Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent orde (Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad en het politiek forum van de gemeente Leiderdorp 2018)

De raad van de gemeente Leiderdorp;

 

gelezen het voorstel van 16 augustus 2018 met nummer Z/18/063840/128716;

 

gezien het advies van het politiek forum van 10 september 2018;

 

gelet op het bepaalde in artikel 16 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad en het politiek forum van de gemeente Leiderdorp 2018

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Amendement: een voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbesluit, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • b.

    Burgerraadslid: vertegenwoordiger van een politieke partij die de raadsleden van die partij ondersteunt bij hun werkzaamheden o.a. door deelname aan het politiek forum. Een burgerraadslid is een meerderjarige ingezetene van de gemeente Leiderdorp en wordt door de raad benoemd op voordracht van een fractie;

  • c.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp;

  • d.

    Griffier: de griffier als bedoeld in artikel 100 van de Wet;

  • e.

    Informatieavond: bijeenkomst met als doel om met burgers en/of organisaties over een actueel thema in gesprek te gaan op een moment dat dit voor de besluitvorming relevant is. Ook is de informatieavond het moment waarop presentaties worden verzorgd door het ambtelijk apparaat.

  • f.

    Initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel;

  • g.

    Interpellatie: het vragen van inlichtingen aan het College over een onderwerp dat niet op de agenda staat;

  • h.

    Interruptie: een korte opmerking of vraag zonder inleiding;

  • i.

    Lijst van ingekomen stukken: brieven gericht aan de raad, betreffende een bevoegdheid van de raad waarop de raad een antwoord moet geven of brieven ter kennisgeving;

  • j.

    Lijst van toezeggingen: lijst van toezeggingen door het College;

  • k.

    Motie: korte, gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • l.

    Persoonlijk feit: mededeling buiten de orde van de vergadering;

  • m.

    Politiek forum: vergadering van commissie ingesteld door de raad op grond van art. 82 van de Wet ter voorbereiding van de raadsvergadering;

  • n.

    Presidium: het dagelijks bestuur van de raad bestaande uit de voorzitter van de raad, de eerste plaatsvervangend voorzitter, de fractievoorzitters of een andere vertegenwoordiger van de fractie, en de griffier;

  • o.

    Raad: de gemeenteraad van Leiderdorp;

  • p.

    (Raads)fractie: leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij aanvang van de zitting als één raadsfractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één raadslid verkozen, dan wordt dit raadslid als een afzonderlijke raadsfractie beschouwd;

  • q.

    Raadsinformatiesysteem: in het raadsinformatiesysteem – www.raadleiderdorp.nl – publiceert de raad de agenda’s en vergaderstukken voor de vergaderingen van de Raad, het Politiek forum en overige informatie over de raad;

  • r.

    Raadslid: een lid van de gemeenteraad van Leiderdorp;

  • s.

    Raadsvergadering: bijeenkomst van de gemeenteraad van Leiderdorp als bedoeld in artikel 19 van de Wet;

  • t.

    Secretaris: de secretaris als bedoeld in artikel 100 van de Wet;

  • u.

    Subamendement: een voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, naar vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • v.

    Termijn: aantal keren dat de voorzitter een onderwerp in bespreking geeft;

  • w.

    Voorstel van orde: een voorstel dat alleen betrekking heeft op de gang van zaken tijdens de vergadering of op de wijze van beraadslaging;

  • x.

    Voorzitter van de raad: de burgemeester als bedoeld in artikel 9 van de Wet;

  • y.

    Voorzitter van het politiek forum: de door de raad benoemde voorzitter van het politiek forum of een van de door de raad benoemde plaatsvervangers;

  • z.

    Wet: de Gemeentewet;

  • aa.

    Wethouder: een lid van het college niet zijnde de burgemeester;

  • bb.

    Waar in dit reglement “hij” staat kan ook “zij” worden gelezen.

Artikel 2 Het presidium

  • 1.

    De raad heeft een presidium dat bestaat uit de voorzitter van de raad, de eerste plaatsvervangend voorzitter, de fractievoorzitters of een andere vertegenwoordiger van de fractie, en de griffier.

  • 2.

    Het presidium is het dagelijks bestuur van de raad. Tot haar taken behoren de financiën van de raad, de lange termijn planning van de raad, contacten met de rekenkamer en huishoudelijke zaken.

  • 3.

    Het presidium bereidt de agenda’s voor van de informatieavond, het politiek forum en van de raadsvergadering.

  • 4.

    Het presidium doet voorstellen voor het opstellen van een jaarplanning en een vergaderschema voor de raad.

  • 5.

    Het presidium wordt voorgezeten door de eerste plaatsvervangend voorzitter van de raad en bij diens afwezigheid door een door de aanwezige leden van het raadspresidium aangewezen voorzitter.

  • 6.

    De voorzitter van het presidium pleegt overleg met het raadspresidium, wanneer hem dit wenselijk voorkomt. Zodanig overleg vindt tevens plaats, indien ten minste twee leden van het raadspresidium hierom verzoeken.

  • 7.

    Het in het vorige lid bedoelde betreft de gang van zaken met betrekking tot de raad in de meest ruime zin.

  • 8.

    De vergaderingen van het presidium zijn openbaar, tenzij de aard van de onderwerpen naar het oordeel van de meerderheid van het presidium zich daartegen verzet.

  • 9.

    De besluitenlijst van de vergadering van het raadspresidium wordt ter kennisneming in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 10.

    Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

Artikel 3 Vergaderdata raad en politiek forum

  • 1.

    De raad en het politiek forum vergaderen volgens een vergaderplanning die door het presidium wordt vastgesteld.

  • 2.

    Voorts vergadert de raad indien het in artikel 17 van de Wet bedoelde aantal leden van de raad een vergadering wensen, deze vergadering wordt, behoudens het bepaalde in artikel 20 van de Wet, binnen veertien dagen gehouden.

  • 3.

    Het politiek forum vergadert ook indien twee fracties dit nodig achten.

  • 4.

    De vergaderingen van de raad en het politiek forum worden als regel in de avonduren gehouden.

Artikel 4 De wethouders

  • 1.

    De wethouders zijn voor vergaderingen van de raad en het politiek forum uitgenodigd.

  • 2.

    Wethouders en de burgemeester kunnen deelnemen aan de beraadslagingen over voorstellen die tot hun portefeuille behoren. Indien de portefeuillehouder zich wil laten vervangen door een ander lid van het college meldt hij dit vooraf bij de voorzitter van het politiek forum of bij de voorzitter van de raad.

  • 3.

    Het college heeft inzage in alle relevante stukken via het raadsinformatiesysteem.

Artikel 5 De griffier

  • 1.

    De griffier is aanwezig in raadsvergaderingen, vergaderingen van het politiek forum en van het presidium;

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door de plaatsvervangend griffier en bij afwezigheid van deze door een door de raad aangewezen ambtenaar;

  • 3.

    Onder de verantwoording van de griffier wordt de besluitenlijst van de vergaderingen opgesteld, met inachtneming van het bepaalde in artikel 30, 54 en 56 van dit reglement, die de raad of het politiek forum in de eerstvolgende vergadering ter vaststelling wordt aangeboden.

  • 4.

    Alle van de raad uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter van de raad en de griffier.

  • 5.

    De griffier noteert de door de voorzitter van het politiek forum of de voorzitter van de raad benoemde toezeggingen van het college op de toezeggingenlijst.

  • 6.

    De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter van het politiek forum of de voorzitter van de raad aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

Artikel 6 De secretaris

De raad kan het college verzoeken de secretaris in de raadsvergaderingen, vergaderingen van het politiek forum en van het presidium aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslaging als bedoeld in dit reglement.

 

Hoofdstuk 2 Raadsvergadering

 

Paragraaf 1 Samenstelling raad

 

Artikel 7 De voorzitter van de raad

  • 1.

    De voorzitter van de raad of diens door de raad benoemde eerste of tweede vervanger.

  • 2.

    De voorzitter van de raad is, naast het geen hem in dit reglement of op grond van de Wet is opgedragen, belast met:

    • a.

      het leiden van de raadsvergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het in acht nemen en doen naleven van dit reglement;

    • d.

      wat de wet of dit reglement hem verder opdraagt;

    • e.

      het geven van gelegenheid aan alle leden, met inachtneming van dit reglement, te spreken over de aan de orde zijnde onderwerpen;

    • f.

      het benoemen van toezeggingen van het college aan de raad:

    • g.

      het stellen van de conclusies, waarover gestemd wordt;

    • h.

      het doen plaatsvinden van de stemmingen;

    • i.

      het mededelen van de uitslag van de stemmingen.

Artikel 8 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1.

    Bij de benoeming van nieuwe raadsleden stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    De commissie onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden. Indien van toepassing wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt.

  • 3.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling na de raadsverkiezingen.

  • 4.

    Na een raadsverkiezing roept de voorzitter van de raad de toegelaten raadsleden op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter van de raad een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 9 Benoeming wethouders

  • 1.

    Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    De commissie onderzoekt of de benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b eerste, derde en vierde lid en 41c, eerste lid van de Wet en kan van de kandidaat-wethouder een verklaring omtrent het gedrag vragen als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

  • 3.

    De commissie brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.

  • 4.

    De burgemeester geeft in overleg met de raad voor de aanvang van iedere ambtstermijn opdracht om de kandidaat-wethouders aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. Over de resultaten van dit onderzoek brengt de commissie verslag uit aan de raad. De risicoanalyse en de eindconclusie zijn niet openbaar.

Artikel 10 Fracties

  • 1.

    Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zittingsperiode als één fractie beschouwd.

  • 2.

    Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3.

    De namen van de fractievoorzitter worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter van de raad.

  • 4.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5.

    Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3, vierde lid van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende raadsvergadering na naamswijziging.

     

Paragraaf 2 Voorbereiding Raadsvergaderingen

Artikel 11 Oproeping en bekendmaking

  • 1.

    De voorzitter van de raad attendeert de leden ten minste tien dagen tevoren op de vergadering door publicatie in het raadsinformatiesysteem met vermelding van:

    • a.

      de voorlopige agenda, waarop de te behandelen onderwerpen zijn vermeld;

    • b.

      de stukken behorende bij de voorlopige agenda.

  • 2.

    Aan de agenda opgesteld door het presidium kunnen, zo het presidium het nodig oordeelt, bij aanvullingsagenda onderwerpen worden toegevoegd. Een aanvullingsagenda en de desbetreffende stukken worden zoveel mogelijk ten minste tweemaal vierentwintig uur voor het houden van de vergadering in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 3.

    De in artikel 19 van de Wet bedoelde openbare kennisgeving geschiedt door publicatie in de rubriek Gemeente-aan-huis van een in de gemeente verschijnend huis-aan-huisblad.

  • 4.

    Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht, kan hij het onderwerp aanhouden en/of verwijzen naar het college voor nadere inlichtingen of advies.

  • 5.

    Op voorstel van een lid van de raad of van de voorzitter van de raad kan de raad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

  • 6.

    De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

Artikel 12 Inzage van stukken

  • 1.

    De stukken, die betrekking hebben op de zaken die aan de orde komen worden in het raadsinformatiesysteem gepubliceerd.

  • 2.

    Voor belangstellenden wordt de agenda gepubliceerd in de rubriek Gemeente-aan-huis van een in de gemeente verschijnend huis-aan-huisblad De relevante stukken zijn te raadplegen in het raadsinformatiesysteem.

  • 3.

    Indien over stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Wet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier raadsleden inzage.

     

Paragraaf 3 Ter vergadering

Artikel 13 Plaatsen in de vergaderzaal

  • 1.

    De leden van de raad hebben in de vergaderzaal een vaste zitplaats.

  • 2.

    De zitplaatsen worden door de voorzitter van de raad, na overleg met het raadspresidium, bij het begin van de zittingsperiode, zodanig aangewezen dat de leden, die tot dezelfde raadsfractie behoren, naast elkaar hun zitplaats hebben.

  • 3.

    De griffier heeft zijn zitplaats ter linkerzijde van de voorzitter van de raad.

Artikel 14 Presentielijst

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 15 Quorum

  • 1.

    De voorzitter van de raad opent de vergadering, indien op het vastgestelde aanvangsuur het wettelijke vereiste aantal leden aanwezig is.

  • 2.

    Indien op dat tijdstip het wettelijke vereiste aantal leden niet aanwezig is, stelt de voorzitter van de raad de opening maximaal een half uur uit.

  • 3.

    Indien dan het wettelijke vereiste aantal leden niet aanwezig blijkt te zijn, wordt de presentielijst gesloten en wordt gehandeld in overeenstemming met het bepaalde in artikel 20, tweede lid van de Wet.

Artikel 16 Afhandeling agenda

Zowel de voorzitter van de raad als de raad - de raad slechts, indien daartoe bij voorstel van orde wordt verzocht en besloten – kunnen besluiten tot:

  • a.

    het afwijken van de volgorde van de agenda;

  • b.

    het gelijktijdig behandelen van twee of meer onderwerpen;

  • c.

    het gesplitst behandelen van een onderwerp;

  • d.

    het opschorten of sluiten van de beraadslagingen, dan wel het verdagen van de beslissing over een onderwerp;

  • e.

    het schorsen of verdagen van de vergadering.

Artikel 17 Spreekrecht inwoners en anderen

  • 1.

    Aanwezige inwoners en anderen worden in een openbare vergadering van de raad in de gelegenheid gesteld in te spreken bij een agendapunt of over een willekeurig onderwerp.

  • 2.

    Het woord kan niet gevoerd worden:

    • a.

      over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep op de rechter open staat of heeft opengestaan;

    • b.

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      indien een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter van de raad verdeelt de totale spreektijd van 30 minuten evenredig over de sprekers als er meer dan 6 sprekers zijn. De voorzitter van de raad kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 4.

    Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor 12.00 uur op de dag van de vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 5.

    Betreft het een agendapunt dan stelt de voorzitter van de raad de inspreker(s) onmiddellijk voor de behandeling van het betreffende agendapunt in de gelegenheid het woord te voeren.

  • 6.

    Betreft het geen agendapunt dan bepaalt de raad bij het vaststellen van de agenda in welke volgorde de insprekers het woord krijgen. De voorzitter van de raad kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 7.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter van de raad hem dit heeft verleend.

Artikel 18 Beraadslaging in termijnen

Tenzij de raad of de voorzitter van de raad anders bepalen geschiedt de beraadslaging over onderwerpen of voorstellen in ten hoogste twee termijnen.

Artikel 19 Beraadslaging - Het voeren van het woord

  • 1.

    Geen lid voert het woord, dan na daartoe verlof van de voorzitter van de raad gekregen te hebben.

  • 2.

    De voorzitter van de raad verleent de leden het woord in de volgorde, waarin zij het hebben gevraagd, met dien verstande, dat over een initiatiefvoorstel, een interpellatie, een amendement, een subamendement of motie, allereerst de indiener of de voorsteller het woord mag voeren ter toelichting.

  • 3.

    De volgorde wordt verbroken, wanneer een raadslid het woord vraagt over een persoonlijk feit, waarvan hij de inhoud in het kort aan de voorzitter van de raad ter kennis heeft gebracht en wanneer een raadslid een voorstel van orde wil indienen. De voorzitter van de raad verleent aan dat raadslid het woord en laat het bepaalde in het vorige lid buiten toepassing. De leden kunnen hierop in korte bewoordingen reageren na daartoe van de voorzitter van de raad verlof te hebben gekregen.

  • 4.

    Over een voorstel van orde beslist de raad terstond.

Artikel 20 Deelname aan de beraadslaging door anderen

Onverminderd artikel 21, eerste en tweede lid, van de wet, kan de raad besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 21 Handhaving orde en schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter van de raad het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      een lid van de raad hem interrumpeert. De voorzitter de raad kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Elke fractie en het college krijgen een maximum spreektijd van zeven minuten per agendapunt. De voorzitter van de raad ziet hierop toe. De voorzitter van de raad kan, indien hij dit nodig acht, de betrokken spreker tot de orde roepen, dan wel, op verzoek van de spreker, bij voorstel van orde, een langere spreektijd toestaan.

  • 3.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel op andere wijze de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter van de raad tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter van de raad de raad voorstellen hem gedurende de vergadering, over het aanhangige onderwerp het woord te ontzeggen.

  • 4.

    De voorzitter van de raad kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en – indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord – de vergadering sluiten.

     

Paragraaf 4 Stemmingen

Artikel 22 De besluitvorming

  • 1.

    Na het einde van de laatste termijn, als bedoeld in artikel 18, sluit de voorzitter van de raad de beraadslaging over het desbetreffende onderwerp.

  • 2.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter van de raad het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 23 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag kort toelichten.

Artikel 24 Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1.

    De voorzitter van de raad vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter van de raad vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen

  • 2.

    Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich overeenkomstig artikel 28 van de Wet van deelneming aan de stemming te hebben onthouden.

  • 3.

    Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter van de raad daarvan mededeling aan de raad.

  • 4.

    Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.

  • 5.

    Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezige raadsleden, die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' te verklaren, zonder enige toevoeging.

  • 6.

    Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter van de raad de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 7.

    De voorzitter van de raad deelt de uitslag na afloop van de stemming mee en doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 25 Volgorde stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2.

    Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3.

    Als meerdere amendementen of subamendementen op eenzelfde gedeelte van een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het amendement of subamendement gestemd dat het meest afwijkt van het oorspronkelijke voorstel.

  • 4.

    Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 26 Stemming over personen

  • 1.

    Bij stemming over personen voor benoemingen of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, wordt schriftelijk gestemd.

  • 2.

    Aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van de voorzitter van de raad beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    De stembriefjes worden verzameld in een daartoe bestemde bus.

  • 5.

    De voorzitter van de raad onderzoekt of het aantal uitgebrachte stembriefjes overeenstemt met het aantal aan de stemming deelnemende leden. Is dit niet het geval dan wordt zonder opening van de briefjes, nadat deze zijn vernietigd een nieuwe stemming gehouden.

  • 6.

    Ieder briefje wordt vervolgens door de voorzitter van de raad voorgelezen, waarna het onmiddellijk dooreen door de voorzitter benoemd stembureau bestaande uit twee raadsleden wordt nagezien, terwijl de uitgebrachte stemmen door de griffier worden genoteerd.

  • 7.

    Briefjes die niet zijn ingevuld, zijn ondertekend, niet duidelijk een persoon aanwijzen of waarop bij tussenstemming of herstemming een andere naam is ingevuld dan diegene waartoe de keuze beperkt is, worden bij de bepaling van de volstrekte meerderheid niet meegeteld.

  • 8.

    Indien twijfel bestaat over de inhoud van een uitgebrachte stem, beslist de raad op voorstel van de voorzitter van de raad.

  • 9.

    De vergadering kan vorderen dat een briefje wordt getoond.

  • 10.

    De voorzitter van de raad doet de vergadering mededeling van:

    • a.

      het aantal ingeleverde stembriefjes;

    • b.

      het aantal uitgebrachte geldige stemmen;

    • c.

      het aantal uitgebrachte stemmen, dat van onwaarde is;

    • d.

      het aantal geldige stemmen, dat op iedere persoon is uitgebracht;

    • e.

      de uitslag van de stemming.

Artikel 27 Herstemming over personen

  • 1.

    Indien bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt overgegaan tot een herstemming.

  • 2.

    Indien ook bij de herstemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, dan beslist terstond het lot.

  • 3.

    Komen meer dan twee personen voor een herstemming in aanmerking, dan wordt een tussenstemming gehouden tussen degenen die een gelijk aantal stemmen hebben behaald. Door een tussenstemming wordt beslist tot wie de herstemming is beperkt.

Artikel 28 Staking van stemmen over personen

  • 1.

    Indien de stemmen staken bij een herstemming of een tussenstemming als bedoeld in artikel 21, beslist terstond het lot. De griffier schrijft daartoe de namen van hen, tussen wie de loting plaatsvindt, op briefjes van dezelfde grootte en kleur, welke hij op dezelfde wijze gevouwen in de daartoe bestemde bus doet, waarna de voorzitter van de raad één van de briefjes daaruit neemt.

  • 2.

    Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

Artikel 29 Stembriefjes

Na afloop van de stemmingen als bedoeld in de artikelen 26, 27 en 28 worden de uitgebrachte stembriefjes door de griffier vernietigd.

 

Paragraaf 5 Verslaglegging, ingekomen stukken en toezeggingen

Artikel 30 Verslaglegging

  • 1.

    Van de raadsvergadering wordt een beeld/audio verslag gemaakt dat in het raadsinformatiesysteem wordt vastgelegd. Dit verslag kan live worden bekeken en beluisterd via internet en daarna via het digitale archief.

  • 2.

    De griffier draagt zorg voor een besluitenlijst van de raadsvergadering.

  • 3.

    De besluitenlijst wordt in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 4.

    De besluitenlijst bevat tenminste:

    • a.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • b.

      een zakelijke samenvatting van het besprokene;

    • c.

      een overzicht van de stemverhouding, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • d.

      Aan de besluitenlijst worden als bijlagen de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen toegevoegd;

  • 5.

    Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de conceptbesluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt via het raadsinformatiesysteem.

  • 6.

    De besluitenlijst wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld en ondertekend door de voorzitter van de raad en de griffier.

Artikel 31 Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt in het raadsinformatiesysteem gepubliceerd.

  • 2.

    De raad stelt op voorstel van de voorzitter van de raad de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Artikel 32 Toezeggingen en moties

Het volledige overzicht van toezeggingen en moties wordt gepubliceerd in de Langetermijnagenda in het raadsinformatiesysteem. Ter vergadering kunnen raadsleden vragen stellen. Deze vragen dienen eenmalig, kort en zakelijk te zijn.

 

Paragraaf 6 Bevoegdheden en instrumenten raadsleden

Artikel 33 Amendementen en subamendementen

  • 1.

    Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter van de raad. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden.

  • 2.

    Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.

  • 3.

    Ieder raadslid dat in de vergadering aanwezig is en de presentielijst heeft getekend, is bevoegd om in het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).

  • 4.

    Elk (sub)amendement en elk voorstel tot splitsing moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de voorzitter van de raad worden ingediend, tenzij de voorzitter van de raad - met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 5.

    Intrekking, door de indiener(s), van het (sub)amendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door de raad heeft plaatsgevonden.

Artikel 34 Moties

  • 1.

    Raadsleden dienen moties schriftelijk in bij de voorzitter van de raad.

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 4.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

Artikel 35 Initiatiefvoorstellen

  • 1.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter van de raad.

  • 2.

    Deze voorstellen worden op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

  • 3.

    De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat:

    • a.

      het voorstel met het oog op de orde van de vergadering samen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld;

    • b.

      het voorstel eerst dient te worden behandeld in het politiek forum of voor advies naar het college dient te worden gezonden. In dit geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 36 Collegevoorstel

  • 1.

    Een voorstel van het college aan de raad, dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2.

    Indien de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college moet worden gezonden, bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 37 Werkgroepen

  • 1.

    De raad kan, al of niet op voorstel van het presidium, werkgroepen instellen.

  • 2.

    De leden van een werkgroep worden vanuit de fracties via het presidium voorgedragen.

  • 3.

    De leden van een werkgroep kiezen uit hun midden een voorzitter.

  • 4.

    Een werkgroep kan worden bijgestaan door de (plaatsvervangend) griffier. De griffier heeft in de vergadering een adviserende stem.

  • 5.

    De vergaderingen van een werkgroep zijn openbaar, tenzij, naar het oordeel van de raad of, in bijzondere gevallen, de leden van de werkgroep beslotenheid noodzakelijk achten.

  • 6.

    De raad bepaalt de termijn, waarbinnen een werkgroep haar taak moet hebben vervuld.

  • 7.

    Het verslag, eventueel vergezeld van een voorstel, van een werkgroep wordt uitgebracht aan het politiek forum alsmede aan de raad.

  • 8.

    Een werkgroep is, behoudens het in dit artikel gestelde, vrij om haar werkwijze te bepalen.

Artikel 38 Interpellatie

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter van de raad. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2.

    De voorzitter van de raad brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3.

    Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter van de raad spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

  • 4.

    De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 39 Raadsvragen

  • 1.

    Op de agenda van de raadsvergadering staat de vragenronde.

  • 2.

    De vragenronde duurt maximaal een half uur. De voorzitter van de raad kan bepalen dat van deze maximale tijd wordt afgeweken.

  • 3.

    Raadsleden dienen raadsvragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier uiterlijk om 12.00 uur op de dinsdag vóór de raadsvergadering.

  • 4.

    De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 5.

    Als de vragen uiterlijk op de dinsdag vóór de raadsvergadering zijn ingediend, vindt schriftelijke/mondelinge beantwoording plaats op de vrijdag voorafgaand aan de eerstvolgende raadsvergadering, tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden.

  • 6.

    Schriftelijke antwoorden van het college of de burgemeester worden door tussenkomst van de griffier aan de raadsleden toegezonden.

  • 7.

    De vragensteller kan in de raadsvergadering nadere inlichtingen vragen over het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

  • 8.

    Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de vraagsteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 9.

    De voorzitter van de raad kan na overleg met het presidium weigeren een onderwerp tijdens de vragenronde aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de vergadering op diezelfde dag aan de orde komt.

  • 10.

    De voorzitter van de raad bepaalt de volgorde, waarin aangemelde onderwerpen tijdens de vragenronde aan de orde worden gesteld.

  • 11.

    De voorzitter van de raad bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vraagsteller, voor de wethouders, voor de burgemeester en voor de overige leden van de raad.

  • 12.

    Vervolgens kan de voorzitter van de raad aan andere leden van de raad het woord verlenen om hetzij aan de vraagsteller, hetzij aan het college vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

Artikel 40 Technische vragen

  • 1.

    Op de agenda voor de raadsvergadering en de vergadering van het politiek forum staan de namen van de makers van het betreffende stuk vermeld. Raads- en burgerraadsleden kunnen voor de vergadering contact met ze opnemen voor vragen van technische aard.

  • 2.

    Als de vragen uiterlijk op de dinsdag vóór de raadsvergadering of de vergadering van het politiek forum om 12.00 uur zijn ingediend, vindt schriftelijke/mondelinge beantwoording plaats op de vrijdag voorafgaand aan de vergadering, tenzij het college of de burgemeester de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden.

  • 3.

    Raads- en burgerraadsleden die buiten de vergadering om technische vragen hebben, kunnen deze via de griffie stellen.

Artikel 41 Inlichtingen

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Wet schriftelijk in bij de griffier .

  • 2.

    De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven.

  • 4.

    De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven.

     

Paragraaf 7 Lidmaatschap van andere organisatie

Artikel 42 Lidmaatschap van een algemeen bestuur

  • 1.

    Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de raad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht (om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken of voor het sluiten van de vergadering) verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Voor nadere bespreking van dit verslag kan de voorzitter van de raad verwijzen naar het politiek forum.

  • 2.

    Ieder lid van de raad kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid schriftelijk vragen stellen. De regels voor het stellen van schriftelijke vragen, vastgesteld in artikel 40, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 41, zijn overeenkomstig van toepassing.

  • 4.

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin de raad één van zijn leden heeft benoemd.

     

Hoofdstuk 3 Vergadering politiek forum

 

Paragraaf 1 Taken en samenstelling

Artikel 43 Taken politiek forum

  • 1.

    De taken van het politiek forum zijn:

    • a.

      het voorbereiden van de besluitvorming in de raad, het daartoe zo nodig overleg voeren met het college, en het uitbrengen van advies aan de raad;

    • b.

      informatie verzamelen en delen, elkaar bevragen c.q. overtuigen;

    • c.

      de uitwerking van door de raad vastgestelde uitgangspunten;

    • d.

      de behandeling van taken die door de raad aan het college zijn opgedragen, waarbij de voorwaarde is gesteld dat het politiek forum dient te worden gehoord;

    • e.

      het ontwikkelen van nieuw beleid;

    • f.

      bepalen of een voorstel rijp is voor beraadslaging en besluitvorming in de raad, op basis van one man one vote.

Artikel 44 Voorzitter politiek forum

  • 1.

    De voorzitter van het politiek forum is – naast hetgeen hem in deze verordening of op grond van de Wet is opgedragen – belast met:

  •  

    • a.

      het leiden van het politiek forum;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het inachtnemen en doen naleven van deze verordening;

    • d.

      het geven van gelegenheid aan alle leden – met in achtneming van deze verordening – te spreken over de aan de orde zijnde onderwerpen;

    • e.

      het benoemen van toezeggingen van het college aan de raad;

    • f.

      het formuleren van de adviezen voor de raad.

Artikel 45 Samenstelling politiek forum

  • 1.

    In het Politiek forum hebben alle fracties 2 zetels.

  • 2.

    De raadsfracties bepalen welke raadsleden en burgerraadsleden bij de agendapunten het woord voeren en namens de fractie, met in achtneming van het vorige lid, deel uitmaken van het politiek forum. Burgerraadsleden krijgen presentiegeld als zij, blijkens de presentielijst deelnemen aan en het woord voeren in een vergadering van het politiek forum.

Artikel 46 Benoeming en ontslag burgerraadsleden

  • 1.

    Burgerraadsleden worden op voordracht van de fracties door de raad benoemd, uit de meerderjarige ingezetenen van de gemeente, en zijn inzetbaar voor het politiek forum en werkgroepen.

  • 2.

    De benoeming van de burgerraadsleden heeft in de regel plaats in de eerste vergadering van een nieuwe zittingsperiode van de raad. De benoeming geschiedt voor de duur of bij een tussentijdse benoeming voor de resterende duur van de lopende zittingsperiode.

  • 3.

    Een burgerraadslid die de hoedanigheid op grond waarvan hij burgerraadslid is verliest, treedt tegelijkertijd af in de desbetreffende functie in het politiek forum en werkgroepen.

  • 4.

    Burgerraadsleden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad.

  • 5.

    Aan burgerraadsleden die een half jaar niet deelnemen aan het politiek forum wordt de toegang tot het besloten gedeelte van het raadsinformatiesysteem ontzegd. In bijzondere, persoonlijke omstandigheden kan hierop een uitzondering worden gemaakt.

     

Paragraaf 2 Voorbereidingen vergadering politiek forum

Artikel 47 Oproeping en bekendmaking vergadering

  • 1.

    De voorzitter van het politiek forum roept de leden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen tevoren op voor de vergadering via het raadsinformatiesysteem, met vermelding van de agenda, waarop de te behandelen onderwerpen zijn vermeld.

  • 2.

    De voorzitter van het politiek forum zorgt dat, tegelijk met het oproepen van de leden, dag en uur van de vergadering en de te behandelen punten ook aan het college worden medegedeeld. Het college kan dit beschouwen als een uitnodiging.

  • 3.

    Openbare kennisgeving van plaats, dag en uur van de vergadering geschiedt door publicatie in de rubriek Gemeente-aan-Huis van een in de gemeente verschijnend huis-aan-huisblad.

  • 4.

    De stukken die betrekking hebben op de zaken die aan de orde komen zijn te raadplegen in het raadsinformatiesysteem.

  • 5.

    De agenda wordt aan het begin van de vergadering door het politiek forum vastgesteld.

  • 6.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het politiek forum van het bepaalde in de vorige leden afwijken.

     

Paragraaf 3 Ter vergadering

Artikel 48 Presentielijst

De (burger)raadsleden die deelnemen aan de vergadering van het politiek forum tekenen bij binnenkomst in de vergaderzaal onmiddellijk de daarvoor bestemde presentielijst. Aan het einde van de vergadering wordt die lijst door de (plaatsvervangend) griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 49 Quorum

  • 1.

    Het politiek forum vergadert slechts als behalve de voorzitter van het politiek forum of diens plaatsvervanger, de meerderheid van de in de raad vertegenwoordigende fracties aanwezig is.

  • 2.

    Indien het in lid 1 vermelde aantal fracties niet aanwezig is, belegt de voorzitter van het politiek forum een nieuwe vergadering, die kan worden gehouden ongeacht het aantal opgekomen leden; in deze vergadering worden geen punten behandeld die niet in de oproep voor de eerste vergadering vermeld zijn geweest.

Artikel 50 Aanwezigheid college en anderen

  • 1.

    De leden van het college kunnen aan de beraadslaging deelnemen, doch hebben slechts een adviserende stem.

  • 2.

    De leden van het college worden door de voorzitter van het politiek forum in de gelegenheid gesteld ook over niet op de agenda voorkomende onderwerpen mededeling te doen.

  • 3.

    Op verzoek van het politiek forum kan, via het college, een ambtenaar worden uitgenodigd, een vergadering van het politiek forum bij te wonen om inlichtingen of adviezen te verstrekken.

  • 4.

    Het politiek forum kan ook deskundigen buiten het gemeentepersoneel raadplegen en tot het bijwonen van haar vergaderingen uitnodigen.

  • 5.

    De verplichting tot geheimhouding, als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de Wet geldt mede voor de in de vergadering aanwezige (burger)raadsleden die niet aan tafel zitten bij het politiek forum.

Artikel 51 Het voeren van het woord

  • 1.

    Geen (burger)raadslid voert het woord, dan na daartoe verlof van de voorzitter van het politiek forum gekregen te hebben.

  • 2.

    De voorzitter van het politiek forum verleent de (burger)raadsleden het woord in de volgorde, waarin zij het hebben gevraagd.

  • 3.

    Sprekers houden zich aan een maximum spreektijd van zeven minuten per fractie en voor het college per agendapunt. De voorzitter van het politiek forum ziet hierop toe. De voorzitter van het politiek forum kan, indien hij dit nodig acht, de betrokken spreker tot de orde roepen, dan wel, op verzoek van de spreker, bij voorstel van orde, een langere spreektijd toestaan.

  • 4.

    De volgorde wordt verbroken, wanneer een (burger)raadslid het woord vraagt over een persoonlijk feit, waarvan hij de inhoud in het kort aan de voorzitter van het politiek forum ter kennis heeft gebracht en wanneer een (burger)raadslid een voorstel van orde wil indienen. De voorzitter van het politiek forum verleent aan dat (burger)raadslid het woord en laat het bepaalde in het vorige lid buiten toepassing. De (burger)raadsleden kunnen hierop in korte bewoordingen reageren na daartoe van de voorzitter van het politiek forum verlof te hebben gekregen.

  • 5.

    Geen spreker mag in zijn rede gestoord worden, behalve door de voorzitter van het politiek forum.

  • 6.

    In afwijking van het bepaalde in het vijfde lid zijn interrupties toegestaan.

Artikel 52 Inspreken

  • 1.

    Belangstellenden worden in een openbare vergadering van het politiek forum in de gelegenheid gesteld mee te praten over onderwerpen die op de agenda staan vermeld.

  • 2.

    Per onderwerp kunnen maximaal vijf belangstellenden meepraten. Zij maken zich bekend bij de griffie uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering van het politiek forum.

  • 3.

    Elke spreker krijgt voorafgaand aan het agendapunt vijf minuten spreektijd. Als het politiek forum het punt heeft besproken krijgt de inspreker nog één minuut de tijd om een reactie te geven.

  • 4.

    De spreker voert het woord, nadat de voorzitter van het politiek forum hem dit heeft verleend.

  • 5.

    De voorzitter van het politiek forum is bevoegd van het bepaalde in de lid 3 af te wijken indien dit van belang is voor het goede verloop van de vergadering.

Artikel 53 Verslaglegging

  • 1.

    Van vergadering van het politiek forum wordt een beeld/audio verslag gemaakt dat in het raadsinformatiesysteem wordt vastgelegd. Dit verslag kan live worden bekeken en beluisterd via internet en daarna via het digitale archief.

  • 2.

    De griffier draagt zorg voor een kort verslag van de vergadering.

  • 3.

    Het verslag wordt in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 4.

    Het verslag bevat tenminste:

    • a.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • b.

      een zakelijke samenvatting van het besprokene;

  • 5.

    Voor zover de aard en de inhoud van vergadering zich daartegen niet verzet, wordt het conceptverslag zo spoedig mogelijk na de vergadering van het politiek forum openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

  • 6.

    Het conceptverslag wordt in de eerstvolgende vergadering vastgesteld en ondertekend door de voorzitter van het politiek forum en de griffier.

  • 7.

    De griffier noteert de door de voorzitter van het politiek forum benoemde toezeggingen van het college op de toezeggingenlijst.

     

Hoofdstuk 4 Besloten vergaderingen raad en politiek forum

Artikel 54 Toepassing reglement op besloten vergaderingen

  • 1.

    Op besloten raadsvergaderingen en besloten vergaderingen van het politiek forum is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

  • 2.

    Burgerraadsleden mogen aanwezig zijn in een besloten raadsvergadering. Voor hen gelden dezelfde verplichtingen ten aanzien van geheimhouding als voor de raadsleden.

Artikel 55 Verslaglegging besloten vergadering

  • 1.

    Van een besloten raadsvergadering of van een besloten vergadering van het politiek forum wordt een beeld/audio verslag gemaakt dat in het besloten deel van het raadsinformatiesysteem kan worden bekeken en beluisterd.

  • 2.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst en een besluitenlijst van de vergadering.

  • 3.

    De besluitenlijst wordt in het besloten deel van het raadsinformatiesysteem geplaatst.

  • 4.

    Het in artikel 30 lid 2, lid 4 en lid 6 en in artikel 54 lid 2, lid 4 en lid 6 bepaalde is op ook van toepassing op besloten vergaderingen, met dien verstande, dat de vaststelling van die besluitenlijst plaatsvindt in een besloten gedeelte van de eerstvolgende vergadering. Tijdens deze vergadering neemt de raad of het politiek forum een besluit over het al dan niet openbaar maken van de vastgestelde besluitenlijst.

Artikel 56 Opheffen geheimhouding

  • 1.

    Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid , 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

     

Hoofdstuk 5 Persoonlijke betrokkenheid

Artikel 57  

De raads- en burgerraadsleden onthouden zich van de beoordeling van zaken, benoemingen, schorsingen en ontslagen, die hen, hun echtgenoten/levenspartner of hun bloed- of aanverwanten tot de derde graad ingesloten, persoonlijk aangaan of waarbij zij als gelastigden zijn betrokken.

 

Hoofdstuk 6 Toehoorders, pers en communicatiemiddelen

Artikel 58 De toehoorders

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen de openbare raadsvergaderingen en de openbare vergaderingen van de raad en het politiek forum bijwonen op de daartoe voor hen bestemde plaatsen in de vergaderzaal

  • 2.

    Toehoorders mogen zich niet in de discussie mengen, met gebruikmaking van hulpmiddelen of anderszins blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of op een andere wijze de orde verstoren.

  • 3.

    De voorzitter van de raad of van het politiek forum kan toehoorders die zich niet houden aan hetgeen in het tweede lid van dit artikel is bepaald, uit de vergaderzaal doen verwijderen voor de duur van de vergadering.

  • 4.

    Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering of vergadering van het Politiek forum geluid- dan wel beeld registraties willen maken doen hiertoe vooraf mededeling aan de voorzitter van de raad of van het politiek forum en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

     

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 59 Toepassing reglement

In de gevallen, waarin dit reglement niet voorziet of wanneer een artikel voor verschillende uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist de raad.

Artikel 60 Citeertitel

Dit reglement kan worden aangehaald als: “Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad en het politiek forum van de gemeente Leiderdorp 2018”.

Artikel 61 Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum wordt het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad en het politiek forum van de gemeente Leiderdorp 2015, vastgesteld door de raad bij besluit van 20 april 2015, ingetrokken.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van

de raad van Leiderdorp op 17 september 2018,

de griffier,

mevrouw J.C. Zantingh

de voorzitter,

mevrouw L.M. Driessen-Jansen

Naar boven