Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Hellendoorn 2009

 

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gelet op het bepaalde in artikel 149 Gemeentewet;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2018;

 

b e s l u i t:

I. vast te stellen de:

Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Hellendoorn 2009 (negende wijziging)

Artikel 1

Artikel 1:1 Begripsbepalingen wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De naamgeving van dit artikel komt te luiden: “Definities”.

  • 2.

    Het artikel komt als volgt te luiden:

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994;

    • b.

      bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • c.

      bromfiets: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994;

    • d.

      bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de bouwverordening;

    • e.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • f.

      gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet;

    • g.

      handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen;

    • h.

      motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

    • i.

      openbaar water: water dat voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk is;

    • j.

      openbare plaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties;

    • k.

      parkeren: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

    • l.

      rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht;

    • m.

      voertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met uitzondering van kleine wagens zoals kruiwagens, kinderwagens en rolstoelen;

    • n.

      weg: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994.

Artikel 2

Artikel 1:2 Beslistermijn komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen vier weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste vier weken verlengen.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid kan het bestuursorgaan de termijn voor ten hoogste acht weken verlengen indien beslist wordt op een aanvraag om een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 2:25, artikel 2:39, artikel 5:18 en artikel 5:36.

  • 4.

    In afwijking van het eerste, tweede en derde lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:10A, derde lid en artikel 2:11.

Artikel 3

Artikel 1:3 Indiening aanvraag vervalt.

Artikel 4

Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing onder d komt als volgt te luiden:

  • d.

    indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

Artikel 5

Artikel 1:7 Termijnen wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De oorspronkelijke tekst wordt vernummerd tot eerste lid.

  • 2.

    Er wordt een nieuw tweede lid toegevoegd:

    • 2.

      De aard van de vergunning of ontheffing verzet zich in ieder geval tegen gelding voor onbepaalde tijd indien het aantal vergunningen of ontheffingen is beperkt en het aantal mogelijke aanvragers het aantal beschikbare vergunningen of ontheffingen overtreft.

Artikel 6

Artikel 1:8 Weigeringsgronden wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De oorspronkelijke tekst wordt vernummerd tot eerste lid.

  • 2.

    Er wordt een nieuw tweede lid toegevoegd:

    • 2.

      Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan vier weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

Artikel 7

Artikel 2:10B Afbakeningsbepalingen en uitzonderingen wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het eerste lid onder c en tweede lid onder a wordt toegevoegd “zijnde evenementen”.

  • 2.

    Er wordt een nieuw derde lid toegevoegd:

    • 3.

      De melding moet ten minste vier weken voor het plaatsen van de objecten worden gedaan.

  • 3.

    Aan het oorspronkelijke derde lid wordt een nieuw sublid b toegevoegd:

    • b.

      voor terassen als bedoeld in artikel 2:28A.

  • 4.

    Het oorspronkelijke derde, vierde, vijfde en zesde lid worden vernummerd tot vierde, vijfde, zesde en zevende lid.

  • 5.

    Het oorspronkelijke derde lid onder b, c en d wordt vernummerd tot vierde lid onder c, d en e.

Artikel 8

Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.

  • 2.

    Het tweede lid onder b vervalt.

  • 3.

    Het tweede lid onder a wordt vernummerd tot het tweede lid.

Artikel 9

Artikel 2:24 Begripsbepaling wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De naamgeving van dit artikel komt te luiden: “Definities”.

  • 2.

    Het eerste lid onder a komt te luiden:

    • a.

      bioscoop- en theatervoorstellingen;

  • 3.

    Aan het tweede lid wordt een nieuw sublid e toegevoegd:

    • e.

      een straatfeest of buurtbarbecue.

Artikel 10

Artikel 2:25 Evenement wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de aanhef van het tweede lid wordt de tekst “voorschriften” vervangen door “voorwaarden”.

  • 2.

    Het oorspronkelijke tweede lid onder c en e vervallen.

  • 3.

    Het oorspronkelijke tweede lid onder d en f tot en met q worden vernummerd tot tweede lid onder c tot en met o.

  • 4.

    Het tweede lid onder a komt te luiden:

    • a.

      het aantal aanwezigen bedraagt niet meer dan 250 personen tegelijkertijd (met dien verstande dat voor (rommel)markten, braderieën, daarmee vergelijkbare activiteiten en activiteiten als bedoeld onder h. een maximum van 500 personen tegelijkertijd geldt);

  • 5.

    Het oorspronkelijke vierde en vijfde lid vervallen.

  • 6.

    Er worden een nieuw vierde, vijfde en zesde lid toegevoegd, die luiden:

    • 4.

      De melding moet ten minste vier weken voor de beoogde datum van het evenement worden gedaan.

    • 5.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 1:2, eerste lid beslist de burgemeester binnen:

      • a.

        acht weken na ontvangst van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien het een A-evenement betreft;

      • b.

        binnen twaalf weken na ontvangst van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid, indien het een B-evenement of een C-evenement betreft.

    • 6.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8, tweede lid geldt dat de burgemeester kan besluiten de vergunning te weigeren omdat behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is, indien een aanvraag voor een:

      • a.

        A-evenement wordt ingediend minder dan acht weken voor de beoogde datum van het evenement;

      • b.

        B-evenement of C-evenement wordt ingediend minder dan twaalf weken voor de beoogde datum van het evenement.

  • 7.

    Het oorspronkelijke zesde en zevende lid worden vernummerd tot zevende en achtste lid.

Artikel 11

Artikel 2:27 Begripsbepalingen komt als volgt te luiden:

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder openbare inrichting verstaan een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.

  • 2.

    Een buiten de in het eerste lid bedoelde besloten ruimte liggend deel waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie ter plaatse kunnen worden bereid of verstrekt, waaronder in ieder geval een terras, maakt voor de toepassing van deze afdeling deel uit van die besloten ruimte.

Artikel 12

Artikel 2:29 Sluitingstijd wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Er wordt een nieuw vijfde lid toegevoegd, dat luidt:

    • 5.

      Voor een openbare inrichting die zich bevindt in een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet, voor zover de activiteiten van de openbare inrichting een ondergeschikte nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit, gelden dezelfde sluitingstijden als voor de winkel.

  • 2.

    Het oorspronkelijke vijfde en zesde lid worden vernummerd tot het zesde en zevende lid.

Artikel 13

Er wordt een nieuw artikel 2:34 Sluiting van voor het publiek openstaande gebouwen toegevoegd:

  • 1.

    De burgemeester kan ter bescherming van de openbare orde, de veiligheid of gezondheid, de tijdelijke sluiting bevelen van een voor publiek openstaand gebouw en bijbehorende erven als daar:

    • a.

      is gehandeld in strijd met artikel 1 van de Wet op de kansspelen;

    • b.

      door misdrijf verkregen zaken voorhanden, bewaard of verborgen zijn dan wel zijn verworven of overgedragen;

    • c.

      wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie aanwezig zijn waarvoor geen ontheffing, vergunning of verlof is verleend; of

    • d.

      zich andere feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van het gebouw ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of gezondheid.

  • 2.

    Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het onderwerp van de regeling van het eerste lid elders wordt voorzien in deze verordening of in artikel 13b van de Opiumwet.

Artikel 14

In artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister worden de woorden “adres,” en “geboortedatum, geboorteplaats, betrekking,” verwijderd.

Artikel 15

Er wordt een nieuw artikel 2:38A Definities toegevoegd:

  • 1.

    In deze afdeling wordt onder speelgelegenheid verstaan een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.

  • 2.

    In deze afdeling voorkomende begrippen die in de Wet op de kansspelen zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als in die wet.

Artikel 16

Artikel 2:39 Speelgelegenheden wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het oorspronkelijke eerste en tweede lid vervallen.

  • 2.

    Er worden een nieuw eerste en tweede lid toegevoegd:

    • 1.

      Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren.

    • 2.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet op de kansspelen.

  • 3.

    Er worden een nieuw vierde en vijfde lid toegevoegd:

    • 4.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 1:2, eerste lid beslist de burgemeester binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid.

    • 5.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8, tweede lid geldt dat, indien een aanvraag voor een vergunning voor het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid wordt ingediend minder dan acht weken voor de beoogde datum van de exploitatie en daardoor behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is, de burgemeester kan besluiten de vergunning te weigeren.

  • 4.

    Het oorspronkelijke vierde en vijfde lid worden vernummerd tot zesde en zevende lid.

Artikel 17

Artikel 2:40 Speelautomaten wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid vervalt.

  • 2.

    Het oorspronkelijke tweede en derde lid worden vernummerd tot eerste en tweede lid.

Artikel 18

Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De naamgeving van dit artikel komt te luiden: “Betreden gesloten woning, lokaal, openbare inrichting of voor publiek openstaand gebouw”.

  • 2.

    Er wordt een nieuw derde lid toegevoegd, dat luidt:

    • 3.

      Het is verboden zonder ontheffing van de burgemeester een krachtens artikel 2:30, eerste lid of artikel 2:34, eerste lid gesloten openbare inrichting respectievelijk voor publiek openstaand gebouw of een daarbij behorend erf te betreden.

  • 3.

    Het oorspronkelijke derde lid wordt vernummerd tot vierde lid.

  • 4.

    Het vierde lid komt te luiden:

    • 4.

      Deze verboden zijn niet van toepassing op personen wier aanwezigheid in de woning, het lokaal, de openbare inrichting of het voor publiek openstaande gebouw of de daarbij behorende erven wegens dringende reden noodzakelijk is.

Artikel 19

In artikel 2:42 Plakken en kladden, tweede lid onder b wordt het woord “krijt,” verwijderd.

Artikel 20

Aan artikel 2:48A wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt:

  • 3.

    Het is verboden op de weg, die deel uitmaakt van een door de burgemeester aangewezen gebied, dranken in door de burgemeester aangewezen verpakkingen, en/of drinkgerei van glas of geopende glazen verpakkingen, bestemd voor het bewaren van dranken, bij zich te hebben of met zich mee te voeren.

Artikel 21

Artikel 2:58 Verontreiniging door honden komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft is verplicht ervoor te zorgen dat de uitwerpselen van die hond onmiddellijk worden verwijderd.

  • 2.

    De eigenaar of houder van een hond is verplicht op eerste vordering van een ambtenaar, belast met de zorg voor de naleving van het in dit artikel bepaalde, aan te tonen dat hij bij het uitlaten van die hond een deugdelijk hulpmiddel bij zich heeft, dat gezien de vorm en constructie als zodanig geschikt is voor het verwijderen van uitwerpselen.

  • 3.

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden.

  • 4.

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

Artikel 22

Artikel 2:74A Openlijk drugsgebruik komt als volgt te luiden:

Het is verboden, op of aan de weg, op een voor publiek toegankelijke plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen en/of stoffen voorhanden te hebben.

Artikel 23

In artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen wordt het woord “vaste” verwijderd.

Artikel 24

Artikel 2:79 Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het oorspronkelijke tweede lid vervalt.

  • 2.

    De aanhef van het oorspronkelijke derde lid komt te luiden:

    De burgemeester kan een last onder bestuursdwang wegens overtreding van het eerste lid in ieder geval opleggen bij ernstige en herhaaldelijke:

  • 3.

    Het oorspronkelijke derde lid wordt vernummerd tot het tweede lid.

Artikel 25

Artikel 4:1 Begripsbepalingen wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De naamgeving van dit artikel komt te luiden: “Definities”.

  • 2.

    De tekst komt te luiden:

    • a.

      collectieve festiviteit: festiviteit die niet specifiek aan één of een klein aantal inrichtingen is verbonden;

    • b.

      houder van een inrichting: degene die als eigenaar, bedrijfsleider, beheerder of anderszins een inrichting drijft;

    • c.

      incidentele festiviteit: festiviteit of activiteit die gebonden is aan één of een klein aantal inrichtingen;

    • d.

      inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of B als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer;

    • e.

      onversterkte muziek: muziek die niet elektronisch is versterkt.

Artikel 26

Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De naamgeving van dit artikel komt te luiden: “Melding incidentele festiviteiten”.

  • 2.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het is een inrichting toegestaan op maximaal 12 dagen of dagdelen, zoals bedoeld in artikel 2.21 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, per kalenderjaar incidentele festiviteiten te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a en 2.20 van het Activiteitenbesluit milieubeheer niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit daarvan melding heeft gedaan aan het college.

  • 3.

    De aanhef van het tweede lid komt te luiden:

    • 2.

      De melding wordt geacht te zijn gedaan wanneer schriftelijk of digitaal aan het college de volgende gegevens zijn doorgegeven:

  • 4.

    In het derde lid wordt het woord “kennisgeving” vervangen door “melding”.

  • 5.

    In het vierde lid worden de artikelen “2.17a” en “2.19a” toegevoegd.

  • 6.

    In het zevende lid wordt het begrip “Besluit” vervangen door “Activiteitenbesluit milieubeheer”.

Artikel 27

Artikel 4:6 Overige geluidhinder wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt het zinsdeel “in de zin van de Wet milieubeheer of het Besluit” verwijderd.

  • 2.

    In het derde lid wordt aan de opsomming toegevoegd “, het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit”.

  • 3.

    In het derde lid wordt het zinsdeel “verordening voor de fysieke leefomgeving” vervangen door “Omgevingsverordening Overijssel”.

Artikel 28

Artikel 4:15 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De oorspronkelijke tekst wordt vernummerd tot eerste lid.

  • 2.

    Er wordt een nieuw tweede lid toegevoegd:

    • 2.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Artikel 29

Artikel 5:1 Begripsbepalingen vervalt.

Artikel 30

Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen, vierde lid komt te luiden:

De verboden in het eerste en tweede lid zijn voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden.

Artikel 31

Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De naamswijziging komt te luiden: Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurwerving.

  • 2.

    Het artikel komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden zonder vergunning van het college een openbare inzameling van geld of goederen te houden of daartoe een intekenlijst aan te bieden, dan wel in het openbaar leden of donateurs te werven als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.

    • 2.

      Onder een inzameling als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan het aanvaarden van geld of goederen bij het aanbieden van diensten of goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, als daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.

    • 3.

      Het verbod geldt niet voor een inzameling die in besloten kring gehouden wordt.

    • 4.

      In afwijking van het in het eerste lid bepaalde geldt voor plaatselijke verenigingen en stichtingen met een algemeen (gemeenschaps)belang een meldingsplicht.

    • 5.

      De melding wordt geacht te zijn gedaan wanneer minstens 2 weken voor de inzameling telefonisch, schriftelijk of digitaal aan het college de volgende gegevens zijn doorgegeven:

      • a.

        adresgegevens van de vereniging of stichting;

      • b.

        contactpersoon;

      • c.

        periode van de inzameling.

    • 6.

      Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

Artikel 32

Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het oorspronkelijke tweede lid vervalt.

  • 2.

    Er worden een nieuw tweede, derde, vierde en vijfde lid toegevoegd, luidende:

    • 2.

      Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

    • 3.

      Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd als:

      • a.

        de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand; of

      • b.

        een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang.

    • 4.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8, tweede lid geldt dat, indien een aanvraag voor een standplaatsvergunning wordt ingediend minder dan acht weken voor de beoogde datum van het innemen van de standplaats en daardoor behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is, het college kan besluiten de vergunning te weigeren.

    • 5.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 1:2, eerste lid beslist het college binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het oorspronkelijke derde lid wordt vernummerd tot zesde lid.

Artikel 33

Artikel 5:31a Begripsbepalingen vervalt.

Artikel 34

Artikel 5:36 Verboden plaatsen wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Er worden een nieuw vierde en vijfde lid toegevoegd:

    • 4.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8, tweede lid geldt dat, indien een aanvraag voor een ontheffing zoals bedoeld in het derde lid wordt ingediend minder dan acht weken voor de beoogde datum van de asverstrooiing en daardoor behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is, het college kan besluiten de ontheffing te weigeren.

    • 5.

      In afwijking van het bepaalde in artikel 1:2, eerste lid beslist het college binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in het derde lid.

  • 2.

    Het oorspronkelijke vierde lid wordt vernummerd tot zesde lid.

Artikel 35

Aan artikel 6:1 Strafbepaling wordt een derde lid toegevoegd:

  • 3.

    In geval van overtreding van de krachtens artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s gestelde regels kan het college een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste de geldboete, bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s.

 

II. te bepalen dat de Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Hellendoorn 2009 (negende wijziging) in werking treedt op de dag volgend op die van haar bekendmaking.

 

De raad voornoemd,

de griffier de voorzitter

Naar boven