Beleidsregel Wet Aanpak Woonoverlast Hoogeveen

De burgemeester van de gemeente Hoogeveen:

gelet op artikel 151d Gemeentewet;

gelet op artikel 27a Algemene plaatselijke verordening gemeente Hoogeveen;

gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

B e s l u i t :

vast te stellen de:

Beleidsregel Wet aanpak woonoverlast Hoogeveen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht

  • b.

    APV: Algemene plaatselijke verordening 2007;

  • c.

    bestuurlijke waarschuwing: een schriftelijke waarschuwing van de burgemeester, geen besluit zijnde, waarin hij de geadresseerde sommeert te stoppen met het veroorzaken van ernstige en herhaaldelijke hinder;

  • d.

    ernstige en herhaaldelijke hinder: overlast, in welke vorm dan ook, die naar algemene maatstaven in het maatschappelijk verkeer als ernstig valt te kwalificeren en die herhaaldelijk wordt veroorzaakt;

  • e.

    omwonenden: personen die in de nabijheid van het adres waarop overlast wordt veroorzaakt woonachtig zijn;

Artikel 2 Verantwoordelijke partij

  • 1.

    De burgemeester maakt pas gebruik van zijn bevoegdheid zoals bedoeld in artikel 27a van de APV, nadat:

    • a.

      omwonenden samen met de veroorzaker van de ernstige en herhaaldelijke hinder niet tot een geschikte oplossing komen;

    • b.

      in geval van een huurwoning: de verhuurder van de woning al datgeen dat in zijn macht ligt heeft ingezet om de ernstige en herhaaldelijke hinder te voorkomen;

    • c.

      het wijkteam getracht heeft tot een geschikte oplossing te komen de ernstige en herhaaldelijke hinder tot een einde te brengen.

  • 2.

    Wanneer de melding rechtstreeks bij de burgemeester wordt gedaan voordat de partijen zoals genoemd in lid 1 van dit artikel actie hebben ondernomen, wordt het verzoek doorgezet naar de verantwoordelijke partij.

Artikel 3 Inhoud melding

De melding als bedoeld in artikel 2 moet schriftelijk worden ingediend en in elk geval bevatten:

  • a.

    de naam en het adres van de melder;

  • b.

    het adres van de woning dan wel het erf van waaruit de overlast wordt veroorzaakt;

  • c.

    de naam/namen van de veroorzaker/veroorzakers;

  • d.

    de aard van de hinder;

  • e.

    de ernst van de hinder, hoe vaak hij voorkomt en wanneer dit is voorgekomen;

  • f.

    wat de melder heeft ondernomen om de overlast te beëindigen.

Artikel 4 Handelswijze burgemeester

  • 1.

    Voordat de burgemeester gebruik maakt van zijn bevoegdheid zoals bedoeld in artikel 27a van de APV om de ernstige en herhaaldelijke hinder te beëindigen, geeft hij de veroorzaker een bestuurlijke waarschuwing.

  • 2.

    Indien de veroorzaker van de ernstige en herhaaldelijke hinder na de bestuurlijke waarschuwing de hinder niet beëindigd, kan de burgemeester op grond van artikel 27a van de APV besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom.

  • 3.

    Indien de veroorzaker van de ernstige en herhaaldelijke hinder na het verbeuren van de dwangsom de hinder niet beëindigd, kan de burgemeester op grond van artikel 27a van de APV besluiten tot het opleggen van een last onder bestuursdwang.

  • 4.

    Indien de genoemde maatregelen in lid 2 en 3 van dit artikel geen effect hebben dan wel wanneer de reële verwachting bestaat dat deze maatregelen niet (binnen de gestelde termijn) tot het beoogde resultaat zullen leiden, kan de burgemeester een verbod opleggen om aanwezig te zijn in of bij de woning of op of bij het erf van waaruit de ernstige en herhaaldelijke hinder wordt veroorzaakt voor de duur van tien dagen. Bij ernstige vrees voor verdere overtreding wordt het verbod verlengd tot maximaal vier weken. Op het opleggen van een huisverbod is de Wet tijdelijk huisverbod van toepassing.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Hoogeveen op

 

Naar boven