westerheul I zijn voorbeelden van wijken waar bebouwing en groen elkaar versterken, zodat groenuitgifte daar vrijwel niet mogelijk is.
jaren ’80 wijken: Molenland, Twistvlied, Hofland Noord, Veenzijde II, Westerheul II. De wijken worden gekenmerkt door meanderende wegen en watergangen en het verspreid liggende gebruiksgroen in de vorm van trapvelden. In vergelijking met de jaren ’60 en ’70 wijken is er meer kleinschalig groen. Kopgevelstroken zijn smaller en dienen doorgaans als afscheiding van perceelgrenzen, maar ook om woonerven een groen karakter te geven. Dit groene karakter van de woonerven dient behouden te blijven en met de uitgifte van groen moet hiermee rekening worden gehouden.
functie van het groen: hoewel binnen buurtgroen vooral sprake is van verspreid liggend kleinschalig groen, heeft het soms wel een bepaalde functie. Bijvoorbeeld groen als verkeersbegeleiding (verkeersfunctie) of groen als afscherming/buffer van gevels (afschermende functie). In de praktijk komt het voor dat in een afschermende aaneengesloten groenstrook al delen zijn verkocht. Om logische grenzen te krijgen en een eenduidig beeld, kan in deze gevallen een uitzondering gemaakt worden en een perceel (met een afschermende functie) worden verkocht.
beleving/uitstraling van het straatbeeld: groen, zowel particulier als openbaar groen, draagt bij aan de beleving van de straat. Of openbaar groen uitgegeven kan worden, hangt dus af hoeveel (particulier of openbaar) er aanwezig is in de straat. Zo is de beleving van een straat met voortuinen anders dan als de achterkanten grenzen aan de straat. Bij eventuele verkoop van een groenstrook is wel of geen groene erfafscheiding bepalend voor de uitstraling van het straatbeeld. Een groene erfafscheiding is dus een voorwaarde voor verkoop en is opgenomen in de overeenkomst.
Verkoop van openbaar groen is ongewenst als daardoor onoverzichtelijke verkeerssituaties ontstaan. Gedacht moet worden aan een strook die is ingeplant met laag groen, en na uitgifte wordt ingericht met hoog groen of wordt voorzien van schuttingen, waardoor een onoverzichtelijke en dus gevaarlijke verkeerssituatie ontstaat. Hetzelfde kan zich voordoen bij stroken groen die direct grenzen aan de openbare weg. Verkoop van dat groen kan voor weggebruikers leiden tot gevaarlijke verkeerssituaties. Daar waar door verkoop de verkeersveiligheid in het geding kan komen, wordt niet tot verkoop overgegaan.
Voor de leefbaarheid van de woonomgeving is een veilig gevoel voor de bewoners van groot belang. Dit gevoel kan overigens heel anders liggen dan de daadwerkelijke veiligheid. Vooral in de donkere periodes van avond en nacht kunnen onoverzichtelijke situaties leiden tot een onveilig gevoel. Dit soort situaties kan ontstaan door:
Dergelijke problemen kunnen voorkomen worden door hiermee al bij het stedenbouwkundige ontwerp en de gedetailleerde inrichtingsplannen rekening te houden. Daarnaast kan sturing plaatsvinden door de keuze van het te voeren beheer te richten op het voorkómen van onoverzichtelijke situaties. Bij het beoordelen van een verzoek voor de uitgifte van openbaar groen wordt bekeken of sociaal onveilige situaties kunnen ontstaan of kunnen worden opgeheven door verkoop. Als dergelijke onveilige situaties kunnen ontstaan, wordt niet overgegaan tot uitgifte van openbaar groen.
Als een perceel openbaar groen in aanmerking kan komen voor verkoop, letten wij er op of er eventueel delen openbaar groen overblijven. De maatvoering van het resterende openbaar groen is hierbij van belang, waarbij uitgangspunt is dat de beplanting zijn natuurlijke vorm kan ontwikkelen en het beheer met standaardmachines kan worden uitgevoerd. Als de verkoop van bijvoorbeeld een gedeelte van een beplantingsstrook leidt tot een onacceptabel beeld van het restant van de strook dan kan het noodzakelijk zijn om het resterende gedeelte openbaar groen te renoveren. De kosten die hierbij gemaakt moeten worden zijn een gevolg van de verkoop. In dat geval is het redelijk dat de aanvrager de kosten op zich neemt. Naast de maatvoering van het resterende openbaar groen is de bereikbaarheid van belang. Wij verkopen geen openbaar groen als daardoor ander openbaar groen onbereikbaar wordt voor onderhoud. Onder onbereikbaarheid verstaan wij de situatie waarin openbaar groen wel te voet, maar niet voor materieel bereikbaar is, terwijl dat wel nodig is.
Een belangrijk aspect vormen eventuele toekomstige ontwikkelingen. Hierbij moet worden gedacht aan nieuwe bouwlocaties, verkeersontsluitingen, reconstructies van wegen of reserveringen ten behoeve van parkeren. Openbaar groen kan een strategische ligging hebben, waardoor het eventueel in de toekomst voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen van belang is. Daarnaast dient gekeken te worden naar logische kadastrale grenzen. Verkoop van groen moet dus altijd een nieuwe rechte grens geven.
Bijlage 2 – Voorwaarden adoptie groenvak
Aan de adoptie van een groenvak zijn onderstaande voorwaarden verbonden:
Bijlage 3 – Voorwaarden adoptie boomspiegel
Aan de adoptie van een boomspiegel zijn onderstaande voorwaarden verbonden:
Het is niet toegestaan klimplanten of grotere sierheesters te planten. De boomspiegel dient vrij te blijven van soorten die sterk woekeren (uitzaaien, ondergronds e.d.), planten die irritatie veroorzaken, giftig zijn of verwondingen opleveren bij aanraking, zoals brandnetels, distels en bramen. Vaste planten, kruidachtigen, eenjarigen en/of bollen zijn wel toegestaan;
Bijlage 4 – Voorwaarden aanleg geveltuinen
Voor het aanleggen van een geveltuin gelden de volgende voorwaarden:
Bomen en diep wortelende heesters zijn niet geschikt voor een geveltuin. Deze worden te groot en kunnen schade veroorzaken aan het riool, kabels en leidingen en zelfs funderingen. De geveltuin dient vrij te blijven van soorten die sterk woekeren (uitzaaien, ondergronds e.d.), planten die irritatie veroorzaken, giftig zijn of verwondingen opleveren bij aanraking, zoals brandnetels, distels en bramen. Ondergrondse en bovengrondse schade door onjuiste beplantingskeuze komen voor rekening van de aanvrager.
Bij eventuele aanwezigheid van kabels, leidingen en rioolaansluitingen e.d. dient de melder de gemeente en de kabelexploitanten te allen tijde de gelegenheid te geven onderhoud te verrichten aan bedoelde kabels en leidingen. Indien de geveltuin daarvoor moet worden verwijderd of beschadigd raakt, kunnen de gemeente en de kabelexploitanten niet aansprakelijk worden gesteld voor die schade.
Mocht aan één of meerdere van bovengenoemde voorwaarden niet worden voldaan, dan bestaat de mogelijkheid om een sanctie op te leggen. Als de melder in gebreke blijft, wordt de melder hier schriftelijk op aangesproken. Als de gemeente de melder hier twee keer schriftelijk op heeft aangesproken dan is de gemeente bevoegd om op kosten van de melder de beplanting te (laten) verwijderen en/of de bestrating te (laten) herstellen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-140019.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.