Gemeenteblad van Deurne
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deurne | Gemeenteblad 2019, 119313 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deurne | Gemeenteblad 2019, 119313 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent integriteitschendingen (Protocol voor mogelijke integriteitsschendingen door leden van raad of college gemeente Deurne 2016)
Dit protocol moet mede worden bezien in het kader van de wijziging van artikel 170, tweede lid, van de Gemeentewet. De wijziging betreft een uitbreiding van dit artikel met een zorgplicht van de burgemeester ten aanzien van het bevorderen van de bestuurlijke integriteit binnen de gemeente. Als collega-bestuurders, ambtenaren, organisaties, bedrijven of burgers een redelijk vermoeden hebben van schending van bestuurlijke integriteit door een raadslid of een wethouder van de gemeente Deurne kunnen zij een melding doen bij de burgemeester.
een gedraging van een raadslid of een wethouder, die in strijd is met het handelen als ‘goed volksvertegenwoordiger’ of ‘goed bestuurder’. Het kan gaan om feiten die wettelijk strafbaar zijn, maar ook om handelingen in strijd met geschreven of ongeschreven regels.
het afgeven van een in behandeling te nemen, als zodanig bedoeld, signaal over een mogelijke integriteitschending.
Permanente werkgroep integriteit:
de bij raadsbesluit ingestelde werkgroep die gevraagd en ongevraagd advies kan geven over integriteitsvraagstukken en die kan dienen als klankbord voor raad, college en individuele leden van deze organen.
Leden van raad en college zoeken, alvorens een melding over een raadslid of een wethouder in te dienen, actief een klankbord op als zij geconfronteerd worden met integriteitsvraagstukken. Dit klankbord kan men vinden bij de burgemeester, de griffier, de gemeentesecretaris of de permanente werkgroep integriteit.
Een mogelijke integriteitschending door een raadslid of een wethouder kan gesignaleerd worden door collega-bestuurders, ambtenaren, organisaties, bedrijven of burgers, die hier melding van kunnen doen bij de burgemeester. Een melding hoeft niet noodzakelijkerwijs te gaan over een vaststaand feit. Er kan ook sprake zijn van een vermoeden. Als de persoon in kwestie een melding doet, moet het echter wel om een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden gaan, gebaseerd op eigen kennis of eigen waarneming. Alleen dan worden de meldingen door de burgemeester in behandeling genomen. Een melder kan aangeven anoniem te willen blijven.
Raads- en collegeleden zijn niet wettelijk verplicht om een integriteitschending door een raadslid of een wethouder te melden. Op grond van artikel 162 van het Wetboek van Strafvordering zijn leden van de gemeenteraad, leden van het college en ambtenaren alleen verplicht om (bij de politie) aangifte te doen van (ambts)misdrijven. Bij twijfel of
sprake is van een integriteitsschending of van een ambts(misdrijf) kan een raads- of collegelid in een vertrouwelijk gesprek advies inwinnen bij de burgemeester, de griffier, de gemeentesecretaris of de permanente werkgroep integriteit.
Integriteitmeldingen worden gedaan bij de burgemeester. Hij/zij is het (vertrouwelijke) meldpunt voor alle signalen van mogelijke)integriteitschendingen door raadsleden of wethouders. De burgemeester bevestigt schriftelijk de ontvangst van het signaal aan de melder. De burgemeester houdt na een melding strakke regie op het administratieve proces en zorgt in alle fases voor verslaglegging. De burgemeester laat zich hierin bijstaan door de griffier in zijn functie als secretaris van de permanente werkgroep integriteit.
Duiding en beoordeling melding
Beoordeling integriteitsmeldingen
De burgemeester bespreekt integriteitsmeldingen over een raadslid of een wethouder in de permanente werkgroep integriteit. Daar worden de meldingen gewogen en beoordeeld. De melder wordt te zijner tijd door de burgemeester geïnformeerd over het resultaat van de beoordeling. Een integriteitsmelding wordt getoetst op:
De beoordeling kan leiden tot de volgende conclusies:
er is een redelijk vermoeden van een strafbaar feit. Als er (tevens) een redelijk vermoeden van een strafbaar feit bestaat, dient door de burgemeester aangifte te worden gedaan bij het Openbaar Ministerie. Na overleg met de Officier van Justitie worden alle beschikbare gegevens door de burgemeester ter beschikking gesteld aan Justitie. Na aangifte bepaalt de Officier van Justitie of nader onderzoek nodig is. Overheden mogen de resultaten van het onderzoek na verkrijging van de Officier van Justitie, gebruiken om het eigen onderzoek af te ronden. Een bestuursrechtelijk en strafrechtelijk onderzoek sluiten elkaar niet uit. Wel moet zoveel mogelijk voor-komen worden dat de onderzoekers onnodig in elkaars vaarwater komen of dat betrokkenen dubbel belast worden. Aan het strafrechtelijk onderzoek wordt veelal voorrang gegeven.
er is een feitenonderzoek naar (mogelijke) integriteitschendingen noodzakelijk. Integriteitsonderzoek is nodig om te beoordelen of signalen en/of vermoedens over schendingen van integriteit op waarheden en derhalve op redelijke gronden berusten. In overleg met de griffier en eventueel de gemeentesecretaris geeft de burgemeester opdracht tot het instellen van een integriteitsonderzoek. De opdracht wordt verleend na overleg met de permanente werkgroep integriteit.
Onderzoeksvoorstel en opdrachtformulering
Als de burgemeester voornemens is een feitenonderzoek in te stellen legt hij in overleg met de griffier en eventueel ook met de gemeentesecretaris een onderzoeksvoorstel voor aan de permanente werkgroep integriteit.
Het onderzoeksvoorstel bevat afhankelijk van de zaak de volgende elementen (niet limitatief):
Als de permanente werkgroep integriteit besluit een onderzoeksvoorstel te honoreren, besluit de permanente werkgroep of dit onderzoek in eigen beheer wordt uitgevoerd dan wel of het onderzoek wordt uitbesteed.
Uit zorgvuldigheid draagt de burgemeester er zorg voor dat de kring van behandelaars van de melding zo klein mogelijk blijft. De burgemeester stelt, voor zover de feiten dit toelaten, de melder en het betrokken raadslid of de betrokken wethouder vertrouwelijk op de hoogte van de aanvang van het onderzoek. Het is primair aan het raadslid om de functie als raadslid, al dan niet tijdelijk, niet uit te oefenen of neer te leggen. Het is primair aan de wethouder om zijn functie-uitoefening tijdens een integriteitsonderzoek te beoordelen.
Waarborgen voortgang onderzoek
Na de beslissing over het verrichten van onderzoeken, bewaakt de burgemeester de voortgang van het onderzoeksproces. De burgemeester is eindverantwoordelijk voor de wijze waarop (tijd, kwaliteit en budget) het onderzoek plaatsvindt. Tot het moment van openbaarmaking van het onderzoeksrapport wordt geheimhouding opgelegd op alles wat te maken heeft met het onderzoek.
In de rapportage wordt door de onderzoekers verantwoord op welke wijze zij stapsgewijs hun onderzoek hebben verricht. Voordat de onderzoekers de rapportage aanbieden aan de burgemeester, geven zij het raadslid of de wethouder waar onderzoek naar is verricht, de gelegenheid kennis te nemen van het rapport inclusief de bijlagen. Dit gebeurt door hem of haar uit te nodigen om het rapport te komen inzien. Het toepassen van hoor en wederhoor is een wezenlijk onderdeel van de afronding van het onderzoek. Als dit raadslid of deze wethouder op- en aanmerkingen heeft, dienen deze schriftelijk te worden vastgelegd en eventueel als een addendum opgenomen te worden in de definitieve onderzoeks-rapportage. De onderzoekers onthouden zich (in het rapport en daarbuiten) van eigen opvattingen inzake (de consequenties van) de beoordeling van de al dan niet aan de orde zijnde integriteitschending. Het is de taak van de gemeenteraad om zich op basis van de onderzoeksgegevens een oordeel te vormen van de feiten.
Communicatie over de voorgang van het onderzoek geschiedt, in overleg met de griffier en/of de gemeentesecretaris, onder verantwoordelijkheid van de burgemeester.
De onderzoekers bieden het eindrapport aan de burgemeester aan, waarna het wordt besproken in de permanente werkgroep integriteit. Op basis daarvan kan door de griffier een raadsvoorstel worden gemaakt. Daarna verzoekt de burgemeester het presidium het rapport te agenderen voor de raadsvergadering.
De burgemeester plant na deze raadsvergadering een evaluatiegesprek in met het raadslid of de wethouder waarnaar onderzoek is verricht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-119313.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.