Gemeenteblad van Delft
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2019, 111773 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Delft | Gemeenteblad 2019, 111773 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft houdende regels omtrent verificatie uitkeringsaanvragen en rechtmatigheidsondzoeken Verficatieprotocol uitkeringsaanvragen en rechtmatigheidsonderzoeken 2019
Het is aan het college om het recht op een uitkering vast te stellen. Daarvoor heeft het college verschillende gegevens nodig. Dat is in de Participatiewet geregeld, met name in
Indien door het college is vastgesteld dat recht op bijstand bestaat, wordt de bijstand toegekend vanaf de dag waarop dit recht is ontstaan, voor zover deze dag niet ligt voor de dag waarop de belanghebbende zich heeft gemeld om bijstand aan te vragen.
Onverminderd artikel 30c, tweede, vierde en vijfde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, bepaalt het college welke gegevens ten behoeve van de verlening van bijstand dan wel de voortzetting daarvan en de arbeidsinschakeling door de belanghebbende in ieder geval worden verstrekt en welke bewijsstukken worden overgelegd, alsmede de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van gegevens plaatsvindt. De gegevens en bewijsstukken worden door het college niet verkregen van de belanghebbende voor zover ze zijn verkregen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen dan wel voor zover zij verkregen kunnen worden uit de polisadministratie, bedoeld in artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35 van die wet, alsmede uit de basisregistratie personen, tenzij hierdoor een goede vervulling van de taak van het college op grond van dit artikel wordt belet of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere administraties worden aangewezen waarvoor de tweede zin van toepassing is, worden regels gesteld over de gegevens die het betreft en kunnen administraties worden aangewezen waarvoor de tweede zin tijdelijk niet van toepassing is. Indien het authentieke gegevens uit andere basisregistraties betreft, is dit lid van overeenkomstige toepassing.
Het college moet dus gegevens verzamelen om het recht op een uitkering vast te stellen. Ook voor het begeleiden van een uitkeringsgerechtigde naar werk of een andere voorziening heeft de gemeente informatie nodig.
In eerste instantie doet de gemeente dit door het verzamelen van gegevens die zij uit andere bronnen kan verzamelen. Op grond van de ‘Wet eenmalige uitvraag (de Weu)’ is de gemeente daartoe verplicht. Maar niet alle gegevens die de gemeente nodig heeft kan zij op deze manier verzamelen. Er zijn ook gegevens die de betrokkene zelf moet aanleveren.
2. Herzien van het verificatieprotocol
In dit verificatieprotocol legt de gemeente vast welke gegevens zij verzamelt en uit welke bron. Dit verificatieprotocol was laatst vastgesteld in 2014. Waarom moet dit worden herzien?
In het verificatieprotocol uit 2014 werd een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire informatie. Primaire informatie was nodig om het recht op uitkering vast te stellen. Secundaire informatie was nodig om de hoogte van de uitkering vast te stellen. Dit was in verband met toeslagen systematiek van de WWB. In de Participatiewet is een nieuwe systematiek voor uitkeringsnormen vastgelegd (kostendelers) die minder gegevens noodzakelijk maakt. Een onderscheid tussen primaire en secundaire informatie is niet meer nodig.
De uitkeringsgerechtigde blijft verantwoordelijk voor het melden van alle noodzakelijke informatie, en van alle wijzigingen daarin, die van belang kan zijn voor het recht op een uitkering. Immers, lang niet alle gegevensbestanden die de gemeente raadpleegt zijn up-to-date. Daarom is het ook belangrijk dat een cliënt weet hoe hij dit kan melden. En ook wat hij moet doen als hij van mening is dat bepaalde gegevens niet juist zijn.
Dit protocol is na vaststelling op de website van de gemeente beschikbaar. Iedereen kan zo zien:
Dit verificatieprotocol heeft betrekking op meerdere wetten die door de gemeente worden uitgevoerd, zoals:
Niet alle gegevens moeten voor alle regelingen worden verzameld. Ook dit blijkt uit het protocol.
De cliënt heeft, voor zover het de uitvoering van de genoemde wetten niet belemmert recht op bescherming van zijn privacy. Belangrijk is dat de gemeente niet méér gegevens mag verzamelen dan nodig is voor de uitvoering van de betreffende wet(-ten). Dit is onder andere vastgelegd in de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
De gemeente mag deze gegevens niet zomaar delen met anderen. Dit mag uitsluitend als dit per wet is geregeld of uitsluitend met toestemming van de cliënt.
Bewijsstukken die voor de gemeente niet digitaal beschikbaar zijn moeten door de cliënt zelf worden aangeleverd. De cliënt moet de originele gegevens aanleveren. Hiervan worden kopieën gemaakt, die in het dossier worden geborgen. De originele gegevens worden aan cliënt geretourneerd.
Zijn de originele stukken niet voorhanden dan kan worden volstaan met voor echtheid gewaarmerkte kopieën. Het afplakken of wegstrepen van bepaalde gegevens, zoals uitgaven op bankafschriften, is toegestaan mits de informatie die nodig is voor het vaststellen van het recht op een uitkering duidelijk is.
6. Volledigheid en ondertekening
Ook is het noodzakelijk dat de cliënt bevestigt, door het ondertekenen van het aanvraag- en informatieformulier dat de daarin opgenomen gegevens juist zijn. De vragen moeten naar waarheid zijn ingevuld. Alle vragen moeten beantwoord zijn; er kan niet worden volstaan met het doorstrepen van vragen. Ook als de consulent voor de cliënt vragen invult dan dient de cliënt te ondertekenen.
Belangrijk is dat de cliënt op de hoogte is van de gevolgen van het niet juist, onvolledig of te laat verstrekken van gegevens. Immers, sinds het van kracht worden van de Fraudewet geldt dat elke vorm van een schending van de inlichtingenplicht gezien wordt als een vorm van fraude. Dit kan betekenen dat een boete of waarschuwing wordt opgelegd.
Belangrijk is dat de cliënt alle informatie kan vinden over wat de gemeente van hem verwacht. De website van de gemeente is de belangrijkste informatiebron. Belangrijk is dat hierop de correcte en complete informatie staat. Dit protocol zal dan ook na vaststelling op de website beschikbaar zijn.
Niet alle cliënten zijn even digitaal vaardig. Daarom zal de gemeente deze informatie ook op andere manieren verstrekken. Indien nodig of gevraagd verstrekt de gemeente deze informatie ook schriftelijk of mondeling .
Het is mogelijk dat de gegevens van een cliënt in een van de digitale bronnen niet juist zijn. De cliënt kan de gegevens controleren via mijn.overheid.nl. Via deze website kan de klant verzoeken de gegevens te wijzigen. Hoe dit moet staat op de website. In de communicatie zal de gemeente hier aandacht aan besteden.
Het feit dat het college het bijgaande protocol heeft vastgesteld zal via de Stadskrant kenbaar worden gemaakt.
Bijlage 1: De aan te leveren gegevens
A. Bij een aanvraag uitkering o.g.v. de Participatiewet
BRP1 |
||
BRP, Belanghebbende indien werkelijke verblijfplaats afwijkt van BRP |
||
ID-bewijs; geen kopie in dossier als belanghebbende dit niet wil; hoeft slechts inzage te geven vlg. de wet, dan nr. enz. noteren. |
||
Naam en adres ouders additioneel bij jongeren die bijz. bijstand krijgen |
||
6. Inkomen (vanaf datum aanvraag)
Van alle rekeningen ten minste: |
||
Overige waardevolle bezittingen (waardepapieren, boot, levensverzekering etc.) |
||
8. Werk en opleiding (alleen indien van toepassing)
B. Aanvullende vragen voor zelfstandigen (Bbz en IOAZ)
Beginnende zelfstandigen of zelfstandigen die hun bedrijf gaan beëindigen vullen hetzelfde formulier in als WWB aanvragers. Van hen zijn echter extra gegevens nodig, die hieronder vermeld worden.
Voor het aanvragen van een IOAW uitkering wordt hetzelfde aanvraagformulier gebruikt en dezelfde bewijsstukken gevraagd als voor de Participatiewet (zie hierboven). Verificatie vindt plaats op dezelfde wijze als bij de Participatiewet. Een aantal vragen hoeven aanvragers van een IOAW uitkering echter niet in te vullen omdat die voor het recht op een IOAW uitkering niet van belang zijn.
Ook de betreffende bewijsstukken hoeven dan uiteraard niet ingeleverd te worden.
Het betreft de volgende vragen:
Aanvragen bijzondere bijstand en langdurigheidstoeslag cliënten (die reeds een uitkering levensonderhoud ontvangen)
1. Kosten waarvoor bijstand wordt aangevraagd
3. Vermogen (alleen bij aanvragen van cliënten die geen uitkering op grond van de Participatiewet ontvangen)
4. Aanvragen bijzondere bijstand en de individuele inkomenstoeslag voor niet – cliënten (die geen uitkering levensonderhoud ontvangen)
Voor cliënten die geen Participatiewet-uitkering voor levensonderhoud, een IOAW of IOAZ-uitkering of een Bbz –uitkering ontvangen kunnen de noodzakelijke gegevens worden opgevraagd, conform de gegevensset van de aanvraag levensonderhoud van de Participatiewet en aanvraag bijzondere bijstand voor cliënten.
Gegevens over vermogen moeten geleverd worden als er langer dan een jaar geleden een beslissing over bijzondere bijstand ten aanzien van hen is genomen.
Voor aanvragen individuele inkomenstoeslag zonder een uitkering van de gemeente geldt:
5. Individuele inkomenstoeslag
3. Inkomen (zie Participatiewet punt 6)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-111773.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.