Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende de wijziging van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam in verband met het mandateren en intrekken van mandateringen van bevoegdheden op grond van verschillende rijkswetten en gemeentelijke regelingen (Dertiende wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

overwegende dat

  • -

    het college van burgemeester en wethouders op 16 december 2014 het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam heeft vastgesteld;

  • -

    geconstateerd is dat het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam enkele omissies en fouten bevat,

 

gelet op

  • -

    artikel 10:1 en 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

besluit:

 

te wijzigen het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam.

 

Hoofdstuk 1. Wijzigingen in Bijlage 4 Bevoegdheden die rechtstreeks worden gemandateerd aan bepaalde functionarissen door college en burgemeester’, onderdeel II. Cluster Ruimte en Economie, onder 2. RVE-manager Ruimte en duurzaamheid, onder 3. RVE-manager Grond en Ontwikkeling en onder 7. RVE-manager Ingenieursbureau

Artikel I

Onder 2. RVE-manager Ruimte en duurzaamheid, onder E. Wet milieubeheer, wordt onderdeel a gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • a.

    Het uitoefenen van bevoegdheden en het uitvoeren van taken op grond van bij of krachtens hoofdstuk 5, 7, 8, 10, 17, 19 en 20 en titel 12.3 gestelde regels, voor zover deze bevoegdheden zien op de ruimtelijke ordening en het omgevingsrecht.

Artikel II

Onder 3. RVE-manager Grond en Ontwikkeling wordt onderdeel H toegevoegd en komt als volgt te luiden:

H. Wet milieubeheer

Gemandateerd aan de directeur Grond en Ontwikkeling worden de volgende

bevoegdheden op grond van de Wet milieubeheer:

Het verstrekken van begeleidingsbrieven aan een vervoerder en ontvanger van afvalstoffen op grond artikel 10.39.

Artikel III

Onder 7. RVE-manager Ingenieursbureau wordt onderdeel B toegevoegd en komt als volgt te luiden:

B. Wet milieubeheer

Gemandateerd aan de directeur Ingenieursbureau worden de volgende

bevoegdheden op grond van de Wet milieubeheer:

Het verstrekken van begeleidingsbrieven aan een vervoerder en ontvanger van afvalstoffen op grond artikel 10.39.

 

Hoofdstuk 2. Wijzigingen in Bijlage 4 Bevoegdheden die rechtstreeks worden gemandateerd aan bepaalde functionarissen door college en burgemeester’, onderdeel II. Cluster Ruimte en Economie, onder 4. RVE-manager Verkeer en openbare ruimte

Artikel IV

Onderdeel B wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

B. Wegenverkeerswet 1994

Gemandateerd aan de directeur Verkeer en Openbare Ruimte worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wegenverkeerswet 1994:

  • a.

    Het nemen van verkeersbesluiten en het plaatsen van verkeersborden, voor zover het plusnet auto, plusnet ov tram, hoofdnet ov tram en basisnet ov tram betreft (artikel 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994).

  • b.

    Het nemen van verkeersbesluiten en het plaatsen van verkeersborden op alle wegen als sprake is van een grootstedelijk project of als sprake is van beheer, onderhoud vervanging en uitbreiding van assets en dit een stedelijke taak betreft of een stedelijk belang heeft (artikel 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994).

  • c.

    Het toepassen en plaatsen van verkeerstekens en onderborden alsmede het nemen van maatregelen op of aan de weg tot wijziging van de inrichting van de weg of tot het aanbrengen of verwijderen van voorzieningen ter regeling van het verkeer die niet krachtens een verkeersbesluit geschieden en wanneer er sprake is van een grootschalig project (artikel 17 Wegenverkeerswet 1994).

Artikel V

Onderdeel D wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

D. Wegenwet

Gemandateerd aan de directeur Verkeer en Openbare Ruimte worden de volgende bevoegdheden op grond van de Wegenwet:

  • a.

    Het onttrekken van wegen aan het openbaar verkeer (artikel 9 van de Wegenwet).

  • b.

    Het besluiten omtrent gevraagde medewerking aan het geven van de bestemming openbare weg aan een weg (artikel 5 van de Wegenwet).

  • c.

    Het ter inzage leggen van een afschrift van een uitspraak in beroep inzake het onttrekken van een weg aan het openbaar verkeer en doen van mededeling daarvan, voor zover het plusnet auto, plusnet ov tram, hoofdnet ov tram en basisnet ov tram betreft (artikel 12 van de Wegenwet).

  • d.

    Het uitvoeren van dagelijks beheer, onderhoud en gladheidsbestrijding op wegen en het uitvoeren van werkzaamheden, beide voor zover deze niet tot de taken van de bestuurscommissies behoren (artikel 15 van de Wegenwet).

  • e.

    Het ten laste van de gemeente brengen van het onderhoud van een weg en het opleggen van de verplichting tot afkoopbare jaarlijkse uitkeringen aan degene die van het (geven van) onderhoud wordt ontlast voor zover het plusnet auto, plusnet ov tram, hoofdnet ov tram en basisnet ov tram betreft (artikel 20 van de Wegenwet).

Artikel VI

Onderdeel E wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

E. Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (APV)

Gemandateerd aan de directeur Verkeer en Openbare Ruimte worden de volgende bevoegdheden op grond van de APV:

  • a.

    Het beslissen op vergunningaanvragen voor personenvervoer, het intrekken hiervan en het toepassen van bestuursdwang en het opleggen van een last onder dwangsom (artikel 2.51 APV en artikel 5:31 en 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht, conform het Uitvoeringsbeleid Alternatief Personenvervoer).

  • b.

    Het aanwijzen van wegen conform het Uitvoeringsbeleid Alternatief Personenvervoer (artikel 2.51, vierde lid APV).

Artikel VII

Onderdeel F wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

F. Verordening werken in de openbare ruimte (WIOR)

Gemandateerd aan de directeur Verkeer en Openbare Ruimte worden de volgende bevoegdheden op grond van de Verordening werken in de openbare ruimte (WIOR):

  • a.

    Het beslissen op vergunningaanvragen voor het uitvoeren van werkzaamheden in de openbare ruimte (inclusief aanhouden, intrekken en overschrijven) voor zover de openbare ruimte betrekking heeft op plusnet auto, plusnet ov tram, hoofdnet ov tram en basisnet ov tram (artikel 8, eerste lid, 9, 14, 19 en 21 van de WIOR).

Artikel VIII

Onderdeel G wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

G. Telecommunicatiewet

Gemandateerd aan de directeur Verkeer en Openbare Ruimte worden de volgende bevoegdheden op grond van de Telecommunicatiewet:

  • a.

    Het beslissen op aanvragen om een instemmingsbesluit voor het uitvoeren van werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding of opruiming van kabels, voor zover de openbare ruimte betrekking heeft op plusnet auto, plusnet ov tram, hoofdnet ov tram en basisnet ov tram (artikel 5.4, eerste lid aanhef en onder b van de Telecommunicatiewet).

Artikel IX

Onderdeel J wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

J. Nota stedelijke infrastructuur en Beleidskader stadsregisseur stedelijke bereikbaarheid bij werk in uitvoering

Gemandateerd aan de directeur Verkeer en Openbare Ruimte worden de volgende bevoegdheden op grond van de Nota stedelijke infrastructuur en het Beleidskader stadsregisseur stedelijke bereikbaarheid bij werk in uitvoering:

  • a.

    Het bepalen van tijdvakken voor het uitvoeren van werkzaamheden op de in het beleidskader aangewezen verkeersnetten (plusnet auto, plusnet ov tram, hoofdnet ov tram, basisnet ov tram en plusnet fiets), welke tijdvakken bij de vergunningverlening ten behoeve van de werkzaamheden in acht worden genomen.

  • b.

    Het koppelen van werkzaamheden op de in het beleidskader aangewezen verkeersnetten, waardoor deze werkzaamheden niet tegelijkertijd mogen worden uitgevoerd.

Hoofdstuk 3. Wijzigingen in Bijlage 4 Bevoegdheden die rechtstreeks worden gemandateerd aan bepaalde functionarissen door college en burgemeester’, onderdeel IV. Cluster Dienstverlening en Informatie

Artikel X

Onder 2. RVE-manager Belastingen wordt onderdeel E toegevoegd en komt als volgt te luiden:

E. Wet waardering onroerende zaken

Gemandateerd aan de directeur Belastingen worden de bevoegdheden van het college bij of krachtens de Wet waardering onroerende zaken, hoofdstuk VI en hoofdstuk VII.

Artikel XI

Onder 6. RVE-manager Basisinformatie vervalt onderdeel R en wordt onderdeel S verletterd als R.

 

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel XII

  • a.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • b.

    De artikelen XIII en XIV werken terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel XIII

Dit besluit wordt aangehaald als Dertiende wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam.

21 mei 2019

Burgemeester en wethouders voornoemd,

Femke Halsema

burgemeester

Peter Teesink

gemeentesecretaris

Toelichting

 

Hoofdstuk 1. Wijzigingen in Bijlage 4 Bevoegdheden die rechtstreeks worden gemandateerd aan bepaalde functionarissen door college en burgemeester’, onderdeel II. Cluster Ruimte en Economie, onder 2. RVE-manager Ruimte en duurzaamheid, onder 3. RVE-manager Grond en Ontwikkeling en onder 7. RVE-manager Ingenieursbureau

In dit hoofdstuk zijn zowel inhoudelijke als redactionele wijzigingen aangebracht. In artikel I wordt een kennelijke verschrijving hersteld. De mandatering van de bevoegdheden op grond van artikel 10.39 van de Wet milieubeheer aan de directeur Grond en Ontwikkeling (opgenomen in artikel II) en de directeur Ingenieursbureau (opgenomen in artikel III) is van belang vanwege het kunnen ondermandateren van de bevoegdheid aan medewerkers van de genoemde directies. De in artikel 10.39 van de Wet milieubeheer opgenomen collegebevoegdheden betreffen namelijk het verstrekken van zogeheten ‘begeleidingsbrieven’. Dit zijn documenten waarin is omschreven wat voor soort afvalstoffen vervoerd worden bij een transport, meestal vanaf een bouwplaats. Vanwege efficiëntie worden de begeleidingsbrieven op locatie getekend en verstrekt.

 

Hoofdstuk 2. Wijzigingen in ‘Bijlage 4 Bevoegdheden die rechtstreeks worden gemandateerd aan bepaalde functionarissen door college en burgemeester’, onderdeel II. Cluster Ruimte en Economie, onder 4. RVE-manager Verkeer en openbare ruimte’:

In dit hoofdstuk zijn zowel inhoudelijke als redactionele wijzigingen aangebracht. In meerdere bepalingen is het zinsdeel ‘de hoofdnetten auto en rail’ vervangen voor ‘het plusnet auto, plusnet tram, hoofdnet ov tram en basisnet ov tram’, omdat de bestaande terminologie in het op 24 januari 2018 door de raad vastgestelde Beleidskader Verkeersnetten is vervangen door plusnet auto, plusnet tram, hoofdnet ov tram en basisnet ov tram.

 

Door het schrappen van het zinsdeel in onderdeel D. Wegenwet, onder a, wordt de bevoegdheid voor de directeur Verkeer en Openbare Ruimte verruimd tot het onttrekken van alle wegen aan het openbaar verkeer (zie artikel V). Deze verruiming is noodzakelijk om het college te ontlasten, aangezien de raad bij besluit van 6 juni 2018 aan het college de bevoegdheid heeft gemandateerd tot het onttrekken van wegen aan het openbaar verkeer, waarbij geen beperking is gemaakt tot enkel hoofdnetten auto en rail of grootschalige projecten (Gemeenteblad 2018, 130633).

 

Hoofdstuk 3. Wijzigingen in Bijlage 4 Bevoegdheden die rechtstreeks worden gemandateerd aan bepaalde functionarissen door college en burgemeester’, onderdeel IV. Cluster Dienstverlening en Informatie

In dit hoofdstuk gaan het mandaat ten aanzien van de bevoegdheden van het college bij of krachtens de Wet waardering onroerende zaken, hoofdstuk VI (Gegevensbeheer) en hoofdstuk VII (Gegevensverstrekking) over van de directeur Basisinformatie (artikel XI) naar de directeur Belastingen (artikel X), omdat deze bevoegdheden samenhang hebben met de belastingheffing. Door de verlegging van het mandaat vindt eenduidigheid van de aansturing plaats en worden de risico’s binnen de keten van belastingheffing beperkt.

 

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Aan de wijzigingen in artikelen IX en X wordt terugwerkende kracht toegekend (artikel XII, onder b), omdat de formatie, inclusief de taakstelling, en bezetting met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 worden verplaatst van Basisinformatie naar Belastingen op grond van een besluit van het Gemeentelijk Management Team (GMT) van 20 maart 2019.

Naar boven