Gemeenteblad van Ridderkerk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ridderkerk | Gemeenteblad 2019, 110943 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ridderkerk | Gemeenteblad 2019, 110943 | Verordeningen |
Verordening jeugdhulp Ridderkerk 2019
Hoofdstuk 2 Vormen van jeugdhulp
Artikel 2.1 Jeugdhulpvoorzieningen
Hoofdstuk 3 Toegang tot voorzieningen
Jeugdigen of ouders met een hulpvraag kunnen zich melden bij één van de wijkteams van de gemeente Ridderkerk en in samenwerking met het wijkteam wordt de ondersteuningsvraag onderzocht. Op basis van het ondersteuningsplan wordt besloten welk type ondersteuning nodig is en/of dit resulteert in inzet van jeugdhulp.
Het college kan in overleg met de jeugdige en/of zijn ouders besluiten het gesprek, bedoeld in het eerste lid, geheel of gedeeltelijk achterwege te laten, als het college op basis van voorafgaand dossieronderzoek en bekendheid met de jeugdige of zijn ouders en zijn actuele situatie, over voldoende inzicht beschikt in de ondersteuningsbehoefte.
Artikel 3.3 Ondersteuningsplan
Indien het college vaststelt dat jeugdige en/of zijn ouders in aanmerking kunnen komen voor ondersteuning, stelt het college samen met de jeugdige en/of zijn ouders een ondersteuningsplan op.
Artikel 3.5 Overige toegangsmogelijkheden jeugdhulp
Het college zorgt voor inzet van de jeugdhulp die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, preventieve jeugdbescherming of jeugdreclassering.
Tevens draagt het college zorg voor de inzet van jeugdhulp die de rechter, de officier van justitie, de directeur van de justitiële jeugdinrichting (JJI) of de selectiefunctionaris van de JJI nodig acht bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing. Hiervoor verleent het college geen beschikking.
Wanneer een jeugdige en/of zijn ouders ernstige bezwaren hebben tegen de toetsing van het ondersteuningsplan door het wijkteam zoals bedoeld in het eerste lid, kunnen zij dit kenbaar maken aan het college; het college neemt dan het besluit enkel op aanwijzing van de jeugdhulpaanbieder dat inzet van de specialistische jeugdhulp noodzakelijk is en dat een ondersteuningsplan opgesteld is.
Artikel 3.6 Spoedeisende ondersteuning
Het college kan in spoedeisende gevallen, daaronder begrepen de gevallen waarin direct opvang noodzakelijk is, al dan niet in verband met risico’s voor de veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, besluiten om onverwijld, een tijdelijke maatwerkvoorziening te verstrekken, in afwachting van de uitkomst van het onderzoek als bedoeld in artikel 3.2.
Hoofdstuk 4 Individuele voorzieningen, pgb en overige maatregelen
Paragraaf 4.1 Individuele voorzieningen jeugdhulp
Artikel 4.1.1 Individuele voorziening jeugdhulp
Het college kan daarnaast zorgdragen voor een individuele voorziening in de vorm van een vervoersvoorziening voor het vervoer van een jeugdige van en naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden, indien deze voorziening noodzakelijk is in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid.
Artikel 4.1.2 Toegang dyslexiezorg
Het college kan een individuele voorziening toekennen voor het diagnosticeren van ernstige enkelvoudige dyslexie op grond van een controle van de checklist vergoede diagnostiek/behandeling ernstige enkelvoudige dyslexie en het leerling-dossier van de basisschool door de daartoe gemandateerde poortwachter dyslexiezorg.
Artikel 4.1.3 Algemene criteria individuele voorziening voor jeugdhulp
Artikel 4.1.4 Aanvullende criteria voor het resultaatgebied sociaal en persoonlijk functioneren
Een jeugdige en/of zijn ouders kunnen in aanmerking komen voor een individuele voorziening binnen het resultaatgebied sociaal en persoonlijk functioneren als de jeugdige in het dagelijks functioneren beperkingen ondervindt in relatie tot een of meerdere van de volgende aspecten:
Artikel 4.1.5 Aanvullende criteria voor het resultaatgebied herstel, vermindering, stabilisatie stoornis jeugdige
Een jeugdige en/of zijn ouders kunnen in aanmerking komen voor een individuele voorziening binnen het resultaatgebied herstel, vermindering, stabilisatie stoornis jeugdige, als bij de jeugdige in relatie tot één of meerdere van de volgende aspecten aanwijzingen zijn voor een tijdelijke of blijvende stoornis of beperking, of delict gedrag als gevolg van een stoornis of beperking waarvoor behandeling noodzakelijk is.
Artikel 4.1.6 Aanvullende criteria voor het resultaatgebied opvoeding en versterking mogelijkheden ouders
Een ouder kan in aanmerking komen voor een individuele voorziening binnen het resultaatgebied opvoeding en versterking mogelijkheden ouders, als hij, afgemeten aan één of meerdere van de volgende aspecten, ondersteuning nodig heeft bij zijn opvoedingsvaardigheden:
Artikel 4.1.7 Waakvlamfunctie jeugdhulp
De ondersteuning binnen de resultaatgebieden, genoemd in de artikelen 4.1.3, 4.1.4 en 4.1.5, kan tevens de vorm hebben van een waakvlamfunctie, waarbij periodiek in de gaten wordt gehouden of het behaalde resultaat nog steeds aanwezig is en of er aanvullende ondersteuning nodig is.
Artikel 4.1.8 Bijna 18-jarigen
Het college kan een jeugdige, die de leeftijd van 18 jaar bijna heeft bereikt en naar verwachting een voortdurende behoefte aan ondersteuning zal hebben na het bereiken van de leeftijd van 18 jaar, een arrangement aanbieden op basis van de resultaatgebieden die worden aangeboden in het kader van de Wmo 2018, mits dit arrangement de jeugdige in voldoende mate ondersteunt.
Artikel 4.1.9 Voortzetting jeugdhulp na 18 jaar
Het college kan besluiten de jeugdhulp aan een jeugdige, als bedoeld in artikel 1.1, onder 3°, van de Jeugdwet, voort te zetten of te hervatten, indien de betreffende jeugdhulp niet adequaat of niet volledig in de vorm van een arrangement op grond van de Wmo 2018, Zvw of de Wlz kan worden verstrekt.
Paragraaf 4.2 Persoonsgebonden budget
Artikel 4.2.1 Mogelijkheden tot het kiezen voor een pgb
Als een jeugdige of zijn ouders in aanmerking komt voor een individuele voorziening, maar de ondersteuning zelf wenst in te kopen met een pgb, dient hij daartoe volgens een door het college ter beschikking gesteld format een gemotiveerde aanvraag en zorg- en budgetplan, waarbij hij aangeeft:
Een pgb is alleen mogelijk als:
naar het oordeel van het college wordt voldaan aan alle wettelijke voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb voor formele zorg, waaronder het voldoen aan de eisen in het Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of het register Beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG), aansluit bij de kwaliteitscriteria die worden gesteld aan gecontracteerde aanbieders van jeugdhulp en een verklaring omtrent gedrag (VOG) die niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop de ondersteuning vanuit het PGB wordt ingezet;
Artikel 4.2.3 Onderscheid formele en informele hulp
Van formele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graad van de budgethouder:
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007), en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel.
Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
Artikel 4.2.4 Hoogte van het pgb en begroting
De hoogte van het pgb voor formele hulp bedraagt maximaal 90% van het vastgestelde natura-tarief van het meest passende arrangement, tenzij op basis van het door de jeugdige en/of zijn ouders ingediende zorg- en budgetplan passende en toereikende jeugdhulp voor een lager tarief kan worden ingekocht.
Hoofdstuk 5 Kwaliteit, klachten, inspraak en misbruik
Artikel 5.1.2 Verhouding prijs en kwaliteit aanbieder
Het college kan de uiteindelijk over een kalenderjaar te betalen vergoeding aan een aanbieder van jeugdhulp korten met maximaal het bedrag waarmee bezoldigingen en uitgekeerde ontslagvergoedingen aan al dan niet ingehuurde (deeltijd) medewerkers, bestuurders en toezichthouders over dat jaar (naar rato) meer bedragen dan de normen, zoals bedoeld in artikel 2.3 en 2.10 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector.
Indien de jeugdige of ouder het niet eens is met de gang van zaken tijdens het proces van aanvraag en onderzoek, bestaat eenmalig de mogelijkheid tot een second opinion. Deze second opinion betekent een nieuwe procedure met een andere gespreksvoerder.
Artikel 5.1.6 Inspraak bij gemeentelijk beleid
Het college stelt de jeugdige of zijn ouders en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Artikel 5.1.8 Tegengaan oneigenlijk gebruik
Het college treft de nodige maatregelen om het oneigenlijk gebruik van individuele voorzieningen en pgb’s te voorkomen en fraude te bestrijden. Tot deze maatregelen behoren in ieder geval:
het college zet geen pgb in bij een aanbieder die naar het oordeel van de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd niet voldoet aan door de inspectie gestelde kwaliteitseisen. Aanbieders die nog niet bekend zijn bij de inspectie worden voorafgaand aan het toewijzen van een pgb aangemeld bij de inspectie om te onderzoeken op voldoende kwaliteit;
Hoofdstuk 6 Slot- en overgangsbepalingen
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jeugdige of zijn ouders afwijken van de bepalingen van deze verordening, als toepassing van deze verordening naar het oordeel van het college tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 6.2 Overgangsbepalingen
De rechten en verplichtingen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening gelden met betrekking tot een individuele voorziening waarvoor reeds een besluit of verwijzing is afgegeven, blijven gelden gedurende de looptijd van het besluit, dan wel tot het moment dat op basis van een gewijzigde ondersteuningsbehoefte na 1 januari 2019 een nieuw besluit wordt afgegeven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2019-110943.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.