Wijzigingsverordening Bouwverordening Enschede

De raad van de gemeente Enschede;

 

Gezien het voorstel van het college van 16 april 2013;

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

Gelet op artikel 8 van de Woningwet;

 

Besluit

Vast te stellen de volgende wijziging van de Bouwverordening 14e serie:

 

Artikel I Wijziging verordening

De Bouwverordening 14e serie wordt als volgt gewijzigd:

A. De artikel 9.1 tot en met 9.8 vervallen.

B. Ingevoegd worden de volgende artikelen:

 

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Adviesaanvraag omgevingsvergunning: het verzoek voor het beoordelen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen.

  • 2.

    Adviesforum Ruimtelijke Kwaliteit: forum, dat de taak heeft de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Enschede te bevorderen en de stadsbouwmeesters te adviseren over integraliteit, ruimtelijke kwaliteit en programma op basis van de Toekomstvisie, Structuurvisie en het collegeprogramma van de gemeente Enschede.

  • 3.

    Adviesraad van Het Oversticht: de adviesraad van Het Oversticht bestaande uit vakinhoudelijke experts met autoriteit en landelijk aanzien met onder andere als taak kwaliteitsborging voor de welstandsadvisering binnen de organisatie van Het Oversticht.

  • 4.

    Stadsbouwmeesterplus: de door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke adviseur die aan het college van burgemeester en wethouders advies uitbrengt over de ruimtelijke en beeldkwaliteit voor de aandachtsgebieden ruimtelijke kwaliteit. In die gebieden geldt een hoge beeldregie.

  • 5.

    Stadsbouwmeester: de door de gemeenteraad benoemde onafhankelijke adviseur die aan het college van burgemeester en wethouders advies uitbrengt over de ruimtelijke en beeldkwaliteit voor de gebieden met basis beeldregie.

  • 6.

    Welstandsadvies: het advies van de stadsbouwmeester(s) op het te behandelen bouwplan op grond van het geldende welstandsbeleid zoals door de gemeenteraad is vastgesteld.

  • 7.

    Welstandsbeleid: de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota en/of aanvullende of gewijzigde welstandscriteria voor een deel van de gemeente zoals bedoeld in artikel 12a van de Woningwet.

 

Artikel 9.1 Benoeming stadsbouwmeester

  • 1.

    Het Oversticht doet de gemeente een voorstel voor de personele invulling van de stadsbouwmeester, onderscheidenlijk voor de aandachtsgebieden ruimtelijke kwaliteit met een hoge beeldregie en voor de gebieden met basis beeldregie, alsmede voor de plaatsvervanger van de stadsbouwmeester voor gebiede met basis beeldregie.

  • 2.

    De gemeenteraad benoemt de stadsbouwmeesterplus, de stadsbouwmeester en zijn plaatsvervanger.

  • 3.

    De stadsbouwmeesters of hun plaatsvervangers, die gedurende twee achtereenvolgende periodes van maximaal 3 jaar benoemd zijn, kunnen voor een periode van 2 jaar niet voor herbenoeming in aanmerking komen.

  • 4.

    Bij verhindering tijdens vakantie of andere kortdurende afwezigheid neemt:

    • a.

      de stadsbouwmeester waar voor de stadsbouwmeesterplus; respectievelijk

    • b.

      neemt de plaatsvervangend stadsbouwmeester waar voor de stadsbouwmeester en zijn de bepalingen van dit ‘Reglement van orde welstandsadvisering gemeente Enschede’ van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    Indien waarneming als bedoeld in lid 4 niet mogelijk is, of bij verhindering tijdens langdurende afwezigheid, stelt Het Oversticht in afstemming met de gemeente Enschede een plaatsvervanger voor, die tijdens de bedoelde afwezigheid volledig in de plaats treedt van de stadsbouwmeesterplus respectievelijk de stadsbouwmeester. De bepalingen van dit ‘Reglement van orde welstandsadvisering gemeente Enschede’ zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 6.

    De stadsbouwmeesters zijn bij welstandsadvisering onafhankelijk van de lokale politiek, het gemeentelijk bestuur, de ambtelijke organisatie en van belanghebbende partijen bij de te bespreken plannen.

  • 7.

    Leden van de gemeenteraad, burgemeester, wethouders en medewerkers in dienst van de gemeente Enschede kunnen niet tot stadsbouwmeester worden benoemd.

 

Artikel 9.2 Tussentijdse beëindiging werkzaamheden stadsbouwmeester

  • 1.

    Wanneer voor het college van burgemeester en wethouders blijkt dat de stadsbouwmeesterplus of de stadsbouwmeester hun taak niet behoorlijk vervullen, kan het college van burgemeester en wethouders dit na overleg met de directeur van Het Oversticht schriftelijk en gemotiveerd kenbaar maken aan de directeur van Het Oversticht.

  • 2.

    De stadsbouwmeesterplus of de stadsbouwmeester zal zijn werkzaamheden als stadsbouwmeesterplus of stadsbouwmeester) beëindigen wanneer het dienstverband/contract met Het Oversticht afloopt, vanwege andere zwaarwegende organisatorische veranderingen binnen deze organisatie, of vanwege disfunctioneren.

  • 3.

    Wanneer de situatie zoals genoemd in artikel 3.1 of 3.2 zich voordoet zal Het Oversticht, overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, een voorstel voor de benoeming van een nieuwe kandidaat doen ter vervanging van de betreffende stadsbouwmeester(plus).

 

Artikel 9.3 Stadsbouwmeesterplus

  • 1.

    De stadsbouwmeesterplus is een onafhankelijk, inspirerend en gezaghebbend adviseur,

    • a.

      met excellente deskundigheid op het gebied van architectuur, blijkend uit innovatieve beroepspraktijk en kennis van (inter)nationale ontwikkelingen op het vakgebied;

    • b.

      aangevuld met ten minste één of meer navolgende vakgebieden

      • i.

        stedenbouw,

      • ii.

        inrichting openbare ruimte

      • iii.

        cultuurhistorie;

    • c.

      strategisch inzicht en een visie op nieuwe vormen van sturing op ruimtelijke kwaliteit;

    • d.

      d. een uitgebreid en actueel (inter)nationaal netwerk;

    • e.

      betrokkenheid bij de identiteit en cultuur van Enschede.

  • 2.

    De stadsbouwmeesterplus:

    • a.

      voert zijn wettelijke taken uit zoals genoemd in artikel 12b van de Woningwet en is verantwoordelijk voor de kwaliteit van deze advisering binnen de kaders van het gemeentelijk welstandsbeleid voor de aandachtsgebieden ruimtelijke kwaliteit met een hoge beeldregie;

    • b.

      adviseert gevraagd en ongevraagd op basis van de beleidsregels beeldregie over ruimtelijke plannen en relevant beleid voor de aandachtsgebieden ruimtelijke kwaliteit met een hoge beeldregie;

    • c.

      adviseert gevraagd en ongevraagd over de samenhang van ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente, voor zover het de ruimtelijke kwaliteit van de stad betreft;

    • d.

      adviseert gevraagd over de ruimtelijk relevante en complexe ontwikkellocaties in de gebieden met basis regie;

    • e.

      is sparringpartner voor de stadsbouwmeester voor gebieden met basisregie, management en bestuur;

    • f.

      voert overleg met initiatiefnemers en aanvragers van ruimtelijke en bouw- plannen;

    • g.

      is het aanspreekpunt van de gemeente voor de welstandsadvisering binnen de aandachtsgebieden ruimtelijke kwaliteit met een hoge beeldregie:

    • h.

      is voorzitter van het adviesforum ruimtelijke kwaliteit;

    • i.

      legt verantwoording af en rapporteert aan de directeur van het programma Stedelijke Ontwikkeling, het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad;

    • j.

      organiseert minimaal twee maal per kalenderjaar een gesprek met de verantwoordelijk wethouder.

 

Artikel 9.4 Stadsbouwmeester

  • 1.

    De stadsbouwmeester heeft aantoonbare specifieke deskundigheid op het gebied van architectuur aangevuld op tenminste één of meer van de navolgende vakgebieden:

    • a.

      stedenbouw;

    • b.

      landschapsarchitectuur;

    • c.

      architectuurhistorie;

  • 2.

    De stadsbouwmeester beschikt over goede communicatieve vaardigheden en kan helder en overtuigend de essentie van de overwegingen verwoorden. Hij is, onafhankelijk van zijn specifieke deskundigheid, vaardig bij de beoordeling van de ruimtelijke kwaliteit tot een integrale afweging te komen. Hij is een bruggenbouwer, gericht op het bereiken van consensus en heeft een uitstekend gevoel voor maatschappelijke en bestuurlijke verhoudingen en is betrokken bij de identiteit en cultuur van Enschede;

  • 3.

    De stadsbouwmeester:

    • a.

      voert zijn wettelijke taken uit zoals genoemd in artikel 12b van de Woningwet en is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de advisering binnen de kaders van het gemeentelijk welstandsbeleid voor de gebieden met basis beeldregie;

    • b.

      is het eerste aanspreekpunt van de gemeente voor de welstandsadvisering binnen de gebieden met basis beeldregie;

    • c.

      neemt de adviesaanvragen die door de gemeente worden aangeboden in ontvangst;

    • d.

      legt het welstandsadvies vast conform de bepalingen van artikel 7 van dit reglement;

    • e.

      onderhoudt contacten met relevante diensten/afdelingen van de gemeente over ruimtelijke plannen die invloed hebben op de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente voor de gebieden met basis beeldregie;

    • f.

      kan, naast wettelijke taken zoals genoemd in de artikelen 12b van de Woningwet, om advies worden gevraagd inzake ruimtelijke kwaliteitsaspecten van in voorbereiding zijnde structuurplannen, bestemmingsplannen, stedenbouwkundige plannen en andere relevante plannen die van invloed zijn op de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving voor de gebieden met basis beeldregie;

    • g.

      is lid van het Adviesforum Ruimtelijke Kwaliteit;

    • h.

      doet jaarlijks uiterlijk op 30 juni verslag aan de gemeenteraad over de door hem in het voorgaande jaar verrichte werkzaamheden;

    • i.

      organiseert minimaal eenmaal per kalenderjaar een gesprek met de verantwoordelijk wethouder en licht, indien gewenst, het jaarverslag toe aan de gemeenteraad.

 

Artikel 9.5 Ruimtelijke kwaliteitsadvies van de stadsbouwmeesterplus

  • 1.

    De ruimtelijke kwaliteitsadviezen hebben als doel de inhoudelijke en procesmatige argumenten aan het college van burgemeester en wethouders te leveren.

  • 2.

    Alle ruimtelijke kwaliteitsadviezen worden schriftelijk en gemotiveerd uitgebracht. De adviezen:

    • a.

      zijn inhoudelijk gemotiveerd vanuit een integrale benadering van ruimtelijke kwaliteit en bevatten procesmatige argumenten en overwegingen;

    • b.

      zijn gebaseerd op feiten en verstrekte gegevens;

    • c.

      zijn transparant door heldere formulering, motivering en opbouw, waarbij de context van de opgave af te leiden is uit het advies;

  • 3.

    De stadsbouwmeesterplus stemt waar nodig, ter nadere onderbouwing, zijn ruimtelijke kwaliteitsadvies af met de stadsbouwmeester, de monumentencommissie en het Adviesforum Ruimtelijke Kwaliteit.

 

Artikel 9.6 Welstandsadvies

  • 1.

    Burgemeester en wethouders bepalen in hun beleid in welke gevallen zij het inwinnen van welstandsadvies aan de stadsbouwmeesterlus of de stadsbouwmeester noodzakelijk achten.

  • 2.

    De stadsbouwmeesterplus kan bij de beoordeling van een bouwplan en ter nadere onderbouwing van zijn welstandsadvies de stadsbouwmeester en het Adviesforum Ruimtelijke Kwaliteit raadplegen.

  • 3.

    De stadsbouwmeester kan bij de beoordeling van een bouwplan en ter nadere onderbouwing van zijn welstandsadvies de stadsbouwmeesterplus en andere vakinhoudelijke adviseurs raadplegen. Deze vakinhoudelijke adviseurs kunnen werkzaam zijn bij Het Oversticht of zitting hebben in de Adviesraad van Het Oversticht.

  • 4.

    De raadpleging als bedoeld in de leden 2 en 3 vindt in ieder geval plaats wanneer:

    • a.

      het complexe plannen betreft met grote ruimtelijke gevolgen, die maatschappelijk en/ of politiek zeer gevoelig zijn of van een unieke vorm of omvang;

    • b.

      de gemeente Enschede hierom verzoekt.

  • 5.

    Negatieve adviezen worden schriftelijk en gemotiveerd uitgebracht:

    • a.

      gebaseerd op feiten en verstrekte zakelijke en technische gegevens;

    • b.

      transparant door heldere formulering, motivering en opbouw;

    • c.

      waarbij de voorgeschiedenis van de aanvraag bekend is en af te leiden uit het advies;

    • d.

      gebaseerd op het toetsingskader van het vigerend welstandsbeleid van de gemeente Enschede;

    • e.

      zo mogelijk geïntegreerd met de monumentenadviezen.

  • 6.

    Positieve welstandsadviezen worden uitsluitend op verzoek gemotiveerd.

  • 7.

    In geval van een zienswijze of bezwaar wordt op verzoek van de gemeente het eerder afgegeven advies nader gemotiveerd.

 

Artikel 9.7 Mandaat stadsbouwmeester

  • 1.

    De stadsbouwmeesterplus heeft, voor zover het gaat om welstandsaspecten binnen de aandachtsgebieden ruimtelijke kwaliteit met een hoge beeldregie, de planbehandeling aan de stadsbouwmeester gemandateerd, in geval het plannen betreft:

    • a.

      met een geringe ruimtelijke betekenis;

    • b.

      die beperkt maatschappelijk en/of politiek gevoelig zijn;

    • c.

      waarvan gelet op eerdere vergelijkbare gevallen, de mening van de stadsbouwmeesterplus als bekend mag worden verondersteld;

    • d.

      die, als schetsplan, reeds positief door stadsbouwmeesterplus zijn beoordeeld;

    • e.

      reeds positief zijn bevonden door de stadsbouwmeesterplus, maar marginaal zijn gewijzigd.

  • 2.

    De stadsbouwmeester legt over de uitvoering van het mandaat verantwoording af aan de stadsbouwmeesterplus. De stadsbouwmeesterplus bekrachtigt de inhoud van de adviezen door ondertekening van de lijst met onder mandaat afgedane adviezen.

  • 3.

    In geval van twijfel legt de stadsbouwmeester het verzoek om advies alsnog voor aan de stadsbouwmeesterplus.

     

Artikel 9.8 Openbaarheid en spreekrecht

  • 1.

    De behandeling van plannen in het kader van welstandsadvisering door de stadsbouwmeesterplus of de stadsbouwmeester is openbaar, tenzij het college van burgemeester en wethouders of de aanvrager (of diens gemachtigde) van oordeel is dat op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur klemmende redenen zijn voor geheimhouding.

  • 2.

    Alleen de aanvrager (of diens gemachtigde) wordt in de gelegenheid gesteld om tijdens de behandeling van hun plan een toelichting te verzorgen.

  • 3.

    De stadsbouwmeester of stadsbouwmeesterplus kan ook de aanvrager (of diens gemachtigde) uitnodigen een toelichting te verzorgen tijdens de planbehandeling/ het spreekuur.

 

Artikel 9.9 Second opinion

Indien het college van burgemeester en wethouders zich niet kan verenigen met het welstandsadvies van de stadsbouwmeester of stadsbouwmeesterplus, kan het college een ‘second opinion’ inwinnen bij een andere stadsbouwmeester of welstandscommissie buiten het werkgebied van Het Oversticht.

 

Artikel 9.10 Adviesforum Ruimtelijke Kwaliteit

  • 1.

    De stadsbouwmeesterplus is voorzitter van het Adviesforum Ruimtelijke Kwaliteit.

  • 2.

    De stadsbouwmeester is lid van het Adviesforum Ruimtelijke Kwaliteit.

  • 3.

    De overige samenstelling en werkwijze van het forum is geregeld in een huishoudelijk reglement.

  • 4.

    De leden van het Adviesforum Ruimtelijke Kwaliteit worden aangesteld door de directeur Stedelijke Ontwikkeling.

  • 5.

    Onverlet de deelname aan het Adviesforum Ruimtelijke Kwaliteit behoudt de stadsbouwmeesterplus zijn wettelijke adviestaak en is hierin onafhankelijk ten opzichte van het Adviesforum Ruimtelijke Kwaliteit.

 

Artikel 9.11 Kwaliteitsborging advisering

  • 1.

    Om de kwaliteit van de ruimtelijke kwaliteitsadviezen te waarborgen legt de stadsbouwmeesterplus minimaal 1 maal per jaar verantwoording af aan de directeurbestuurder van Het Oversticht over de kwaliteit en inhoud van de uitgebrachte adviezen.

  • 2.

    Om de kwaliteit van de welstandsadvisering te waarborgen:

    • a.

      worden de schriftelijk gemotiveerde adviezen gecontroleerd door of namens de directeur van Het Oversticht en worden alle relevante bescheiden bij een adviesaanvraag gewaarmerkt door of namens de directeur van Het Oversticht;

    • b.

      heeft Het Oversticht protocollen en controlesystemen vastgesteld en controleert Het Oversticht steekproefsgewijs hoe hiernaar wordt gehandeld, onder andere door inzet van de Adviesraad van Het Oversticht;

    • c.

      koppelt Het Oversticht de bevindingen naar de gemeente terug.

  • 3.

    De uitvoering van de welstandsadvisering, met de daarbij behorende wederzijdse verplichtingen, is vastgelegd in de ‘Werkwijze welstandsadvisering Het Oversticht 2013’.

 

Artikel II Inwerkingtreding

Deze wijzigingsverordening heeft onmiddelijke werking.

 

Artikel III Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Bouwverordening Enschede 2012

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 mei 2013

 

De voorzitter, De griffier,

Naar boven