Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot houdende regels omtrent jeudhulp Beleidsregels Jeugdhulp Oirschot 2019

Het college stemt in met de aangepaste beleidsregels jeugdhulp waarna deze ingaan per 1 januari 2019. Het gaat om aanvullend beleid op de verordening jeugdhulp. Denk aan bijvoorbeeld de tarieven van pgb’s jeugdhulp en voorwaarden die verbonden zijn aan de verstrekking van een pgb.

De beleidsregels jeugd 2015 (het huidige beleid) trekt het college in.

 

Inhoud:

A. Algemene bepalingen

B. Nadere regels Persoonsgebonden Budget (pgb) Jeugdhulp

C. Nadere regels inspraak en medezeggenschap Jeugdhulp

D. Slotbepalingen

 

A. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepaling

  • -

    aanbieder: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die jegens het college gehouden is een algemene of individuele voorziening te leveren;

  • -

    algemene voorziening: jeugdhulpvoorziening op grond van de wet die rechtstreeks toegankelijk is zonder voorafgaand diepgaand onderzoek naar de behoeften en persoonskenmerken van de jeugdige of zijn ou-ders;

  • -

    andere voorziening: voorziening op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen, niet vallend onder de wet;

  • -

    cliëntondersteuning: onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;

  • -

    gebruikelijke hulp: hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten, of in het kader van jeugdhulp sprake is van gebruikelijke hulp wordt beoordeeld aan de hand van een richtlijn die wordt opgenomen in de bijlage van de nadere door het college te stellen regels;

  • -

    hulpvraag: behoefte van een jeugdige of zijn ouders aan jeugdhulp in verband met opgroei- en opvoe-dingsproblemen, psychische problemen en stoornissen, als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de wet;

  • -

    individuele voorziening: op de jeugdige of zijn ouders toegesneden voorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid; die via een beschikking toegankelijk is en door het college in natura of via een pgb wordt ver-strekt;

  • -

    ondersteuningsplan: het hulpverleningsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet. Dit hulpverleningsplan wordt opgesteld door WIJzer in samenspraak met de jeugdige of zijn ouders en indien noodzakelijk samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren. In het ondersteuningsplan staan alle vormen van ondersteuning en hulp opgenomen die ten behoeve van de jeug-dige of zijn ouders worden ingezet. Het ondersteuningsplan maakt integraal onderdeel uit van de verlenings-beschikking voor een individuele voorziening;

  • -

    pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college ver-strekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voor-ziening behoort van derden te betrekken;

  • -

    sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring of andere personen met wie de jeugdige of ouders een sociale relatie onderhoudt;

  • -

    Veilig Thuis: een onafhankelijke organisatie voor advies en ondersteuning op het gebied van kindermis-handeling en huiselijk geweld;

  • -

    wet: Jeugdwet;

  • -

    WIJzer: team van professionals werkzaam onder regie van de gemeente Oirschot dat kortdurende zorg en ondersteuning levert aan inwoners van de gemeente Oirschot op het gebied van zorg en welzijn en geman-dateerd om individuele voorzieningen in te zetten;

  • -

    Zorg in Natura: door de gemeente gecontracteerd zorgaanbod op het gebied van jeugdhulp.

Artikel 2. Mandaat

Binnen de Jeugdwet, de Verordening Jeugdhulp Oirschot 2019 en deze Beleidsregels worden veel be-voegdheden gelegd bij het college. Het college van B&W heeft het beoordelen en toekennen van individuele jeugdhulpvoorzieningen gemandateerd aan WIJzer.

B. NADERE REGELS PERSOONSGEBONDEN BUDGET (PGB)

 

Toelichting

Een persoonsgebonden budget (hierna te noemen: pgb) kan bijdragen aan jeugdhulp op maat en het stimu-leren van innovatie. De geboden individuele voorzieningen kunnen soms niet passen bij de behoeften en wensen van de inwoner die aangewezen is op een individuele voorziening. Het instrument pgb is bovendien een instrument waarbij de jeugdige of zijn ouders zelf de regie kunnen voeren over de ondersteuning. Het idee van het pgb sluit aan bij het regie houden over het eigen leven. De gemeente Oirschot streeft naar het organiseren van jeugdhulp op maat en medewerkers van WIJzer om vraaggericht te werken en aan te sluiten bij de wensen van de jeugdige of zijn ouders. Ook bij het ontwikkelen van jeugdhulpproducten door de in-kooporganisatie is hier aandacht voor (Zorg In Natura): de variëteit in de in te zetten jeugdhulpproducten maken maatwerk mogelijk. Toch kan in bepaalde situaties Zorg in Natura niet passend zijn. De jeugdige en/ of zijn ouders kan dan onder bepaalde voorwaarden een pgb inzetten voor individuele voorzieningen, om de regie te voeren en passende ondersteuning te organiseren.

 

In de Verordening Jeugdhulp Oirschot 2017 is de toegang tot het verkrijgen van een pgb voor jeugdhulp beschreven. Daarnaast zijn regels opgenomen over onder andere de hoogte en opbouw van het pgb. Daar-bij is aangegeven dat het college onderscheid maakt tussen tarieven tussen de hoogte van de tarieven voor pgb’s die worden betrokken vanuit het sociaal netwerk (“informele hulp”) en pgb’s die worden besteed aan jeugdhulp die wordt ingezet door professionals (“formele hulp”). Ook is vermeld dat het college nadere be-leidsregels opstelt waarin de tarifering voor pgb’s is opgenomen, evenals de aan het pgb verbonden ver-plichtingen en voorwaarden. Hieronder volgen de nadere beleidsregels pgb zoals vastgesteld door het col-lege van B&W van Oirschot op 18 december 2018. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen tarifering en voorwaarden verbonden aan pgb’s die ingezet worden voor informele hulp en pgb’s die ingezet worden voor formele hulp.

Artikel 3. Hoogte pgb voor formele hulp (hulp geleverd door professionals)

  • a.

    Voor formele hulp worden de pgb-tarieven gebaseerd op basis van de geldende pgb-WLZ tarieven zoals gepubliceerd door Zorginstituut Nederland (klasse 1 tarief): persoonlijke verzorging, begeleiding indivi-dueel, begeleiding groep zonder vervoer, begeleiding groep met vervoer en kortdurend verblijf.

  • b.

    Het pgb-tarief voor behandeling voor formele hulp wordt gebaseerd op de de pgb-tarieven van de ge-meente Amsterdam zoals gepubliceerd in de pgb tarievenlijst jeugd gemeente Amsterdam, tarieven voor ambulante jeugdzorg HBO – WO.

  • c.

    De gemeente Oirschot past per 1 januari 2019 een indexering toe op de tarieven zoals bedoeld bij sub a en sub b. Deze indexering is dezelfde indexering als die van Zorginstituut Nederland.

  • d.

    Met ingang van 1 januari 2019 past de gemeente Oirschot voor formele hulp de volgende pgb-tarieven toe. Onderstaande bedragen zijn daarmee bedragen exclusief indexering.

    Individuele voorziening verstrekt in vorm van een pgb voor formele hulp

    Uurtarief

    Persoonlijke verzorging

    € 28,57

    Begeleiding individueel

    € 37,91

    Begeleiding groep zonder vervoer

    € 11,72

    Begeleiding groep met vervoer

    € 13,13

    Kortdurend verblijf

    € 4,43 (€ 106,41 per etmaal)

    Behandeling

    • 1.

      Specialistische begeleiding gericht op jeugdige en/of gezin waarbij het zwaartepunt ligt op het aanleren van vaardigheden en/of gedrag.

    • 2.

      ((Kortdurende) GGZ-behandeling waarbij de bron/oorzaak aangepakt wordt om problemen op te lossen of hanteerbaar te maken. Hiervoor is betrokkenheid van een behandelverantwoordelijke (gedragsdeskundige en/of medisch specialist) noodzakelijk.

     

    • a.

      € 65,00

    • b.

      € 93,74

       

 

Artikel 4. Beperkingsgronden pgb informele hulp (hulp geleverd door sociaal netwerk)

  • 1.

    Het pgb kan worden ingezet om niet-professionele zorgverleners mee te betalen. Dit kan bijvoorbeeld iemand zijn uit het sociale netwerk van de aanvrager. Verstrekking van een pgb aan het sociaal netwerk moet beperkt blijven tot die gevallen waarin dit leidt tot betere en effectievere ondersteuning en doelma-tiger is dan de inzet van een voorziening zorg in natura of een voorziening middels pgb door een pro-fessional. Dit ter beoordeling door het college. Het college moet in een dergelijke situatie een afwijzing op een aanvraag voor een pgb voor het sociaal netwerk zorgvuldig motiveren in een besluit.

  • 2.

    Een ouder mag gelijktijdig zorgverlener en gemachtigd zijn als pgb houder voor diens kind.

Artikel 5. Vereisten pgb informele hulp (hulp geleverd door sociaal netwerk)

  • 1.

    Het college beoordeelt tijdens het gesprek en/of bij het opstellen van het ondersteuningsplan of de ondersteuningsvraag getypeerd kan worden als gebruikelijke hulp. Hierbij gaat het om gezinsleden bin-nen hetzelfde huishouden als de aanvrager. Het college kijkt bij de beoordeling van gebruikelijke hulp naar de volgende elementen:

    • a.

      het type hulp dat wordt geleverd

    • b.

      de frequentie van de hulp

    • c.

      of er sprake is van een tijdelijke hulpvraag of van hulp over een langere periode

    • d.

      de mate van verplichting (kan degene die de hulp levert een keer overslaan als hij/zij ziek is of op vakantie wil, of is dit niet mogelijk).

  • 2.

    Het college gebruikt bij de beoordeling of sprake is van gebruikelijke hulp de richtlijn “gebruikelijke zorg jeugdigen” zoals opgenomen in bijlage 1. Hierbij geldt dat het college in elke individuele situatie telkens weer een zorgvuldige afweging maakt, waarbij rekening wordt gehouden met de specifieke omstandig-heden van de jeugdige en/of zijn ouders.

  • 3.

    Voor de inzet van mensen uit het sociale netwerk voor ondersteuning zijn de volgende kwaliteitseisen van toepassing.

    • 1.

      De persoon verleent verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de aanvrager. Hierbij toetst het college aan de doelstellingen zoals opgenomen in het ondersteuningsplan;

    • 2.

      De persoon is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van personen die in hun opdracht beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met jeugdigen of ouders aan wie de jeugdhulpaanbieder jeugdhulp verleent. Een verklaring is niet eerder afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene is gaan werken voor de aanvrager;

    • 3.

      De kwaliteit van de voorziening moet passend en toereikend zijn om de gestelde doelen in het ondersteuningsplan te kunnen realiseren. De geleverde voorziening wordt afgestemd met de persoonlijke situatie van de aanvrager en eventuele andere vormen van hulp/zorg in het gezin;

    • 4.

      De persoon stelt een onafhankelijk vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taak uit te oefenen wanneer dit van toepassing is.

Artikel 6. Hoogte pgb voor informele hulp (hulp geleverd door sociaal netwerk)

Het college hanteert vanaf 1 januari 2019 de volgende pgb tarieven voor informele hulp (jeugdhulp geleverd door het sociaal netwerk).

Individuele voorziening verstrekt in vorm van een pgb voor informele hulp* exclusief indexering

Tarief

Persoonlijke verzorging

Begeleiding individueel

Begeleiding groep zonder vervoer

Begeleiding groep met vervoer

€ 20 per uur

Kortdurend verblijf

Op basis van daadwerkelijke geleverde uren begeleiding/ zorg/ ondersteuning

€ 11,19 per uur

€ 44,76 per dagdeel

€ 258,56 per etmaal

 

Artikel 7. Evaluatie

  • 1.

    Het college voert periodiek steekproeven uit bij een aantal lopende pgb’s om de rechtmatigheid te toetsen.

  • 2.

    Het college gaat in gesprek met de jeugdige en/ of ouder over de behaalde resultaten met het pgb zoals opgesteld in het ondersteuningsplan. In het ondersteuningsplan wordt opgenomen binnen welke termijn(en) de evaluatie plaatsvindt.

  • 3.

    Tevens wordt een evaluatie gedaan op de daaraan verbonden voorwaarden. Tijdens de evaluatie wordt bekeken of een heroverweging noodzakelijk is door te kijken naar passendheid (sluit de pgb ondersteuning aan op de behoefte) en rechtmatigheid (tegengaan van fraude en oneigenlijk gebruik). Waar noodzakelijk worden het ondersteuningsplan bijgesteld aan de nieuwe situatie en/of opnieuw vastgesteld welke specialis-tische hulp nodig is om de actuele ondersteuningsvraag te beantwoorden.

  • 4.

    In een steekproef kunnen daarnaast jaarlijks een aantal dossiers worden onderworpen aan een intensieve controle. De jeugdige en/ of ouder moet hieraan meewerken en alle gevraagde stukken indienen bij de gemeente Oirschot.

Artikel 8. Beëindiging PGB

  • 1.

    De toekenning van een pgb eindigt wanneer:

    • -

      De jeugdige en/ of ouder(s) verhuist naar een andere gemeente, waarbij wordt gestreefd naar een warme overdracht;

    • -

      De aanvrager overlijdt;

    • -

      Als de einddatum van de beschikking is verstreken;

    • -

      Als de aanvrager aangeeft dat de situatie van de jeugdige en/ of ouder(s) is veranderd en (de ge-meente) vaststelt dat de voorziening niet meer voldoet;

    • -

      De aanvrager geen verantwoording aflegt over de besteding van het pgb budget en/ of de inhoude-lijke voortgang;

    • -

      De aanvrager zijn pgb laat omzetten in Zorg in Natura.

C. NADERE REGELS INSPRAAK EN MEDEZEGGENSCHAP

Artikel 9. Inspraak en medezeggenschap

Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen. Om hier uitvoering aan te geven wendt het college zich tot de Ad-viesraad Zorg en Samenleving. Het college bespreekt met de Adviesraad Zorg en Samenleving de weder-zijdse verwachtingen omtrent dit onderwerp waarbij gedacht wordt aan een werkgroep.

D. SLOTBEPALINGEN

Artikel 10. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders/wettelijk vertegenwoordiger(s) afwijken van deze nadere regels indien toepassing van deze regels gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de nadere regels te dienen doelen. Bij bijzondere omstandigheden gaat het om omstandigheden die niet al in de nadere regels zijn verdisconteerd en waarin de strikte navolging van de nadere regels zou leiden tot een niet beoogde uitkomst.

Artikel 11. Intrekking oude beleidsregels en overgangsrecht

  • 1.

    Het document beleidsregels Jeugdhulp 2015 Verordening Jeugdhulp Oirschot 2015 wordt ingetrok-ken.

  • 2.

    De voorwaarden vanuit de Beleidsregels Jeugdhulp 2015 blijven gelden, totdat het college een nieuw besluit heeft genomen.

  • 3.

    Aanvragen die zijn ingediend onder de Beleidsregels Jeugdhulp 2015 en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze beleidsregels, worden afgehandeld krachtens de Beleidsregels Jeugdhulp 2015.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking daags na bekendmaking Verordening Jeugdhulp 2019.

Artikel 13. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als “Beleidsregels Jeugdhulp Oirschot 2019”.

Bijlage 1. Richtlijnen gebruikelijke zorg jeugdigen

Richtlijnen ten aanzien van gebruikelijke zorg van ouders voor kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel in verschillende levensfasen van het kind.

 

Kinderen van 0 tot 3 jaar

  • Hebben bij alle activiteiten zorg van een ouder nodig;

  • Ouderlijk toezicht is zeer nabij nodig;

  • Zijn in toenemende mate zelfstandig in bewegen en verplaatsen;

  • Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

  • Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 3 tot 5 jaar

  • Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan binnenshuis korte tijd op gehoorafstand

    (bijvoorbeeld de ouder kan de was ophangen in een andere kamer);

  • Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

  • Kunnen zelf zitten, en op gelijkvloerse plaatsen zelf staan en lopen;

  • Ontvangen zindelijkheidstraining van ouders/verzorgers;

  • Hebben gedeeltelijk hulp en volledig stimulans en toezicht nodig bij aan- en uitkleden, eten en wassen, in- en uit bed komen, dag- en nachtritme en dagindeling bepalen;

  • Hebben begeleiding nodig bij hun spel en vrijetijdsbesteding;

  • Zijn niet in staat zich zonder begeleiding in het verkeer te begeven;

  • Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden. 

Kinderen van 5 tot 12 jaar

  • Kinderen vanaf 5 jaar hebben een reguliere dagbesteding op school, oplopend van 22 tot 25 uur per week;

  • Kunnen niet zonder toezicht van volwassenen. Dit toezicht kan op enige afstand (bijvoorbeeld het kind kan buitenspelen in de directe omgeving van de woning als de ouder thuis is);

  • Hebben toezicht nodig en nog maar weinig hulp bij hun persoonlijke verzorging;

  • Hebben begeleiding en stimulans nodig bij hun psychomotorische ontwikkeling;

  • Zijn overdag zindelijk, en ‘s nachts merendeels ook; ontvangen zo nodig zindelijkheidstraining van de ouders/verzorgers;

  • Hebben begeleiding van een volwassene nodig in het verkeer wanneer zij van en naar school, activiteiten ter vervanging van school of vrijetijdsbesteding gaan;

  • Hebben een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

Kinderen van 12 tot 18 jaar

  • Hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen;

  • Kunnen vanaf 12 jaar enkele uren alleen gelaten worden;

  • Kunnen vanaf 16 jaar dag en nacht alleen gelaten worden;

  • Kunnen vanaf 18 jaar zelfstandig wonen;

  • Hebben bij hun persoonlijke verzorging geen hulp en maar weinig toezicht nodig;

  • Hebben tot 18 jaar een reguliere dagbesteding op school/opleiding;

  • Hebben begeleiding en stimulans nodig bij ontplooiing en ontwikkeling (bijvoorbeeld huiswerk of het zelfstandig gaan wonen);

  • Hebben in ieder geval tot 17 jaar een beschermende woonomgeving nodig waarin de fysieke en sociale veiligheid is gewaarborgd en een passend pedagogisch klimaat wordt geboden.

 

 

Naar boven