Aanwijzingsbesluit parkeren grote voertuigen Genemuiden

 

Aanwijzingsbesluit

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland;

Daartoe bevoegd ingevolge artikel 5:8 van de Algemene Plaatselijke

Verordening gemeente Zwartewaterland vastgesteld op 11 april 2013;

Gelet op het gestelde in het artikel 125 van de Gemeentewet en de artikelen 5.21 tot en met 5.31 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

Overwegende:

 

  • 1.

    dat het parkeren van grote voertuigen op het bedrijventerrein van Genemuiden in de huidige situatie schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente;

  • 2.

    dat het parkeren van grote voertuigen op het bedrijventerrein van Genemuiden in de huidige situatie buitensporig is, met het oog op de verdeling van de beschikbare parkeerruimte;

  • 3.

    in 2004 een aanwijzingsbesluit is genomen om de bebouwde kom van Genemuiden, met uitzondering van het bedrijventerrein, aan te wijzen als gebied waar parkeren voor grote voertuigen verboden is;

  • 4.

    dat het wenselijk is om dit gebied uit te breiden met het bedrijventerrein en zodoende de uitzondering op te heffen;

  • 5.

    dat in overleg met de ondernemers op het bedrijventerrein besloten is om middels een verkeersbesluit parkeerplaatsen voor vrachtwagens en bussen aan te wijzen;  

    Besluiten:

  • 1.

    tot het uitbreiden van het verbod, verwoord in artikel 5:8 van de APV, op het parkeren van grote voertuigen binnen de bebouwde kom van Genemuiden, met het bedrijventerrein. Het uitgebreide gebied is aangegeven op bijgaande tekening; 

  • 2.

    Informatieborden worden aangebracht aan het begin van de bebouwde kom waardoor dit aanwijzingsbesluit kenbaar zal worden gemaakt.        

    Hasselt, 2 april 2019

     

    Burgemeester en wethouders van Zwartewaterland,

    de secretaris, de burgemeester,

        

    J. Dijkstra ing. E.J. Bilder

       

Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen

 

  • 1.

    Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente. 

  • 2.

     Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit parkeren naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte. 

  • 3.

    Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 08.00 tot 18.00 uur. 

  • 4.

    Het verbod in het tweede lid is voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto’s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden. 

  • 5.

    Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen. 

  • 6.

    Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven