Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent voertuigen Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen Altena 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena,

 

gelezen het voorstel van de Altenacolleges;

 

 

besluit:

 

  • 1.

    Vervallen te verklaren:

    • de Uitvoeringsregeling Wegsleepverordening gemeente Woudrichem, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Woudrichem op 13 september 2011;

    • de Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen gemeente Werkendam 2011, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Werkendam;

    • de Beleidsregel bergen, bewaren en teruggave van voertuigen, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Aalburg op 15 september 2015;

  • 2.

    Vast te stellen: de Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen Altena 2019 met daarbij behorende bijlagen 1 en 2.

Uitvoeringsregeling wegslepen, bewaren en teruggave van voertuigen Altena 2019

 

Aantreffen foutief geparkeerd voertuig

De procedure tot het wegslepen start met het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig. Onder “voertuigen” wordt mede verstaan: fietsen, bromfietsen, scooters, invalidenvoertuigen, vrachtauto’s, bussen en aanhangwagens.

 

  • 1.

    Eerste afweging

De eerste afweging, die dan moet worden gemaakt, is of de aangetroffen situatie wegsleepwaardig is. Dit betekent dat de weg waarop het voertuig staat ook is aangewezen als weg waarop de regeling van toepassing is. (alle openbare wegen in de gemeente Altena). Daarnaast moet ook aan een van de volgende criteria voldaan zijn:

  • 1.

    Door de wijze van parkeren wordt de veiligheid op de weg in gevaar gebracht;

  • 2.

    Door de wijze van parkeren wordt de vrijheid van het verkeer belemmerd;

  • 3.

    Er wordt geparkeerd op een plaats waar dit niet mag:

    • a.

      In een stopverbod;

    • b.

      In een parkeerverbod;

    • c.

      Op een parkeerplek gereserveerd voor doelgroepen (E5 t/m E9)

    • d.

      In een voetgangersgebied (C1/G7)

Er kan tegelijkertijd sprake zijn van meerdere criteria, die de situatie wegsleepwaardig maken. Eén van de criteria is echter voldoende om de wegsleepregeling te kunnen toepassen.

 

  • 2.

    Noodzaak

Het aantreffen van een fout geparkeerd voertuig op de openbare weg is voldoende om de wegsleepregeling toe te passen. De veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeft dan niet tevens in het geding te zijn. Wel moet de noodzaak in zekere mate duidelijk zijn. Zo is bijvoorbeeld het wegslepen van een voertuig om 04.00 uur ’s nachts vanaf een parkeerterrein waarop geen bijzondere situatie van toepassing is (het houden van een weekmarkt op die dag bijvoorbeeld), niet noodzakelijk.

 

  • 3.

    Actie

Alleen een executieve politieambtenaar of een buitengewoon opsporingsambtenaar van de gemeente (hierna te noemen de bevoegd functionaris) is bevoegd actie te ondernemen na het constateren van de overtreding.

Zodra de overtreding is geconstateerd overlegt de bevoegd functionaris met de operationeel commandant of er sprake is van een wegsleepwaardige situatie. Dit is noodzakelijk in verband met de vereiste uniformiteit en zorgvuldigheid in optreden. Indien er sprake is van een wegsleepwaardige situatie, wordt de wegsleep- en bewaarprocedure in gang gezet. Deze procedure wordt in hoofdstuk 2 beschreven.

 

  • 4.

    Waarnemingstijd

Om de overtreding nadrukkelijk te kunnen vaststellen is een waarnemingstijd nodig.

  • Verbod stil te staan: Voor constatering van een gedraging in strijd met een verbod stil te staan is geen waarnemingstijd nodig.

  • Parkeerverboden / parkeren op laad- en loshavens: Bij parkeerverboden lijkt een waarnemingstijd van tien minuten (ononderbroken geen activiteiten) reëel voordat er kan worden geconstateerd dat er sprake is van parkeren. Anders kan er nog sprake zijn van laden en lossen.

  • 5.

    Zaakwaarneming

Bij een aanrijding of diefstal is er sprake van het BERGEN van een voertuig. De verzekeraarhulpdienst verzorgt dit bergen. Het veiligstellen van een voertuig na inbraak (verbroken ruit e.d.) valt vaak ook onder bergen. Het bergen van voertuigen valt niet onder deze regeling. Bij twijfel kan de operationeel commandant van politie Eenheid Zeeland, West-Brabant, worden geraadpleegd.

 

  • 6.

    Toepassing procedure

  • a.

    De bevoegde functionaris schakelt bij een wegsleepwaardige situatie via de meldkamer het wegsleepbedrijf in.

  • b.

    De bevoegde functionaris wacht in de directe nabijheid van het voertuig tot de komst van de takelwagen.

  • c.

    Na de komst van de takelwagen maakt het personeel van het takel- en bergingsbedrijf een foto van de situatie. Op de foto moet de overtreding zo veel mogelijk zichtbaar zijn. Hierdoor kan het nodig zijn meerdere foto’s te maken. De foto c.q. foto’s worden in het bewaringsregister opgenomen.

  • d.

    Het personeel van het wegsleepbedrijf overhandigt een blanco exemplaar van het “Besluit tot toepassing van bestuursdwang” aan de bevoegde functionaris die het formulier vervolgens ter plaatse volledig invult. Zelf vult het personeel het formulier “proces-Verbaal wegslepen” in. Beide formulieren moeten ondertekend worden door het personeelslid van het wegsleepbedrijf en de bevoegd functionaris.

  • e.

    De bevoegde functionaris maakt zo spoedig mogelijk na het wegslepen een mutatie in BPS van hetgeen heeft plaatsgevonden.

  • f.

    Het origineel van de twee formulieren neemt het personeel van het wegsleepbedrijf mee, waarna zij één kopie sturen aan de gemeente, één kopie sturen aan de politie en één kopie hechten aan het bewaringsregister. Het origineel is bestemd voor de eigenaar/houder of gemachtigde van het voertuig.

  • g.

    Na aankomst op de bewaarplaats controleert het personeel van het wegsleepbedrijf het voertuig op beschadigingen. De bevindingen worden eveneens ingevuld op het “Proces-verbaal van meevoeren en opslaan”.

  • 7.

    Schade noteren

In verband met de schadevergoedingsplicht van de gemeente moet het weg te slepen voertuig zorgvuldig worden gecontroleerd op aanwezige schade. De schade wordt genoteerd in het “Proces-verbaal van meevoeren en opslaan”. Ook schade, die wordt veroorzaakt tijdens het bevestigen in het juk of tijdens het overbrengen moet worden genoteerd.

 

  • 8.

    Geen Mulder-traject na wegslepen

De wetgever zet in de memorie van toelichting uiteen, dat van het instellen van een strafvervolging, dan wel het opleggen van een sanctie ingevolge de Wet Mulder, kan worden afgezien, omdat de overtreder ten gevolge van het wegslepen van het voertuig al genoeg "gestraft" is. De aanhalingstekens worden hier bewust gebruikt, omdat er in feite geen sprake is van straffen. Met het wegslepen wordt beoogd een einde te maken aan een verboden gedraging, niet het bestraffen van de bestuurder. De overtreder wordt bij toepassing van deze bestuursdwang wel met hoge kosten geconfronteerd en kan dit als een straf ervaren. Hierin kan aanleiding worden gevonden van een strafrechtelijk of administratiefrechtelijk vervolg af te zien.

 

  • 9.

    Sleepfasen en kosten

Het wegslepen van voertuigen is te verdelen in drie fasen. Voor op last van politie in beslag genomen voertuigen gelden deze fasen niet, deze worden altijd weggesleept:

 

Fase I:

Een wegsleepvoertuig is besteld. Er is sprake van voorrijdkosten indien de eigenaar/houder/bestuurder van het voertuig ter plaatse komt, voordat het wegsleepvoertuig ter plaatse is en de eigenaar/houder/bestuurder het voertuig wil verplaatsen.

  • De voorrijdkosten moeten ter plaatse door overtreder worden betaald

  • De bevoegd functionaris stelt personalia vast

  • Blijkt de overtreder niet te willen betalen; wordt het voertuig alsnog weggesleept.

Fase II:

De takelwagen is ter plaatse en gestart met het opladen van het voertuig. Er is dan sprake van een onvolledige berging. De eigenaar/houder/bestuurder komt ter plaatse en wil het voertuig verplaatsen.

  • De voorrijdkosten en de laadkosten moeten ter plaatse door overtreder worden betaald

  • De bevoegd functionaris stelt personalia vast

  • Blijkt de overtreder niet te willen betalen; wordt het voertuig alsnog weggesleept

Fase III:

Het voertuig is volledig aan de takelwagen bevestigd en het personeel maakt aanstalten te vertrekken of is vertrokken met het voertuig, danwel het voertuig is reeds in bewaring gesteld. Er is dan sprake van een volledige berging.

  • De volledige kosten moeten worden voldaan (voorrijdkosten, laadkosten, bergingskosten en indien van toepassing stallingskosten)

  • De bevoegd functionaris stelt personalia vast

  • Blijkt de overtreder niet te willen betalen; blijft het voertuig onder beheer van de berger.

Ingeval een voertuig wordt in beslaggenomen en daartoe wordt weggesleept zijn de kosten geheel voor de politie. In een aantal gevallen zijn geen kosten verschuldigd. Denk hierbij aan tijdelijke bewaring in het kader van hulpverlening, bij inbeslagneming en in het kader van onder toezichtstelling

Voor voertuigen die na het vrijgeven niet worden opgehaald kunnen wel bewaarkosten worden berekend. In deze gevallen zal de bewaarder per aangetekend schrijven de eigenaar /houder hiervan in kennisstellen en wordt dit vermeld in het bewaarregister.

 

  • 10.

    Geen kosten verschuldigd

De kosten van wegslepen en in bewaring stellen zijn niet verschuldigd, indien:

  • a.

    Niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan;

  • b.

    De omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, van dien aard waren dat de kosten redelijkerwijs niet verschuldigd zijn, of

  • c.

    Aannemelijk is dat het voertuig tegen de wil van de rechthebbende is gebruikt en hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

Het genoemde onder a, b of c dient rechthebbende aan te tonen door een afschrift van het vonnis c.q. uitspraak. Een dergelijk afschrift wordt door de griffie van de rechtbank waar de zaak is behandeld ter beschikking gesteld.

 

Indien niet tot overbrenging en inbewaringstelling had mogen worden overgegaan, betaalt de gemeente tevens een redelijke schadeloosstelling aan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald. Indien het voertuig ten tijde van de overtreding in gebruik was bij een ander dan de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald, treedt die ander voor de toepassing van deze schadeloosstelling in plaats van de rechthebbende die het voertuig heeft afgehaald.

 

Indien aantoonbaar is dat tijdens de overbrenging en bewaring schade aan het voertuig is toegebracht, is de gemeente gehouden deze schade te vergoeden.

 

  • 11.

    Aanvang van het bewaren

Het is belangrijk te weten wanneer er een aanvang is gemaakt met het bewaren van een voertuig. Aan het bewaren van een voertuig zijn vaak (verhaalbare) bewaarkosten verbonden.

Het tijdstip van bewaren gaat, na het wegslepen van een voertuig in, op het moment dat het voertuig van het wegsleepvoertuig is losgekoppeld op de plaats van bewaring.

 

  • 12.

    Plaats van het bewaren

Het bewaren geschiedt op de daarvoor bestemde plaats. Deze plaats staat in de wegsleepregeling beschreven. Het beleid dient er op gericht te zijn de bewaartijd van voertuigen op de aangewezen bewaarplaats te beperken.

 

  • 13.

    Procedure bewaren

  • 1.

    Het voertuig wordt geplaatst op de daarvoor aangewezen plaats zoals omschreven in de wegsleepregeling. Ingeval er van een motorvoertuig contactsleutels aanwezig zijn, worden deze overgedragen aan de bewaarder.

  • 2.

    Het wegsleepbedrijf draagt er zorg voor dat het voertuig op de juiste wijze wordt ingeschreven in het bewaringsregister. Daarbij dienen de omstandigheden die verwijdering noodzakelijk maakten te worden vermeld. Tevens dient in het bewaringsregister te worden vermeld onder welke voorwaarde(n) het betreffende voertuig mag worden teruggegeven.

  • 3.

    Het wegsleepbedrijf is verantwoordelijk voor het registeren van het weggesleepte voertuig (inclusief kenteken).

  • 4.

    Van het in bewaring stellen (en wegslepen) maakt het wegsleepbedrijf een proces-verbaal (overeenkomstig bijgaand model) op. Indien ter zake het feit waardoor het voertuig in bewaring is gesteld proces-verbaal wordt opgemaakt, moet daarin de melding van de inbewaringstelling (en wegslepen) worden vermeld. In sommige gevallen dient binnen een bepaalde tijd het proces-verbaal te worden opgemaakt.

Het voertuig is nu overgedragen aan de bewaarder, in casu het wegsleepbedrijf als gemandateerde van het college van burgemeester en wethouders. Indien in het bewaringsregister geen voorwaarden tot teruggave zijn vermeld, zal het voertuig zo spoedig mogelijk aan de eigenaar/ houder of gemachtigde worden teruggegeven. Een weggesleept voertuig wat met onjuiste of onvolledige informatie in het bewaringsregister is ingeschreven, blijft de verantwoordelijkheid van het wegsleepbedrijf.

 

  • 14.

    Voorwaarden tot teruggave

Buiten het betalen van de kosten kunnen er andere voorwaarden zijn waaraan voldaan moet zijn, voordat een voertuig kan worden teruggegeven. Een in beslaggenomen voertuig kan pas worden teruggegeven na toestemming van de Officier van Justitie. De opsporingsambtenaar die het onderzoek doet, zal dit laten aantekenen in het bewaringsregister.

 

  • 15.

    Betaling kosten

Voordat een voertuig kan worden teruggegeven dienen alle kosten betaald te zijn. Een betalingsregeling is niet mogelijk.

 

  • 16.

    Aan wie teruggeven

Teruggave van een voertuig kan slechts aan degene die aantoont dat hij/zij of eigenaar, houder of gemachtigde (huren, lenen, leasen of pand) is van het voertuig. De wijze van legitimatie c.q. machtiging dient in het bewaringsregister vermeld te worden.

 

  • 17.

    Teruggave weggesleept voertuig

Een weggesleept en in bewaring gesteld voertuig wordt teruggegeven aan de rechthebbende. Van de eigenaar of houder mag worden verwacht dan hij/zij dit aantoont.

Het voertuig mag slechts worden afgegeven indien alle kosten van de overbrenging en in bewaring zijn betaald. De betaling van de kosten kan niet geschorst worden omdat iemand het niet eens is met de reden van wegslepen. Wel kunnen in bepaalde omstandigheden geen kosten verschuldigd zijn, zie “geen kosten verschuldigd”.

Een voertuig dat op grond van de wegsleepregeling is weggesleept en in bewaring is gesteld moet worden teruggegeven indien de kosten zijn betaald.

 

  • 18.

    Niet afgehaalde voertuigen

Wordt een voertuig niet binnen 48 uur afgehaald, dan laat de bewaarder, in casu het wegsleepbedrijf als gemandateerde namens het college van burgemeester en wethouders, de politie een onderzoek instellen naar de eigenaar/ houder van het voertuig.

Zodra die bekend is, en de politie de zaak niet onmiddellijk kan regelen, sturen burgemeester en wethouders zelf op aangeven van het wegsleepbedrijf, aan de verantwoordelijke persoon binnen 7 dagen, per aangetekende brief een kennisgeving. In deze kennisgeving dient te worden vermeld de gepleegde overtreding en het in bewaring nemen van het voertuig alsmede de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om het voertuig terug te krijgen.

 

Na een bewaartijd van 7 dagen kan het voertuig, in opdracht van de bewaarder, worden overgebracht naar een andere bewaarplaats. De kosten van dit transport maken deel uit van de kosten van bewaring. De rechthebbende wordt conform artikel 5:30 Awb over deze verplaatsing geïnformeerd.

 

Het gemandateerde wegsleepbedrijf is bevoegd, ingeval:

  • Een voertuig niet binnen 13 weken is opgehaald, of

  • De kosten van overbrenging, bewaring e.d. hoger worden dan de waarde van het voertuig, het voertuig vanaf 14 dagen na het uitgaan van de kennisgeving, verkopen, weggegeven e.d.

De bewaarder draagt namens de burgemeester en wethouders zorg voor de bewaring en eventuele verkoop van het voertuig en is bevoegd daarvoor alle handelingen, (incl. het inschakelen van een taxateur) te verrichten.

 

  • 19.

    Betaling kosten van wegslepen, bewaren en verkoop bij voertuig met een lage taxatiewaarde

Indien de totale kosten van het wegslepen, bewaren en verkopen de getaxeerde verkoopwaarde c.q. sloopwaarde van het betreffende voertuig overtreffen, vergoedt de gemeente het verschil tussen de opbrengst van het voertuig en de genoemde totale kosten aan het wegsleepbedrijf.

 

  • 20.

    Procedure teruggave

  • De eigenaar/houder of gemachtigde die zijn voertuig op komt halen moet eerst door de politie worden gehoord ter zake het feit waarvoor het voertuig is gesleept of in bewaring is gesteld (voor zover dit van toepassing is).

  • Vervolgens gaat de eigenaar/houder of gemachtigde naar de bewaarplaats en toont daar de kentekenpapieren en een geldig rijbewijs.

  • Denk daarbij aan het gegeven dat de eigenaar/houder of gemachtigde niet de bestuurder hoeft te zijn. Bij een aantal feiten kan het belangrijk zijn dat bekend wordt wie de bestuurder was.

  • De eigenaar/houder of gemachtigde moet eerst de totale kosten aan het wegsleepbedrijf voldoen alvorens het voertuig wordt teruggegeven. Hiervoor ontvangt de eigenaar/houder of gemachtigde van het wegsleepbedrijf een kwitantie (origineel van de rekening).

  • In het bijzijn van de eigenaar/houder of gemachtigde wordt het voertuig op eventuele schade gecontroleerd welke tijdens het wegslepen of bewaren veroorzaakt zou kunnen zijn.

  • De doorslag van de kwitantie (rekening) wordt in het bewaringsregister opgenomen, waarna van de betaling tevens aantekening wordt gemaakt in het bewaringsregister.

  • Afgifte van een voertuig, geplaatst op een andere bewaarplaats, geschiedt na overleg met de bewaarder.

  • 21.

    Inschrijven in bewaringsregister

Door het college van burgemeester en wethouders wordt de directeur van het wegsleepbedrijf als bewaarder aangewezen, die het register beheert. Elk voertuig dat op de bewaarplaats wordt gebracht (ook indien het niet is weggesleept) wordt ingeschreven in het bewaringsregister!

 

In het bewaringsregister worden zo spoedig mogelijk na de inbewaringstelling de volgende gegevens opgenomen:

  • Een afschrift van het proces-verbaal (conform Algemene wet bestuursrecht)

  • Datum en tijdstip van inbewaringstelling;

  • Een nauwkeurige omschrijving van het voertuig;

  • De voorwaarden tot teruggave;

    • o

      Ingeval het een kentekenplichtig voertuig betreft, de tenaamstelling van het kenteken,

    • o

      Ingeval het een ander voertuig betreft, de naam van de eigenaar of houder voor zover deze bekend is kunnen worden;

  • Bij inbeslagname de naam van de verbalisant die het onderzoek doet of de naam van de opdrachtgever tot verplaatsing.

Bij teruggave:

  • De datum en tijdstip waarop het voertuig is afgehaald;

  • De naam en het adres van degene die het voertuig heeft afgehaald alsmede de gegevens waaruit blijkt dat deze tot het afhalen van het voertuig gerechtigd was;

  • Het bedrag dat als kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang, is betaald.

Bij niet afhalen:

  • Indien het voertuig binnen 48 uur na de inbewaringstelling niet is afgehaald worden in het bewaringsregister opgenomen:

  • De datum van de bekendmaking,

  • De naam en het adres van degene aan wie is bekendgemaakt

Bij verkoop/vernietiging:

  • De datum en het tijdstip van de verkoop, de afstandverklaring of de vernietiging;

    • o

      Ingeval van verkoop de opbrengst van die verkoop, de naam en het adres van de koper, het eventuele batig saldo van die verkoop, de naam en het adres van degene aan wie het eventuele batig saldo is uitgekeerd alsmede gegeven waaruit blijkt dat deze tot het in ontvangst nemen van dat eventuele batig saldo gerechtigd was

    • o

      Ingeval van een afstandverklaring, de naam en het adres van degene aan wie het voertuig om niet is overgedragen;

    • o

      Ingeval van vernietiging de geschatte sloopwaarde van het voertuig.

Een in bewaring-gesteld voertuig wordt niet verkocht, om niet in eigendom overgedragen of vernietigd dan nadat een beëdigd taxateur een rapport betreffende de waarde heeft opgemaakt.

Indien restitutie wordt verleend:

  • De datum waarop restitutie is verleend, het bedrag van de restitutie, de grond tot restitutieverlening en de naam en het adres van degene aan wie restitutie werd verleend.

  • 22.

    Bewaren gegevens

De gegevens blijven in het bewaringsregister opgenomen gedurende vijf jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de bewaarder het voertuig heeft teruggegeven, verkocht, om niet aan een derde in eigendom overgedragen dan wel vernietigd.

 

  • 23.

    Verstrekken gegevens

Het college van burgemeester en wethouders verstrekt aan belanghebbenden desgevraagd gegevens uit het bewaringsregister.

 

  • 24.

    De bewaarder

Het college van burgemeester en wethouders mandateert de bevoegdheid tot het bewaren aan de directeur van het wegsleepbedrijf. Deze persoon vervult dan namens het college de functie van “bewaarder”. De bewaarder beheert het bewaringsregister en ziet erop toe dat de wettelijke termijnen niet worden overschreden. Hij geeft uitvoering aan die werkzaamheden die in de regelingen, genoemd in deze uitvoeringsregeling, aan de bewaarder zijn toebedeeld.

Daarnaast doet hij al het nodige om een goede en verantwoordelijke bewaring en eventuele verkoop van voertuigen te verzekeren. Hiertoe behoren in ieder geval:

  • Het opslaan van het voertuig;

  • Het doen van een (mondeling) verzoek aan de politie om de rechthebbende op een voertuig te achterhalen;

  • Het doen van een (mondeling) verzoek aan het college van burgemeester en wethouders om de rechthebbende aan te schrijven het voertuig op te komen halen;

  • Alle handelingen om te komen tot verkoop van het voertuig (inclusief ingeschakelde taxateur);

  • De daadwerkelijke verkoop.

  • 25.

    Karakter bestuursdwang

Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang, dat wil in dit geval zeggen het toepassen van de wegsleepregeling als bedoeld in artikel 170, lid 1, WVW 1994, wordt op schrift gesteld. Deze schriftelijke beslissing is een beschikking (art. 5:24, lid 1 Awb). Hiervoor is bijgaand model ontwikkeld.

 

Ingevolge het tweede lid van artikel 5:24 Awb moet de beschikking vermelden welk voorschrift is of wordt overtreden.

Elke beschikking is een besluit, waartegen op grond van het bepaalde in de artikelen 8:1 en 7:1 Awb bezwaar en beroep openstaat. In het “Besluit tot toepassing bestuursdwang”, dat wordt bekendgemaakt aan de rechthebbende, staat vermeld dat iedere belanghebbende tegen het genomen besluit bezwaar kan maken. Tevens vermeldt het besluit aan welke voorwaarden het bezwaarschrift moet voldoen.

 

  • 26.

    Karakter proces-verbaal meevoeren en opslaan

Van het meevoeren en opslaan van het voertuig moet proces-verbaal worden opgemaakt, waarvan een afschrift wordt verstrekt aan degene, die het voertuig onder zich had. Hiervoor is bijgaand model ontwikkeld. Het woord “proces-verbaal”, heeft hier de betekenis van een verklaring krachtens de Algemene wet bestuursrecht. Het opmaken van een proces-verbaal is met name voorgeschreven in het belang van de rechtszekerheid van de rechthebbenden. Met betrekking tot de wegsleepregeling zal dit proces-verbaal met name een rol kunnen spelen ingeval de belanghebbende tegen de toepassing van de wegsleepregeling bezwaar maakt bij het college van burgemeester en wethouders. Degene die het bezwaarschrift indient, moet daarbij een afschrift van het proces-verbaal voegen.

 

  • 27.

    Bezwaar- en beroepsmogelijkheid

De rechthebbende kan zijn bezwaren tegen het toepassen van de bestuursdwang - in casu de wegsleepregeling op grond van artikel 170, lid 1, WVW 1994 - voorleggen aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar de betrokken overtreding is begaan.

Tegen een afwijzende beschikking van het college staat beroep open op de rechtbank met de mogelijkheid van hoger beroep op de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

 

De gemeente Altena heeft een bezwarencommissie, die het college over bij de heroverweging op het bezwaar adviseert. Burgemeester en wethouders zullen zich in de regel laten vertegenwoordigen door een medewerker en de betrokken politiefunctionaris.

 

  • 28.

    Andere wegsleepgevallen

In onderdeel 8 van het hoofdstuk Wegenverkeerswet 1994 - Wegsleepregeling zijn vier wegsleepregelingen beschreven, die geen bestuursdwang zijn. In die gevallen is geen bezwaar en beroep mogelijk op grond van de Algemene wet bestuursrecht.

Wel heeft de rechthebbende dan de mogelijkheid om een klacht in te dienen tegen het bestuursorgaan ingevolge artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Deze regels zullen openbaar worden bekendgemaakt.

 

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena van 10 januari 2019.

De secretaris,

drs. A.J.E. van der Werf-Bramer

de voorzitter,

M.A. Fränzel MSc

BIJLAGE 1 PROCES-VERBAAL

Proces-verbaal van meevoeren en opslaan

ex artikel 5:29 van de Algemene wet bestuursrecht, juncto artikel 5 van het Besluit wegslepen van voertuigen

Zinnen of zinsdelen waarvoor een 0 is geplaatst zijn niet van toepassing als het vakje leeg gelaten is.

   

Op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20. . ., om . . . . . . . . uur, is het onderstaande voertuig vanaf de openbare weg de/het........................................................................................................ ,

ter hoogte van perceel. . . . . . . ., meegevoerd en opgeslagen in de bewaarplaats, te weten het terrein van Van Eijck International Car Rescue., Keizersveer 1 te Raamsdonkveer, omdat de toepassing van bestuursdwang dit vereiste, zoals omschreven is in bijgevoegd besluit tot toepassing bestuursdwang.

 

0 Van de aangetroffen situatie zijn één of meer foto's bijgevoegd.

 

Gegevens voertuig

 

  • -

    kenteken: …………………………………………………………………………

 

  • -

    kleur: …………………………………………………………………………

 

  • -

    merk en type: …………………………………………………………………………

 

  • -

    staat voertuig: 0 goed 0 matig 0 slecht

 

  • -

    reeds beschadiging(en) aanwezig:

     

    0 nee

    0 ja, zie tekening

    0 = deuk

    X = kras

 

        

  • -

    losse zichtbare voorwerpen: ……………………………………………………………………………………………………………………

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

 

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

 Gegevens ter zake van het wegslepen 

 

Tijdsduur

Aanvang wegslepen. . . . . . . . . uur

 

Einde wegslepen. . . . . . . . . uur

 

Duur wegslepen.......... uur............. minuten

 

Gereden kilometers

km-stand aanvang: . . . . . . . . . . . . . . .

 

km-stand aankomst bewaarplaats: . . . . . . . . . . . .

 

gereden kilometers. . . . . . . . . . . . .

 

Wegsleephandelingen 

 

in het juk 0 ja 0 nee voorwielen 0 ja 0 nee

 

radrollers 0 ja 0 nee H.speedolly 0 ja 0 nee

 

strip 0 ja 0 nee haakje 0 ja 0 nee

 

band 0 ja 0 nee geopend 0 ja 0 nee

 

afgesloten 0 ja 0 nee, de deur(en) rv / ra / lv / la / ad

  

Schade aangebracht als gevolg van het wegslepen

 

0 nee

0 ja, zie tekening

0 = deuk

X = kras

 

           

 

Opgemaakt op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20. . . . te . . . . . . . . . . . . .

 

Burgemeester en Wethouders van Altena, namens hen,

 

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (handtekening)

 

naam en/of dienstnummer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

 

functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

 

dienst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

  

 

 

BIJLAGE 2 BESLUIT TOT TOEPASSING BESTUURSDWANG

ex artikel 170, lid 1, Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994), juncto artikel 125 Gemeentewet (Gw), juncto de van toepassing zijnde artikelen van afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

 

Zinnen of zinsdelen waarvoor een 0 is geplaatst zijn niet van toepassing als het vakje leeg gelaten is.

 

besluit bekend maken aan:

  • -

    rechthebbende bij afhalen

voertuig teruggeven aan rechthebbende:

  • -

    eigenaar voertuig

  • -

    overtreder niet zijnde bezitter

indien voertuig niet binnen 48 uur na inbewaringstelling is afgehaald:

  • -

    kentekenhouder;

  • -

    degene die aangifte van vermissing heeft gedaan;

  • -

    conform ministeriële regeling.

 

Op . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20. . ., om . . . . . . . . uur, is vastgesteld dat het voertuig,

 

0 met het kenteken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .,

0 zoals nader is beschreven in aangehecht proces-verbaal van meevoeren en opslaan,

in strijd met het bepaalde bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 stond op de openbare weg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .te . . . . . . . . . . . . . gemeente Altena,

 

en dat verwijdering van dit voertuig noodzakelijk was in verband met:

 

0 het belang van de veiligheid op de weg, hetgeen bleek uit de volgende feiten en/of

omstandigheden:

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………...

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

0 het belang van de vrijheid van het verkeer, hetgeen bleek uit de volgende feiten en/of omstandigheden:

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………...

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………...

0 het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen, met name ter plaatse van een

0 parkeerverbod (bord El)

0 parkeerverbod (onderbroken gele streep)

0 verbod stil te staan (bord E2)

0 verbod stil te staan (doorgetrokken gele streep)

0 parkeergelegenheid (bord E4 -andere dan aangegeven voertuigcategorie)

0 parkeergelegenheid (bord E4 -andere dan aangegeven groep voertuigen)

0 parkeergelegenheid (bord E4 -andere dan aangegeven wijze van parkeren)

0 parkeergelegenheid (bord E4 -op andere dan aangegeven dagen of uren)

0 taxistandplaats (bord E5)

0 gehandicaptenparkeerplaats (bord E6)

0 gelegenheid voor onmiddellijk laden of lossen van goederen (bord E7)

0 parkeergelegenheid voor categorie of groep voertuigen (bord E8)

0 parkeergelegenheid voor vergunninghouders (bord E9)

0 voetgangersgebied (bord G7)

0 geslotenverklaring voor voertuigen (bord Cl)

 

Deze bevoegdheid tot toepassing bestuursdwang wordt ontleend aan artikel 170, lid 1, WVW 1994, juncto artikel l25 Gw, artikel 173 WVW 1994, artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, alsmede artikel 2 van de Wegsleepverordening Altena 2019.

 

Vanwege de vereiste spoed bij de noodzaak tot het ongedaan maken van de hiervoor aangehaalde situatie is de geconstateerde overtreding met toepassing van artikel 4:11 Awb terstond ongedaan gemaakt.

 

Hiertoe is het onderhavige voertuig ter overbrenging en bewaring weggesleept naar de bewaarplaats, te weten het terrein van Van Eijck International Car Rescue, Keizersveer 1, 4941 TA te Raamsdonksveer. De rechthebbende kan, na betaling van de kosten verbonden aan de toepassing van onderhavige bestuursdwang, het betreffende voertuig terugkrijgen.

 

Het kostenbedrag van de toepassing van bestuursdwang wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 4 van de Wegsleepverordening Altena 2019 en staat vermeld op een bij dit besluit gevoegde bijlage.

 

 

Een belanghebbende die het niet eens is met dit besluit, kan op grond van artikel 7:1 Awb hiertegen bezwaar maken. Een bezwaarschrift dient te worden gericht aan: Burgemeester en Wethouders van de gemeente Altena, Sportlaan 170, 4286 ET Almkerk.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt 6 weken. Deze termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt.

Een bezwaarschrift moet worden ondertekend en dient ten minste te bevatten:

  • -

    de naam en het adres van de indiener

  • -

    de dagtekening

  • -

    een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt

  • -

    de gronden van het bezwaar

 

Burgemeester en Wethouders van Altena,

namens hen,

 

 

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . (handtekening)

naam en/of dienstnummer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

functie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

dienst. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

 

 

Artikel 4 uit de Wegsleepverordening Altena 2019:

 

Artikel 4. Kosten overbrengen en bewaren voertuigen

  • 1.

    De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats en het aldaar bewaren van het voertuig bedragen:

    • a.

      Voor voertuigen tot 3500 kg:

      • i.

        uitrijtarief, toepasbaar na het uitrijden: € 75,00 excl. BTW, alsmede,

      • ii.

        uitvoeringstarief, toepasbaar indien het voertuig volledig is bevestigd aan de kraanwagen, dan wel bij daadwerkelijk verslepen: € 175,00 excl. BTW, alsmede,

      • iii.

        bewaarloon, toepasbaar na het eerste etmaal dat het voertuig in bewaring staat: € 7,50 excl. BTW per etmaal of een gedeelte daarvan.

    • b.

      Voor voertuigen van 3500 kg of zwaarder:

      • i.

        uitrijtarief, toepasbaar na het uitrijden: € 125,- excl. BTW, alsmede,

      • ii.

        uitvoeringstarief, toepasbaar indien het voertuig volledig is bevestigd aan de kraanwagen, dan wel bij daadwerkelijk verslepen: € 225,- excl. BTW, alsmede,

      • iii.

        bewaarloon, toepasbaar na het eerste etmaal dat het voertuig in bewaring staat:

      • iv.

        € 25,00 excl. BTW per etmaal of een gedeelte daarvan.

  • 2.

    De vergoeding verbonden aan het verzenden van de kennisgeving van overtreding en inbewaringstelling, de verkoop, eigendomsoverdracht om niet, of vernietiging van een voertuig, alsmede die van de in verband daarmee te verrichten taxatie, zullen indien aan de orde afzonderlijk door het college worden vastgesteld en in rekening worden gebracht.

Naar boven