Tweede wijziging Nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de concerndirecteur van het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling van 2 april 2019, registratienummer 19MO01748;

 

gelet op de artikelen 1.1 en 1.3 en paragraaf 3.4 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018;

besluit vast te stellen:

 

Tweede wijziging van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018

Artikel I

De Nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018 worden gewijzigd als volgt:

 

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Het eerste lid, onderdeel a, subonderdeel 3°, komt als volgt te luiden:

    • De organisatie en de medewerkers voldoen aan de kwaliteitseisen en beroepscodes die voor de betreffende ondersteuning worden gesteld aan gecontracteerde aanbieders en hun medewerkers;

  • 2.

    Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

    • 3.

      De organisatie en de hulpverlener mogen geen enkel ander voordeel aan de ondersteuningsrelatie ontlenen dan de betaling vanuit het pgb.

B

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    In afwijking van de vorige leden kan het college een informeel pgb ook verstrekken op basis van een verklaring, waaruit de budgethouder aan een persoon uit zijn sociaal netwerk conform het pgb-plan een tegemoetkoming kan betalen.

C

Artikel 6, tweede lid, komt te luiden:

  • 2.

    Het college betaalt het pgb voor informele dienstverlening overeenkomstig het informele tarief, bedoeld in artikel 3.4.3, negende en tiende lid, en artikel 3.4.4, tweede lid, van de verordening.

D

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In alle tabellen ‘Maximum pgb per week bij inzet van professionele ondersteuning (90% van ZIN-tarief) per trede’ wordt de regel “ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden’ als volgt gewijzigd:

    Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

    basis

    € 39,93

    € 50,44

    € 57,44

    € 66,19

    € 76,70

    complex

    € 47,10

    € 59,49

    € 67,75

    € 78,08

    € 90,47

  • 2.

    In alle tabellen ‘Maximum pgb per week bij inzet van informele hulp (% van ZIN-tarief) per trede’ wordt de regel “ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden’ als volgt gewijzigd:

    Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden

    (61% van ZIN)

    basis

    € 27,06

    € 34,18

    € 38,93

    € 44,86

    € 51,99

    complex

    € 31,92

    € 40,32

    € 45,92

    € 52,92

    € 61,32

E

Bijlage 2 komt te luiden:

Bijlage 2

Maatwerkvoorzieningen waarvoor maximale pgb-bedragen zijn vastgesteld:

 

Voorziening

Aanschaf inclusief BTW

Onderhoud en reparatie inclusief BTW (jaarlijks)

Handbewogen rolstoel incidenteel

€ 350,09

€ 61,35

Handbewogen rolstoel dagelijks gebruik

€ 1.773,56

€ 132,54

Handbewogen rolstoel actief gebruik

€ 2.625,33

€ 221,70

Handbewogen rolstoel passief gebruik (met kantelverstelling)

€ 3.407,42

€ 210,95

Elektrische rolstoel

€ 9.583,47

€ 1.233.31

Duw/rijondersteuning

€ 4.164,58

€ 430,13

Orthese

€ 3.637.47

€ 238,02

Tillift verrijdbaar actief of passief

€ 4.114,00

€ 338,98

Douche/bad/toiletvoorzieningen

€ 1.040,08

€ 100,85

Douche/bad/toiletvoorzieningen verrijdbaar

€ 936,93

€ 90,85

Elektrische en hoog-laag douche/bad/toiletvoorzieningen

€ 5.214,59

€ 967,75

Scootmobiel

€ 2.811,97

€ 569,69

Autozitje

€ 2.336,76

€ 162,26

Driewielfiets zonder trapondersteuning

€ 1.756,44

€ 128,09

Driewielfiets met trapondersteuning

€ 3.589,77

€ 398,71

Handbike

€ 2.918,05

€ 190,70

Handbike met elektrische ondersteuning

€ 4.727,73

€ 332,89

Rolstoel-/bakfiets

€ 3.964,35

€ 273,56

Rolstoel-/bakfiets, elektrisch ondersteund

€ 6.243,49

€ 524,02

Tweewielfiets ouder-kind tandem

€ 3.375,22

€ 245,09

Tweewielfiets ouder-kind tandem met trapondersteuning

€ 5.122,43

€ 526,03

3-wiel lig/sport fiets

€ 2.951,61

€ 248,31

2 persoons lig/sport fiets

€ 4.241,97

€ 258,68

2 persoons lig/sport fiets met trapondersteuning

€ 6.403,05

€ 633,06

Toiletbeugelset

€ 178,84

Nvt

Toiletbeugelset incl. verhoger

€ 209,12

Nvt

Toiletstoel

€ 193,55

Nvt

Draaischijf

€ 292,87

Nvt

Badplank

€ 66,15

Nvt

Pakpaal

€ 869,05

Nvt

Transferplank

€ 117,81

Nvt

Was föhn installatie

Categorie 1: € 911,13

Categorie 2: € 1.846,46

Categorie 3: € 6.278,69

Categorie 1: € 106

Categorie 2: € 140

Categorie 3: € 140

Traplift

Recht: € 1.600,83

1 bocht: € 3.141,16

2 bochten of anders: € 3.368,64

€ 73,91

Verwijderen dorpel badkamer

€ 129,47

Nvt

(opklapbare) opdruksteunen

Verschillende types (zie prijslijst Magis010)

Nvt

Douchezitje aan de wand

Verschillende types, met/zonder armleuningen, hulppoot etc. (zie prijslijst Magis010)

Nvt

Drempeloverbruggers

1 zijde: € 90,63

Dubbelzijdig: € 147,62

Nvt

Scootmobielstalling

Lutrabox, incl. plaatsing, excl. grondwerk:

Handmatig openen: € 1.909,68

Elektrisch te openen: € 2.557,03

Nvt

Verwijderen dorpel

€ 129,47

Nvt

Tussenmeter t.b.v. stroomvoorziening

€ 245,99

Nvt

Wandcontactdoos t.b.v. opladen elektrisch middel

€ 375,46

Nvt

Elektrische deuropener individueel/collectief

Verschillende opties (zie prijslijst Magis010)

€ 200

 

F

In bijlage 4 komt de tabel ‘Vervoer van en naar dagbesteding en dagbehandeling jeugdhulp’ als volgt te luiden:

Vervoer van en naar dagbesteding en dagbehandeling jeugdhulp

Trede

Intensiteit

Pgb per week (90 % ZIN)

1 (1-2 dagdelen)

Beperkt

€ 36,04

2 (3-4 dagdelen)

Beperkt/midden

€ 72,07

3 (5-6 dagdelen)

Midden

€ 108,11

4 (7-8 dagdelen)

Midden/intensief

€ 144,14

5 (9-10 dagdelen)

Intensief

€ 180,18

6 (9-10 dagdelen)

Zeer intensief

€ 180,18

Artikel II

A

De toelichting bij artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

  • 1.

    De laatste twee zinnen vervallen.

  • 2.

    Er wordt een alinea toegevoegd, luidende:

    In het derde lid is opgenomen, dat de organisatie, noch de hulpverlener een ander voordeel aan de ondersteuningsrelatie mogen ontlenen dan de betaling vanuit het pgb.

    Hiermee wordt bijvoorbeeld gedoeld op het opnemen van een hulpverlener of organisatie in een testament of het doen van schenkingen.

    Hoewel dit ook al volgt uit diverse gedragscodes die van toepassing zijn, wordt dit toch apart in dit lid opgenomen, omdat niet voor alle vormen van ondersteuning een dergelijke landelijke gedragscode bestaat.

B

In de toelichting bij artikel 6 wordt na ‘Deze voorwaarde wordt opgenomen in de zorgovereenkomst die de budgethouder afsluit met de zorgverlener’ een alinea ingevoegd, luidende:

In de artikelen 3.4.2 en 3.4.3, van de verordening is opgenomen dat voor sommige vormen van ondersteuning alleen een informeel pgb wordt verstrekt op basis van een door het college goedgekeurde verklaring als hiervan een tegemoetkoming wordt verstrekt aan iemand binnen zijn sociale netwerk. Er is in dat geval geen sprake van een overeenkomst, maar de ondersteuning vindt op onverplichte basis plaats.

De hoogte van het pgb wordt enerzijds beperkt door het maximumtarief dat in de bijlagen is opgenomen voor de betreffende ondersteuning, anderzijds door de maxima die in de Regeling Jeugdwet en de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 worden aangehouden. Het laagste bedrag is van toepassing.

De percentuele hoogte van het informeel pgb blijft daarnaast opgenomen voor de uitzonderingsgevallen op grond van artikel 2a, tweede lid. Op grond van dit artikel kan een informeel pgb aan de orde zijn bij een organisatie die niet voldoet aan een van de kwaliteitseisen voor een professionele aanbieder, mits daarvoor expliciet toestemming is gegeven door het college.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 mei 2019.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 mei 2019.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

B. Wijbenga-van Nieuwenhuizen, l.b.

Toelichting

Algemene toelichting

Met deze tweede wijziging van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam 2018 wordt een aantal zaken geregeld:

  • De aansluiting van de tekst van de nadere regels op de verordening met betrekking tot de wijzigingen van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 en de Regeling Jeugdwet in relatie tot de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag.

  • Nieuwe bedragen voor het resultaatgebied ‘Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden’ voor eenvoudige ondersteuning op grond van de indexering van de tarieven voor gecontracteerde ondersteuning;

  • Nieuwe bedragen voor hulpmiddelen op basis van de aanbesteding die hiervoor is afgerond en waardoor per 1 mei 2019 nieuwe tarieven gelden.

  • Een wijziging van de tabel voor vervoer van en naar de dagbesteding en dagbehandeling jeugdhulp.

  • Het versterken van de bepaling rondom de eisen aan een professionele aanbieder (artikel 2), met name waar het gaat om het voldoen aan de landelijke gedragscodes die voor de betreffende vorm van ondersteuning gelden én het aanvaarden van andere beloningen dan de betalingen vanuit het pgb. Te denken valt hierbij aan het opnemen in het testament of het doen van een schenking.

Op 1 mei 2019 is een wijziging van de verordening in werking getreden in relatie tot de tegemoetkoming. In de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 en de Regeling Jeugdwet is het mogelijk om iemand uit het sociale netwerk een tegemoetkoming te verstrekken als:

  • onverplichte dienstverlening en er derhalve geen overeenkomst is afgesloten; en

  • een goedgekeurde verklaring. De SVB stelt het model van de verklaring beschikbaar.

Deze mogelijkheid is slechts opgenomen voor de volgende vormen van informele ondersteuning:

  • mantelzorgondersteuning in het kader van de Jeugdwet;

  • (sociale) dagbesteding in het kader van de Wmo 2015;

  • mantelzorgondersteuning met verblijf in het kader van de Wmo 2015.

Voor deze vormen van ondersteuning is geen pgb mogelijk voor informele dienstverlening als deze wordt verleend op basis van een overeenkomst met iemand uit het sociale netwerk.

 

Het tarief van het pgb wordt daarbij beperkt tot de laagste van de twee mogelijkheden:

  • het percentuele pgb, zoals opgenomen in de bijlagen 1 en 4; of

  • de maximale hoogte van de vergoeding zoals deze is opgenomen in de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 en de Regeling Jeugdwet. Deze hoogte is gekoppeld aan de maximale hoogte van de vrijwilligersvergoeding.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onder A en artikel II, onder A

Artikel 2 is zowel in de tekst als de toelichting gewijzigd. Enerzijds is verduidelijkt dat de hulpverlener en organisatie ook moeten voldoen aan de landelijke codes die voor de betreffende vorm van ondersteuning gelden. Anderzijds is een nieuw derde lid opgenomen, waarin is geregeld dat verdere bevoordeling van organisatie/hulpverlener dan via de betalingen uit het pgb niet zijn toegestaan. Deze bepaling is opgenomen, omdat steeds vaker blijkt dat kwetsbare burgers geneigd zijn hun hulpverlener of de organisatie schenkingen te doen of te benoemen in het testament.

Artikel I, onder B

In artikel 3 is een nieuw tweede lid opgenomen, in verband met de wijziging van de verordening in relatie tot de tegemoetkoming. Zie ook de algemene toelichting.

Artikel I, onder C en Artikel II, onder B

In artikel 6, tweede lid, is de verwijzing naar de nieuwe bepalingen in de verordening aangepast en de bijbehorende toelichting verduidelijkt in verband met het informele pgb in relatie tot de tegemoetkoming. Zie ook de algemene toelichting.

 

De percentuele hoogte van het pgb kan daarnaast in uitzonderingsgevallen op grond van artikel 2a, tweede lid, ook aan de orde zijn bij een organisatie die niet voldoet aan een van de kwaliteitseisen voor een professionele aanbieder, mits daarvoor expliciet toestemming is gegeven door het college.

Artikel I, onder D

In verband met de verhoging van de tarieven voor gecontracteerde aanbieders voor het resultaatgebied ‘ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden’, zijn de tarieven voor het pgb voor dit resultaatgebied aangepast voor zover het eenvoudige ondersteuning betreft. De tarieven voor complexe ondersteuning zijn niet verhoogd.

De tarieven bedragen immers een percentage van de tarieven van zorg in natura.

Artikel I, onder E

Op 1 mei 2019 zijn nieuwe contracten in werking getreden met aanbieders van hulpmiddelen.

In de aanbestedingsprocedure die hieraan voorafging, is tevens een offerte gevraagd voor de betreffende hulpmiddelen voor de situatie dat een cliënt deze zelf wil aanschaffen met een pgb.

Op basis van de gemiddelde tarieven die door de drie gegunde aanbieders zijn geboden, is een nieuwe tabel opgesteld met maximum pgb-tarieven voor hulpmiddelen. Alleen als de middelste geboden prijs hoger was dan het gemiddelde, is uitgegaan van deze middelste prijs. Op deze manier is het voor de cliënt mogelijk om in ieder geval te kiezen uit twee aanbieders om een hulpmiddel aan te schaffen.

Artikel I, onder F

De indicatie voor vervoer sluit aan bij de indicatie voor aantal en intensiteit van de treden voor de dagbehandeling of dagbesteding.

Aangezien voor jeugdhulp sprake is van 6 treden voor dagbesteding/dagbehandeling, bevat de tabel voor professioneel vervoer voor jeugdhulp nu ook 6 treden. Daarnaast zijn de pgb-bedragen gewijzigd.

Dit gemeenteblad 2019, nummer 60, is uitgegeven op 15 mei 2019 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Naar boven