Artikel I
Hoofdstuk 7 van de bijlage van de Legesverordening 2019 wordt als volgt gewijzigd.
A
In onderdeel 7.1.5 WOONBOTEN wordt als bedoeld in artikel 2.3.5, lid 3,” gewijzigd in: als bedoeld in artikel 2.6.2, vijfde lid, onderdeel a,.
B
In onderdeel 7.2.1 wordt “artikel 2.4.1” gewijzigd in: artikel 2.3.6.
C
In onderdeel 7.2.2 wordt “artikel 2.4.3” gewijzigd in: artikel 2.3.8.
D
In onderdeel 7.2.3 wordt “artikel 2.4.4” gewijzigd in: artikel 2.3.9.
E
Onderdeel 7.2.4 komt te luiden:
7.2.4 een wijziging van een exploitatievergunning voor een (bedrijfs)vaartuig voor vervoer van passagiers of goederen, als bedoeld in artikel 2.4.1 of 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010 € 287.00
F
In onderdeel 7.2.5 wordt “artikel 2.4.5” vervangen door: artikel 2.5.1.
G
Onderdeel 7.2.6 komt te luiden:
7.2.6 een melding als bedoeld in artikel 2.4.6, lid 1 van de Verordening op het binnenwater 2010, per vaartuig waarvoor de melding wordt gedaan € 59.00
H
In onderdeel 7.2.7 wordt “artikel 2.4.5” vervangen door: artikel 2.4.1.
I
In onderdeel 7.3.1 wordt “een ontheffing voor een pleziervaartuig als bedoeld in artikel 2.5.1, lid 3, van de Verordening op het binnenwater 2010” vervangen door: een ontheffing als bedoeld in artikel 2.6.1, eerste lid, van de Verordening op het binnenwater 2010 verstrekt voor het handelen in afwijking van artikel 2.1.4, lid 1, van die verordening.
J
In onderdeel 7.3.2 wordt “als bedoeld in artikel 2.5.2, lid 2,” vervangen door: als bedoeld in artikel 2.1.3, eerste lid,.
K
In onderdeel 7.4.1 wordt de zinsnede “artikel 10 van de Verordening Binnenhavengeld Pleziervaart 2010” vervangen door: artikel 11 van de Binnenhavengeldverordening Pleziervaart 2019.